Krishnamurti Subtitles home


ML70DSG5 - Aandacht leidt tot leren
5e Groepsdiscussie
Malibu, USA
21 maart 1970



0:26 K: Waar zullen we over praten?
0:55 V: Iets om het ijs te breken..
0:59 K: Breek het ijs niet.

V: Oké.
1:03 K: Waar zullen we over praten?
1:05 V: Psychoanalytici hebben het vaak over de censor en over weerstand, en ik ben geïnteresseerd in een discussie over de aard van de censor en weerstand. Wellicht zijn ze hetzelfde.
1:16 K: De censor en weerstand.

V: Ja.
1:32 V: Zullen we daarover praten? Het is mij om het even behalve... Wellicht kunnen we daarover praten, het uitvergroten en erop ingaan, als we ook even over aandacht praten. Zullen we? Zou dat de moeite waard zijn, praten over de onaandachtigheid en aandacht? Omdat het mij lijkt alsof we het grootste deel van ons leven in onaandachtigheid slijten, behalve op momenten dat er iets gebeurt, in een crisis, als we wel aandacht móeten geven, als we ons hoofd en hart en alles wat we hebben, moeten geven om die zaak op te lossen. Maar meestal spenderen we ons leven aan maar wat voortmodderen, nietwaar hoewel we drukbezet zijn, en juist dat drukbezet zijn wordt een vorm van onaandachtigheid, en als er niet veel te doen is, houd je jezelf aan de gang. Is dat wel van enig belang? Hoe komt het dat we ons leven zo enorm verspillen, maar voortmodderen, en totaal - we zullen het woord 'totaal' niet gebruiken - met heel weinig aandacht in ons leven? Iemand vertelde mij over een artikel dat kortgeleden verscheen in een van de weekbladen, over zenboeddhistische monniken, zen-monniken, die zo aandachtig konden zijn dat hun reacties erg langzaam waren, omdat zij zichzelf hadden getraind met een enorme aandacht en interesse, zodat elke normale menselijke reactie erg langzaam ging. Ik weet niet of...
5:37 V: Reactie op wat, meneer?
5:39 K: Gewone fysieke reacties, psychologische reacties, psychosomatische reacties.
5:51 V: U bedoelt dat het langzaam werd overdacht en...
5:55 K: Nee, het werd alleen maar geobserveerd, zonder enige reactie. Ziet u, ik probeer...
6:09 V: Ik denk dat we dat in het algemeen onaandachtig zouden vinden, omdat we gewoonlijk heel snel antwoorden of snel reageren.
6:43 K: Ik vraag me af hoe we dit kunnen benaderen, als het u al interesseert.
6:48 V: Wat is aandacht?
7:02 K: Denkt u dat aandacht een zeer beperkte betekenis heeft? Zoals concentratie een zeer beperkte betekenis heeft, nietwaar? Denkt u dat? Ik weet niet in hoeverre u hierop in bent gegaan, daarom durf ik niet... zullen we er induiken en verder gaan? Ik weet niet of u dit werkelijk wilt, of u hierin geïnteresseerd bent, omdat, ziet u, ik denk dat door het begrijpen van aandacht we in staat zouden moeten zijn om onszelf veel helderder te observeren, zonder enige weerstand, zonder de censor. Omdat begrip van onszelf duidelijk van het grootste belang is, - je bent een levende entiteit en daarom moet de observatie ook iets levends zijn, heel aandachtig zijn, waarin, zoals we al zeiden, geen censor of weerstand is. Dus in het begrijpen van mezelf, of van uzelf, of van een ander mens moet je deze kwaliteit van aandacht hebben. Dat wil zeggen dat in het kijken naar jezelf, mocht je dat ooit al gedaan hebben, er een proces schuilgaat van leren dat geen vergaren is. De opeenstapeling wordt dan de censor en een middel tot weerstand. Ik weet niet of...
9:53 V: De aandacht zou een openheid kunnen zijn, een gewaarzijn...
9:57 K: Nee. We gaan het ontdekken, we gaan het samen onderzoeken. Ik wil mezelf observeren, ik wil over mezelf leren - niet volgens Freud, Jung, of een andere specialist, of geen specialist - ik wil over mezelf leren. Het eerste wat ik moet leren is het afleren van de betekenis van dat woord 'leren.' Leren betekent in het algemeen het vergaren van kennis van waaruit je handelt, denkt, functioneert - op technologisch gebied, in de wetenschap, techniek, enzovoort. Welnu, we hebben hier te maken met een zeer levend iets. Het zelf, dat begrepen moet worden, is een levend, bewegend, vitaal iets, dat steeds beweegt, verandert, en ik moet erover leren. Welnu, als ik erover leer, moet de waarnemer er onbevangen tegenover staan. Als hij het vooringenomen benadert, interpreteert hij al wat hij ziet volgens zijn eerder opgedane kennis. Ik weet niet of dit... Hij vertaalt wat hij ziet dus altijd in termen van het verleden. Het verleden wordt dan de censor en dus zegt de censor: 'Ik weiger dit en accepteer dat.' Oké? Het probleem is dus hoe je moet observeren zonder te vergaren. Leren door middel van observatie zonder dat het proces van vergaren plaatsvindt. Leren is dus een beweging - niet vanúit een beweging, vanuit een bron. Ik weet niet of ik...
12:31 V: Het is niet alleen vergaren, het is ook uitsluiting. Zou het niet alleen vergaren zijn, maar ook uitsluiting?
12:43 K: Natuurlijk. Verzet betekent uitsluiting. Op het moment dat ik me verzet, sluit ik mezelf buiten, uiteraard. De vraag is dus: hoe moet je observeren, leren en niet vergaren. Het is nogal... als je erop ingaat wordt het vrij subtiel, buitengewoon interessant. Jezelf kennen zonder dat de druk van het verleden zich mengt in wat wordt geleerd. Hoe gebeurt dit nu? Analyseren suggereert de analist, de censor - oké? - een fragment maakt zichzelf los van andere fragmenten en eigent zich autoriteit om te analyseren toe. Maar dat fragment hangt samen met de rest van de fragmenten die de menselijke entiteit vormen. Observeren zonder analyse - ik weet niet of u dit alles volgt - betekent: nooit tot een conclusie komen, nooit tegen mezelf zeggen: 'Ik ken mezelf' - dat is dus het probleem. De specialisten hebben gezegd, weet u, mensen zoals zenboeddhisten en andere mensen, ontwikkel aandacht, gewaarzijn, ontwikkel gewaarzijn zodat er geen inmenging van het verleden plaatsvindt. Ze zeggen het niet zo, maar ik verwoord het op die manier. Ik weet niet of dit alles u interesseert, is dat zo? (U heeft een slecht oog, ik heb een ontstoken kies - ter compensatie.) Dat is dus echt een van de belangrijkste kwesties van aandacht - aandachtig zijn zonder de waarnemer, de censor, de entiteit die zich verzet, die in staat is om te focussen, en zich daarom concentreert en andere dingen uitsluit. Ik weet niet... Oké, laten we verdergaan... Ik zie het belang - ik gebruik het woord 'ik' als een vorm van communicatie, enzovoort - het is van belang de hele structuur en de aard van jezelf te bestuderen. Je bent zelf de rest van de mensheid - dat is duidelijk dus daar hoeven we niet meer op te hameren. Je bent zelf het gehele sociale, door de omgeving gevormde, culturele resultaat. En om een verandering aan te brengen in onze omgeving, sociaal of cultureel, een revolutie, moet de verandering, de revolutie in jezelf beginnen - uiteraard - omdat je de rest van de mensheid bent. Niet eerst in jezelf en daarna in de mensheid, het is een totale beweging van de mens. Oké. De verandering houdt leren over jezelf in. En om te leren moet er vrijheid zijn, nieuwsgierigheid en intensiteit. Dat is duidelijk. Leren betekent geen inmenging van de censor, de censor die het verleden is, de verzamelde kennis, zowel persoonlijke als onpersoonlijke, en dat allemaal. Welnu, is het mogelijk... kun je leren zonder vergaren? Oké? Kunnen we daarmee beginnen? Hoe pakt u dat aan? Ga door, heren. Ik wil over mezelf leren. Kan ik mezelf observeren zonder het woord? Omdat het woord steevast veroordeelt of rechtvaardigt.
20:17 V: Woorden zijn ook het resultaat van cultuur.
20:21 K: Juist. Kijk naar het probleem dat u tegenkomt: observeren zonder het woord. Probeer het. Doe het. U zult zien hoe buitengewoon moeilijk dat is. Jaloezie, het gevoel observeren zonder het woord 'jaloezie' in te brengen, omdat dat woord veel associaties oproept, gewoonlijk veroordelend. Het gevoel dus observeren en er alles over leren zonder het woord.
21:03 V: Meneer, ik heb gemerkt dat als ik dat doe er een censor verschijnt en de censor probeert... terwijl de woorden opkomen probeert de censor...
21:13 K: Nee, dat is... Als je het wegdrukt verzet je je.
21:16 V: Dat weet ik, dat is wat ik bedoel.
21:19 K: Kijk wat het inhoudt.
21:25 V: Als u die vraag stelt bedoelt u dan dat je een fysieke reactie zou kunnen voelen?
21:32 K: Fysiek, psychologisch, enzovoort, niet alleen een fysieke reactie, omdat een fysieke reactie verband houdt met de psyche, enzovoort - onderling verbonden reacties. Observeren zonder het te benoemen - hetgeen veroordeling of rechtvaardiging inhoudt of verschillende vormen van onderdrukking. Oké? Kan de geest observeren, leren, kijken, luisteren, zonder te benoemen, zonder enige vorm van verzet?
22:38 V: Ook elke beschrijvende term?
22:43 K: Natuurlijk, omdat de beschrijving niet het beschrevene is.
22:48 V: Maar waarom maken de beschrijvingen...
22:53 K: Het woord kleurt dan de observatie, omdat het woord zegt: 'jaloezie,' of 'woede,' of wat dan ook, en het woord heeft het dan al veroordeeld.
23:10 V: Is het niet pijnlijk, wanneer je het gevoel van pijn ervaart dat er achterblijft? Dat is de onmiddellijke ervaring, het is niet zo dat de woorden...
23:20 K: Nee. Als iemand fysieke pijn heeft...

V: Of psychologische.
23:26 K: ... psychologische pijn. - let op, het is erg interessant - waarom heeft u psychologische pijn? Het is een vorm van verzet. Nietwaar? De censor houdt er niet van. De censor, die vergaarde kennis is, wil niet die bepaalde respons, of reactie, of ervaring, of voorval, gebeurtenis, enzovoort, dus onttrekt hij zich eraan, hij houdt er niet van, het is pijnlijk voor hem. Kan iemand... ik bedoel... Observatie zonder de censor houdt dat allemaal in.
24:19 V: Maar ontwikkelt de pijn zich vanwege de censor, of is pijn iets dat losstaat van de censor?
24:29 K: Nee. Hoe kan het verschillend zijn van de censor? Als er geen censor was in de psychologische zin, zou er dan pijn bestaan?
24:44 V: Voelt een dier niet...
24:45 K: Niet het dier inbrengen, we zijn mensen. Laten we ons daartoe beperken - dat is al moeilijk genoeg, zonder het dier erin te betrekken.
24:55 V: Waarom hebben we deze behoefte om al die dingen te benoemen die zich binnenin ons afspelen? Is dat een deel van...
25:02 K: Nee, het is deel van onze cultuur, deel van ons verzet, deel van ons... om te zeggen: 'Ik leer erover.'
25:11 V: Maar het heeft ook te maken met onveiligheid. Als je iets ziet en je kunt het niet benoemen, iets totaal anders...

K: Dat is juist.
25:19 V: Een manier om de controle te behouden.

V: Juist.
25:22 V: We praten over een psychologische pijn die zich ontwikkelt. Als we het niet benoemen als jaloezie of haat, ervaar je toch een bepaald gevoel van pijn en je reacties daarop. Dat doet de censor. Ik heb nu een vreemde vraag: u zegt dat als er geen censor is er ook geen pijn is...
25:47 K: Is dat zo?

V: Je moet toch érgens beginnen.
25:52 K: Ik begin met het observeren van de censor. De censor observeert zichzelf en ziet hoe hij pijn voortbrengt.
25:59 V: Maar wie observeert?

K: Wacht, dat is het punt. Wie observeert de waarnemer? Oké? De toeschouwer moet bekeken worden. Wie observeert de waarnemer? Als de waarnemer dat niet doet, is er dan wel een waarnemer? Nee, dit wordt te ingewikkeld, laten we langzaam verdergaan. Omdat dit tamelijk moeilijk is om je in te verdiepen. Zoals we al zeiden, ik wil over mezelf leren, mezelf observeren. Tijdens het observeren ontdek ik dat er een censor is, de censor die het resultaat is van het verleden, het verleden ís - voorkeur, afkeer, verschillende ervaringen, herinneringen, angst - is het verleden, hij is het verleden. Zoals we al zeiden, maakt hij zich los van de rest van de verlangens, fragmenten, hoop, angsten en zegt: 'Ik ga veranderen, ik ga controle uitoefenen, ik ga censureren.' Maar hij is nog steeds deel van het fragment. Kan er nu waarneming van de fragmenten zijn zonder de censor? Want als er een censor is, is er altijd een conflict aan de gang, een tegenstelling, en vandaar dit gevecht, de innerlijke strijd. Ik zie dit dus heel... je ziet dit heel helder, zowel intellectueel als verbaal, maar er de realiteit van ontdekken is heel wat anders - oké? Ik wil ontdekken of ik kan observeren zonder de censor - u observeren, u die heeft gevleid, beledigd, gekwetst, gestolen, wat dan ook, zonder inmenging van het verleden. Er zal een reactie opkomen, natuurlijk, maar niet de herinnering die bij die reactie is betrokken. Ik weet niet of ik... U heeft mij pijn gedaan. Als ik u de volgende keer weer zie, observeer ik u zonder de pijn - ik weet niet of... - zonder de herinnering aan de pijn. Want als ik een herinnering heb aan de pijn, is er verzet tegen u en een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. Dat is één punt. Veronderstel dat u mijn portemonnee steelt, mijn obligaties, wat dan ook, mocht je die hebben - godzijdank heb ik die niet - hoe benader ik u dan? Of als u mijn vrouw of mijn echtgenoot bent en we hebben al heel lang samengewoond, het beeld van u en het beeld van mij is zo diepgeworteld, kan ik naar haar of hem kijken, kan de geest... kan er waarneming van hem of haar plaatsvinden zonder het beeld? De waarneming van hem of haar is dus volledige aandacht, nietwaar? Ik weet niet of... Aandachtig zijn zonder te benoemen, zonder de gedachte te vereenzelvigen met het beeld, zonder de censor, dit alles vereist een enorme innerlijke discipline - discipline in de zin van leren. De handeling van leren zelf is haar eigen discipline.
32:04 V: Meneer, is het mogelijk om te observeren zonder de censor zolang iemand een motief heeft om te observeren of een motief om te begrijpen?

K: Natuurlijk niet.
32:14 V: Zolang iemand een reden heeft om iets te onderzoeken zal hij altijd observeren met een beeld.
32:19 K: Natuurlijk. Nee, wacht even. Ik wil over mezelf leren. Zit er een reden achter dat willen? Er kan een reden zijn, omdat ik wil wegvluchten van ellende, van conflict, van verschillende vormen van geploeter, enzovoort - dat kan een motief zijn om over mezelf te leren. En door te observeren ontdek ik het motief en schuif het terzijde, en zeg dat dat geen leren is. Al deze dingen zijn dus betrokken bij leren, bij aandachtig zijn tijdens het observeren. Welnu, de meesten van ons zijn onaandachtig. Oké? Hoe moet die onaandachtigheid stoppen zodat aandacht plaatsvindt? Is dat de vraag? Is dat de juiste vraag? Hoe kan de geest volkomen aandachtig worden in de zin waar we nu over praten, als we het grootste deel van ons leven in onaandachtigheid doorbrengen? Hoe moet dit veranderen?
35:31 V: U noemde eerder de zenboeddhisten die een bepaald soort aandacht beoefenen, op hun eigen manier, zij hebben hun eigen manier om dat te doen, dat is duidelijk niet de aandacht waar u het over heeft.
35:51 K: Ik ken de betekenis van hun woord 'aandacht' niet, omdat dat... Kijk meneer, ik weet niet of u zich ooit verdiept heeft in de kwestie van meditatie, of iemand van u. Het hele Aziatische concept van meditatie is controle - controle over het lichaam en de lichamelijke reacties en het denken niet toestaan af te dwalen maar volkomen gefocust en geconcentreerd te houden, om zo kalmte van de geest teweeg te brengen waarin alleen dan dat allerhoogste iets begrepen of geopenbaard of geleefd kan worden. Ik stel het nogal onomwonden, maar dat is in het algemeen het idee. En je ziet het enorme gevaar hiervan. Ik weet niet of u in dit alles geïnteresseerd bent. Omdat ik ooit een man heb ontmoet - niet 'ik', dat doet er niet toe - we hebben ooit een man ontmoet, die een heel goede baan had opgegeven, een hoge, bestuurlijke functie, omdat hij op een morgen wakker werd en zei: 'Ik oordeel over anderen en ik wil weten wat de betekenis van waarheid is, omdat ik de hele dag door oordeel - dit moet gedaan worden, dit niet, hij moet naar de gevangenis - weet u, dat allemaal.' Hij zei: 'Ik wil de waarheid hiervan ontdekken, wat is waarheid.' Dus hij verdween. Dat is gemakkelijk in India omdat je een monnikskleed aan kunt trekken en van dorp naar dorp kunt zwerven en men zal je te eten geven, en je kleden en je zeer respectvol behandelen - dat is de traditie, de man die de wereld verlaat om de waarheid te zoeken moet door de samenleving onderhouden worden - en er zijn oplichters die dat ook doen, dat is bekend. En zo mediteerde hij 25 jaar lang - 25 jaar, hij was een oude man, en ze brachten hem mee en hij zei: 'Weet u, ik heb onlangs naar uw lezing over meditatie geluisterd en ik zie wat ik heb gedaan, ik heb mezelf werkelijk gehypnotiseerd, ik heb mijn eigen verlangens geprojecteerd, mijn gevoelens, de kennis over waarheid, enzovoort en geleefd in een visioen van eigen makelij.' Om dit als oude man toe te geven was groots. Het betekent dat de waarnemer mediteert. De waarnemer oefent controle uit over de rest van de fragmenten. Dus waarnemen zonder controle. Ik weet niet of u al deze dingen ooit gedaan heeft - het geeft veel plezier. Omdat controle verzet betekent - één fragment tegenover een ander fragment.
40:50 V: Heb ik het goed als ik denk dat observeren zonder controle observeren zonder woorden zou betekenen?
41:00 K: Uiteraard - dat zit er allemaal in besloten.
41:02 V: En in dat geval is het ook zo dat we misschien in een heel indringend gesprek zo'n punt kunnen bereiken. Dat het niet kan worden beschreven - woorden kunnen dat niet bevatten.
41:28 K: Nee, meneer. Ziet u, het woord 'bereiken' ontkent alles, omdat er al een motief achter zit om ergens te komen. Ziet u, het vereist heel wat observatie van dit alles. Laten we teruggaan. Bestaat er observatie zonder enige controle? Controle is de censor, verzet, onderdrukking of zeggen: 'Ik heb geen controle...' dat zou ook te dwaas zijn. Is het dus mogelijk om te observeren - niet 'mogelijk' - om zonder dit alles te observeren?
42:45 V: Iets willen verkrijgen, hindert dat niet de aandacht? Iets willen verkrijgen, verhindert dat niet...
42:51 K: Natuurlijk, natuurlijk. Als je toch ziet wat er gebeurt in de wereld en in jezelf, waanzinnig geweld, agressie, met alles wat daarbij hoort - en spelen met geweldloosheid is slechts dwaasheid, de ideologie van dit alles. De implicaties te zien van geweld en er totaal vrij van te zijn - niet als een prestatie maar als begrip van de hele aard van geweld.
44:12 V: Is deze waarneming, wanneer deze plaatsvindt, iets dat je de hele dag door kunt doen, of is het iets dat zo nu en dan gebeurt?
44:35 K: Terwijl we hier luisteren en discussiëren, is het mogelijk te observeren... observeert u in de zin waarover u net sprak? Observeren, dat luisteren en leren inhoudt - observeren betekent waarnemen, zien, luisteren, leren - allemaal beweging. En u vraagt : gebeurt dit, kan dit gedurende de hele dag kan plaatsvinden, of gebeurt het alleen, of gedeeltelijk, tijdens de slaap?
45:31 V: Oh, ik was niet van plan vragen over de slaap stellen. Ik bedoelde eerder of het iets is dat alleen zo nu en dan kan gebeuren of kan iemand...
45:44 K: Het moet continu gebeuren, anders heeft het geen zin. Weet u, hieruit rijst een andere vraag: de censor is diepgeworteld - oké? - diepgeworteld in iemands wezen. Je kunt oppervlakkig, bewust observeren, zonder de waarnemer - dat is relatief makkelijk als je het doorgrond hebt, geobserveerd hebt, weet u, dat is relatief makkelijk. Maar deze diepgewortelde censor bevindt zich in de spelonken, in de kerkers van iemands wezen, in de grotten van iemands hart, enzovoort. Hoe wordt dat allemaal tevoorschijn gebracht? Ik weet niet of dit alles u interesseert.
47:19 V: Vraagt u nu of het mogelijk is het verleden voor eens en altijd af te sluiten?
47:23 K: Nee, niet echt. Die vraag is op dit moment niet relevant, als u het niet erg vindt. Dit is een probleem waarvan ik denk dat het iedereen moet raken. Ik kan... je kunt een oppervlakkige waarnemer zijn - oké? - Ik kan uw rode overhemd waarnemen, uw zilverkleurige - of zoiets - jurk, enzovoort, en het kunstje leren om niet te oordelen. Het is een truc. Maar in de diepere lagen, diep van binnen, is de censor aan het werk, waarvan je je helemaal niet bewust hoeft te zijn. En gewoonlijk neemt die censor de leiding op het moment van onaandachtigheid. Ik weet niet of u dit allemaal volgt. En het moment van onaandachtigheid is slaap. Zeg ik nu iets schokkends? Omdat deze censor dan dromen projecteert - weet u, en wat er nog meer plaatsvindt.
49:04 V: Kan dit ertoe leiden dat je in slaap kunt kunt zijn met je ogen open?
49:07 K: Wacht. Nee. Geen overhaaste conclusies trekken - u zult het ontdekken. Kijk wat er gebeurt. Ik onderzoek. We onderzoeken. Ik kan... je kunt gedurende de dag af en toe aandachtig zijn, oplettend, jezelf als een dier africhten om te kijken. Ik heb dit bij heel veel mensen gezien die naar dit alles hebben geluisterd en zeggen: 'Ik ga mezelf trainen om heel aandachtig te zijn en de hele dag enorm goed opletten.' Als ze dan gaan slapen neemt onaandachtigheid de leiding omdat gedurende de dag de aandacht zo geforceerd is. Ik weet niet of u... En zo wordt slaap een periode van onaandachtigheid. Accepteert u dit alles?
50:22 V: Het lijkt aannemelijk.
50:25 V: In de wakende staat...
50:27 De wakende staat is ook onaandachtigheid, maar dat sla ik nu even over.
50:33 V: Ik zou op geen enkele manier kunnen zeggen wanneer ik slaap...
50:36 K: De kwestie is dus, meneer, om de censor volledig bloot te leggen - volgt u mij? - de censor die verborgen is, de censor die het verleden is. Ik weet niet of u...
51:09 V: Heeft dat invloed op de slapende toestand?
51:13 K: U zult dat zien. Ga erop in, we zullen het ontdekken. Stel geen vragen omdat u en ik aan het onderzoeken zijn. Wat is dus de functie van slaap? Ik weet niet of u... Is het een periode van onaandachtigheid - als ik dat woord mag gebruiken zonder uw slaap te bederven - of is het een periode van echte aandacht? Ik weet niet of u...
51:59 V: Als er een censor is...

V: ... dan is het onaandachtigheid.
52:09 V: Zegt u nu dat aandacht net zo diepgeworteld moet zijn als de censor om te functioneren?
52:16 K: Nee, om - niet 'om', dat houdt een motief in - om te leven zonder enige vorm van controle, zonder weerstand, wat zonder geweld betekent, moet de censor beëindigd worden. En we vragen de censor, zo diep verborgen als hij is, hoe dat alles blootgelegd moet worden. Wat zegt u ervan? Ik weet het niet.
53:28 V: Je moet vanzelfsprekend de grenzen van je bewustzijn oprekken.
53:36 K: Nee, wacht. Nee, kijk wat je...
53:39 V: Omdat ik me op dit bepaalde moment maar bewust ben van zo'n klein deel van...
53:46 K: Hoe wordt deze aandacht dus verruimd, niet alleen horizontaal maar ook verticaal?
53:59 V: Juist. Dat bedoelde ik.
54:01 K: Ja, zowel verticaal als horizontaal.
54:04 V: Wat is het verschil tussen verticaal en horizontaal?
54:10 K: Weet u, neerwaarts...
54:13 V: Niet alleen het bereik van wat je ziet...
54:16 K: Ik bedoel, tenslotte is alle wetenschap horizontale kennis. Oké? Maar het verticale onderzoek - niet alleen omhoog maar ook neerwaarts. Begrijpt u mijn vraag? Ja? Je merkt op dat er een oppervlakkig bewustzijn bestaat met al zijn weerstand en censuur die aan het werk is, en tijdens die observatie is leren voor een groot deel oppervlakkig. Maar diep van binnen, kan die observatie doordringen in de verborgen spelonken?
55:42 V: Persoonlijk denk ik dat dat mogelijk is. Maar één van mijn manieren waarop ik dat doe gebeurt vreemd genoeg als ik droom en ik me bewust ben, terwijl ik droom, van het feit dat ik droom, en als mijn droom voorbij is kijk ik ernaar zoals naar een puzzel, en ik zet het geheel in elkaar, en heel vaak vind ik dan een geheime sleutel tot iets dat me verontrustte, dat duidelijk wordt in de droom en dan is het over, is het klaar - ik heb iets ontdekt.
56:22 K: Ja, u zegt dus, als ik mag interpreteren wat... als ik het goed begrijp: dromen helpen iemand om de censor tevoorschijn te halen, de censor te ontmaskeren. Oké?

V: Ja.
56:53 K: Waarom droom je eigenljk?
57:02 V: Misschien omdat ik niet mijn dagelijks leven leef zoals ik...
57:11 K: Omdat je dus niet je dagelijks leven leeft - niet u persoonlijk - ik bedoel het niet persoonlijk, als je gedurende de dag niet met aandacht leeft, dan worden 's nachts, als je slaapt, dromen een noodzaak. Oké? Ik betwijfel de... Ik zeg: 'Waarom zou ik eigenlijk dromen?' Niet: 'Ik moet dromen om iets te ontmaskeren...' Volgt u mij?

V: Ja.
58:00 K: En een sleutel vinden tot begrip door middel van dromen, en zodoende de geest - zie het belang - de hersencellen en de geest continu enorm actief houden, dag en nacht - volgt u mij? - de hele machinerie is constant in werking. Je vraagt je dus af of dromen eigenlijk wel noodzakelijk zijn en of er een manier is - ik bedoel niet een methode - om het verborgene te onthullen? We hebben analyse uitgesloten - het spijt me als er hier analytici aanwezig zijn, sorry, vergeef me - we hebben de analytici uitgesloten, de analyses, omdat we daarop al zijn ingegaan, dat hoeft niet meer - we zeiden dat analyse tijd inhoudt, de analyticus, het geanalyseerde - een fragment dat zich de autoriteit toeëigent, de analyticus, enzovoort - dat is dus afgedaan. Dat is klaar - het heeft voor mij persoonlijk geen betekenis. Hoe moet dit nu allemaal blootgelegd worden?
59:49 Ik weet niet of u hierin bent geïnteresseerd. Ikzelf ben enorm geïnteresseerd omdat, als de censor aan het werk is in de diepere lagen van iemands bewustzijn, en ik ben slechts... en de geest slijpt alleen maar de oppervlakte bij, dan heeft dat geen betekenis. Het heeft een oppervlakkige betekenis, maar het is totaal niet relevant. Hoe gebeurt dit? De diepe lagen, hun hele inhoud wordt blootgelegd zonder analyse, zonder zoeken. Zoeken houdt een zoeker in - zie wat een problemen dat oplevert - degene die zoekt moet herkennen. Oké? Vandaar dat herkenning betekent dat hij waarneemt vanuit het verleden en daarom zegt hij: 'Dit is juist' of 'Dit is goed, dit behoud ik, ik wil niet...' Ik weet niet of u dit alles volgt. Wat is uw antwoord? Nee?
1:02:54 V: Als je waarneemt lijkt het niet zo dat daar de censor aanwezig is. Als je waarneemt is het niet de persoon die kijkt.
1:03:12 K: Nee, mevrouw, u heeft onze vraag niet begrepen. In de kelder ligt een groot aantal dingen verborgen en ik heb oppervlakkig de bovenverdieping opgepoetst. Al die dingen liggen in de kelder - hoe kan ik erbij komen, om ze op te delven, het hele huis schoon te maken?
1:03:44 V: Doet de waarneming dat niet?
1:03:55 K: U bedoelt dat de handeling van waarnemen op zich dit alles onthult?

V: Ja.
1:04:05 K: Welnu, is dit uit eigen ervaring of veronderstelt u dit maar? Wees alstublieft voorzichtig.
1:04:11 V: Op dit ogenblik, nú waarnemen.

K: Nee, doe... Want, ziet u, we kunnen heel wat theorieën, veronderstellingen, gissingen bedenken en dat is niet goed. U zegt, nietwaar, dat de waarnemer, die het waargenomene en daarom geen censor is, als er - nee, een dergelijke waarneming is de factor van de onthulling van de hele inhoud van de kelder - bedoelt u dat?
1:04:48 V: Ik vraag het u.
1:04:49 V: Maar dat lijkt de verkeerde vraag te zijn, omdat het een feit is dat we niet waarnemen.
1:04:57 V: Nee, ik ben op dit moment aan het waarnemen. Ik weet niet of ik de hele kelder blootleg, maar ik kan alleen zeggen dat, als er dingen bovenkomen, ik dat kan zien gebeuren, ik kan weerstanden zien bovenkomen.
1:05:08 K: U begrijpt de betekenis van deze vraag...
1:05:14 V: Ja.
1:05:15 K: En die is - ik twijfel niet aan u - die is, dat wanneer er geen analyse is, of liever, als we de futiliteit ervan begrijpen of er de waarheid van inzien, en het tijdselement er zodoende uit is verdwenen, in die zin dat er tijd nodig is tussen de boven- en onderverdieping - volgt u? - er helemaal geen tijd is. Omdat als we het proces van analyse begrijpen je ook het proces van tijd begrijpt en zodoende tijd elimineert. Ik weet niet of u dat doet. Daarom stellen we: de waarneming moet vrij van tijd zijn. Oké? Het is dat ik overdag wakker ben, overdag gedeeltelijk wakker ben, en dat slaap, middels dromen, de inhoud van het onbewuste blootlegt. Daarom zijn beide noodzakelijk - volgt u dat? Daar is allemaal tijd bij betrokken. Ik heb geen tijd. Voor mij is tijd een gruwel! Logisch, omdat dat impliceert, tijd impliceert een interval tussen dit en dat. In dat interval gebeuren er heel veel andere dingen en stress, spanningen en gebeurtenissen die de koers verleggen.
1:07:31 V: Het houdt ook de zoektocht in, het zoeken.
1:07:34 K: De koers verleggen. Tijd is dus echt de meest verstorende kwestie. Als je je dus realiseert dat, besef hebt van het feit dat tijd een vervorming, een afleiding is, waar sta je dan? Wat is dan waarneming zonder tijd? Ik vraag me af of u dit alles begrijpt!
1:08:17 V: Als je volledig aandachtig bent, is er dan een kelder?
1:08:21 K: Dat is het punt, meneer. Wat betekent dus deze volledige aandacht?
1:08:32 V: Op die momenten dat ik niets verwacht ben ik volledig aandachtig.
1:08:36 K: Nee, ik wil geen momenten, ik wil... Ik ben niet geïnteresseerd in zo nu en dan te eten hebben. Het leven is veel te kort - ik wil genieten van de bergen en de bomen, het mooie van de mens - weet u, ik wil genieten en zolang dit alles niet helder is, is er geen vreugde in het leven. En vreugde is altijd nu, niet morgen of gisteren. Tijd is dus een factor die bijzonder destructief is. Bestaat er dus waarneming zonder tijd? Zie wat dit allemaal inhoudt. Tijd, waarneming zonder tijd, waarneming zonder de censor, waarneming zonder weerstand, zonder controle, zonder een motief, zonder een doel. Ik weet niet of... Wat betekent een dergelijke waarneming? Is het mogelijk? Of jagen we alleen maar een fantasie na, een droom, iets moois om na te streven, maar het is tevergeefs, het heeft geen betekenis. Men zegt, ziet u, dat je moet trainen, Train jezelf, oefen, kijk hoe je je teen beweegt, je vinger, je geest, je gedachten - begrijpt u? - kijk, neem de tijd, spendeer jaren! En tenslotte, wat dan? Wat heeft u aan het eind ervan bereikt? Dat u geen reactie vertoont bij het zien van Marilyn Monroe? Volgt u mij, meneer? Dat is wat ze willen bereiken - wat zo dwaas is - ik wil op dat alles niet ingaan. Nee, ik weet het niet, u kunt erom lachen, maar ziet u, meneer, alle monniken ter wereld hebben zichzelf zo getraind. Zij zien nooit de schoonheid van de aarde, de schoonheid van de boom, de schoonheid van een vrouw of een man - er is alleen maar het boek en hun idee van Jezus, of van verlossing en waarheid, het is alleen maar - volgt u mij? - een eindeloos durende innerlijke strijd, nooit een moment van schoonheid, overweldigende levensvreugde. Dus als ik serieus ben, dan moet ik dit onderzoeken - volgt u dat? - het is niet alleen maar een droom; het is zo of het is niet zo. Hetgeen betekent dat de geest eindeloos in conflict is - dat is zijn leefgebied. Als dat een realiteit is dan is dat oké, we accepteren het. Dat betekent dat geweld absoluut deel uitmaakt van het leven, van de mens, je hoeft het alleen maar te temmen, onder controle te houden, te vormen, gewelddadig zijn in een bepaalde richting, vreedzaam zijn - ik zeg dat het onmogelijk is op die manier te leven. Dus door te onderzoeken, niet theoretisch maar daadwerkelijk - experimenteren betekent het aan een test onderwerpen, het testen terwijl je verder gaat - een dusdanig gewaarzijn waarin de censor volkomen afwezig is met al zijn implicaties - hoe ontstaat dat? Niet morgen, het moet nu plaatsvinden. Als het morgen gebeurt heeft het geen betekenis, omdat wanneer het morgen plaatsvindt ik al tal van weerstanden opgebouwd heb, ik heb alles al vervormd. Ik heb een omweg genomen; en die brengt me op een dwaalspoor. Is dus uiteindelijk de geest zich bewust van dit alles? Bewust in de zin van zich bewust zijn van de waarheid van dit alles? Niet als een idee - de waarheid van benoemen, niet benoemen, de beschrijving is niet het beschrevene, het verlangen om te zoeken en de implicaties ervan, controle - weet u, zie daar de waarheid van in - de waarheid, niet het idee van de waarheid. Is dat wat we nu doen? Wat ons bij een andere kwestie brengt: wat is dan liefde? Is liefde een kwestie van tijd, van cultuur, iets wat plezier brengt en daardoor afhankelijkheid? Wat zegt u hierop, meneer? Of is gewaarzijn liefde? Is aandacht, het gevoel van totale - om het woord te gebruiken dat zo banaal, zo misbruikt is - liefde? Als er liefde is oefen je dan controle uit? Oh, ik moet niet op dit alles ingaan. Jawel, meneer, overdenk het. Kijk ernaar en u zult de meest buitengewone dingen zien gebeuren.
1:18:41 V: Wel, bij liefde zou ik denken dat er gewaarzijn moet zijn.
1:18:50 K: Nee, meneer, niet: 'Ik zou denken.' Wat is liefde?
1:18:56 V: Wel, ik zou graag verdergaan als ik mag.

K: Sorry.
1:19:01 V: Ik wilde naar voren brengen dat gewaarzijn geen liefde kan zijn omdat je je bewust kunt zijn van kwellingen en die zou je niet liefhebben.
1:19:24 K: Meneer, is liefde iets van het denken?
1:19:35 V: Ik denk het niet.
1:19:38 K: Nee - niet: 'Ik denk het niet' - Ik weet het niet.
1:19:41 V: Ik zal het anders zeggen.
1:19:53 K: Wat is genot? Wat is genot en liefde? Dit zijn gevaarlijke vragen - kunt u mij volgen, meneer? Nee, niet... Wat is de relatie tussen seks en liefde? Als genot geen liefde is - wees voorzichtig, ik zeg niet of het al dan niet zo is, we onderzoeken het - welke plaats heeft vreugde dan? Ik weet niet of u zich in dit alles heeft verdiept.
1:20:39 V: Het lijkt mij dat het afhangt van hoe je genot gebruikt, hoe je seks gebruikt.
1:20:46 K: Ah, Nee. Wie gebruikt het? In hemelsnaam... Gebruiken - wat bedoelt u met gebruiken?
1:20:52 V: Ik zal het anders zeggen. Met andere woorden, als seks alleen maar lust is of zoiets...
1:20:57 K: Meneer, zou u het probleem niet benaderen, het benaderen... door ontkenning op het positieve uitkomen? Dat is, wat is vreugde en genot? Wat is vreugde? Vreugde, meneer. Vreugde, betekent dat niet geen herinnering hebben aan vreugde? Oké? Vooruit, heren.
1:22:05 V: Ik denk dat het het gevoel is dat je krijgt als je volledige communicatie met iemand hebt...
1:22:09 K: Nee,meneer. Nee, niet... Als je je vreugde herinnert en geniet van die herinnering dan is het genot en daarom is het geen vreugde. Is liefde dus genot? In hemelsnaam, meneer, dit is zo'n immens serieus iets waar we mee spelen.
1:23:01 V: Genot is een dood ding. Per definitie is genot een herinnering.
1:23:09 K: Uiteraard.
1:23:11 V: Dat kan dan geen liefde zijn omdat liefde niet...
1:23:14 K: Wat is dus de relatie tussen - volg het voorzichtig, meneer- wat is de relatie tussen seks, vreugde, plezier, genot, herinnering - kunt u mij volgen?
1:23:32 V: Het lijkt mij dat genot liefde uitsluit omdat het relatie uitsluit, maar liefde kan seks inhouden, het kan...
1:23:43 K: Oh, daar weet ik allemaal niets van, meneer. Kijk naar de complexiteit hiervan. Zie allereerst hoe gecompliceerd deze vraag is. Ik bedoel dat door de eeuwen heen de mens in zijn zoektocht naar God, wat dat ook moge zijn, heeft gezegd: geen seks - volgt u dat? - om God te dienen moet je celibatair leven.
1:24:08 Volgt u mij?

V: Ik zie dat. Het lijkt me niet juist.
1:24:11 K: Zeg niet dat het niet juist lijkt of slecht is, ga erop in. Omdat men zei dat verlangen slecht is, moet verlangen gedood worden. Maar ze kunnen verlangen niet doden en daarom hechten zij belang aan het verlangen naar Jezus als verlosser - volgt u wat ik bedoel? - of sociale hervorming, of wat dan ook, zendelingswerk en het helpen van de heidenen, en dat allemaal. Totdat de geest deze hele kwestie van de waarnemer begrijpt, en dat allemaal, en ook het gevoel van vreugde, hetgeen niets te maken heeft met vermaak, vermaakt worden, of genoegen beleven aan het lezen van een gedicht, aan genot, seks, tederheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid - volgt u? - dat allemaal.
1:26:02 V: Meneer, ik begrijp niet helemaal waarom vreugde niets te maken heeft met het lezen van een gedicht en daar plezier aan beleven of...
1:26:14 K: Kijk, meneer, ergens plezier aan beleven betekent van iets afhankelijk zijn.
1:26:22 V: Maar je kunt toch van iets genieten.
1:26:24 K: Ah! Ik geniet van de zonsondergang omdat ik vreugdevol ben - hetgeen iets anders is - Sorry, ik ben...
1:26:32 V: Ja, ik begrijp het.
1:26:41 K: Als ik een probleem heb dat aan me knaagt, hoe kan ik dan naar die bergen kijken? Het spijt me, maar u zou allemaal hier moeten zitten en ik daar. Ziet u, waar we over praten is zo tegenstrijdig met alles. Ik weet niet... Ik bedoel, de priester, de katholieke priester komt in opstand tegen de Kerk nadat hij allerlei kwellingen heeft ondergaan en zegt: 'Ik wil dit niet meer' - het heeft geen betekenis. Dus, heren, dit is het. Ik weet niet hoeveel u met elkaar heeft gesproken. Is het tijd?

V: Bijna half zes.
1:28:44 K: Anderhalf uur - dat is genoeg.
1:28:47 V: Als ik het goed begrijp vraagt u niet wat de relatie zou moeten zijn tussen seks en liefde maar wat het in feite is, en ik zie niet dat daar een eenvoudig antwoord op is. Het is wat het is. Ik zie niet in hoe we kunnen zeggen dat het dit of dat is.
1:29:00 K: Nee, we kunnen dit niet in categorieën onderbrengen maar wat we kunnen doen is... Ik bedoel, omdat mensen met dit alles moeten omgaan, met de waarheid van dit alles, of de schoonheid van dit alles, moet je eindeloos onderzoeken. Volgt u wat ik bedoel?
1:29:37 V: Je moet dan beginnen met een bepaalde strategie.
1:29:40 K: Nee, nee. Op het moment dat je vreugde waarneemt, zeg je: 'Wat een vreemd fenomeen is dit' - plotseling voel je iets buitengewoons en je ziet het genot ervan - begrijpt u? - hoe genot het gevolg ervan is. Het is het denken dat die gebeurtenis voortbrengt als genot en het dan najaagt. Oh nee, dit vereist enorme aandacht - volgt u dat? - gadeslaan als een havik.
1:30:43 V: Vernietigt dit gadeslaan de diepliggende censor of bevrijdt het de geest alleen maar van de effecten van de censor?
1:30:51 K: Nee, in dit gadeslaan is helemaal geen censor. Dit gadeslaan impliceert de afwezigheid van de censor.
1:31:20 Ik denk dat we beter kunnen stoppen, vindt u niet?