Krishnamurti Subtitles home


BR83DSS2.0 - HAVE SUBS NEED TRANSL
HAVE SUBS NEED TRANSL



0:27 K: Waar zullen we het over hebben?
0:32 S: Ik denk dat we het bij de laatste gesprekken hebben gehad over de kwestie van intelligentie we zijn er een beetje mee bezig geweest en hoe intelligentie in ons leven te brengen zodat het op de een of andere manier in ons leven werkt. En ik vraag me af of we daarmee door konden gaan.
0:55 K: Goed. Andere vragen?
0:58 S: Wanneer en waarom zal een mens echt vragen wat intelligentie is? In verband met zijn vraag.
1:06 K: Waarom vragen we
1:08 S: En wanneer.

K: Wanneer vragen we
1:10 wat intelligentie is?
1:12 S: Werkelijk vragen.

K: Ja. Nog andere vragen?
1:17 S: Ik vraag me af, waar de ochtend bijeenkomst voor is?
1:26 K: Mijn hemel! Nog andere vragen?
1:35 S: Waarom houdt u deze toespraken?
1:41 K: Waarom houdt u toespraken?

S: Ja.
1:45 K: Wil je dat ik mijn mond houd?
1:53 S: Nee. Wat is de bedoeling als die er is, van het houden van die toespraken?
2:02 K: Waarom ik spreek? Ik zou - Nee, ik moet geen Is dat alles?
2:20 S: Hoe weet u dat allemaal waarover u spreekt?
2:30 S: Hoe weet je wanneer je intelligent begint te worden?
2:34 K: Ja - hoe weet u dat alles waarover u spreekt. Niet uit boeken niet van anderen. De oude - of de moderne boeken, moderne filosofie en dergelijke. Ik zal dat straks wat uitleggen als we verder gaan. Goed? Nog andere vragen?
3:12 S: Hoe weet je, wanneer je begint intelligentie te krijgen, begint intelligent te worden?
3:19 K: Hoe weet je wat intelligentie is?
3:23 S: Nee, in je zelf, als je meer intelligent begint te worden.
3:30 S: Hoe kan je zeggen dat je intelligent wordt?
3:34 K: Dat ontdekken we zo meteen. We reden onlangs bijna twee weken geleden, langs de kust van de Stille Oceaan in California. Het was een mooie ochtend. Het had geregend. In het algemeen regent het niet in California in die tijd van het jaar en het was werkelijk een mooie ochtend. Er was geen wolkje aan de hemel. En de Stille Oceaan was, lichtblauw en zo kalm als een groot meer. Niet het zelfde donkerblauw van de Middellandse Zee maar het was lichtblauw, en de zon scheen op zee en maakte er een grote lichte plek. Voor onze auto - mevr. Zimbalist reed - en het was een goede auto, en op de bumper zat een sticker. Op de sticker stond, "Trek gezag in twijfel." Vanmorgen gaan we gaan we dus gezag in twijfel trekken. Door gezag in twijfel te trekken beginnen we zelf te ontdekken door het heel ingewikkelde probleem van gezag te begrijpen beginnen we zelf te ontdekken, wat intelligentie is. Waarom we volgen, we aanvaarden en gehoorzamen en of gezag en het aanvaarden van gezag tot intelligentie leidt. We gaan het daar samen over hebben.Akkoord? Goed. Trek je gezag in twijfel? Je weet wat dat woord betekent? We gaan niet in op de eigenlijke betekenis van dat woord de etymologische betekenis, maar gewoon - gezag. Er zijn allerlei soorten gezag. Nietwaar? Het gezag van de regering, hoe beroerd die regering ook is het gezag van totalitaire regeringen het gezag van een politieagent het gezag van een advokaat, van een rechter het gezag van de Paus en van een priester. Akkoord? Dat is allemaal buiten onszelf, buiten ons lichaam. Maar binnen in onszelf, onder de huid is er het gezag van de ervaring van wat wijzelf hebben meegemaakt, van onze eigen overtuigingen. Akkoord? Begrijp je dit? Het gezag van de eigen opvattingen gezag van de eigen overtuigingen "Ik ben ervan overtuigd dat ik een belangrijk man ben" - Dat wordt voor mij het gezag. "Ik ben overtuigd dat ik een goed dichter ben" hoewel ik misschien een beroerde dichter ben, maar ik heb die overtuiging. Ik ben van zoveel dingen overtuigd. Dus ervaring, kennis wordt een van de bronnen van gezag. Nietwaar? Begrijp je? We onderzoeken immers een heel ingewikkeld probleem dat van gezag. Het gezag van je ouders het gezag van traditie het gezag van de meerderheid van de stemmers. Goed? Het gezag van de specialist van de wetenschapper - er zijn er een aantal van hen hier het gezag van de bijbel en de Indische zogenaamd Heilige Boeken (onverstaanbaar) en dergelijke -de koran; je weet wat de koran is de bijbel van de Islam, de islamitische wereld de mohammedaanse wereld men aanvaardt die volledig en gehoorzaamt eraan. Er zijn dus vele, vele soorten van gezag. Goed? Wat trek je in twijfel als je gezag in twijfel trekt? Het gezag van regels het gezag van je opvoeders, die je iets vertellen, iets uitleggen? Alsjeblieft, laten we er samen over praten door dit nauwkeurig stap voor stap na te gaan.. - ik ga steeds dieper op de zaak in - begin je je eigen intelligentie wakker te maken. Begrijp je? Je eigen inzicht hoe dingen intelligent te zien, zonder gezag. Is dat duidelijk, heb ik het goed duidelijk gemaakt? Is het je duidelijk?

S: Ja.
10:41 K: goed. Ben je er echt zeker van? Het gezag buiten ons wetten, regeringen, de meerderheid die een Eerste Minister kiest het gezag van de agent, van een advokaat het gezag van een chirurg van de geleerden die de atoombom maken het gezag van totalitaire staten en dergelijke, allemaal buiten onszelf. Binnen in mezelf zeg ik "Ik weet" dat wordt voor mij het gezag. Of "Ik ben ervan overtuigd, ik ben absoluut zeker dat mijn mening juist is." "Ik weet heel zeker dat mijn ervaring me vertelt wat ik doen moet." Dat wordt voor mij het gezag. Of ik heb een bepaalde discipline beoefend en die is voor mij het gezag geworden. Begrijp je? Dus, gaan we dat allemaal in twijfel trekken. Dat buiten onszelf en in onszelf dat om ons heen en het psychologische gebied. Duidelljk? Nu, laten we verdergaan. We gaan het dus ter discussie stellen en zeggen niet dat het juist of verkeerd is maar onderzoeken, nagaan, betwijfelen, ons afvragen. Laten we beginnen. Het gezag van de politieagent. Goed? Twijfel je daaraan?
13:05 S: Is dat niet nodig?

K: Maar ga het eerst na! Aanvaard het niet zonder meer, zeg niet: "Het is nodig!" Zie je, je hebt gezag al aanvaard.
13:20 S: Ja, maar je kunt er niet veel aan doen.
13:24 K: Je kunt er niets aan doen.
13:26 S: We willen dat soort gezag niet, maar we kunnen niet
13:30 K: Wil je dat soort gezag niet? Stel ik heb in Frankrijk auto gereden, aan de rechterkant van de weg en ik kom hier. Ik ben gewend auto te rijden aan de rechterkant van de weg in Frankrijk, in Oostenrijk en zulke landen en ik kom hier en blijf aan die kant rijden. Dan zouden er ongelukken gebeuren, nietwaar? Ik moet dus De politieagent zegt: "Stop, ga naar de linkerkant!". Maar als ik toch rechts wil blijven rijden, geeft hij mij een proces-verbaal. Ik aanvaard dus het gezag van de politieagent, die zegt "U rijdt aan de verkeerde kant wilt u alstublieft naar de linkerkant van de weg gaan" want dat is de gewoonte, de wet hier in dit land. Nietwaar?
14:39 S: Dat klinkt heel redelijk.

K: Dat klinkt heel redelijk- het is zo! Nu, het gezag van regeringen. Dat is veel ingewikkelder. Het regeringsgezag zegt: "Jij moet soldaat worden." In Europa moet je twee jaar soldaat worden vrouwen gelukkig niet. In Zwitserland, in Frankrijk, in alle Europese landen moet je twee jaar soldaat zijn. Aanvaard je dat gezag?
15:37 S: Als je het niet doet, is er iets

K: Nee, denk er over
15:41 bekijk het heel zorgvuldig. Men zegt: "We moeten ons land beschermen". Akkoord? "In geval van oorlog zijn we bereid met de vijand te vechten." Heb je ooit gehoord dat een generaal eens heeft gezegd "We zijn de vijand tegengekomen, dat zijn wijzelf." Heb je die uitspraak gehoord? Heb je die uitspraak begrepen? Wij zijn de vijand tegengekomen -dat zijn wij. We zijn onze eigen vijand. Neem me niet kwalijk! Ontdek het. De regering zegt - alle regeringen ook de allerslechtste regering zegt "Je moet voor je land vechten." Dat is een enorm groot gezag. Nietwaar? Hoe reageer je daarop?
17:07 S: Als ik in die situatie was, bijvoorbeeld als burger van Zwitserland en ik werd gevraagd het leger in te gaan, dan zou ik dat niet doen
17:17 K: Dan ga je in de gevangenis.

S: Nee, ik zou naar een ander land gaan.
17:21 K: Ze zouden je niet laten gaan!

S: Er zijn altijd manieren.
17:26 K: O ja. Maar je kunt nooit meer naar je eigen land terug.
17:30 S: Ja
17:31 K: Ik ken verschillende mensen, die dat gedaan hebben.
17:35 Maar ze kunnen nooit meer naar hun eigen land terug. Is dat het antwoord? Vraag je af, onderzoek, wat je zegt.
17:51 S: Misschien is het in zeker mate zo.
17:54 K: Ik heb gezegd: "Vraag het je af". Vraag je af, wat je zou doen als de regering zegt: "Je moet in dienst" je wordt ingelijfd zoals het woord in Amerika wordt gebruikt - ingelijfd hier is het in dienst gaan, en je wordt gevraagd in het leger te gaan. Dat is het hoogste gezag. Twijfel je aan dat gezag?
18:34 S: Bij eraan twijfelen, bedoelt u waar dat gezag vandaan komt?
18:37 K: Nee, de regering zegt: "Je moet".
18:41 S: Goed, maar wat bedoeltu precies met "betwijfelen"?
18:44 K: Ik bedoel bij onderzoeken we zijn gezag in twijfel aan het trekken - begrijp je?
18:51 S: Het is niet duidelijk, ik begrijp het niet.
18:54 K: Ik heb het uitgelegd, mijnheer, niet? Ik heb je verteld over de sticker in California die zei: "Trek gezag in twijfel". Dat betekent: aanvaard je gezag? In welk opzicht aanvaard je gezag in welk opzicht sla je gezag in de wind? Nu, de regering zegt tegen jou, als jonge man of als je 18, 19 of 20 bent "Je moet twee jaar soldaat worden." En ze geven je nog wel alternatieven, die nogal vervelend zijn of er is oorlog en moet iedereen -volwassen jongens en jonge mannen - in dienst. Dat is het regeringsgezag. Trek je dat gezag in twijfel?
19:58 S: Ja, maar wat kun je er tegen doen?
20:00 K: Dat zul je ontdekken. We gaan het ontdekken. Maar vraag je eerst af, wat je gaat doen als een regering je vraagt soldaat te worden? Het is een erg ingewikkeld probleem, ik weet niet of je het helemaal kunt vatten. Ze zeggen: "Je moet ons land beschermen", nietwaar? Dan is dus de vraag: "Wat is ons land?"
20:40 S: Alles om ons heen, onze taal
20:42 K: Wat betekent dat?

S: Dat wat ons vertrouwd is.
20:46 K: Stel bijvoorbeeld, dat Engeland tegen je zegt de Britse regering tegen je zegt "We worden door iemand aangevallen en je moet gaan oefenen een geweer en nog andre dingen dragen, en vechten." Hoe reageer je daarop? Arme zielen!
21:21 S: We willen waarschijnlijk niet.

K: Waarschijnlijk willen jullie niet. In Rusland of in andere landen schieten ze je dan dood. Of zeggen ze: "Als je niet wilt, wat heb je daar voor redenen voor?"
21:40 S: Je wilt een ander mens niet doden. Je wilt een ander mens niet doden.
21:45 K: Is dat je overtuiging?
21:49 S: Nee, ik denk

K: Pas op, ik stel een vraag. Hij zegt:"Je wilt een ander mens niet doden". Is dat je overtuiging, je geloofsovertuiging? Hebben je ouders ook die geloofsovertuiging? Al dat soort vragen worden je gesteld, beste jongen! Ik bedenk ze niet.
22:12 S: Wat heeft het voor zin iemand te doden?
22:18 K: Wat voor zin heeft het mensen te doden? Dat hebben ze al vijfduizend jaar en langer gedaan. De Grieken hebben het gedaan, de Egyptenaren de Soemeriërs, de Babyloniërs, enzovoort, enzovoort. Grote rijken zijn zo ontstaan door het doden van mensen. Het Britse imperium, dat 150 jaar geduurd heeft niet zo lang als het Perzische imperium of de Griekse, de Egyptische beschaving duurde 3000 jaar, zonder onderbreking. Mensen hebben elkaar dus de laatste 5000 jaar of langer gedood. Wat zeg je dan?
23:27 S: Misschien wordt je gewoonweg soldaat. Misschien word je soldaat maar niet met de houding het voor je land te doen Als je protesteert, dan wordt juist het feit dat je protesteert in zekere zin je geloof.
23:49 K: Goed, je wordt soldaat en je bent bereid te doden?
23:55 S: Nee.

K: Hij heeft dat gezegd. Hij heeft gezegd: "Je zou soldaat kunnen worden." Dat betekent dat je bereid bent voor je land te doden. Nietwaar? Dus Wacht, kalm aan! Wat is je land? Wat bedoel je met "je land"? We stellen alles ter discussie, begrijp je? Wat bedoel je met "je land"?
24:24 S: Het is de Amerikaanse manier, zo wordt het gedaan.
24:27 S: Ik bedoel je gaat het leger niet in uit vaderlandsliefde als je het niet doet, ga je misschien de gevangenis in.
24:37 K: Ik weet het. Je gaat er niet uit vaderlandsliefde in niet om persoonlijke redenen maar je gaat mensen doden!
24:48 S: Je probeert van niet. Je doodt niemand, je draagt gewoon een wapen.
24:57 K: Dan doden ze jou! Ook goed. Ik ken iemand die soldaat werd, hij werd gedwongen en zijn officier zei: "We gaan naar het front" die soldaat, die vriend van mij zei "Goed, maar als ik aan het front kom, jij bent de officier en jou ik ga eerst doden omdat jij me tot deze situatie hebt gedwongen." Ze zeiden: "Die man is gek!" En er kwamen psychologen en psychiaters, om hem te onderzoeken maar hij bleef het zeggen toen zeiden ze: "Ga naar huis". Maar haal dat soort trucs niet uit! Begrijp je wat we ter discussie stellen? -Je stelt het jezelf niet ter discussie! Men roept me op, de regering, de Indiase regering gelukkig kunnen ze dat niet, ik ben er te oud voor en ze ondervragen me als Indiër, en ze zeggen: "Je moet soldaat worden en je moet je land gaan beschermen." Ik trek dat in twijfel en zeg: "Wat is mijn land wat bedoelt u met mijn land?" Duidelijk? Vraag het je het af! Wie zegt dat het mijn land is?
26:34 S: Ja, maar ze luisteren daar niet naar!
26:38 K: Ik vraag het mezelf, laat de regering er verder buiten.
26:41 S: Wat bedoelt u met je land?
26:43 K: Dat is mijn vraag.
26:46 S: Het land waar je geboren bent, wordt verondersteld je land te zijn.
26:49 K: Wat? Waar je geboren bent?
26:51 S: Ja, dat wordt verondersteld je land te zijn.
26:53 K: Dat wordt verondersteld je land te zijn. Waarom zeg ik: "Dit is mijn land?"
26:58 S: Omdat ik er leef en
27:00 K: Ja, en dan zeg jij dat het jouw land is. En ik zeg: "Het is mijn land." Nietwaar? Waarom zeggen we dat? Waarom zeggen volwassen mensen dat? En de jonge mensen zeggen het en zo is de traditie van duizenden jaren geweest "Het is mijn land, ik ga het beschermen het is jouw land, jij gaat het beschermen laten we elkaar doden!"
27:27 S: Omdat ze het willen bezitten en als dat bezit door een ander land wordt bedreigd en je voelt je eigenaar van dat land dan ga je proberen te vechten om het eigendom van je land.
27:40 K: Dat weet ik. Je bent dus bereid voor je land te doden.
27:42 S: Nee.
27:46 S: Als een ander land, bijvoorbeeld Rusland als we er oorlog mee hadden en zij zouden ons land bezetten
27:57 K: Mag ik je vragen hoe je heet?

S: Tessa.
28:01 K: Sasha?

S: Tessa.
28:11 K: Ah, Tessa! Je volgt dit niet stap voor stap. Wat is "mijn land"? Waarom is de aarde de aarde is verdeeld in mijn land, jouw land - waarom?
28:39 S: Maar zo is het steeds - "mijn" boek en niet "jouw" boek.
28:45 K: Ga verder, stel dat allemaal ter discussie, mijnheer, ga niet Waarom hebben de mensen duizenden jaren lang gezegd "Dit is mijn land, en dat is jouw land"?
29:00 S: Goed, jij hebt

K: Waarom? Waarom?
29:02 S: Goed, jij hebt een donkere huid, ik heb een lichte huid jij spreekt die taal en ik deze taal er is een groep mensen om me heen die dezelfde taal spreken en een groep mensen om jou heen die jouw taal spreken en er net zo uitzien als jij. Dat is jouw land en ik ben in mijn land.
29:20 K: Waarom hebben we dat gedaan?

S: Wel, omdat jij er anders uitziet dan ik .
29:23 K: Nee Goed

S: En de taal
29:25 K: Nee. Zijn we verschillend?
29:28 S: Nee, het is alleen de huid

K: Geef er antwoord op. Ik ben zwart

S: Aan de buitenkant, ja.
29:35 K: en jij roze of blauw. Neem me niet kwalijk, zo bedoel ik het niet! Ik ben zwart en jij roze of wit, of wat dan ook. Bevechten we elkaar daarom?
29:56 S: Ja, en jij gelooft daarin

K: Nee, nee kalm aan, mijnheer. Dood jij mij en ik jou alleen omdat ik zwart ben en jij lichtgekleurd, bijna wit - waarom?
30:11 S: Omdat

K: Nee, onderzoek het, mijnheer. Geef geen antwoord, onderzoek het eerst.
30:20 S: Ik denk het niet omdat als ik denk dat het mijn boek is en het is een erg kostbaar boek en mijn vriend zegt - "Het is mijn boek" - dan vermoord ik hem voor mijn boek.
30:36 K: Ja. Dus
30:38 S: Ik denk niet omdat hij zwart is en ik wit.
30:42 K: Precies. Dus, wat zeg je dan? Ga door. Waarom doen we dat?

S: Omdat mensen
30:51 K: Onderzoek het. Ik vraag jou en jij geeft wel antwoord, maar je onderzoekt het niet zelf.
31:06 S: Is het niet een natuurlijke reactie iets te willen hebben?
31:10 K: Ja, dat is een natuurlijke reactie. Waarmee begint dat, wanneer begint dat? Voorzichtig! Ga het na aanvaard niets als iets natuurlijks en zeg niet "Zo is het nu eenmaal" en blijf er dan bij. Vraag je af, waarom het natuurlijk is.

S: Ik denk niet dat een baby
31:28 K: Precies, begin maar met een baby.
31:35 Dat is prima, begin maar met een kleine baby. Je geeft het een stuk speelgoed en hij houdt het vast. Goed? Een andere baby zegt en trekt het weg. Nietwaar? Heb je dat nooit gezien? Daar begint het dus. Van mij en van jou en dat intensiveren we.
31:58 S: Je voelt er veilig door en je voelt je bedreigd, als anderen het willen hebben en dus ga je

K: Dat is zo. Ik zeg dus, dat we het geleidelijk intensiveren als we ouder worden. Dat is van mij en dat is van jou. En ik hou vast aan het mijne en jij aan het jouwe. Wat betekent dat dus allemaal? Vraag het je af! Ik zeg, "Het is mijn land" en jij zegt dat het jouw land is. Vraag je af, waarom men dat zegt.
32:43 S: Misschien door herhaling en opvoeding. Ziet u, men heeft
32:47 K: Natuurlijk, door opvoeding door de geschiedenis, door propaganda door van alles en nog wat raak je zo geconditioneerd dat je zegt, dat het mijn land en jouw land is.
32:59 S: Maar misschien
33:02 K: Vraag het je af. Vraag het je eerst zelf af.
33:07 S: Is het geen kwestie van veiligheid?

K: Veiligheid. Begrijp je wat Mr Smith zei "Het is een kwestie van veiligheid." Ik voel me veilig bij mijn familie - nietwaar? mijn vader, mijn broer, mijn zuster, mijn tantes ik voel dat ze mij zullen beschermen, ze horen bij mij - akkoord? - de familie. Breid het dan uit: de gemeenschap en dan nog verder - de natie. Ik vereenzelvig me allereerst met de familie dan met de gemeenschap, met de maatschappij dan met de natie: "Ik ben Brit". Akkoord? Dat betekent dat ik me veilig voel. Akkoord? Zijn we het daarmee eens? Echt? Ik voel me veilig als ik zeg: "Ik ben Brit." De Fransman zegt: "Ik ben Fransman". Hij voelt zich helemaal veilig de taal, de gewoontes, de tradities de intellectuele benadering en zo voort Frans en Engels, en de Duitser zegt ook hetzelfde. Goed? Ze willen allemaal veiligheid, allemaal. Mee eens? Je bent aan het onderzoeken, ze willen allemaal veiligheid.
34:56 S: Ze zijn bereid daarvoor te doden.
34:59 K: Dat is het. Iedereen zegt, "Dat is mijn veiligheid en dat is jouw veiligheid, dus gaan we er om vechten". Wat betekent dat?
35:12 S: Dan wordt je leven bedreigd en
35:14 K: Ja. Dus is er geen veiligheid. Goed? Kijk er eerst goed naar!
35:22 S: Je veiligheid was uitsluitend psychologische veiligheid.
35:26 K: Zo is het. Zo is het.
35:27 S: Die niets te maken heeft met de werkelijkheid.
35:30 K: Dat is juist. Heb je niet iets geleerd ben je niet intelligent geworden? Goed, je ontdekt iets. Namelijk: ik zoek veiligheid in de natie en jij zoekt veiligheid in jouw natie en we gaan elkaar bevechten om veilig te zijn! En de regeringen buiten ons uit, men exploiteert ons daarmee. Er is dus geen veiligheid zolang er nationaliteiten zijn.
36:16 S: Wat kunnen we er aan doen?

K: Lieverdje, wacht even!
36:24 S: Maar we blijven volhouden dat er veiligheid in de natie is.
36:27 K: Nee, zie eerst dat door onderzoek we zover zijn gekomen dat als we veiligheid zoeken binnen de familie in de gemeenschap en dergelijke, in de natie en jij zoekt ook op jouw manier de natie en ruziën ze met elkaar, bevechten ze elkaar en doden elkaar dan is er voor ons allebei geen veiligheid. Akkoord? Dus nationaliteiten bieden geen veiligheid.
37:03 S: Maar hoe beseffen we dat werkelijk? Dat er geen veiligheid is in

K: Het is onmiskenbaar.
37:11 S: Maar er is weinig aan te doen als bijna iedereen zo denkt.
37:16 K: Een grote meerderheid, 99,9 % zegt "Ja, we moeten elkaar doden om veilig te zijn."
37:26 S: Maar dat is juist

S: OK.
37:29 Als het zo is

K: Niet OK.
37:31 S: Nee. Mag ik iets zeggen? Als het zo vanzelfsprekend is, waarom veranderen we dan niet echt? Ik heb met studenten en staf gepraat na de toespraken en ze zijn nog even onzeker als altijd. Als het vanzelfsprekend is dat er geen veiligheid is in mijn geloof in mijn land en dergelijke.

K: Een ogenblik! - "Mijn land" -
37:53 Dat is een illusie, nietwaar?
37:58 S: U bedoelt dat het niet echt is?

K: Nee, het bestaat niet! Ik wil veiligheid en jij wilt veiligheid en we zeggen: "Mijn land biedt me veiligheid" en jij zegt dat jouw land je veiligheid biedt en we doden elkaar daarvoor. Akkoord? De Verenigde Naties zijn zo. Nietwaar? Nationaliteiten bieden dus geen veiligheid. Goed?
38:42 S: We zien dat, maar dat verandert niets het blijft na de toespraak, hetzelfde "Het is mijn land." Ik heb wel ingezien, dat het geen veiligheid is, maar het is nog altijd zo.
38:55 K: Wat?
38:59 S: Hij zegt, dat er niets verandert nadat je weet dat
39:01 K: Jij verandert! Maak je niet druk over de anderen. Jij wordt intelligent. We hebben het over intelligentie! Als je zelf ziet, dat nationaliteiten geen veiligheid bieden dan is dat besef intelligentie. Goed?
39:25 S: Maar hij zegt, dat hij het maar gedeeltelijk heeft ingezien en dat als hij weggaat hij er nog steeds mee doorgaat.
39:30 K: Ah. Dan heb je het niet ingezien. Wees simpel. Als je het niet ziet, zeg dan niet dat het gedeeltelijk is. Het is net als een stel blinden, die naar een olifant kijken.
39:50 S: Waarom zeggen we allemaal dat we het inzien?
39:53 K: Wees dan geen nationalist. Dat is intelligentie, niet?
40:06 S: Ik weet niet wat intelligentie is.
40:09 K: Wat? Laat iemand het uitleggen.
40:12 S: Kan iemand uitleggen wat intelligentie is?

S: Wat hij ons heeft verteld.

S: Nee.
40:18 Nee, ik heb al gehoord wat hij zegt ik wil nu horen wat iemand anders hier zegt.
40:22 S: Bedoelt u een definitie?
40:25 S: Nee, intelligentie, wat betekent dat voor jou?
40:27 S: Voor mij? Bedoelt u - wel ik geloof wat hij zegt.
40:34 K: Geloof niet wat ik zeg.
40:43 S: Nee, wil iemand proberen het uit te leggen?
40:47 S: Ik zou zeggen: het is een actie, die niet tegenstrijdig is hoe dan ook moet intelligentie volledig zijn, het kan niet gedeeltelijk zijn ik bedoel, niet dat je iets zegt en dan doe je iets totaal anders.
41:01 S: Maar leef je zo echt?

S: Nee.
41:04 S: Dan zijn het alleen maar woorden.

S: ja.
41:09 S: Maar, Ken, maak het niet ingewikkeld
41:11 Krishnaji neemt maar een ding en praat over nationalisme en hij zegt, dat als je nationalisme loslaat je begint intelligent te worden en dat is het begin van intelligentie.
41:26 S: Ja, maar we hebben het steeds over die intelligentie we willen allemaal intelligent leven, maar we doen het nooit. Weet je, we verlaten deze zaal

K: Maar dat is jouw zaak!

S: Maar dat doen we.

S: Doen we dat, echt waar?
41:36 S: Doe jij het?

S: Ik doe het niet.
41:40 S: Doe het van nu af aan.
41:44 S: Het is duidelijk, ik bedoel iedereen weet zo'n beetje wat hier gebeurt
41:49 en is een beetje intelligent, denk ik toch zie je de troep hier op school. Ik bedoel, dat het prettig is hier te zijn, maar toch zijn de problemen hier net het zelfde als overal elders in de wereld.
42:01 S: Je begrijpt het wel, maar het is moeilijk het echt te doen.
42:06 K: Begrijp je, ik heb in India geleefd en ik geloof, ik ben ervan overtuigd dat India mij veiligheid biedt en jij bent ervan overtuigd, dat vlak bij, in Pakistan jouw veiligheid in Pakistan is.. en we bevechten elkaar terwille van onze veiligheid. Nietwaar? We doden elkaar! Er is voor jou geen veiligheid als jij mij doodt en voor mij geen veiligheid als ik jou dood. Het is zo vanzelfsprekend. Nietwaar? Wat zijn we Dit is intelligentie!
42:50 S: Maar toch is er die weerstand Ik zie het niet echt.

S: Ken, ben je nationalistisch? Of praat je over meer subtiele dingen, die
43:01 S: Misschien, ik weet het niet. Oppervlakkig kan ik het begrijpen, geloven in nationalisme biedt geen veiligheid, maar
43:08 K: Laten we het niet meer over nationalisme hebben.
43:11 S: Maar toch, weet u, er is iets
43:13 S: Ik heb het gevoel, dat ik iets moet voelen om dit echt in te zien. Begrijpt u wat ik bedoel?

K: O ja, ik begrijp wat je bedoelt.
43:20 Mensen voelen zich erg vaderlandslievend, is het niet? Toen dit land werd aangevallen of tijdens de Falkland oorlog was men geweldig opgewonden en erg vaderlandslievend. En daarvoor gingen ze iemand doden.
43:44 S: We zijn zo bekrompen van geest.
43:47 K: Wat?

S: Niets.
43:55 K: Laten we iets anders nemen, misschien is het dan duidelijk.
44:01 S: Maar als hij dit al niet ziet, gaat hij dat dan wel zien? Als hij dat niet ziet, als intelligentie, wat kan hij dan zien?
44:18 K: Ze beledigt je!
44:23 S: Dat is niet mijn bedoeling.
44:28 K: Ze zegt, als je dat niet ziet, wat kun je verdorie dan wel zien? Laten we dus iets anders nemen. We zijn bezig gezag ter discussie te stellen. In het christendom - ik veroordeel het christendom niet ik bekijk het alleen maar zijn geloof en geloofsovertuiging essentieel. Goed? Waarom hebben ze geloof en geloofsovertuiging zo belangrijk gemaakt?
45:05 S: Wel, als ik volgens het christelijk geloof leef zal ik eeuwig leven nadat ik gestorven ben.
45:12 K: Ja, wat betekent dat? Vraag het je af. Wat betekent dat?
45:15 S: Het is een ander soort veiligheid.

K: Ja. Zie je? Akkoord? Als ik in Jezus geloof, geloof in de Heilige Maagd als ik geloof, volkomen vertrouwen heb, voel ik me veilig. Nietwaar? De Indiër zegt al duizend, vijfduizend jaar, "Ik geloof niet in Jezus maar in mijn eigen God". Hij voelt zich daar heel veilig bij. Dan kom jij en zegt, "Wat is dat voor onzin! Het is slechts een geloof". Je kunt elk geloof bedenken en daar zekerheid in vinden. Nietwaar? Is er zekerheid in geloof?
46:04 S: Nee.

K: Waarom zeg je "nee"?
46:08 S: Als je gelooft
46:11 K: Wacht. Waarom zeg je "nee"? Vraag je af waarom je "nee" zegt.
46:14 S: Als jij dat gelooft en ik dit en we elkaar tegen komen
46:17 dan is er geen veiligheid en slaan we elkaar kort en klein.
46:20 K: Net hetzelfde als met nationaliteiten. Nietwaar? Dat is alles. Begrijp dus, een grote meerderheid van de Westelijke wereld aanvaardt dat geloof en geloofsovertuiging in hun kerken en dergelijke, ze aanvaarden dat vol overtuiging. Wat betekent dat? Men schept een illusie een waanbeeld, en geloven daarin. Dat betekent dat ze in een illusie leven. En die illusie geeft hun veiligheid. Men voelt zich veilig in illusies, nietwaar? Nu, heb ik illusies? Heb jij illusies?
47:16 S: OK, misschien heb ik

K: Wacht, vraag het je af!
47:23 S: Ik heb gelezen, dat de meeste van onze gedachten worden bestuurd door het onderbewuste, datgene waar we ons niet van bewust zijn.
47:31 K: We komen daar nog op, beste jongen, zo meteen. Ik vraag je, heb je Ik heb jullie een vraag gesteld, beantwoord die! Hebben jullie diepgewortelde overtuigingen, die je troost geven het gevoel gevend: "Mijn god, eindelijk heb ik iets gevonden, wat me voldoening geeft?" Dat betekent - Leef je in illusies? Akkoord? Hebben jullie illusies?
48:03 S: Ja.

K: Vraag je af, waarom?
48:08 S: Als je denkt: "Ik ben een goede leerling"
48:12 en je ziet dan dat iemand anders een betere leerling is die misschien wat vlugger is dan jij, dan wordt je jaloers.
48:19 K: Ja, ga verder.

S: Dan, als je werkelijk
48:27 probeert van jaloersheid af te komen door die te onderdrukken dan werkt dat niet.
48:35 K: Nee, ik vraag je beste jongen - als ik "beste jongen" mag zeggen. Ik vraag je: "Heb je ook illusies?"
48:45 S: Ja.
48:47 K: Goed? Vraag je af, waarom je die hebt.
48:54 S: Omdat

K: Vraag je af. Onderzoek het. Wees je eerst bewust dat je illusies hebt, akkoord? Ik heb illusies over mijn land ik heb illusies dat ik christen ben dat ik vereer en van alles en nog wat. Dat is een illusie. En heb je nog meer illusies?
49:21 S: Wij allemaal hebben denkbeelden of illusies over wat we zijn.

K: Ga verder. Zijn denkbeelden illusies?
49:30 Ga verder! Vraag het je af! Zijn idealen illusies?
49:38 S: Ja, want ze hebben nooit iets te maken met wat er juist nu gebeurt.

K: Dat is zo.
49:42 S: Het is altijd iets dat je zou willen worden, in vergelijking met iets.
49:46 K: Dus idealen, denkbeelden - akkoord? en wat je gelooft zijn illusies. Waarom heb je ze dan?
50:02 S: Omdat je onzeker bent.

K: Ja Dus je hebt zekerheid in illusies gevonden.
50:10 S: Iedereen denkt dat.
50:12 K: Dat is wat ik zeg, iedereen denkt dat, maar ik vraag het jullie!
50:16 S: Ja, ik denk het ook en soms denk ik.
50:19 K: Niet soms, nu! Ik vraag je nu - Heb je dat soort illusies waarin je leeft waarmee je leeft? Begrijp alsjeblieft, waarom we ons dat afvragen. We onderzoeken dat alles door het te begrijpen door te beseffen hoe het is en intelligent te worden. Als iemand in een verkeerde illusie leeft, is hij niet intelligent! Goed? We proberen dus te ontdekken, wat hoogste intelligentie is. Hoogste intelligentie houdt in geen illusies te hebben. Dat is nog maar het begin ervan. Goed? Heb jij illusies?
51:22 S: Ik heb misschien een illusie gemaakt over intelligentie, weet u. Ik denk dat als ik ontdek wat intelligentie is dat ik dan helemaal alleen ben.

K: Oh nee. Ik zou wel met je mee gaan!
51:38 S: Weet u, daar ben ik doodsbenauwd voor.
51:41 K: Ik zou met je mee willen doen. We zouden allemaal met je mee willen doen en zeggen: "Verdraaid, wat een intelligente man laten we ontdekken, hoe hij zo intelligent is geworden." Wij allemaal hier in de zaal, hebben we illusies?
51:59 S: Zijn uw woorden voor ons geen illusies?
52:14 S: Dat hangt van jezelf af.
52:16 S: Is wat u zegt voor ons niet een illusie?
52:19 K: Wanneer je het zonder meer aanvaardt. Maar als je begint je eigen illusies ter discussie te stellen en niet de mijn illusies.
52:37 S: U spreekt niet over je illusies te eindigen of te onderdrukken maar alleen het ter discussie stellen.

K: Ja. Als je ze onderdrukt, zullen ze weer opduiken. Net als met Kleenex.
53:02 S: Als Nee.

K: Dames gaan voor.
53:10 S: Is het ook niet zo dat veel van onze illusies
53:13 door onze conditionering ontstaan?

K: Ja.
53:16 S: Ik vraag me af of dat - goed, laat ik alleen voor mezelf spreken of ik niet ben opgegroeid, beinvloed door wat u hebt gezegd al vanaf toen ik nog een baby was.
53:28 K: Een ogenblik. Zoals je al hebt gezegd wijzen al die illusies niet op onze conditionering?
53:38 S: Ja
53:40 K: Nu dan, stel je conditionering nu ter discussie.
53:43 S: Ik denk

K: Kijk er eerst goed naar. Wat is je conditionering?
53:48 S: Ik heb geen religieuze of politieke conditionering gehad.
53:52 K: Nee, je hebt misschien geen religieuze of politieke conditionering gehad maar je bent wel geconditioneerd. Niet? Onderzoek dat! Wat bedoel je met conditionering? Ben je geconditioneerd?
54:06 S: Ik ben geconditioneerd door mijn ervaringen. Misschien zelfs niet iets

K: Dat is juist. Begin dan die ervaringen te onderzoeken.
54:14 S: Dat probeer ik. Het is zo moeilijk ze te scheiden.

K: Nee. Door te onderzoeken en niet door te zeggen "Ik heb gelijk" of "Ik heb ongelijk". Door na te gaan, te onderzoeken wordt je geest, die door conditionering traag is geworden weer vlugger niet vlugger, het wordt levendiger. Ga je dat allemaal doen? Je bent hier op Brockwood niet alleen om bij de studie uit te blinken maar ook om psychologisch uiterst intelligent te worden. Niet?
55:17 S: Dat is een illusie.

K: Wat is er?
55:22 S: Het is een illusie, omdat het
55:26 K: Nee, nee. Luister goed.
55:33 Is het een illusie, dat je bij je studie goed moet zijn?
55:42 S: Als je hard genoeg werkt, kun je bij je studie goed zijn.
55:47 K: Je kunt bij je studie heel erg goed zijn, niet? Door te studeren.
55:53 S: ja, maar

K: Een ogenblikje. Is het niet zo? Door studeren, door toepassen door aandacht te schenken aan je nare boeken.
56:02 S: Soms zijn ze wel interessant, wat is daar verkeerd aan? Sommige ervan zijn interessant. Enig werk dat je doet, is interessant.

K: Ja, je moet wel, want het houdt in dat als je een goede leerling bent je misschien een goede baan zou kunnen krijgen. Geld. Je moet geld verdienen. Kun je ook niet psychologisch uiterst goed zijn? Dat betekent dat je intelligent leeft daardoor is er nooit conflict, en dergelijke. Ik zal daar niet allemaal op in gaan.
56:38 S: We moeten dus nadenken bij alles wat we doen bij al onze reacties?

K: Ja. Daar moet je op letten
56:44 op wat je denkt, waarom je zo denkt waarom je zulke emoties hebt waarom je je afzondert, en zo voort. Je wordt oplettend, je wordt gevoelig en levendig.
56:58 S: We proberen het.
57:00 S: Ja, ik denk dat we dat allemaal hebben geprobeerd de meesten van ons hier, maar na een tijdje vergeten we het weer.
57:08 K: Kun je honger vergeten?

S: Nee. Maar je bewust worden van

K: Nee, praat niet meteen ergens anders over.
57:15 Kun je gevaar vergeten?
57:19 S: Nee. Maar dat komt allemaal door de intelligentie van ons lichaam.

K: Een ogenblikje. Kun je gevaar vergeten?

S: Nee.
57:30 K: Waarom? Waarom vergeet je het niet?
57:34 Vraag het je af. Ik vraag je en jij antwoordt.
57:37 S: Omdat ik niet dood wil gaan. Als iemand een pistool op me richt
57:41 K: Alsjeblieft, weet je wat gevaar is?

S: Ja.
57:45 K: Vergeet je het?

S: Nee.
57:49 K: Waarom niet?

S: Ik denk dat je het doet.
57:52 S: OK, lichamelijk gevaar vergeet ik niet.

K: Dat doe je niet.
57:57 Is nationalisme geen gevaar?
58:03 S: Ja.
58:06 K: Dus zeg je, "Ik ben geen nationalist ik behoor tot geen enkel land." Dat is een gevaar. Nietwaar? Waarom zou je dat vergeten? Dat kun je niet!

S: Ik wel.
58:35 K: Jij wel?
58:37 S: In hemelsnaam Het is allemaal zo moeilijk.
58:40 K: Nee, nee.
58:42 Zie je, je onderzoekt niet, je zegt iets zonder ik vraag je alles wat je doet te onderzoeken, na te denken, het je af te vragen.
58:59 S: Maar misschien in dat in mijn toestand niet mogelijk.
59:03 K: Dat is een excuus. Je kunt onderzoeken.
59:10 S: Het laatste jaar heb ik echt alles nagegaan wat ik denk. Soms heb ik het gevoel dat ik in een kringetje ronddraai.
59:19 K: Natuurlijk. Maar je onderzoekt - het denken zelf - niet.
59:24 S: Dat doe ik juist op dit ogenblik. Ik vraag me af of er iets in ons verstand lijkt te zijn dat wanneer we meer bewust proberen te worden van onze gedachten het net lijkt alsof onze gedachten zich van onze gedachten bewust zijn
59:34 en het lijkt net

K: Ja, heel goed. Maar jaat gaat niet Kijk, ik begin nationalisme ter discussie te stellen. Nietwaar? Dan kom ik ertoe mijn denken te onderzoeken,- het denken zelf.
59:50 S: Het is dus alsof het verstand alleen maar een instrument is het is alsof het steeds scherper en scherper wordt, tot op een zeker moment wordt het -je kunt er niets meer mee doen.
1:00:00 K: Het wordt steeds scherper en scherper en dan tenslotte wordt het afgestompt.

S: Het is

K: Begrijp je wat ik zo even heb gezegd? Hoe meer je een instrument scherper maakt zal het meer slijten en uiteindelijk bot worden. Nietwaar? Net als een beitel, je blijft het alsmaar slijpen en gebruiken en dan blijkt het bot te worden. Vraag je dus af, waarom je geest afstompt door steeds in kringetjes rond te draaien.
1:00:39 S: Omdat het allemaal denken is, is het
1:00:41 K: Nee, je onderzoekt het niet. Ik ben depressief - stel dat ik dat zou zijn, ik ben het niet, ik heb geen depressie ik ben nooit depressief geweest - veronderstel ik ben depressief. dan zeg ik: "Ja, ik ben erg terneergeslagen". Ik aanvaard het. Ik zeg niet tegen mezelf: "Waarom ben ik toch terneergeslagen? Zit ik soms over mezelf te piekeren? Kan ik misschien niet krijgen wat ik hebben wil? Is er soms iemand beter dan ik? Is iemand soms mooier dan ik? Is iemand rijker, enzovoort, enzovoort ben ik daarom terneergeslagen? Akkoord? Als dat zo is, dan zeg ik: "Waarom doe ik dat?" Begrijp je? Doe iets. Mee eens? Doe je dat ook?
1:02:06 S: Meneer, ik denk dat dit onderzoeken zelf tot een resultaat of een beslissing zou moeten leiden. Gaan we dat resultaat dan ook onderzoeken?
1:02:20 K: Ik begrijp het niet helemaal.
1:02:22 S: Het onderzoek levert een resultaat op. Moeten we dat resultaat ook weer onderzoeken?
1:02:32 K: Natuurlijk.
1:02:34 S: Maar dan, wanneer reageren we
1:02:38 K: Je houdt op met onderzoeken, als er niets meer te onderzoeken is. Dat is niet zomaar een grapje, maar kijk wat er gebeurt. Dat wanneer je ernstig begint te onderzoeken,stap voor stap dan kom je op een punt, waarbij er alleen nog maar die geestestoestand is die geen enkel probleem kent. Ik zal daar niet verder op ingaan. Maar je begint niet echt! Je wilt het eind bereiken zonder te beginnen.
1:03:21 S: Meneer, zegt u dat als je terneergeslagen bent, onderzoek het dan of ben je er alleen maar van bewust? Als je depressief bent zegt u dan dat we het moeten onderzoeken of alleen bewust van zijn?
1:03:34 K: Ja, ik ben terneergeslagen, ik zal het je laten zien. Ik wil weten waarom ik terneergeslagen ben. Ik zeg niet: "Ja, ik ben terneergeslagen" Ik zeg: "Waarom ben ik terneergeslagen? Heb ik iets verkeerds gegeten? Heb ik niet goed geslapen?" Of: "Ben ik terneergeslagen, omdat ik iets niet kan krijgen?" Of: "Ben ik niet zo goed als jij, of niet zo knap als jij?" Het betekent dat ik me steeds ergens mee vergelijk. Waarom doe ik dat? Is het mogelijk me niet te vergelijken? Kijk, ik stel dat allemaal ter discussie. Kan ik ook leven zonder te vergelijken?
1:04:30 S: Als we steeds naar het waarom vragen versterkt dat dan niet juist het ego dat we willen onderzoeken?

K: Ja, natuurlijk. Daarom zeg ik dat het met intelligentie moet gebeuren. Begin daarom met de meest gewone dingen.
1:04:51 S: Die intelligentie hebben we echter niet. We proberen intelligentie te krijgen maar we moeten onze intelligentie gebruiken om intelligentie te krijgen.
1:05:00 S: Ja, precies! Dat is het probleem.
1:05:08 S: Het is net als, over welke intelligentie heeft u het over? Ik bedoel door de beschrijving over wat intelligentie is begrijpen we dat intelligentie niet beperkt wordt door denken of ervaring.
1:05:18 K: Ja.
1:05:20 S: Hoe kan ik de intelligentie gebruiken, die ik op het ogenblik heb en die beperkt is door denken en ervaring?
1:05:24 Ik bedoel het lijkt zo

K: Nee. Heb je nu intelligentie?
1:05:28 S: Ik denk soms, ja.
1:05:31 K: Niet soms.

S: Ik kan niet beweren, dat ik het heb.
1:05:33 K: Zie je, je maakt Maar waarom onderzoek je dat dan niet? Heb je op dit ogenblik intelligentie?

S: Ik denk van niet, nee.
1:05:40 K: Nee. Begin dan.
1:05:42 S: Niet de intelligentie, die ik zou willen hebben.
1:05:44 K: Begin dan. Ben je nationalistisch zoek je veiligheid in je eigen kleine familie zoek je zekerheid in je ideeën? Zie je, ik ben al de vragen aan het stellen, niet jijzelf.
1:05:58 S: Wat als je zekerheid zoekt in bepaalde dingen en niet in andere?
1:06:07 K: Ja. Dus waar zoek je zekerheid in? In hoe je eruit ziet? In je familie? In een of andere god? In een of andere illusie? Zie je, ik doe Waar ik heel simpel op wijs is de meesten van ons zijn zo geconditioneerd - niet ? - dat we zeer traag zijn geworden. We zeggen na, wat iemand anders heeft gezegd of we lezen een heleboel en zijn heel kundig maar misschien zijn we toch dom. Ik zeg dus: "Ontdek zelf wat intelligentie is." Je kunt het ontdekken, door je of te vragen ter discussie te stellen, te betwijfelen. Je kunt niet overal aan twijfelen er is electriciteit, er is licht, daar valt niet aan te twijfelen. Nietwaar? Aan een boom kun je ook niet twijfelen, hij is er. Akkoord? De regeringen zijn er, de politieagent is er. De kerken en alles wat daarin is, zijn er. Begin je dus of te vragen.

S: Je zorgen zijn er ook.
1:07:44 K: Wat?
1:07:48 S: Hij zei je zorgen ook.

K: Je zorgen.
1:07:53 Onderzoek zorgen. Waarom zijn we bezorgd? De meeste mensen zijn dat, nietwaar? Omdat ze geen geld hebben of omdat hun echtgenoot naar iemand anders kijkt. Nietwaar? - Zorgen. Ben je bezorgd, iemand van jullie? Ben jij bezorgd?
1:08:21 S: Soms, ja.

K: Waarom?
1:08:24 S: Om allerlei dingen.

K: Noem er eens één?
1:08:29 S: Nee.

S: Is het niet zo, dat als de wanhoop naar zekerheid erg groot is
1:08:42 de juiste steer voor onderzoeken ontbreekt?
1:08:46 K: Tunki, ik kan je niet verstaan.
1:08:51 S: Hij zegt dat het wanhopig zoeken naar zekerheid belemmert het echte onderzoeken.
1:08:57 K: Ja.
1:09:00 S: Hoe is kan onderzoeken

K: Een ogenblikje, Tunki als ik vol zorgen zit, kan ik niet onderzoeken, nietwaar? Maar ik zit niet altijd vol zorgen. Er zijn zorgen wanneer ik wakker word maar als ik dan koffie of thee drink of wat dan ook dan worden die zorgen wat minder en dan begin ik me af te vragen.
1:09:41 S: In het afvragen naar het 'Waarom?" zou het niet belangrijk zijn alleen maar af te vragen zonder te proberen een antwoord te vinden? Het lijkt dat als we een antwoord proberen te vinden we ons verontschuldigingen geven voor wat we zijn.
1:09:53 K: Natuurlijk. Als je onderzoekt en een antwoord vindt, onderzoek dan dat antwoord. Begrijp je? Je moet de kunst ervan leren. Het is niet een kwestie van alles maar te onderzoeken maar leer de kunst van onderzoeken. Soms houd je op met je af te vragen en zeg je "Mijn hemel, waarom ben ik bezig met onderzoeken?" Kijk, zonder onderzoeken. Begrijp je? Leer erover.
1:10:24 S: Worden mensen niet ontmoedigd door hun onderzoek omdat hun vragen niets oplevert?
1:10:29 K: Ja, ze worden ontmoedigd, teleurgesteld, gekwetst.
1:10:35 S: Omdat ze iets willen, dat hun zekerheid biedt.
1:10:37 K: Ja. Of "Ik ben zeker geweest en nu heb jij die zekerheid van me weggenomen en ben ik bezorgd geworden." Wat ik ben- nog twee minuten, luister alleen maar. Alsjeblieft? Ik zag die sticker op die bumper in Californië en ik zei, ik vraag me af of die meneer of degene die die sticker op de bumper plakte zich wel echt vragen stelt of is het alleen maar een kreet?" Begrijp je wat ik wil zeggen? Het is niet meer dan een kreet maar hij stelt zich nooit vragen en zegt "Waarom doe ik dit?" "Waarom denk ik dit?" "Waarom geloof ik dat?". Zich afvragen is een grootse kunst. Niet? Het is niet dat ik onderzoek en verder ga, maar ik zie de subtiliteiten ervan. Akkoord? Zie de diepte ervan. En de schoonheid van het onderzoeken. Zie stukje bij stukje hoe buitengewoon ingewikkeld het is. Waarom de mens duizenden jaren in illusies heeft geleefd als het geen christelijke goden zijn, dan de goden van de Islam. Goed? Is het niet dat er duizenden goden.. zijn geweest gedurende de laatste 5000 jaar of meer. Sommige mensen, net als de boeddhisten, ontkennen een god maar er zal steeds dat zoeken zijn dat verlangen naar iets voorbij alle ellende. Mee eens? Alle conflicten en alle lelijks in de wereld. Dan bedenken ze iets en vereren dat dan. Begrijp je?
1:13:05 S: Net als verlichting.

K: Ja, precies. Verlichting is niet iets dat je ervaart of iets dat iemand je kan geven. Dat is allemaal zo'n onzin. We hebben dus gezegd, ontdek de kunst van onderzoeken. Leer er een heleboel over. Je spendeert een heleboel tijd in wiskunde, aan het leren van wiskunde. Niet? Of aan aardrijkskunde, geschiedenis, of wat dan ook maar hier spendeer je nog niet eens tien minuten aan. Daarom word je in één opzicht heel goed en in een ander opzicht een sufferd. Hoe laat is het?

S: Een uur.
1:14:12 K: Ik denk dat we beter op kunnen houden, niet? Nee? Willen jullie eens wat proberen? Zit heel stil, maar een minuutje. Zit heel stil, helemaal stil met je ogen dicht en dan ontdekken waarover je denkt. En waarom je bezig bent met die bijzondere gedachte of die reeks van gedachten. Probeer het. En ontdek of je geest stil kan zijn zonder een enkele gedachte.