Krishnamurti Subtitles home


BR82CPJ2 - Kunnen we leven met de last van duizend voorbij gegane dagen?
Dialoog 2
Brockwood Park, Engeland
23 juni 1982



0:18 P: Ik vroeg me af, of we zouden kunnen bespreken het wonderlijke en de aard van ontstaan van de menselijke geest, niet het ontstaan zoals het krijgen van een baby, maar een afgestompte geest, oud, machteloos is tot gewaarworden, kan het zichzelf vernieuwen, of iets geheel nieuw gewaarworden? Ik denk dat dat voor velen van ons de moeilijkheid is. Als men ouder wordt merkt men dat de vlotheid van de geest, het vermogen om waar te nemen, en het diepgaand opnemen, mogelijk afneemt.
1:50 K: Vraagt u, of het mogelijk is de geest heel jong te houden, en toch oeroud?
2:06 P: Ja. U gebruikte het woord "oeroud". Ik zou ook willen ingaan op de aard van wat er bedoeld wordt met het woord "oeroud". Als we eerst zouden kunnen ingaan in de aard daarvan, omdat u het heeft gebruikt, en ik heb u het meerdere malen horen gebruiken. Blijkbaar is het niet, die aloude kwaliteit, het is niet gerelateerd aan tijd, zoals gisteren.
2:44 K: Ja, laten we er op ingaan.
2:48 P: Wat is de aard van het aloude?
2:52 K: Uiteindelijk, het menselijk brein, zover men het begrijpt, en als je geluisterd hebt naar sommige... - op televisie, spreken de wetenschappers over de kwaliteit van het brein, hoe het werkt, enzovoort - het heeft zijn zelfbeschermende aard, beschermende chemische reactie wanneer er een schok is, wanneer er pijn is, enzovoort. Wij zijn uiteindelijk, of ons brein is, erg, erg oeroud, heel, heel oud. Het heeft zich ontwikkeld vanaf de aap, de mens... de zich oprichtende aap, enzovoort, tot nu toe. Het is door tijd ontwikkeld, door ontzagwekkende ervaringen, heeft een heleboel kennis vergaard, zowel uiterlijke kennis als innerlijke kennis, en het is dus feitelijk heel, heel oud. En het is niet, zover ik het kan begrijpen en kan zien, het is geen persoonlijk brein. Het is niet mijn brein en jouw brein. Dat kan het niet zijn.
4:20 P: Maar blijkbaar hebben uw brein en mijn brein een verschillende kwaliteit van het oeroude in zich.
4:31 K: Wacht. Laten we voor een ogenblik niet spreken over mijn en jouw.
4:35 P: Door een uitspraak te doen...
4:39 K: Ik ben alleen het begin aan het verkennen, een paar bouwstenen aan het leggen. Als dat wordt aangenomen, dat we heel oud zijn, heel antiek, in die zin, en dat onze hersens geen individuele hersens zijn - we hebben het wel gereduceerd, we kunnen wel denken dat het individueel is, dat het persoonlijk is, het is "mijn brein", maar het kan zich door de tijd heen niet ontwikkeld hebben als mijn brein!

P: Nee, vanzelfsprekend.
5:18 K: Ik bedoel, het is absurd dat te denken.

P: Vanzelfsprekend.
5:22 K: Nee, het kan vanzelfsprekend zijn maar de meesten van ons denken dat het een persoonlijk brein is, het is míjn brein. Daardoor ontstaat daaruit het hele individualistische concept. Laat dat voor het moment rusten. Wij zeggen nu dat zo'n oeroude geest, brein of geest, - laat de geest voor het moment rusten, laten we naar het brein kijken - zo'n oeroud brein, wat zo geconditioneerd is geworden, en verloor... of het kan heel, heel diep ingebed zijn in het onbewustzijn, diep beneden, dat het erg, banaal, oppervlakkig, kunstmatig is geworden, en vulgair. Begrijpt u wat ik bedoel?
6:23 P: Maar een oeroude geest, zoals u zonet zei, is het resultaat van evolutie door tijdsverloop.
6:35 K: Tijdsverloop, natuurlijk. Evolutie betekent tijd.
6:38 P: Door tijdsverloop. De zoektocht die eeuwen doorging...
6:46 K: Sinds het begin der tijden ontwikkelt de mens.
6:50 P: ...of het mogelijk is dit daarvan vrij van te maken, omdat met tijd ook dit verouderen wordt ingebouwd, ingebouwd in de zin van het oeroude.
7:07 K: Ja, ja. Ik begrijp die vraag.
7:11 P: Dus spreekt u - als u zegt dat het nodig is een oeroude geest te hebben - spreekt u van een brein, die in zich ook heeft ingebouwd...
7:27 K: De eigenschap van zijn eigen slijtage. Natuurlijk.
7:33 P: Waarom is dat noodzakelijk? Het is zo!
7:37 K: Nee, het is zo omdat, kennis door ervaring het begrensd heeft, het heeft geconditioneerd, het bekrompen heeft gemaakt. Goed? Hoe meer kennis we vergaren, hoe meer er een beperking van zichzelf ontstaat.
8:11 P: Nee, u schijnt twee dingen in te sluiten, Krishnaji. Eén is het gevoel van het oeroude, als de last van het verleden, wat het een gevoel geeft van erg oud te zijn.
8:31 K: Het is oud.

P: Omdat het gedurende miljoenen jaren ervaren heeft en al die ervaringen...
8:37 K: Hebben het geconditioneerd, bekrompen gemaakt - begrensd.
8:41 P: Maar het oeroude waarover u spreekt, spreekt u daarover dat het door tijd ervaren heeft?
8:52 K: We zullen daar op ingaan. Voor het ogenblik. Allereerst laten we kijken hoe oeroud het is in de normale zin van dat woord. En hoe het, gedurende zijn miljoenen jaren van ervaringen, zichzelf heeft begrensd. Daardoor is er de eigenschap van zijn verval. En de moderne wereld, het leven in de moderne wereld, met al zijn lawaai, met al de verschrikkelijke schokken, en de kwellingen van oorlog, enzovoort, hebben het nog eenzijdiger, meer in conflict gemaakt. Omdat beperking zijn eigen conflict voortbrengt.
9:58 P: Er is een geest die... het besef van deze miljoenen jaren geeft er een soort massa en gewicht aan.
10:16 K: Ja, ja, zeker.
10:19 P: Dan is er een geest die broos is.
10:22 K: Wat is?

P: Broos, die makkelijk aangetast wordt.
10:29 K: Nee, de geest en het brein, laten we voor het ogenblik... Over welke heeft u het?

P: Ik heb het over het brein.
10:36 K: Brein, gebruik het woord "geest" niet.
10:37 P: Goed, ik zal het woord "brein" gebruiken. Het brein heeft een zeker gewicht, een zekere compactheid, die...
10:49 K: Ja, heeft een vastheid, een zwaarte - zeker.
10:53 P: Heeft een zwaarte. Is dat wat u bedoelt met het oeroude?
10:59 K: Wat?
11:00 P: Is dat wat u bedoelt met het oeroude?
11:02 K: Niet helemaal. Ik wil slechts langzaam er wat op ingaan. Als we toegeven dat het brein is... door zijn eigen evolutie, heeft het zichzelf bepaald, en daardoor heeft het de erin opgesloten eigenschap van zijn eigen afbraak, en of die eigenschap ooit beëindigd kan worden - in de zin van zijn verslechtering - kunnen de breincellen zichzelf vernieuwen ongeacht zijn eigenschap - begrijpt u wat ik zeg? - ongeacht zijn kwellingen, tekortkomingen, problemen, de hele ingewikkelde moderne wereld waarin we leven, of dat brein zichzelf kan hernieuwen op die manier dat het zijn oorspronkelijkheid verkrijgt. Niet originaliteit in de zin van individualiteit, maar oorspronkelijkheid: in zijn oorsprong.
12:24 P: Zou u zeggen dat een baby, de breincellen van de baby zijn in die zin oorspronkelijk?
12:34 K: Nee. Natuurlijk niet. Natuurlijk niet.
12:37 P: Dus wat wordt er bedoeld met een oorspronkelijk... oorspronkelijkheid van de breincellen?
12:51 K: Laten we er wat op ingaan. Wat is - het woord "oorspronkelijk", Wat betekent het? Uniek, speciaal.
13:07 P: Nee, het heeft de kwaliteit van "voor de eerste keer".
13:11 K: Ongerepte eigenschap.

P: Ja.
13:14 K: Dat betekent "Oorpronkelijk". Onaangeroerd, niet verontreinigd door kennis.
13:24 P: Ja.
13:29 K: Kan het - dat is de vraag - kan zo'n brein, dat gedurende een miljoen jaar geconditioneerd is geworden, of twee miljoen jaar, dat bereiken, of zijn conditionering wegwissen en die kwaliteit bereiken van de ongerepte frisheid van het het brein? Ik weet niet, het kan helemaal een verkeerde vraag zijn.
13:56 P: Maar het is... ik denk, wetenschappelijk, zouden ze zeggen dat de breincellen de hele tijd afsterven.
14:08 K: De hele tijd.
14:09 P: Daardoor is het aantal aanwezige breincellen...
14:15 K: En ook vernieuwen ze zichzelf. Blijkbaar sterven bepaalde cellen af en bepaalde cellen worden herboren. Het is niet: voor altijd afsterven, zodat het brein uit elkaar valt, afsterft.
14:29 P: Nee, maar het hele feit bij veroudering is dat de vernieuwing geen gelijke tred houdt...
14:36 K: Ja, dat is het. Ja - dat is het hele punt, nietwaar, echt - is het mogelijk, voor een brein dat geconditioneerd is geworden, en heeft daardoor, zoals u het stelt, de ingebouwde eigenschap van zijn eigen achteruitgang, kan die eigenschap ophouden, eindigen, verdwijnen?
15:07 P: Ja.
15:09 K: Dat is, kan het brein jong blijven, jong in de de zin van fris, levend, een eigenschap hebben van zijn oorspronkelijkheid.
15:20 P: Ja. Hoe zou u...
15:25 K: ...daar vanuit verder gaan. Ik denk dat we in moeten gaan op de vraag, wat is bewustzijn? Goed? Omdat dat deel van ons brein is, van ons hele bestaan, wat ons bewustzijn is. Goed? Wat is bewustzijn? Niet alleeen bewust zijn van dingen, uiterlijk en innerlijk, maar de hele capaciteit van bewustzijn. Want zonder de inhoud is er geen bewustzijn, zoals we het kennen. Dus, kan de inhoud, dat dit bewustzijn vormt, kan die inhoud uit zichzelf eindigen, zodat er een totaal andere bewustzijns grootheid ontstaat? Begrijpt u? Omdat het brein of de geest deze bewustzijns eigenschap heeft. Goed? Dat is bewustzijn! De inhoud is het bewustzijn.
16:57 P: Ja, dat is zo.

K: Dat is zo. De inhoud is: genot, geloof, gejaagdheid, gewaarwording, reacties, vertrouwen, doodsangst, plezier, lijden, gehechtheid, enzovoort, dat geheel is bewustzijn. Goed? En zolang de inhoud, die dit alles is, bestaat, moet het, vanwege zijn tegenstrijdigheid, zijn verwardheid binnen het bewstzijn, moet het zichzelf uitputten. En daarom wordt het brein oud - in de zin van oud, verouderen, afstompen. Het bevat geen frisheid.
17:48 P: Nu, is de bewustzijnsinhoud gelijk aan de breincellen?

K: Ja. Natuurlijk.
18:03 P: Dan, als de inhoud van het bewustzijn, vanwege zijn geaardheid, zichzelf uitput...
18:11 K: ...door conflict. Nee, nee - wees voorzichtig.
18:14 P: Ja, ik begrijp dat. Dat proces dat de breincellen is aan het uitputten...
18:20 K: ...is conflict - de onrust, de schokken, de druk...
18:25 P: Dus het fysieke en het psychologische zijn feitelijk dezelfde aanwezigheid.
18:34 K: Ja. Dat is goed. Fysieke reacties, psychische reacties, beide zijn het reacties.
18:42 P: Omdat het brein fysiek is. De inhoud van het bewustzijn is psychologisch.
18:48 K: Wat ook een fysieke werking is. Natuurlijk.

P: Ja.
18:57 K: Dus, het is zowel psychisch als fysiek, met al de reacties, het veroorzaken van pijngedachten, de angstgedachten, de lustgedachten, de prestatiegerichte gedachten, ambitie enzovoort, enzovooert, en geloof, geloofsovertuiging, is dit allemaal!
19:15 P: Wat onrust veroorzaakt en... Maar de aard van de breincellen is het voortdurend doodgaan.
19:30 K: Ja. Ze gaan door, de traditie zet voort.
19:35 P: Dat wordt ook ingebouwd.

K: Natuurlijk, het is er.
19:38 P: Daarvoor...
19:40 K: En ook zijn eigen bescherming, zijn eigen reactie, chemische reacties - wat men erover hoort - de cellen, met hun tegenbewegingen, ze produceren hun eigen chemicaliën om zichzelf te beschermen.
19:58 P: Maar zo wordt tijd ingebouwd.
20:00 K: Natuurlijk, uiteindelijk is dat het product van tijd.
20:04 P: Tijd zit ingebouwd in de breincellen.
20:06 K: De wezenlijke vraag is nu of dit hele bewustzijn, met zijn inhoud, kan eindigen, in de zin: het totaal eindigen van conflict.
20:22 P: Maar, met het totaal eindigen van conflict, zal tijd eindigen?
20:30 K: Ja. Tenslotte is dat wat de sanyassins, de monniken, de echt bedachtzame mensen hebben onderzocht, of tijd een einde heeft. Goed? Natuurlijk, allemaal hebben ze deze vraag gesteld.
20:50 P: Ja, maar u spreekt nu over tijd als psychologisch proces van conflict.
20:56 K: Conflict, ja.
20:57 P: Niet tijd als voortduring, of uurwerk, of...
21:00 K: Nee, nee, nee. Dus wat is het dat we proberen uit te zoeken, of eerder samen onderzoeken?
21:10 P: Wat is het dat deze eigenschap van geboorte in de geest zal teweegbrengen
21:21 K: Geboorte eigenschap in de zin van... Nee, laten we duidelijk zijn met wat u met "geboorte" bedoelt. Een nieuw, een fris element die er binnen komt.
21:34 P: Voortdurend - ik wil het woord "voortdurend" niet gebruiken.
21:38 K: Nee, dat kan niet.

P: Laat me "voortdurend" weglaten. Maar geboren wordend en met de frisheid van geboorte, en puurheid van geboorte...

K: Nee, wacht even - voorzichtig. Met "geboorte" wat bedoelt u ermee? Een baby is geboren, en zijn brein heeft al de eigenschap van zijn vader, moeder, en ook de traditie, het wordt geleidelijk... dat alles komt tevoorschijn.
22:13 P: Maar "geboorte" heeft ook die eigenschap van het nieuwe. Geboorte is, het was niet, en het is.
22:23 K: Ah, u gebruikt "geboorte" in de zin - laat me er duidelijk over zijn - het oude geboren wordend. De oeroude geest, het oeroude brein, die noch van u of van mij is, het is het universele brein, wordt herboren in een baby.
22:48 P: Het is herboren in een baby.
22:50 K: En de baby, als het volgroeit, wordt het brein het algemene brein.
22:58 P: Maar wat wordt in een geest herboren dat vrij is? Is het het herboren oeroude?
23:08 K: Nee, laten we duidelijk zijn, Pupulji. Allereerst, is het mogelijk vrij te zijn van deze conditionering van het brein, die oorzaak is van zijn eigen verval, en of dat bewustzijn al zijn conflict kan beëindigen. Dan, van daar uit, ontstaat de nieuwe geboorte. Ik weet niet of je begrijpt wat ik bedoel. Zolang mijn brein - sorry, mijn hooikoorts - zolang ons brein, dat is ons bewustzijn, in conflict is, kan er geen nieuw element binnenkomen. Dat is duidelijk. Zou u daar mee eens zijn? Niet verbaal, maar het zien van het feit, dat zolang als ik aan het vechten, vechten, vechten ben, aan het worstelen om iets te worden.
24:18 P: Ik denk dat men dat ziet.
24:20 K: Goed. Als men dat nu ziet, niet slechts verbaal, maar feitelijk het innerlijk ziet, dan komt de vraag op of het mogelijk is het te beëindigen? Beëindigen, wat ik bedoel, lijden beëindigen, vrees beëindigen.
24:41 P: Ziet u, Krishnaji, het gevaar dreigt dat je het kunt beëindigen zonder vernieuwing. Luister alstublieft. Er bestaat een mogelijkheid om al deze dingen te beëindigen en nog altijd verminderen we het.
25:09 K: Nee, we hebben het over twee verschillende dingen bij het woord "beëindigen".
25:20 P: Beëindigen van wat?

K: Het beëindigen van "dat wat is".
25:26 P: "Dat wat is" beëindigen.
25:28 K: Wat mijn bewustzijn is. Al de gedachten die ik gehad heb, al de ingewikkeldheden die ik vergaard heb gedurende de tijd, het beëindigen van dat. Dus moeten we duidelijk zijn wat we met beëindigen bedoelen. Óf je beëindigt het door welbewuste wilshandeling, óf door een weldoordacht denkbeeld, doelstelling, voor een opperst doel.
26:11 P: Ziet u, Krishnaji, wanneer het feitelijke beëindigen plaatsvindt, wat het eindigen is, het echt stil geraken van de geest, dat gebeurt zonder enige aanleiding.
26:33 K: Ja. Soms, soms, laten we langzaam gaan.
26:38 P: Soms gebeurt het zonder aanleiding. Het is niet aan iets toe te schrijven.

K: Wil.
26:46 P: Is het dus dat je jezelf stort in verandering?
26:53 K: Nee, nee. Laten we eerst duidelijk zijn, Pupulji, Wat bedoelen we met "beëindigen"? Creëert het eindigen... zijn tegenovergestelde?
27:08 P: No, omdat...

K: Voorzichtig, laat me... Gewoonlijk bedoelen we dat. Ik beëindig dit, om dat te krijgen.
27:15 P: Nee, ik spreek niet over dat beëindigen.
27:18 K: Ik bedoel met beëindigen de totale waarneming van "dat wat is", totale gewaarwording van mijn bewustzijn, de hele, de complete beleving van dat bewustzijn - wat inzicht is. Dat inzicht heeft geen beweegreden, geen herinnering, het is onmiddelijke waarneming, en de beëindiging ervan is... Er ligt iets achter dat niet door het denken is aangeraakt. Dat is wat ik bedoel met beëindigen.
28:05 P: Is het dat de miljoenen jaren die u het oeroude noemt...
28:12 K: Nee, dat maakt deel uit van het oeroude brein, zeker, natuurlijk.
28:16 P: Nee. Is het dat het geheel van die miljoenen jaren zichzelf ziet?
28:24 K: Ja, dat is het. Dat is het echte probleem. Pupul, laten we het iets eenvoudiger maken, of meer vaststaand. We zeggen, nietwaar, we zien het punt, dat ons bewustzijn door middel van tijd ontwikkeld is geworden? Goed?
28:48 P: Ja, dat is eenvoudig.

K: Een ogenblik. En... elke poging om dat te beëindigen heeft andere reeksen van reacties tot gevolg. Dat is, als ik het verlang te beëindigen, dan schept dat hele verlangen weer een doelwit om bereikt te worden.
29:14 P: Ja.
29:17 K: Bestaat er dus een mogelijkheid van gewaarworden zonder toekomst gerichtheid? Begrijp je wat ik zeg? Het eindigen heeft geen toekomst. Slechts eindiging. Maar als het brein zegt, "Ik kan op die manier niet beëindigen omdat ik een toekomst nodig heb om te overleven". Ik weet niet of ik het overdraag.
29:56 P: Ja, omdat wat er in ontwikkeld is is de toekomst.
30:00 K: Ja, natuurlijk. Bestaat er dus een eindigen, psychische vraag, van conflicten... dat alles te beëindigen - beëindigen! - zonder te bedenken, "Wat zal er gebeuren als ik beëindig?" Ik weet niet of ik iets overdraag. Want, kijk, ik kan iets opgeven als jij me iets anders garandeert. Ik zal het lijden opgeven als jij me zal geranderen dat ik gelukkig zal worden door de beëindiging ervan. Of er ligt een buitengewone beloning op me te wachten. Omdat mijn hele brein is opgebouwd... - met een deel van dat bewustzijn als straf en beloning. Straf is de beëindiging, en de beloning is de winst. Zolang deze twee elementen in het brein aanwezig zijn, de toekomst, de voortzetting van het heden zal doorgaan, aangepast enzovoort. Goed? Dus kunnen deze twee principes, straf en beloning, eindigen? Wanneer het leed eindigt, dan is het brein niet zoekende naar een toekomstig bestaan in het paraijs.
31:45 P: Maar zelfs als het niet naar een toekomst in het paradijs zoekt, tast het leed op zich het brein aan. Het lijden zelf tast het brein aan.
32:00 K: Ja. Maar zie je, Pupulji, het is heel belangrijk te begrijpen dat het brein voortdurend naar veiligheid zoekt, het moet veiligheid hebben. Daarom heeft traditie, herinnering, het verleden een buitengewoon belang. Goed? Het heeft veiligheid nodig. De baby heeft veiligheid nodig. Ons brein heeft veiligheid nodig, veiligheid dat is voeding, kleding en beschutting. Veiligheid is geloof in God, geloof in een ideaal, geloof in een toekomst, betere samenleving, - deze allemaal zijn er toe bijdragende oorzaken die het brein doen zeggen, "Ik moet diepgaande veiligheid hebben anders kan ik niet functioneren". Goed? Dus fysiek is er geen veiligheid, omdat het het gaat sterven, het weet dat het gaat sterven. Psychologisch heeft het geen veiligheid, feitelijk. Ga ik te snel?
33:34 P: Nee, dat is het niet. Met al deze...
33:39 K: Het maakt deel uit van mijn bewustzijn.
33:41 P: ...Ik zeg nog steeds dat er een essentiele behoefte is.
33:50 K: Wat het overleven is.

P: Nee.
33:53 K: Wat is de essentiele behoefte?
33:54 P: De essentiele behoefte is om een brein te hebben... een brein te hebben die de kwaliteit in zich draagt van een nieuwe bestaansmogelijkheid.
34:16 K: Ah, nu - wacht, wacht, wie vraagt er naar? Een ogenblik. Wie wil er feitelijk zo'n brein hebben? Niet de grote meerderheid van de mensen. Nee. Zij zeggen, alsjeblieft, laat de dingen blijven zoals ze zijn.
34:31 P: Nee, maar we spreken niet over de grote meerderheid. Ik ben het met u aan het bespreken, of "X" bespreekt het met u.
34:36 K: Laten we duidelijk zijn.
34:38 P: Dat is het in principe. Ik bedoel, veiligheid... er zijn vele wegen om veiligheid te krijgen. Er zijn veel wegen om veiligheid te krijgen.
34:53 K: Ik vraag me af - nee! - Ik vraag me af of er veiligheid bestaat, in de zin van: wij willen veiligheid.
34:59 P: Dus het brein zal nooit begrijpen...
35:03 K: O ja, dat zal het.
35:05 P: Het brein zal nooit begrijpen omdat ingebouwd in zijn hele...
35:10 K:Nee, daarom zeg ik dat inzicht belangrijk is.
35:18 P: Inzicht in wat?
35:20 K: Ten eerste inzicht in "wat feitelijk is". Beweeg vanaf daar, langzaam, langzaam.
35:26 P: Inzicht van "wat is" houdt in, de creative dingen die het gedaan heeft, de domme dingen die het gedaan heeft, wat het waardevol acht, wat het niet waardevol acht, dus het inzicht in dit alles en de beëindigen van dit alles.
35:49 K: Nee, nee, een ogenblik, voorzichtig, Pupul, laten we langzaam gaan, als je het goed vindt. Waarneming van wat feitelijk gaande is, goed? Beide fysiek, daar buiten, en innerlijk. Wat is er om me heen gaande en, psychologisch, innerlijk, wat er gebeurt. Dat is "wat is".

P: Ja.
36:26 K: Nu, de vraag is: Kan "wat is" worden getransformeerd? Goed? Wat mijn bewustzijn is, wat een deel van het brein is.
36:49 P: Maar, tijdens het leegmaken van dat bewustzijn... een lediging van dat bewustzijn...
37:07 K: Nee, door die vraag te stellen, is dat mogelijk? Begrijp je? Is het mogelijk te verwijderen of weg te wissen van het hele verleden? Het verleden is de tijd. Het geheel van mijn verleden, de hele inhoud van mijn bewustzijn is het verleden. Wat wel de toekomst kan projecteren, maar het heeft nog steeds zijn wortels in het verleden. Goed? Is het nu mogelijk om deze dingen te ledigen? Dit is echt een fantastische vraag, niet alleen maar een ideologische of intellectuele vraag. Is het psychisch mogelijk niet de last van de duizenden vorige dagen te hebben? Het eindigen daarvan is het begin van het nieuwe, ís het nieuwe.
38:16 P: U gebruikte zonet de zin: is het mogelijk niet de last van de duizenden vorige dagen te hebben. Ligt het probleem in de last, of in de duizenden dagen?
38:36 K: De duizenden dagen is de last. Je kan de twee niet scheiden.

P: Nee, nee, nee.
38:45 K: Hoe scheid je de twee?
38:48 P: Omdat de duizenden dagen een feit zijn.
38:52 K: Is een feit. Oh, je bedoelt het in die zin. Maar ik spreek over...

P: De last is wanneer ik een speciale inhoud heb gegeven aan veel van die ervaringen die ik heb gehad, maar de duizenden dagen zijn...
39:21 K: Een ogenblik. Zouden er duizenden dagen zijn als er geen herinnering was aan die duizenden jaren van verdriet, - of wat het ook mag zijn - kan ik het scheiden? - ik kan het volgens de kalender scheiden -
39:39 P: Ja, dat kan. Je kan de duizenden dagen scheiden van de last van de duizenden vorige dagen.
39:48 K: Toon het me hoe. Laten we eerst duidelijk zijn, wat we bedoelen. Wanneer we zeggen duizenden dagen, volgens de encyclopedie, of volgens een boek, of volgens een kalender, ik kan zeggen Egypte was vier duizend...
40:03 P: Nee, maar laten we ons eigen leven nemen.
40:06 K: Ja, ons eigen leven, die veertig is, vijftig of tachtig, negentig, of wat ook, of twintig.
40:15 P: Je kan de duizenden dagen van je eigen leven scheiden van de pijn, verdriet, lasten, dat alles, die de last is van de duizenden vorige dagen. Je kan dus wegsnijden de...

K: Wat?
40:31 P: ...de pijn en het verdriet en de...
40:33 K: Kan je dat?

P: Waarom niet?
40:36 K: Wegsnijden - wat bedoel je met "wegsnijden"?
40:39 P: Het waarnemen. U zei het zonet. "Wat is" waarnemen.
40:44 K: O, ja! Maar het is niet wegsnijden in de zin van - zie je, wegsnijden wijst op twee delen.
40:54 P: Ziet u, dit is waar de moeilijkheid ontstaat. Kan ik het feit van mijn dertig, vijftig, zestig jaren wegsnijden? Nee, dat kan ik niet. Mijn lichaam is 65 jaren oud.

K: Natuurlijk. Ik heb dat nooit gezegd. Ik kan geen zelfmoord plegen. Ik heb 87 jaar geleefd - ben ik 87, ja, of 88, wat ben ik, 87 - ik heb gedurende 87 jaren geleefd, natuurlijk bestaat het, maar ik spreek over de herinnering daarvan. Natuurlijk spreek ik daarover. Ik zeg, duizenden vorige dagen bestaan.
41:36 P: Beide kunnen weggesneden worden. Je kan ze scheiden.
41:41 K: Aha, ik kan ze niet scheiden. Mijn lichaam heeft niet gedurende duizenden dagen bestaan. Ik bedoel duizenden dagen in de zin van...
41:54 P: U spreekt over het oeroude brein van de mens.
42:01 K: Ik kan het niet wegsnijden. Dit hele brein, en al de materiele processen van het organisme maken daarvan deel uit.
42:11 P: Wat doe ik dan met de oeroude geest? Met de oeroude geest, niet... Ziet u, men heeft begrepen wat men heeft te doen met de oppervlakkige vergangen dagen, met de last van de oppervlakkige dagen.
42:32 K: Weet je wat dat betekent? Heb ik echt duizenden dagen uitgewist of beëindigd, met al zijn oppervlakkigheden, bekrompenheid, beperktheid, brutaliteiten, wreedheid, zijn streven enzovoort, - die allemaal zonder diepgang zijn - kan ik dat alles uitwissen, kan dat alles eindigen? Ik kan zeggen, "Ik kan het wegsnijden" - maar wie is het mes, wat is het mes, wat is het ding dat het snijdt? Het maakt er deel van uit.
43:15 P: Nee, maar ik snijd niet één pijn weg.
43:20 K: Ik snijd het hele ding weg.
43:23 P: Als ik aan het discrimineren ben en zeg, "Ik zal dit wegsnijden, en dit niet"...
43:28 K: Nee, dat is te dwaas.
43:29 P: Maar als ik zeg, "Ik ben aan het wegsnijden" Dan ben ik de totale last aan het wegsnijden.
43:38 K: Wacht even, Pupulji, ik begrijp het. Zeg niet - als ik mag - "Ik" ben aan het wegsnijden.
43:43 P: "Ik" ben niet aan het wegsnijden.
43:45 K: Laten we daarover duidelijk zijn.
43:47 P: laten we wegsnijden, de "Ik" verwijderen.
43:50 K: Zie je, ik maak bezwaar - als je het goed vindt - wegsnijden betekent niet... Zie je, wanneer je iets snijdt, ontstaan er twee delen!
44:03 P: Ja, wat ik probeer te bevatten is... ziet u, dit is waar een heleboel verwarring plaatsvindt.
44:13 K: Ik weet het, verbale verwarring vindt plaats - taalkundig.
44:16 P: Je kan de 87 jaren niet wegsnijden, of de 65 jaar, de 66 jaar.
44:22 K: Natuurlijk niet. Je bent geen 87!
44:25 P: Ik ben 66. Maar je kan wegsnijden - snijden - dat woord is verkeerd.
44:33 K: Gebruik dat woord niet.
44:35 P: U gebruikte het woord: het zien van "wat is".
44:39 K: Het beëindigen van "wat is", dat is totaal anders.
44:43 P: Waarom wilt u een onderscheid maken tussen het beëindigen van "wat is" en het wegsnijden?
44:49 K: Beëindigen, voor mij, betekent dat er geen voortduring is van iets dat is geweest.
44:57 P: Wat ligt er in het wegsijden?
44:59 K: Wegsnijden houdt in - weet je, wanneer ik een stuk hout snijd ontstaan er twee delen van hetzelfde ding!
45:12 P: Ik denk dat het een taalkundige betekenis is.
45:15 K: Taalkundig. Maar ik vraag, is het allereerst mogelijk om compleet de hele inhoud van mijn bewustzijn te beëindgen, van het menselijk bewustzijn dat gedurende duizenden jaren gegroeid is. En die inhoud is al deze verwarring, grofheid, schofterigheid, en kleinzieligheid, en alledaagsheid van een dom leven.
45:50 P: Maar het is ook de goedheid.
45:52 K: O ja, dat alles houdt het in. Nu wacht even, ik moet heel... Goedheid is totaal iets anders. Goedheid heeft geen tegenstelling. Goedheid komt niet voort uit iets dat niet goed is. Het beëindiging van dat wat niet goed is is goedheid. Dat is iets anders. Is het mogelijk om al dit conflict te beëindigen? Als er geen einde aan conflict komt - conflict kan aangepast worden...
46:45 P: Nee. Er is een eindiging aan conflict.
46:53 K: Waarom zeg je dat?
46:56 P: Er bestaat een eindiging aan conflict.
46:58 K: Bestaat het? Óf een vergeetachtigheid van dat wat conflict heeft veroorzaakt, óf echte beëindiging, zodat...
47:10 P: Bedoelt u te zeggen, het echte feit van beëindiging van conflict is het ontstaan van het nieuwe?
47:22 K: Ja. Je begrijpt de gevolgen van conflict, de diepte ervan, niet het oppervlakkige dat ik niet langer Brits ben, of Frans, of ik behoor niet langer tot dit land, of dat land, of die religie, of dat ras. Dat zijn allemaal oppervlakkige dingen. Ik spreek over de diepe ingesloten...
47:46 P: U spreekt over conflict als afzondering van een ander, het gevoel van afscheiding.
47:52 K: Afscheiding. Dat is het echte geval. Isolering. Wat onvermijdbaar conflict voortbrengt. Is dat mogelijk? Wat houdt het ín? Het brein is totaal... er is geen conflict. Wacht even. De problemen kunnen opkomen - begrijp je? - maar die problemen worden aangepakt, direct beëindigd. Probleem betekent conflict.
48:45 P: Waarom zouden problemen opkomen?
48:48 K: Het woord, het gewoonlijk gebruik volgens het woordenoek, een probleem is iets dat je toegeworpen wordt, wat een uitdaging is. Een probleem betekent dat. Iets wat je het hoofd moet bieden. Wij lossen het probleem intellectueel op, of fysiek, enzovoort, enzovoort, wat meer problemen veroorzaakt. Net als de politici, dat is wat ze doen. Je onderdrukt, en het resultaat daarvan zijn andere elementen die je een andere reeks problemen brengen. Je houdt dit probleem de hele tijd gaande. Ik zeg er is geen probleem. Fysiek of psychologisch is er geen probleem, als ik niet op Brockwood gedurende enkele maanden kan wonen, ook goed, dan woon ik niet op Brockwood, als niemand me te eten geeft, ook goed, - begrijp je? Er is geen probleem. Als iets nieuws opdoemt, en echter mijn brein niet in staat is het op te lossen waardoor het een probleem wordt...
50:31 P: U bedoelt te zeggen...
50:33 K: Dat is het hele punt.
50:36 P: ...want de geboorte van het nieuwe...
50:38 K: Dat is het, je bent het aan het begrijpen. Moet wel. En daardoor is het ontstaan van het nieuwe het meest oeroude. Begrijp je?
50:53 P: Kunnen we daar iets meer op ingaan? Zou u daar iets meer over willen zeggen?
51:01 K: Uiteindelijk is dat de fundering waaronder geen andere fundering ligt. Dat is de oorsprong waarachter zch geen andere oorsprong bevindt. Zie je, Pupulji, dit echt een probleem - niet een probleem - dit is werkelijk een vraag of dat het brein altijd vrij kan zijn van zijn eigen afhankelijkheid. Uiteindelijk, iets beëindigen is geen totale vrijdom, nietwaar? Ik kan, zeg bijvoorbeeld, mijn gekwetstheid beëindigen - als ik die heb - ik kan het heel eenvoudig beëindigen. Maar de denkbeelden die ik over mezelf gevormd heb, die denkbeelden raken gekwetst, en het probleem is de maker van die denkbeelden. Goed? Het leidt dus steeds meer tot iets anders, wat inhoudt: een leven te leiden zonder een enkel denkbeeld. En waardoor er geen pijn is, geen angst, en als er geen angst is is er geen betekenis van veiligheid, God, troost en al die andere dingen. Zou je kunnen zeggen: het meest oeroude, waarvan een heel enkele kan... - nee, ik zou zelfs dat niet zeggen - wat de oorsprong van al het leven is moet het aloude zijn van het oeroude, voorbij alle gedachten over oud en nieuw. Dat is de oorsprong van al het leven. Wanneer de geest - die ook het brein inhoudt - wanneer die geest het grondpunt bereikt van dat wat totaal oorspronkelijk is, nieuw, onverontreingd - is dat mogelijk? Meditatie is één van de middelen geweest om dat te bereiken. Het stil maken van de geest is één van de manieren geweest, waarvan men hoopt, dat zal helpen, het binnentreden waar te maken. Wij allemaal doen inspanningen er binnen te treden. Dat is wat ik zeg. Het vereist geen inspanning. Het eigenlijke woord "inspanning" betekent conflict. Zie je, dat wat geen conflict heeft kan niet benaderd worden vanuit conflict. Natuurlijk niet.
55:11 P: Zogezegd, betekent het feitelijk, dat er helemaal geen gedeeltelijke benadering is in uw onderricht?
55:22 K: Onmogelijk. Hoe kan die er zijn? Als ik het benader vanuit diverse delen, wat de Hindoes hebben gezegd - Karma Yoga en al de rest ervan - het is slechts gedeeltelijk. Je kan het niet benaderen! Dat is het echte probleem.
55:49 P: Wat doet u? U bent een gewoon mens.
55:52 K: Nee, je kan niets doen. Allereerst, je kan niets doen. Je kan alleen fysiek bezig zijn. Psychologisch kan je niets doen.
56:05 P: Wat bedoelt u met fysiek bezig zijn?
56:08 K: Een tuin aanleggen, huizen bouwen, techniek, bla, bla, bla.

P: Maar het fysieke is gaande. Fysiek is het gaande.

K: Het is gaande.
56:18 P: Wat moet men doen?
56:20 K: Als er geen psychische angsten zijn zullen er geen verdeelde landen zijn, enzovoort, enzovoort. - er zal geen verdeeldheid zijn. Begrijp je?
56:32 P: Ja, maar het feit is dat er psychologische angst is.
56:35 K: Dat is het juist. Daardoor kan je er nooit komen, een brein dat in psychologische vereenzaming heeft geleefd, wat conflict betekent, kan mogelijk nooit tot die grond komen. Die grond wat de oorsprong is van al het leven. Blijkbaar niet. Hoe kan mijn kleinzielige geest, zorgelijk om mijn beestachtige kleine zelf, daartoe komen?
57:05 P: Dat wordt armzaliger. Dan wordt het hele leven armzaliger, als je alles doet na niet de eerste stap te hebben genomen. Waar bevind je je dan?
57:20 K: Wat is de eerste stap? Wacht even, ga daarop in, wat is de eerste stap?
57:24 P: Ik zou zeggen de eerste stap is zien wat er ook is.
57:32 K: Zien "wat is". Wacht, wacht, wacht. Hoe zie je het, hoe benader je het? Daar is het geheel van "wat is" afhankelijk, of je ziet een deel van "wat is". Als je het geheel ziet van "wat is" - afgelopen.
58:00 P: Ziet u, het werkt zo niet.
58:04 K: Natuurlijk niet. Omdat onze geest, onze gedachten verbrokkeld zijn, Daardoor benader ik het leven, of "wat feitelijk is" met mijn verbrokkelde geest, verbrokkelde brein die opgebroken is...
58:16 P: En weer zal ik zeggen, met de tijd, vermindert de verbrokkeling. Val me niet aan. Maar het is zo.
58:28 K: Ik weet wat je gaat zeggen. Het is eenvoudig.
58:30 P: Met de tijd vermindert de verbrokkeling. En het is mogelijk naar u te luisteren, om de geest stil te zijn, geen enkele beweging te maken, geen enkele inspanning te doen, maar dat is nog niet de eerste stap!
58:51 K: Nee. Wanneer je zegt, je gebruikte de woorden, de eerste stap om waar te nemen, of te beseffen van "wat is". Goed? Dat is wat je zei. Als ik het gedeeltelijk besef, dan weet je, leidt dat naar meer complicaties. Goed? Gedeeltelijk besef brengt gedeeltelijke problemen voort. Goed? Nu, is het mogelijk de hele samenstelling van "wat is" te zien? Het geheel te zien en niet het brokstukje. Dat betekent - een ogenblik - dat betekent dat ik moet zien of ik een verspinterd leven leid, een versplinterd leven. Dat is waar ik zou beginnen. Omdat als ik het leven benader, wat mijn bewustzijn is, wat de manier van denken is, gevoel, handelingen en dat alles, als ik het gedeeltelijk benader, dan ben ik verloren. Dat is wat er in de wereld gebeurt. Men is totaal verloren. Die mensen die ons regeren, die mensen die ons vertellen wat goed is of slecht, dat alles. Is het mogelijk naar het leven als een geheel te kijken zonder vebrokkeling? Pupul, dat is de...
1:00:58 P: Waarom ziet de oeroude geest dit niet?
1:01:06 K: Dat kan het niet, wil het niet. Hoe kan totale, volledige orde...
1:01:13 P: Maar u zei dat het oeroude..
1:01:17 K: Een ogenblik, dat is het oeroude, de originele grond is het meest oeroude.
1:01:23 P: Nee, dat is er.

K: Nee, nee.
1:01:28 P: Wat bedoelt u, nee?

K: Tenzij... Het is er als een idee, dat is wat alle mensen hebben in stand gehouden, "God bestaat". Dat is slechts een idee, een concept, een voorstelling van ons eigen verlangen om welbehaaglijk, gelukkig te zijn, om - alles van dat. Kan ik een leven leiden, kan een mens een leven leiden waarin er geen gedeeltelijke handeling is? Als iemand zegt, "Waar moet ik beginnen?" Zou ik zeggen, "Begin daar". Ontdek voor jezelf of je een versplinterd leven leidt. Je weet wat een versplinterd leven is: iets zeggen en iets anders doen, de hele verbrokkelde manier van leven, wat vereenzaming is, en daarvoor heb ik geen relatie met mijn vrouw, of met de rest van de mensheid. Dus begin daar. Je weet wat dat betekent? Wat voor een enorm onderzoek je moet doen om het uit te vinden?
1:03:40 P: Wat is onderzoek?
1:03:42 K: Observatie. Heel helder onderzoeken zonder enig vooroordeel, zonder enige richting, zonder enig motief, hoe mijn leven is verbrokkeld. Slechts het observeren. Niet zeggen, "Ik ben versplinterd, daarvoor moet ik heel worden". Het idee om heel te worden is een ander brokstuk. Dus, de gevolgen door het observeren hoe verbrokkeling in zjn werk gaat. Wat betekent dat het denken zelf een brokstuk is. Goed? En dat is de oorzaak van gespletendheid. Ik ben iets anders dan jij aan het worden.
1:04:58 P: Dus de geboorte van het nieuwe...
1:05:01 K: ...is onmogelijk tenzij je dit doet. Vanzelfsprekend. We kunnen beter ophouden.