Krishnamurti Subtitles home


AM81T2 - Een religieuze geest is een waarheidsgetrouwe geest
Publieke Toespraak 2
Amsterdam, Nederland
20 september 1981



0:47 Ik ben bang dat dit de laatste toespraak is. Zoals twee vrienden, zittend in het park op een prachtige dag, pratend over het leven, pratend over hun problemen, serieus het diepste wezen van hun bestaan onderzoekend en elkaar serieus vragend waarom het leven zo'n groot probleem is geworden. Waarom, hoewel u intellectueel zo hoogontwikkeld bent, ons dagelijks leven nu zo'n kwelling is, zonder enige betekenis, behalve overleven, wat bovendien tamelijk onzeker is, waarom is het leven, het alledaagse bestaan zo'n kwelling geworden? Ook al gaat u naar de kerk of volgt u een of andere leider, politiek of religieus, het dagelijks leven is altijd een gevecht, al zijn er bepaalde periodes van vreugde en geluk, altijd hangt er een donkere wolk boven ons leven. En deze twee vrienden, samen pratend, zoals wij zijn, u en de spreker, wij praten op een vriendelijke wijze, wellicht met affectie, met zorg, met bekommernis, over of het hoe dan ook mogelijk is om een leven te leven, ons dagelijks leven, zonder ook maar een enkel probleem. En ook al zijn we hoogopgeleid, hebben we specialistische carrières, nog steeds hebben we deze onopgeloste strijd, deze pijn, dit lijden, genoegens en soms een geweldig gevoel van niet volkomen zelfzuchtig te zijn. En samen kunnen we ons deze morgen verdiepen in deze vraag waarom mensen leven als we leven - naar kantoor gaan van negen tot vijf of zes voor de komende vijftig jaar of de hele tijd druk zijn, niet alleen met onze eigen problemen, maar het brein, de geest is constant bezig, er is nooit een kalmte, er is nooit vrede, er is altijd dit bezigzijn met het een of ander. En dat is ons leven. Dat is ons dagelijkse, monotone, nogal eenzame, schrale leven. En we proberen eraan te ontsnappen door middel van religie, door allerlei vormen van vermaak.
5:55 Aan het einde van de dag zijn we nog steeds waar we waren, zoals de laatste duizenden en duizenden jaren. We lijken maar heel weinig veranderd te zijn, psychologisch, vanbinnen. En onze problemen nemen toe en altijd is er angst voor ouderdom, ziekte, een ongeval dat ons zal uitschakelen. Dit is dus ons bestaan van de kindertijd totdat we sterven, vrijwillig of onvrijwillig. En we lijken er ook niet toe in staat dat probleem op te lossen, het probleem van leven en het probleem van sterven. Vooral als iemand ouder wordt, herinnert men zich alle dingen die voorbij zijn: de plezierige tijden, de moeilijke tijden, de tijden van verdriet, de tijden van tranen. Maar altijd is daar dat wat niemand kent en dat dood genoemd wordt, waar de meesten van ons bang voor zijn. En als twee vrienden, zittend in het park op een bankje, niet in deze zaal met al dit licht enzovoort, wat nogal lelijk is, maar zittend op een bankje in het park, met zonlicht, en het geschakeerde licht, het door de bladeren gezeefde licht van de zon met de eenden in de vijver en de schoonheid van de aarde, samen pratend. En dat is wat we zullen doen, samen praten als twee vrienden die een lang leven achter de rug hebben, een lang, serieus leven met alle moeilijkheden, de seksuele moeilijkheden, eenzaamheid, wanhoop, depressie, angst, onzekerheid, een gevoel van zinloosheid over dit alles. En aan het eind van dit alles wacht altijd de dood.
9:29 En erover pratend, benaderen we deze ofwel intellectueel, wat wil zeggen dat we rationaliseren en zeggen dat het onvermijdelijk is, we niet bang hoeven zijn, of we vluchten in een vorm van geloof, het hiernamaals of reïncarnatie, zoals de Aziaten geloven, of als je hoogst intellectueel bent, dan is het het einde van alles, het eind van ons bestaan, onze ervaringen, onze herinneringen, teder, verrukkelijk, overvloedig. Maar ook veel pijn en lijden. Wat betekent dat allemaal, dit leven dat echt - als men het van heel nabij onderzoekt - nogal betekenisloos is? We kunnen intellectueel, verbaal een zinvol leven construeren, maar de manier waarop we leven heeft heel weinig betekenis eigenlijk.
11:12 Er is dus dat wat we leven en sterven noemen. Dat is alles wat we weten. Alles anders dan dat is theorie, een speculatie, of een overtuiging aanhangen waarin men enige zekerheid, hoop vindt. Maar deze overtuigingen zijn ook heel oppervlakkig, veeleer betekenisloos, zoals alle overtuigingen zijn. Of men heeft idealen, projecties van gedachten en worstelt om deze idealen te verwezenlijken. Dit is ons leven, of we nu heel jong zijn, vol vitaliteit, plezier, met een gevoel alsof we bijna alles kunnen doen, maar zelfs tijdens de jeugd, de middelbare leeftijd en ouderdom, is er altijd de vraag - dood, sterven. Kunnen we hier, deze morgen, samen over praten? Alstublieft, zoals we gisteren naar voren brachten, we denken hier gezamenlijk over na. U bent niet louter, als we dit mogen aangeven, aan het luisteren naar een reeks van woorden, naar wat ideeën, maar veeleer samen, ik bedoel samen, dit hele probleem van leven en dood aan het onderzoeken. En of men doet het met zijn hart, met zijn hele geest, of gedeeltelijk, oppervlakkig, en dus met met heel weinig betekenis.
14:10 Dus eerst zouden we moeten zien dat onze hersenen nooit ten volle werken, nooit compleet, we gebruiken slechts een heel klein deel van ons brein. Dat deel is de structuur van het denken. Dat deel is op zichzelf een deel en daarom incompleet, zoals denken incompleet is, de hersenen functioneren dus binnen een heel beperkt gebied, afhankelijk van onze zintuigen en onze zintuigen zijn ook deels werkzaam, nooit zijn alle zintuigen klaarwakker. Ik weet niet of u heeft geëxperimenteerd met naar iets kijken met al uw zintuigen, kijken naar de zee, de vogels en het maanlicht in de nacht op een groen gazon; of u iets maar half heeft waargenomen of met al uw zintuigen volledig ontwaakt. Dat zijn twee totaal verschillende toestanden. Wanneer u iets gedeeltelijk waarneemt, bevestigt u meer de afgescheiden, egoïstische houding en manier van leven. Maar wanneer u kijkt naar dat maanlicht dat op het water een zilveren pad maakt, met al uw zintuigen, wat wil zeggen, met uw geest, met uw hart, met al uw zenuwen, al uw aandacht aan die observatie gevend, dan zult u zelf ontdekken dat er geen centrum is van waaruit u observeert.
16:52 Kunnen we dus observeren wat leven is, het feitelijke en wat het betekent te sterven - samen? Ons leven, dagelijks leven, is een proces van herinneringen. Ons brein, onze geest is volledig geheugen. Goed? Zijn we het eens? Dit is nogal een moeilijkheid, dat ik er niet zeker van ben of we elkaar begrijpen. Ik weet niet hoe het gesteld is met uw Engels, en dat is niet beledigend bedoeld, of u het Engels volledig begrijpt, wat de spreker zegt. Of dat u deels luistert, het Engels gedeeltelijk begrijpt, zodat uw aandacht afdwaalt en van hieruit gezien maakt men dan een wat verdwaasde indruk. De taal die de spreker gebruikt is heel gewone, niet-specialistische taal. Het is eenvoudig Engels. Ik hoop dus dat we elkaar begrijpen.
19:11 We zeggen dat wij, ons ego, onze persoonlijkheid, onze hele structuur volledig is opgebouwd uit herinneringen, we zijn herinneringen - nietwaar? Dit kan nader onderzocht worden, neem het niet zomaar aan. Observeer het, luister. De spreker zegt: het jij, het ego, het ik is allemaal herinnering. Er is geen plek of ruimte waar helderheid is. Nu kunt u wel geloven, hopen, er vertrouwen in hebben dat er iets in u is dat onbedorven is, wat God is, een sprankje van dat wat tijdloos is, u kunt dat allemaal geloven. Maar dat geloof is louter ingebeeld, alle geloven zijn dat. Maar feit is dat onze hele existentie; dat wij volledig herinnering zijn, geheugen. Er is geen plek of ruimte vanbinnen die geen herinnering is. U kunt dit onderzoeken als u tijd heeft, misschien niet deze morgen, want we hebben veel te behandelen, maar als u zichzelf serieus onderzoekt, zult u zien dat het 'mij', het ego, allemaal herinnering is, geheugen. En dat is ons leven, we functioneren, leven vanuit herinneringen. En voor ons is de dood het einde van die herinnering. Nietwaar?
21:56 Praat ik tegen mezelf of zijn we er allemaal bij? Weet u, de spreker heeft de gewoonte buiten te spreken, onder bomen of in een grote tent, zonder deze schelle verlichting, en men kan dan een intiem gesprek hebben met elkaar. In feite zitten alleen u en ik met elkaar te praten, niet dit enorme publiek in een gigantische zaal, maar u en ik, zittend aan de oever van een rivier, op een bankje, samen pratend over deze zaken. En de een zegt tegen de ander: we zijn niets anders dan herinnering, en aan die herinnering zijn we gehecht: mijn huis, mijn eigendom, mijn ervaring, mijn relatie, het kantoor waar ik naartoe ga, de fabriek, vaardigheden die ik mij graag eigen wil maken gedurende een periode, ik ben dat allemaal. En daaraan is het denken gehecht. Dat is wat we leven noemen. En deze gehechtheid, met al haar problemen, want wanneer u gehecht bent, is er angst om te verliezen, we zijn gehecht omdat we eenzaam zijn, diepe, voortdurende eenzaamheid, verstikkend, isolerend, deprimerend. En hoe meer we gehecht zijn aan een ander, wat weer herinnering is, de ander is een herinnering - mijn vrouw, mijn man, mijn kinderen, fysiek verschillen ze wel van mij, psychologisch ben ik gehecht aan de herinnering aan mijn vrouw, aan de naam, de vorm, mijn bestaan is gehechtheid aan die herinneringen die ik mijn hele leven verzameld heb. Daar waar gehechtheid is, herken ik, neem ik onwaarachtigheid waar. Wanneer ik gehecht ben aan een geloof, hopend dat die gehechtheid aan dat geloof een zekere veiligheid biedt, zowel psychologisch als fysiek, belemmert die gehechtheid niet alleen een verder onderzoek, maar ik schrik zelfs terug voor onderzoek wanneer ik erg gehecht ben aan iets - aan een persoon, een idee, een ervaring. Onwaarachtigheid is dus daar waar gehechtheid is. En ons hele leven beweegt zich binnen het veld van het bekende. Dat is zonneklaar. En de dood betekent het einde van het bekende. Nietwaar? Het einde van het fysieke organisme, het einde van alle herinneringen aan wat ik ben. Ik ben niets dan herinneringen, die het bekende zijn. En ik ben bang om dat allemaal los te laten, wat de dood betekent. Ik denk dat dit nogal duidelijk is, in ieder geval verbaal. Wat wil zeggen, intellectueel kunt u dat accepteren. Logischerwijs, verstandelijk is het een feit.
27:47 De vraag is dus: waarom de mens over de hele wereld, al geloven sommigen van hen, in de Aziatische wereld, in reïncarnatie van henzelf in een volgend leven; het volgende leven veel beschaafder, geslaagder, met een beter huis, een betere positie. Dus degenen die in reïncarnatie geloven, wat wil zeggen dat de ziel, het ego, het 'mij', een bundel van herinneringen, in een volgend leven geboren wordt; het volgende leven is beter, want als ik mij nu goed gedraag, een deugdzaam leven leidt, zonder gewelddadigheid, zonder hebzucht enzovoort, dan zal het volgende leven een beter leven zijn, met een betere positie. Maar een volgend leven, een geloof in reïncarnatie is slechts een geloof, want degenen die dit sterke geloof hebben, leven vandaag geen rechtschapen leven. Nietwaar? Begrijpt u dit allemaal? Het is alleen maar een idee dat het volgende leven geweldig zal zijn. De schoonheid van het volgende leven moet overeenkomen met de schoonheid van het huidige leven. Maar het huidige leven is zo verwrongen, veeleisend, complex, we vergeten het geloof en vechten, bedriegen, zijn schijnheilig, in elke vorm van grofheid enzovoort. Dat is één aspect van de dood, het geloven in een volgend leven.
30:18 Maar degenen die zo'n theorie niet aanhangen, ook al proberen ze bewijzen voor reïncarnatie te verzamelen, wat ook nogal absurd is - begrijpt u dit allemaal? - want wat is het dat zou reïncarneren? Wat is het dat continuïteit heeft? Begrijpt u mijn vraag? Praten we samen? Wat is het dat continuïteit heeft in het leven, in ons dagelijks leven? Het is de herinnering aan ervaringen van gisteren, pleziertjes, angsten, verontrusting en met die continuïteit zullen we ons hele leven te maken hebben, tenzij we er doorheen breken en uit de stroom stappen. Ja?
31:34 De vraag is nu: is het mogelijk om tijdens ons leven, met alle onrust, met die energie en vermogens een einde te maken aan bijvoorbeeld gehechtheid? Want dat zal er gebeuren wanneer u sterft. U mag gehecht zijn aan uw vrouw, uw man, uw bezitingen - nee niet aan bezittingen, dat is riskant - we zijn gehecht aan een of ander geloof, geloof in God. Dat geloof is louter een projectie of een uitvinding van het denken, maar we zijn eraan gehecht omdat het een zeker gevoel van veiligheid geeft hoe denkbeeldig het ook is, we zijn eraan gehecht. De dood betekent het einde van die gehechtheid. Nu, terwijl we leven, kunnen we vrijwillig, gemakkelijk, zonder enige moeite die vorm van gehechtheid beëindigen? Wat inhoudt: ontsterven aan iets wat we goed gekend hebben? Begrijpt u dit? Kunnen we dat doen? Want dat betekent leven en sterven tegelijk, niet gescheiden door honderd jaar of vijftig jaar, wachtend op een ziekte die ons de das omdoet. Maar leven met al onze vitaliteit, energie, intellectuele capaciteit, met de diepere gevoelens, waarin we afrekenen met bepaalde conclusies, zekere eigenaardigheden, ervaringen, gehechtheden, gekwetstheden. Dat wil zeggen, tijdens het leven ook met de dood leven. Begrijpt u dit? Zitten we op dezelfde golflengte? Dat de dood dus niet iets is dat ver weg is, dood is niet iets dat aan het einde van iemands leven komt, vanwege een ongeval, ziekte, ouderdom, maar veeleer leven door alles wat herinneringen betreft te beëindigen, wat de dood is. Dat houdt in dat de dood niet losstaat van het leven.
35:13 Ook, zoals we gisteren zeiden, zouden we samen moeten nagaan, zoals we aan de oever van die rivier op een bankje zitten, terwijl het water stroomt, helder, niet modderig of vervuild en we de beweging van de golven gadeslaan die elkaar stroomafwaarts achterna zitten, zo zitten wij daar als twee vrienden, samen pratend over wat religie is. Waarom heeft religie zo'n grote rol in onze levens gespeeld vanaf de antieke oudheid tot op de dag van vandaag? Hoe ziet een religieuze geest eruit? Wat betekent het woord 'religie' eigenlijk? Want historisch gezien, niet dat men er veel over gelezen heeft, maar men heeft geobserveerd hoe beschavingen zijn verdwenen, om weer te herrijzen met een andere religie. Religies hebben nieuwe beschavingen, culturen voortgebracht; niet de technologische wereld, niet de computers, de onderzeeërs, het oorlogstuig; noch de zakenman, noch de economen; maar religieuze mensen over de hele wereld hebben een enorme verandering voortgebracht. We moeten samen onderzoeken wat we bedoelen met het woord 'religie'. Wat is haar betekenis, of is het eerder bijgeloof, onlogisch, betekenisloos? Of is er iets veel groters, iets van een oneindige schoonheid? En om dat te vinden is het dan niet nodig - we praten samen als twee vrienden - is het dan niet nodig om vrij te zijn van alle dingen die het denken heeft uitgevonden over religie? U begrijpt mijn vraag? Ik wil doorgronden wat de betekenis van religie is. Wat is de diepte ervan? Wat is het einde ervan? Want de mens heeft altijd iets gezocht voorbij het fysieke bestaan. Hij heeft altijd gekeken, gezocht, gevraagd, geleden, zichzelf gekweld om erachter te komen of er iets is dat geen tijd is, geen denken, geen geloof of vertrouwen. En om dat te doorgronden moet men volledig vrij zijn, want als men verankerd is in een of andere vorm van geloof dan zal ditzelfde geloof onderzoek belemmeren naar wat eeuwig is, als er zoiets is als eeuwigheid, wat voorbij alle tijd is, voorbij alle meetbaarheid. Men moet dus vrij zijn als men ernstig is in het onderzoek naar wat religie is, men moet vrij zijn van alle dingen die het denken heeft uitgevonden, heeft samengesteld, dat wat beschouwd wordt als religieus zijnde. Wat wil zeggen, alle dingen die het hindoeïsme heeft uitgevonden, met alle bijgeloof, alle aannames, met alle beelden en de klassieke literatuur zoals de Upanishads enzovoort, men moet daar volkomen vrij van zijn. Als men gehecht is aan dat alles, dan is het natuurlijk onmogelijk om te ontdekken wat oorspronkelijk is. Begrijpt u het probleem? Dus, als mijn geest, mijn brein
41:40 geconditioneerd is door het hindoeïstische bijgeloof, de aannames, dogma's, aanbidding, met alle oude tradities, dan is mijn geest daarin verankerd, waardoor die niet kan bewegen, hij is niet vrij. Daarom moet men daar volkomen vrij van zijn - van een Hindoe zijn. Nietwaar? Tegelijk moet men volkomen vrij zijn van alle vondsten van het denken, zoals de rituelen, dogma's, aannames, symbolen, de redders enzovoort van het christendom. Dat zal wel lastiger zijn, want dat komt dichterbij huis. Of als u naar Ceylon gaat of de Tibetanen in het Noorden, het boeddhisme, met alle adoratie, zoals de adoratie van het christendom, zij hebben ook dit probleem: gehechtheid als geborgenheid, aan dat wat het denken heeft uitgevonden. Dus, alle religies, zowel het christendom, de islam, het hindoeïsme of boeddhisme, zij komen voort uit denken, worden in stand gehouden door tijd, door literatuur, door symbolen, door dingen die met de hand of de geest gemaakt zijn, dat allemaal wordt als religieus beschouwd in de moderne wereld. Volgens de spreker is dat geen religie. Volgens de spreker is dat een vorm van illusie, vertroostend, bevredigend, romantisch en sentimenteel, doch niet werkelijk, want religie moet invloed hebben op het leven, de manier waarop we leven, dat is de betekenis van het leven. Want alleen dan, wanneer er orde is, zoals waarover we gisteren spraken, in ons leven.
44:56 Orde is iets dat niets te maken heeft met wanorde. We leven in wanorde, wat wil zeggen, in conflict, tegenstrijdigheid, het ene zeggen, het andere doen, het ene denken en het andere doen, dat is tegenstrijdigheid. Waar tegenstrijdigheid is, wat verdeeldheid is, daar moet wanorde zijn. En aan een religieuze geest is wanorde volledig vreemd. Dat is de basis van een religieus leven, niet alle onzin die plaatsvindt met goeroes met hun flauwekul.
45:53 Het is hoogst merkwaardig, maar veel goeroes zijn de spreker op komen zoeken. Omdat ze denken dat ik de goeroes aanval. Begrijpt u dat? Zij willen mij overtuigen ze niet aan te vallen. Ze zeggen: wat u zegt en wat u leeft is de absolute waarheid, maar niet voor ons, want we moeten de mensen helpen die niet zo vergevorderd zijn als u bent. Ziet u het spel dat ze spelen? Begrijpt u het? Dus, men vraagt zich af waarom de westerse wereld, of sommige mensen uit het Westen naar India gaan, om deze goeroes te volgen, ingewijd te worden - wat dat ook moge zijn - verschillende jurken aan te trekken en te denken heel religieus te zijn. Maar als je ze ontdoet van hun gewaden en ze vraagt hun leven te onderzoeken zijn ze precies zoals u en ik.
47:24 Het idee ergens naartoe te gaan om verlichting te vinden, een naam aan te nemen in het Sanskriet, lijkt zo vreemd en absurd en romantisch, zonder enige realiteit, maar duizenden doen het. Mogelijk is het een vorm van amusement zonder veel betekenis. De spreker valt niet aan. Alstublieft, begrijp dit: we vallen niks aan, we observeren alleen; observeren de absurditeit van de menselijke geest, hoe gemakkelijk we ons laten vangen, we zijn zo goedgelovig.
48:27 Een religieuze geest is feitelijk, houdt zich bezig met feiten. Dat wil zeggen, met wat werkelijk gebeurt, zowel in de buitenwereld als in de binnenwereld. In de buitenwereld komt de innerlijke wereld tot uitdrukking, er bestaat geen scheidslijn tussen de binnen- en buitenwereld - dat voert te ver om op door te gaan. Een religieus leven is dus een leven van orde, van toewijding, omgaan met wat er werkelijk gebeurt in onszelf, zonder enige illusie, zodat men een ordelijk, rechtvaardig leven leidt. Wanneer dat onwrikbaar vaststaat, kunnen we beginnen te onderzoeken wat meditatie is.
49:48 Misschien bestond dat woord niet zo'n twintig jaar geleden, of dertig jaar geleden, in de westerse wereld. De oosterse goeroes hebben het hierheen gebracht. Zo heb je Tibetaanse meditatie, zenmeditatie, hindoe-meditatie, de specifieke meditatie van een bepaalde goeroe, de meditatie van yoga, met gekruiste benen zitten, ademen, u kent het allemaal wel. Dat wordt allemaal meditatie genoemd. We doen niet denigrerend over de mensen die dit allemaal doen. We willen alleen laten zien hoe absurd meditatie is geworden. De christelijke wereld gelooft in contemplatie, zichzelf overgevend aan de wil van God, genade enzovoort. Ze hebben hetzelfde in de Aziatische wereld, ze gebruiken alleen andere woorden in het Sanskriet, maar het is hetzelfde: de mens zoekt een soort eeuwigdurende veiligheid, geluk, vrede en aangezien het niet op aarde wordt gevonden hopen zij dat het ergens anders wél bestaat, het vertwijfelde zoeken naar iets onvergankelijks. Dit is de zoektocht van de mens geweest sinds onheuglijke tijden. Zowel de oude Egyptenaren, als de oude hindoes, boeddhisten enzovoort en sommige christenen hebben dit nagevolgd.
52:37 Dus samen onderzoeken, ons verdiepen in wat meditatie is en of er iets sacraals, heiligs is: niet dat wat het denken heeft uitgevonden als heilig zijnde, dat is niet heilig, wat het denken creëert, is niet heilig, is niet heilig omdat het gebaseerd is op kennis en kennis is incompleet, en wat het denken ook uitvindt, hoe kan dat heilig zijn? Maar we aanbidden dat wat het denken voortbrengt wereldwijd.
53:37 Dus samen, nadat we, sommigen deels, anderen compleet, totale orde in ons leven hebben gecreëerd, in ons gedrag, zodat daar geen tegenstrijdigheid meer in zit, wanneer we die grondslag gelegd hebben en we alle vormen van meditatie afwijzen, hun systemen en oefeningen, want wanneer je oefent, herhaal je keer op keer, zoals een pianist die studeert, hij kan ook de verkeerde noot instuderen. Dus, het is gemakkelijk te conformeren aan een patroon, te gehoorzamen aan iets waarvan iemand heeft gezegd dat het zal helpen de hoogste staat te bereiken, wat dat ook moge zijn. Je oefent dus, je aanvaardt systemen, want je wilt iets anders verwerven dan 'wat er is'.
55:03 Wij zeggen nu precies het tegenovergestelde. Er is geen systeem, geen oefening, maar de helderheid van de waarneming van de geest die vrij is, die geen richting heeft, geen keuze, maar vrij is om te observeren. De meeste mediaties hebben dit probleem van gedachten controleren. Degene die oefent, verschilt van dat wat hij beoefent. Ik hoop dat u dit allemaal begrijpt, als het u interesseert. Dus de meeste meditaties, of ze nu zen zijn of hindoeïstisch, boeddhistisch, christelijk of van de nieuwste goeroe, zijn gericht op gedachten beheersen, want via controle kan men bundelen, alle energie op een bepaald punt richten. Wat wil zeggen: concentratie. Wat inhoudt: er is een beheerser, los van dat wat beheerst wordt. Begrijpt u dit? De beheerser is het verleden, wat nog steeds denken is, nog steeds geheugen en dat wat hij beheerst is nog steeds denken, dat afdwaalt, er is dus een conflict. Je zit daar rustig en je gedachten dwalen af, je wilt je concentreren, zoals een schooljongen die uit het raam kijkt, waarop de leraar zegt: 'Kijk niet uit het raam, concentreer je op je boek.' En wij doen hetzelfde. Men moet dus het feit leren zien dat de beheerser het beheerste is. Is dat duidelijk? Moet dit allemaal uitgelegd worden, stap voor stap? Goed ik zal het uitleggen.
57:57 Wij denken dat de beheerser, de denker, de ervarende, verschilt van dat wat beheerst wordt, van de gedachten, van dat wat ervaren wordt, we denken dat dit twee verschillende processen zijn. Maar als je van dichtbij observeert, zie je dat de denker het denken is. Het denken heeft de denker afgescheiden van gedachten, waarover hij vervolgens zegt: 'Ik moet die gedachten beheersen.' Begrijpt u dit? Dit is zo logisch, zo zinnig. Dus wanneer de beheerser het beheerste is, verwijdert men volledig het conflict. Er is alleen een conflict wanneer er verdeeldheid is. Tussen u en de Duitsers, tussen de Israëli's en Arabieren. Daar waar nationalisme is of economische of sociale verdeeldheid, daar zijn conflicten onvermijdelijk. Dus ook als er innerlijk een verdeeldheid is tussen de waarnemer, degene die waarneemt, dat degene die ervaart verschilt van dat wat ervaren wordt, dan moet er een conflict zijn. En ons leven is een conflict omdat we met deze verdeeldheid leven. Maar deze verdeeldheid is bedrieglijk, niet echt, het is onze gewoonte geworden, onze cultuur, om te beheersen. We zien nooit dat de beheerser het beheerste is. Nietwaar? Begrijpt u dit allemaal?
1:00:02 Dus wanneer men zich realiseert dat, niet verbaal, niet denkbeeldig, niet als een utopische gesteldheid, waarvoor men dient te strijden, maar het werkelijk te observeren in ons leven dat de beheerser het beheerste is, de denker het denken is, dan ondergaat het hele patroon van ons denken een radicale verandering, want er is geen conflict. En dat is absoluut noodzakelijk wanneer men gaat mediteren, want meditatie vraagt om een geest die uiterst compassievol is. En dientengevolge hoogst intelligent, de intelligentie die uit liefde geboren is, die niet is voortgekomen uit denken.
1:01:19 Dus meditatie betekent dat we orde aanbrengen in ons dagelijks leven, waarin geen tegenstrijdigheden zijn. Dan wijs je alle systemen, meditaties en al dat soort dingen totaal af, want de geest moet volledig vrij zijn, zonder richting en ook betekent het een geest die volkomen stil is. Is dat mogelijk? Want onze geest ratelt maar door; op het moment dat u deze zaal verlaat, weet ik dat u begint te ratelen. Onze geest is dus voortdurend bezig, ratelend, denkend, worstelend en er is geen ruimte. Ruimte is noodzakelijk voor stilte. Een geest die stilte beoefent, zich inspant om stil te zijn, is nooit stil. Maar wanneer het inziet dat stilte absoluut nodig is, niet de stilte die door het denken geprojecteerd wordt, niet de stilte tussen twee noten, tussen twee geluiden, tussen twee oorlogen, maar de stilte die orde is. En wanneer er absolute stilte is, geen gecultiveerde stilte, dat is wat de meeste meditatievormen proberen: stilte cultiveren ofwel denken cultiveren, wat nooit stilte is. Ik weet niet of u de absurditeit hiervan inziet. Maar als die stilte er is, dan ontdek je - sorry, men ontdekt niet - dat er in die stilte waarheid is waarheen geen pad voert. Waarheid is tijdloos, heilig, onaantastbaar. Dat is meditatie, dat is een religieuze geest. ONDERTITELING TEKST COPYRIGHT 1981 KRISHNAMURTI FOUNDATION TRUST LTD