Krishnamurti Subtitles home


NY71T1 - Bewust zijn van ons verleden
1ste openbare toespraak
New York, VS
17 april 1971



0:34 Krishnamurti: Is het lichtniet een beetje te fel? Ik kan u niet zien.
1:01 Ik weet niet precieswaar ik moet beginnen, want we hebbenzoveel problemen, en de problemen lijkentoe te nemen en wij mensen lijkenniet in staat om wat voor oplossingook te vinden. We hebben zoveel methodengeprobeerd, systemen, filosofieën, we hebben geprobeerdspirituele leiders te volgen, politieke leiders en we proberen altijdeen formule te vinden, een weg uit deze enormechaos en ellende.
2:11 Allereerst wil ik er als uhet niet erg vindt op wijzen dat we niet een of anderefilosofie aanbieden, tenzij filosofie waarheidsliefdebetekent, en waarheid is iets datniet beschreven kan worden, en wat beschreven wordt,is niet wat het is. En deze waarheidsliefdeis niet iets ver weg om te vatten na periodenvan training, als je een bepaald systeemhebt gevolgd of een bepaald geloof hebt aangenomen, maar veeleer de capaciteitom heel goed waar te nemen, zonder enige vertekening. Alleen dan is het mogelijkom te zien wat er feitelijk is, en 'wat is' is de waarheid,en daaraan te ontstijgen.
3:45 En dus gedurende deze viertoespraken, als ik mag, gaan we ons verdiepenin deze kwestie van waarnemen,leren, en feitelijk zienwat er is, en zien of onze geest en ons hartaan alle verwarring kan ontstijgen en de ellende en het gezwoeg, die we zelf hebbengecreëerd.
4:31 De meesten van u komen hiermet bepaalde verwachtingen, verlangen ernaar om gestimuleerdte worden of zoeken inspiratie, of willen een nieuwe methodeof nieuw systeem volgen, of omdat de spreker uitdat verre land komt, India, heeft u een paarromantische ideeën en hoopt u een sentimenteleoplossing voor uw problemen te vinden. En de spreker is geen Indiër, behalve dan wat betreftzijn paspoort. Hij heeft geen filosofie, hij doet niet aan watvoor propaganda ook, zet u niet aan aan tot accepteren,tegenspreken, instemmen of afkeuren. We gaan samen onderzoeken wat er eigenlijk gaande is,zowel uiterlijk als innerlijk. Dus we gaan dit samen delen. Samen delenis communicatie en we maken een hoopophef over communicatie. Om samen welk probleem danook te delen moeten we vrij zijnom te onderzoeken, vrij van elk vooroordeel,vrij van onze conditionering als Amerikaan, als katholiek,als protestant, als hindoe, als politicus of zakenman,als wetenschapper, wat dan ook, vrij om samen waar te nemen,samen te delen, samen de betekenis en de waardeervan te doorgronden. Dat is de betekenis vancommunicatie, delen. En als we dus samenop onderzoek uitgaan, moet zowel uw geest als die vande spreker vrij zijn om te kijken, niet te accepteren of weerleggen,maar van heel nabij waarnemen, als men kan de hele zaak, waarnemen zonderenige vervorming.
7:26 En onze geestis vervormd, want we leiden een verbrokkelddagelijks leven, we zijn katholiekenof zakenmannen of wetenschappers ofantropologen, politici, u weet wel, verdeeldheid,verdeeldheid, verdeeldheid, zowel uiterlijk als innerlijk,we zijn verbrokkelde mensen. En we kijken naar dit hele probleemvan het bestaan door één fragment, oftewel intellectueel of emotioneelof laten alles links liggen en accepteren de dingen zoalsze zijn en gaan verder. En we hopen dat op een of andere manierdoor tijd en voorvallen buiten ons, door politiek ingrijpen,door organisatie dingen normaal zullen worden,zinnig en gezond. Maar ik ben bang dat ze datnooit zullen worden, zowel niet dooreen perfecte organisatie, hoe fantastisch dan ook opbureaucratische wijze geregeld, als door oplossingendie wetenschappers aandragen, die zullen onze menselijke problemenoverduidelijk niet oplossen.
9:05 Of je nu in dit land woont ofin Europa, India of Azië, als mensen zijn onzeproblemen hetzelfde. Omdat ze hetzelfde zijn,kunnen we communiceren. Wat hetzelfde is kan besproken worden,kan samen gedeeld worden. Daarom moet u alle beeldenopzij schuiven die u heeft gevormdvan de spreker of uw specifieke beeldvan uzelf, zodat we samen kunnenwaarnemen, echt begrijpen, ons met hart en ziel kunnen wijden aande oplossing van de vele problemen.
9:59 En van het begin af aan moetenwe er heel duidelijk over zijn dat we niet een of andereoplossing aanbieden of u vertellen watu zou moeten doen, want dat benadruktautoriteit. En waar autoriteit is,moet angst zijn, competitie, imitatieen conformiteit, en dat alles verhindertonderzoek. En we moeten van heel nabijen met aarzeling de buitengewone problemen onderzoekendie we als mensen hebben, niet als wetenschappers,niet als politicus of zakenmanof als arbeider, maar als mensen.
11:14 Want we moeten volgensmij in onszelf een volledige revolutie tot standbrengen in de psyche zelf, in de structuur van ons eigen wezen. En iedereen praat tegenwoordigover revolutie buiten ons, fysieke revolutie, al je energie verzamelen omeen sociale revolutie te ontketenen. altijd denken in termenvan uiterlijke veranderingen, veranderingen inde omgeving.
12:02 Mevrouw, u komtaan de beurt zodra u vragen kunt stellenaan het einde van de toespraak, dus heb wat geduld.
12:21 Zaalwachter: Loop detrap op alstublieft.
12:29 K: Kan ik verdergaan?
12:31 P: Ja.
12:36 Z: Alstublieft, u kunt niet verdergaanvoordat zij opstaan.
12:44 K: Wat was dat?
12:53 P: Het is de zaalwachter, hij wilniet dat mensen op de grond zitten.
13:04 K: Weet u, dit is geen vermaak, spiritueel ofintellectueel. Dit is iets heel serieuswaarover we praten. En als u niet serieus bent, zie ik niet in waarom u daarzou moeten zitten en ik hier. Ik bedoel niet serieusmet een lang gezicht of alle eigenaardighedendie dat woord oproept. Serieus betekent wat het betekent:ernstig zijn, je aandacht geven,je hart, je vermogen om voor jezelfte ontdekken of er een oplossing is, een uitweg uit al deze gekte,dit geweld, deze wreedheid.
14:06 Madame, écoutez.
14:12 Dus zoals we zeiden:we hebben menselijke problemen en we praten altijd overeen revolutie buiten ons om zo de socialestructuur te veranderen, ofwel via geweld ofwel viavredelievende bedoelingen. Het probleem zit veel dieper danalleen sociale, uiterlijke verandering, hetzij in de ecologie, economie,hetzij in de sociale moraal, want de sociale moraalis immoreel. Dus het gaat ons omonze menselijke problemen, want wij zijn feitelijkde samenleving. De samenleving,de wereld zijn wij, want die hangt af van onze relaties,ons gedrag, onze angst en pleziertjes,onze wanhoop, en het verlangen naar psychologischeveiligheid en afhankelijkheid. Dus deze wereld zijn wijen wij zijn de wereld. En om een radicale revolutieteweeg te brengen in deze wereld moeten wij veranderen, niet alleen de omgeving.
16:05 En meer en meer boekenen filosofieën en politici, en ik ben bang ookwetenschappers, houden zich bezig metde buitenwereld veranderen. En blijkbaar houden maarheel weinig mensen zich bezig met de radicaleinnerlijke revolutie. Want als we niet veranderen,als we corrupt zijn, wat hebben we dan aaneen perfecte sociale structuur, we zullen die corrupt maken. Ik denk dat dat nogalvoor de hand ligt en logisch is.
16:53 En we zijn ertoe geneigddit te vergeten, want we denken:verander de omgeving zoals de communistenen anderen doen, verander de structuur, politiek, economisch,sociaal, en de mens zal zich danschikken naar de structuur, hij zal rechtvaardig worden, hij zal geweldloos worden, hij zal in vrede leven, al deze experimentenzijn al uitgeprobeerd, zowel met geweldals vredelievend. Maar de mens is blijkbaar zo geblevenals hij al duizenden jaren is: inhalig, afgunstig, agressief,wreed, egocentrisch, alle vormen van ellendeverspreidend in de wereld.
18:07 Dus de wereld, zowel de uiterlijke wereld als deinnerlijke wereld, is wat wij zijn, wij hebben die gemaakt. Er is geen scheiding tussenjou en de wereld, en de wereld enhet ik. Ik denk dat dat iets basaals isdat je volledig moet begrijpen, dat er geen individuen zijnen de gemeenschap, een samenleving, een wereld losvan ons, wij zijn de wereld. Als je jezelf onderzoekt,zul je zien dat wat je bent het resultaat isvan je cultuur of de omgeving die jijgecreëerd hebt, of je grootvaders, grootmoedershebben die gecreëerd. Je bent het resultaatvan het verleden. En zonder het heleverleden te veranderen, de hele structuurvan ons verleden, willen we de dingenbuiten ons veranderen, betere badkamers,naar de maan gaan, golfen, of een of andere lelijke vlagop de maan planten, en je denkt dat jetechnologisch enorm geavanceerd bent. Waarschijnlijk is dat zo, maar het zal onze ellende,onze conflicten niet oplossen, onze buitengewone sufheidvan geest, en het grote gebrek aan liefdeen compassie. Als we de realiteitzouden zien, niet als theorie, niet als iets denkbeeldigs,waarnaar we ons schikken, maar het werkelijke feitdat wij de wereld zijn, we zijn het resultaat vande cultuur waarin we leven en die cultuur diewe gecreëerd hebben.
20:29 We zijn het verleden. En om anders te leven,en we moeten anders leven, volkomen anders vangeest en hart, moeten we onszelf begrijpen, niet volgens een of anderefilosoof of psycholoog, maar zoals wefeitelijk zijn. En dus moetenwe waarnemen. Dus als we kunnen,niet in theoretische zin, niet intellectueelhet feit accepteren dat jij de wereld benten de wereld ben jij, wat je feitelijk bent. In je relatie met een andercreëer je de cultuur, je bent volstrekt, volledigverantwoordelijk voor de oorlogen, voor de ellende,voor de sociale ongerechtigheid, voor alles dat er om ons heengaande is, de chaos,het lijden. En blijkbaar zien wedat niet onder ogen, en dat zal onze moeilijkheid zijn. We zijn zo slim en geraffineerdaan onszelf ontsnapt via religie,via filosofie, via vermaak, of dat vermaaknu religieus is of voetbal of wat dan ook, we hebben een netwerk van vluchtwegenen we glippen daar zo snel doorheen. En omdat we vluchten,hebben we veel frustraties. En in die frustratie,die we bijna aanbidden, produceren we allerleisoorten literatuur, drama, kunst, en dat alles ontwart ons menselijk,dagelijks bestaan helemaal niet. En dat is waar het ons om gaat, waar het de spreker tenminsteom gaat, niet alleen dat we waarnemen water gebeurt in onszelf, maar ook dat wein onszelf, zowel in onze geest, in de structuurvan onze hersencellen, als in ons hart, een radicale, psychologischerevolutie voortbrengen, want dat is de enige revolutie,er is geen andere revolutie. Alleen een fysieke revolutieis zo ontzettend primitief, die schaadt, vernietigt mensen, zogenaamd om een goedesamenleving tot stand te brengen. Je doodt mensen om zo een goedesamenleving voort te brengen, de tegenstrijdigheid,de stompzinnigheid ervan. En we accepteren het, ofwel stilzwijgend,ofwel gewelddadig accepteren wedeze filosofie, dat we eerst uiterlijkmoeten veranderen, en dan zullen wij mensen onsnet als zoveel apen conformeren aan het patroon dat is vastgelegddoor de intellectuelen of de economen.
25:12 Dus ik denk allereerst, als ik dat steeds mag herhalen, dat je je zonder woordenmoet realiseren, niet theoretisch,maar feitelijk zien, zoals je het weetals je honger hebt, dat jij de wereld benten de wereld dat ben jij. Echt, als je dat inziet, dat is het prachtigste dateen mens kan overkomen, want dan word je volledig,uiterst verantwoordelijk, niet alleen in je gewone relaties, maar ook in je relatiemet de natuur, de vernietiging van de natuur,het doden van dieren.
26:20 Laatst was op de televisie te zienhoe jonge zeehondjes gedood werden en hun geschreeuw waste horen. En dit is christelijke wereld, liefdevol, vriendelijk,pratend over vrede en toch doden julliedeze arme schepsels, en trekken hun bont aan ofwat u dan ook doet met ze. En dit is de twintigste eeuw en u wordt verondersteldbeschaafd, intellectueel te zijn. Ik laat dit alles aan u over.
27:07 Dus als je beseftwat je werkelijk bent, en dat besefmoet waargenomen worden, je kunt niet iets beseffenwat niet zorgvuldig, van nabij is onderzocht. En om te kunnen onderzoeken moet er,zoals gezegd, geen vertekening zijn. En vertekening treedtonvermijdelijk op als er sprake isvan fragmentatie, als een deel van je,dat nog steeds een fragment is, goedpraat of veroordeeltwat je waarneemt. Als een deel van je alleandere fragmenten waarneemt, en dat deel eigent zich de autoriteittoe om de andere delen te corrigeren, dan houdt die autoriteitde fragmenten in stand. Dus is er tegenstrijdigheid tussen het ene fragment dat zichde autoriteit heeft toegeëigend om te rechtvaardigen,veroordelen, of te verklaren, rationaliseren. En zolang deze fragmentatiein ons werkzaam is en die is er, niet alleenop bewust niveau, maar ook diep inde uithoeken van ons wezen, deze fragmenten, fragmentatie, wat niet alleen het resultaat isvan de cultuur waarin we leven, de wereld vanspecialisaties, maar ook innerlijk,diepgaand, zijn we gefragmenteerdemensen. En als we de realiteit inziendat we de wereld zijn en dat de cultuur waarin we levende cultuur is die we hebben gecreëerd door onze activiteiten, ons handelen,ons denken, ons geloof, onze nationaliteiten enonze splitsingen van religies, als we dat zien, dan moeten we lerenhoe we moeten waarnemen. Want wat we zienis niet statisch, het is niet ietsdat gefixeerd is, een permanent, dood iets,het is een levend iets. En we nemen dat levende iets waar,wat jij bent, met alle tegenstrijdigheden,verwarring, schuld, misère, kwelling,lijden, het is allemaal iets levends. En we nemen dat levende ietswaar met ogen van het verleden. Ik weet niet of u dat zelfhebt waargenomen. Want we leven in het verleden, we praten dan wel overhet eeuwige heden of het nu, maar dat is meereen hypothetisch idee, naar voren gebracht dooreen of ander intellectueel persoon, maar eigenlijk leven we inhet verleden, we zijn het verleden. Dat is weer een feit. U bent christenen, hindoes, u bent het resultaat vanduizenden jaren propaganda.
31:25 Dank u, meneer. Dat is een goed idee.
31:50 Zoals we zeiden, zijn wehet resultaat van propaganda, we zijn het resultaat van wat onsis verteld vanaf onze kindertijd, dat we moeten geloven ofniet moeten geloven. Dus we moetenhet verleden begrijpen. Verleden, heden en toekomst zijnook vormen van fragmentatie. En we plannen, zoalsde wetenschappers doen, hoe de samenleving zal zijnover 2000 jaar. Niet 2000 jaar, over 40 jaar,50 jaar, 90 jaar, hoe die in de toekomst zal zijn. Zij hebben perfect ontworpenhoe de toekomst zal zijn, technologisch. En u weet donders goed datde toekomst is wat u nu bent. En wat u nu bent, is het resultaatvan wat u geweest bent. En zonder begrip vanwat u geweest bent en zonder radicale verandering van wat u geweest benten wat u bent, zal de tijd niks oplossen.
33:19 En dat is een van onzegrootste misleidingen, dat tijd, die een andere fragmentatie is, op miraculeuze wijze een buitengewoon menszal voortbrengen.
33:42 Uiterlijk mag je daneen langer leven hebben, u mag dan een betereriolering hebben, een schonere stad,onvervuilde lucht. U kunt al deze dingen opwetenschappelijke wijze produceren, en daar is tijd voor nodig, maar is er tijd nodig om deze immenseverandering tot stand te brengen, een volledige revolutiein onszelf? En we moeten onsin de vraag verdiepen, of tijd, denken,fragmentatie de menselijke geestooit zal veranderen, de geest diegeconditioneerd is, de hersencellen die het verledenvasthouden, het geheugen, de ervaring, en de kennis van duizend jaar. Je moet dit alles begrijpen, en om het te begrijpen moet jeje er echt op toeleggen.
35:23 Het is niet iets watje in een middag begrijpt als je niks beterste doen hebt en hier komt zitten in de hoopeven aangereikt te krijgen wat het leven precies inhoudt. Je moet je leven geven, je hart, je hele zijnom dit te begrijpen. Want het is jouw leven, en als we dat niet begrijpen, dan zal wat voor moeite dan ookom het nirvana, extase te bereiken, of het juiste gedraggeen enkele waarde hebben.
36:18 Dus dat is een vande eerste vragen, namelijk of de geest, die het resultaat isvan het verleden, die het resultaat is vanduizend jaar evolutie, bij de confrontatie meteen immense crisis, niet alleen de crisis in de wereldbuiten ons, maar ook in ons leven in onze relaties,in onze manier van leven, of hij accuraat op die crisiskan reageren. Niet gefragmenteerd,beetje bij beetje, maar volledig,compleet, zodat we zonder wat voorconflict ook kunnen leven, zonder wat voor gevechtdan ook in ons leven, vanaf dat we geboren wordentot we sterven, een voortdurend strijden,pijn, angst en wanhoop.
37:44 Dus we moeten onderzoeken,als u dat wilt, hoe onze geest werkt, oftewel denken, het vermogenvan intelligentie. Het intellect, dat iedereen blijkbaarzo vurig aanbidt, het intellect is instrumentvan onderzoek. Het intellect, oftewel de verzamelingkennis, ervaring, van duizend jaar zoeken naar een weg uitdeze ellende en verwarring, we denken dat dat intellecteen oplossing zal bieden, of de capaciteit heeft te onderzoekenen daaraan te ontstijgen. Wat wil zeggen dathet intellect kennis is, juist of verkeerd gebruikt. Het intellect is het vermogenom te bekritiseren, waar te nemen, te onderzoeken, rationaliseren,zowel zinnig als onzinnig, logisch of onlogisch, dat intellect is de capaciteitom objectief waar te nemen. Maar dat intellect is slechtsonderdeel van het geheel, nietwaar? We leven niet alleenmet ons intellect, we leven metonze gevoelens, met liefde, plezier, pijn. Dus als het intellectals toonbeeld van ons denken, ons leven in handen heeft, dan brengt het een grotetegenstrijdigheid voort in ons leven.
40:41 Ons leven is een totaleaangelegenheid, namelijk: de psychosomatischereacties, de reacties van het hart, de geest, en de geest die ietszoekt voorbij zichzelf. We zijn allendat totale menselijk wezen, niet alleen het intellectof sentiment, of de ontkenningvan het intellect terwijl we alleen maar leven ineen soort emotionele chaos.
41:29 Dus we moeten deze tegenstrijdigheidin onszelf begrijpen, die de tegenstrijdigheidvan de tijd is, gisteren, vandaag, morgen, het verleden, het hedenen de toekomst, tijd als een middel om duizendproblemen op te lossen, en de kennis die de mens heeftvergaard sinds duizend jaar, waarop hij zich verlaat,wat het verleden is. Welnu, dat is ons verleden,kennis is het verleden, er is geen kennisin het heden. Communiceren wemet elkaar?
42:39 P: Ja.
42:41 K: Ik ga dit niet steedsweer vragen, of we met elkaar communiceren, ik wil het slechts een keer doenen het dan vergeten. Als u niet met de sprekercommuniceert, en de spreker communiceertniet in de zin van samen de problemen delenwaarover we praten, het is aan u. De spreker zal het zo duidelijk,logisch mogelijk verwoorden, zo zinnig mogelijk en als dit u aanspreekt,dan spreekt u dit aan. En als u zich er niet in kunt vinden,dan niet. Want dit is geen propaganda en dat is de schoonheid ervan. Er is niets waar u van overtuigdmoet worden of waarin u moet geloven, of dat u als een nieuw stelideeën mee naar huis moet nemen. Ideeën zijn de kinderenvan onvruchtbare vrouwen. Ja meneer, u lacht, maar uleeft met ideeën. Voor u zijn ideeën de belangrijkstedingen in het leven, ideeën, die niet alleensamengevoegde woorden zijn, maar ideeën die gedachtenzijn, samengevoegd tot een idee, als een formule,een concept. Oftewel, kijk wat u doet,u leeft in het verleden, uw hele geest, uw kennis,uw hersencellen, uw beeld, alles is verleden en u leeftin de toekomst, een ideaal, een concept,een geloof in iets. Dus zie hoe de tijd,die verleden is, het verleden, hedenen de toekomst heeft verdeeld. En u gaat steedsrichting de toekomst, terwijl u probeerthet verleden te vergeten. Maar uw wortels,uw zijn, uw hele denkprocesis geworteld in het verleden. En zonder begrip van dezediepe wortels, die wijzelf zijn, probeert u een prachtige samenlevingin de toekomst te creëren.
45:50 U weet, laatst sprakenze over wat er zal gebeuren: de explosieve groeivan de technologie, hoe de technologie een nieuwesamenleving zal creëren. Die zal een nieuwe samenlevingcreëren, zonneklaar, maar wij mensen zijnwat we zijn geweest gedurende de afgelopentienduizend jaar, en als we niet veranderen, zullen wenog meer tegenstrijdigheden kennen, diepere pijn, en onze relatie met elkaarwordt verschrikkelijk.
46:38 We gaan dus samen naardeze vraag kijken, of de geest, die door de tijd heengeconditioneerd is geraakt, geconditioneerd door ervaring, geconditioneerd door de kennis diehij heeft verworven via die ervaring, geconditioneerd door de religiete geloven en niet te geloven, katholiek, protestant, en de ontelbare vertakkingenbinnen het protestantisme, de hindoe, de moslim, al die onzin die gaande is inde wereld, een poppenkast. We zijn geconditioneerd doorhet verleden, door propaganda, we zijn het resultaatvan al die dingen, bent u dat gewaar?
47:40 Dat is de eerste vraag: gewaar zijn van ons verleden,van onze conditionering. Het woord gewaarzijn betekentiets heel eenvoudigs, maak het nietingewikkeld. Ga niet naar Birma,treed niet in een klooster, spendeer je leven niet aan bestuderenvan wat het betekent gewaar te zijn. Beoefen gewaarzijn, dat is een van de slogans, een cliché,waarmee u onlangs hebt kennisgemaakt. Gewoon gewaar zijn, gewaarvan de kleur van die roos, gewaar van die mandie water heeft gebracht, gewaar van je buren, van de kleur,de afmetingen van de zaal, gewaar van dingendie om je heen gebeuren, de ellende,de vuiligheid, de armoede, de lelijkheid die de mensheeft gecreëerd, de wreedheid van de dingenom je heen, gewaar zijn,je ervan bewust zijn.
49:11 Nu begint de moeilijkheid. Je kunt gewaar zijn,dat is nogal eenvoudig, gewaar zijnvan je omgeving als je op straat looptmet de vuiligheid, u weet beter wat er gebeurtin New York City dan ik. Gewaar zijn. Welnu, wat gebeurt erals u gewaar bent? Luister hier alstublieft naar, het is heel eenvoudig,u kunt het gemakkelijk zelf doen. We delen dit samen, ik ben niet uw goeroe. Begrijpt u? Ik deel dit, daarom zijn wesamen op reis. Ik leid u niet. Godzijdank zijn julliegeen volgelingen van mij, want jullie zouden mij kapot makenen ik jullie. Er is geen leraar, u bent er alleen:de leraar en de leerling. Dus u wordt zowel de waarnemerals degene die leert. Dus in één ademtochtschuift u alle goeroes aan de kant, al het volgen, alle autoriteitin spirituele zin. Niet de autoriteitvan de politie, niet de autoriteitvan de wet, want om de wet te veranderen,de bestaande wet, moet je jezelf eerstveranderen. Wij willen de uiterlijkewetten veranderen, door u tot stand gekomen, door uw vooroordelen,door uw hebzucht, uw schraapzucht, door uw verlangennaar veiligheid, en u wilt deze wetten veranderenzonder uzelf te veranderen. U wilt vrede in de wereld, geen oorlogen,geen Vietnam meer, maar u heeft alleneen oorlog in uw hart en u bent bereidoorlogen te creëren.
51:55 Dus om gewaar te zijn,niet alleen van de dingen buiten ons, van de wolk, van de schoonheidvan een boom en de snelle vluchtvan een vogel, en het licht op het water, daar gewaar van te zijn is nogaleenvoudig, want het raakt je niet, omdat het iets buiten is,ver weg. Maar om je gewaar te zijn van jezelf,daar begint het moeilijk te worden. Als je gewaar bent van jezelfzoals je bent, dan zeg je: ik vind dat niet leuk,dat is lelijk, dat is mooi, dit hou ik, dat hou ik niet, je kiest,je rationaliseert, je keurt af of rechtvaardigt,vergelijkt. In die staat van vergelijken,rechtvaardigen, afkeuren, is je aandacht afgeleid,ben je niet meer gewaar, je bent het beeldgewaar dat je hebt overgebrachtvanuit het verleden, en via dat beeld kijk jenaar het heden, en daardoor is er een vertekening.Is dat duidelijk? Sorry, ik kan niet vragen of hetu duidelijk is, het hangt van u af.
53:30 Ik herhaal het nog een keerop een andere manier. Als je een boom of vogel waarneemtof het licht op een wolk, als je het echthebt waargenomen, heb je er onmiddellijkwoorden voor, je benoemt het:dat is een prachtige wolk. Je wilt er een gedicht over schrijven,als je daartoe geneigd bent, je wilt het aan iemandvertellen. De verbalisatie is een afleiding, want dan kijk je niet. De verbalisatie ishet beeld van de wolk die je gisteren hebt gezien, en dat beeld wordt geprojecteerdtussen u en de feitelijke wolk in. Daardoor kijkt u naar die wolkdoor het scherm van woorden, door het scherm van kennis, door het scherm vande herinneringen aan gisteren. Dus je bent eigenlijk nietdie wolk gewaar. Dus op dezelfde manier geldt: waarnemen wat zich innerlijk afspeelt, is gewaar zijn zonderde dynamiek van de keuze. Daar komt onze moeilijkheid, want als je waarneemt viahet beeld van het verleden, dan veroorzaak je verdeeldheidin je waarneming in de vorm van de waarnemer enhetgeen je waarneemt. Ik hoop dat u dit doetterwijl we praten. Oftewel: delen. Ga niet naar huis om het daarte overdenken, dan doet u het niet. U doet het feitelijkals u luistert. En dat is delen, dat isde schoonheid van delen, niet iets in je zak mee naarhuis nemen en er dan over praten. Oftewel, om gewaar te zijn, gewaar van wat er feitelijkgaande is in jezelf, niet volgens iemand, maar waarnemenin dit keuzeloos gewaarzijn wat er feitelijk is. Wat betekent dat de geestniet afkeurt, er geen naam aan geeft, maar slechts waarneemt. Oftewel: ik ben gewaardat ik gewelddadig ben, in allerlei vormen:seksueel, in mijn manier van praten,in mijn gebaren, in mijn houding ten opzichtevan het leven, gewelddadig,verdeeldheid zaaiend. En ook het geweld dathet resultaat is van mijn angst, ik ben mij gewaarvan mijn gewelddadigheid. Welnu, als ik daarvangewaar ben, dan zeg ik tegen mezelf:ik ben gewelddadig, of ik ben jaloersof ik ben hebberig. Als je er een naam aan geeftof ernaar kijkt via het woord, dan is dat woordhet verleden. En als je er dus naar kijktdoor de ogen van het verleden versterk je dat wat jegewelddadigheid noemt, want je relateert dat wat werkelijkgaande is aan het verleden, en het verleden is min of meerhet solide ding dat we hebben. Dus als we geweld, boosheideen naam geven, dan versterken we de kennis die wehebben vergaard over boosheid. Zodoende kijken we er nietopnieuw, fris naar, maar je kijkt ernaarmet de blik die vervormd isdoor het verleden. Zal ik doorgaan?
59:23 P: Ja.
59:30 K: Dus het verleden,als kennis bemoeit zich voortdurendmet het heden. U heeft mij beledigdof mij geprezen, dat laat een indrukachter op de geest. Dat is de kennis. En als ik u ontmoet, dan bentu ofwel mijn vriend ofwel mijn vijand, afhankelijk van de dingendie gebeurd zijn. Dus ik treed het levenaltijd tegemoet, deze buitengewone dynamiekvan het leven, met de kennisdie het verleden is. Kennis is het verleden. En toch is er kennis nodig. Anders kom je niet thuisvanaf hier, anders ben je niet in staattot herkenning van, mocht je dat willen,je man of vrouw. Ben je niet in staat te praten,lezen, niet in staat te werken, technologischof anderszins. Dus je moet overenorm veel kennis beschikken, en toch het gevaar ervan zien dat diezelfde kennisvoor verdeeldheid zorgt, zoals tussen de waarnemeren het waargenomene. Sorry dat ik steedswoorden verander, ik moet dat doen, ik kan nietsteeds de oude handel herhalen. Dat wil zeggen: we kijken naar een boom en bij het kijken naar die boomis er het beeld, de botanische kennisvan die boom, en die boommooi vinden of niet, of het profijt als jeeen houthakker bent, er is dan het beeldvan die boom. Dus het beeld is de verdelendefactor tussen jou en de boom, wat betekent dat er een afstandis tussen jou en de boom, zowel ruimtelijke afstandals afstand in tijd. Welnu, als er geen beeld is, dan kijk je op een heel anderemanier naar de boom, dan identificeer je jezelfniet met de boom, want je kunt geen boom worden,dat zou te absurd zijn, maar het ruimtelijk verschil, de afstand tussen jouen de boom verdwijnt en je ziet de boom zoals je nognooit eerder in je leven naar de boom hebt gekeken, de schoonheid van het blad,de ronding van de tak de lichtheid, de vorm,die worden buitengewoon vitaal.
1:03:18 Welnu, als je naar jezelf kijkt, niet alleen in de spiegelals je je haar kamt, maar ook als je naar jezelf kijkt,dan kijk je naar jezelf met de kennis die je hebtverzameld over jezelf. Het beeld dat je van jezelf hebt, ik moet dit zijn,ik moet dat niet zijn, ik zou zus,ik zou zo, ik zal iets anders zijnin de toekomst, de hele dynamiekvan het worden is voortvloeiselvan kennis. Uit die kennis komthet beeld van jezelf voort. En als je dus naar jezelf kijkt, kijk je door de ogen vanhet beeld dat het verleden is en daardoor kijkje niet echt. Welnu, gewaarzijn zonder keuzeis waarnemen zonder waarnemer, die het verleden is, de beeldmaker. Bene? Zal ik doorgaan?
1:04:51 P: Ja.
1:04:53 K: Luister hieralstublieft naar, want als je weet hoe te luisteren,dan heb je alles gedaan, je hoeft niets te doen, je hoeft geen moeite te doenom te luisteren, je hoeft geen moeite te doenom te veranderen. We gaan daar verder op inals we later nog tijd hebben, de noodzaak van veranderingen of het mogelijk is en hoe die tot standkan worden gebracht.
1:05:31 Maar luisteren. Ik denk dat we nooit luisteren, want als we luisterendenken we aan iets anders. Of we zeggen: ik vind het niet leukwat hij zegt, of we vergelijken wat hij zegtmet iets anders. Heb je ooit geluisterd naarje vrouw of man? Lach niet, alstublieft,het is tijdverspilling, doe dat niet. En het is tijdverspilling om teklappen, verspilling van uw energie, doe dat alstublieft niet. Als u beslist wilt klappen, doe dat als ik er niet ben, veel beter. Heeft u ooit geluisterd, echt geluisterd? Wat betekent dathet verleden afwezig is. Oftewel, het verleden van de vrouwdie heeft gezeurd, gesard, of de man die heeft gedomineerd,die macht heeft gezocht, et cetera, waar we nietverder op in hoeven te gaan, dat vreselijke verschijnsel, huwelijk,waarin al die dingen spelen. En luisteren zonderhet verleden. Dan breng je een relatie tot standdie volkomen anders is. Dan is je relatie er niet eentussen twee beelden, het beeld dat jij van je vrouw hebtof het beeld dat zij van jou heeft. De relatie is er nu eentussen twee beelden en zodoende is hethelemaal geen relatie. Ik weet niet of u zich heeft verdieptin de kwestie van relatie, want kijk wat er gebeurtin de wereld, je gaat naar kantoor, met alle problemenvan het kantoor, met je ambitie, de beledigingen die je verdraagtvan je baas, de angst, je bent gescheiden gedurendeik weet niet hoeveel uur van je vrouw of vriendin, en de vrouw en vriendinhebben hun eigen problemen, hun eigen ellende,hun eigen verwarring, hun eigen ambities,hun kleinzieligheid, hun slordigheid en noemhet allemaal maar op. En je komt thuis en je gaat met haar naar beden dat is je relatie. Je bent geïsoleerden zij is geïsoleerd, en je hoopt een soort contactte vinden in seks, wat je eenheid noemt -liefde voor mijn familie.
1:09:00 Welnu, dat allesmoet begrepen worden, want een andere samenlevingvoortbrengen betekent een andere relatietussen mensen, tussen u en uw vrouwen uw buren. En als uw relatie gebaseerd isop het verleden, op uw herinneringen,op de beledigingen, het gezeur, het verleden, de beeldendie u van een ander heeft gevormd, lelijk of mooi of gestoord,irrationeel, verwrongen, dan heeft u helemaalgeen relatie. En om hiervan gewaarte zijn, niet alleen af en toe, maar er gewaar van zijn, zodat je geen beeld vormt. Ik laat het u zo zien.Ik ga er verder op in. En heb je een beeld gevormd, hoe daarvrij van zijn en geen beeld vormen. Begrijpt u mijn vraag? Andiamo.
1:10:33 Neem een simpel feit: u geeft me een compliment. Die vleierij is prettig en die laat een indruk achterop de geest, op de hersencellen en er wordt onmiddellijkeen beeld gevormd, dat u mijn vriend bent,ik vind u aardig, want u hebt mij gecomplimenteerdof me een dienst bewezen. En je beledigt me:dat laat ook een indruk achter. En dat heeft de indruk achtergelatendat u niet mijn vriend bent. Dit is de waarheid,nietwaar? Dat dit feitelijk elke minuutvan de dag gaande is, ik vind jou leuk, ik vind jou niet leuk,jij bent mooi, jij niet, jij bent intelligent, dit is constantebeeldvorming. Welnu, als ik mijgevleid voel, op dat moment vollediggewaar zijn, zowel niet accepterenals niet afkeuren, maar gewoon kijken, kijkennaar wat mijn reacties zijn. Als je zo volledigaandachtig kijkt, dan is er geen vertekening,dan is er geen beeldvorming. U kunt dat nu doen zoals ik u vertel,u zult het ontdekken. Het is een heel eenvoudigfenomeen, maak het niet ingewikkeld. Aandachtig zijn,gewaarzijn op het moment vanbeledigen of vleien. Op dat momentis er geen keuze, zodoende is ergeen beeldvorming. Dan ontmoet je iemandelke keer onbevangen. Dat is echte onschuld. Dat woord onschuld betekent een geestdie niet gekwetst kan worden. Want de meeste mensen zijn gekwetstvan hun kindertijd af aan, door de moeder of vader,door de school, door de leraar, gekwetst,gekwetst, gekwetst. En deze gekwetstheden zijnverschillende vormen van kennis En we dragen ze bij onstot we sterven, dragen ze bij ons als herinneringen,die het verleden zijn. En de tijd zalze niet oplossen, de tijd zal zealleen maar sterker maken, maar als je je bewustbent van deze hele dynamiek van het verleden als beelden kennis, dan slaat je geest geen vandeze beledigingen op, geen van degekwetstheden. Daardoor ondergaatje relatie met een ander een radicale revolutie. Want we zijnverbonden met elkaar, of die persoon nuleeft in Vietnam of in India of in Europaof hier of in China, we zijn verbonden met elkaar,want we zijn mensen. En als we onszelf isolerenmet onze beelden van gekwetstheden, pijn,plezier, angsten, en de vreselijke competitieve,ambitieuze gedrevenheid, die zo wordt aangemoedigdin dit onfortuinlijke land, dan verworden relatiestot een kwelling, dan is je relatie niet het feitelijklevende mooie moment, maar het verleden. Dus je moet gewaar zijn van dezevolledige dynamiek van het verleden, niet alleen op bewust niveau,maar ook op dieper niveau.
1:16:01 Mag ik weten hoe laat het is?
1:16:04 P: Tien minuten.
1:16:09 K: Dit is een heelgecompliceerd probleem, want we levenin het verleden, met de kennis die we hebbenverzameld door de eeuwen heen. En diezelfde kennisvernietigt ons, want die kennis scheidt,verdeelt, die kennis verdeelt de moslimen de hindoe, de christen en de rest, de katholiek ende protestant, de verdeeldheidtussen nationaliteiten, het is allemaal gebaseerdop het verleden. En om dit te begrijpen, dit enormeprobleem van het verleden, moet je niet alleen, zoals we terloopsen nogal summier de kennis aan de oppervlakte hebbenonderzocht, maar er is ook het diepe, als ik het woord mag gebruiken datzo wijdverbreid is, onderbewuste, de kennis die diep in onswordt vastgehouden, je moet dat allesook begrijpen. Want je bent je ervan bewustdat kennis essentieel is, absoluut essentieel, anderskun je niets doen, maar je bent je er ookvan bewust dat kennis een factor van vertekening wordtin relaties. En relaties zijn het belangrijkstin het leven, anders kunnen weniet vredig leven, anders zullen we niet in staat zijnte weten wat liefde is. Dus om contact te hebben, niet tussen twee beelden,die uit het verleden komen, maar echt contact met elkaarhebben betekent geen centrum hebben, waarin de beeldvormingbestaat.
1:18:52 Welnu, ik ben bang dat het te laatis om ons te verdiepen in de vraag hoe we het onderbewustekunnen waarnemen, hoe we de gehele inhoud vanhet onderbewuste kunnen blootleggen, niet in analytische zin,maar blootleggen. Je moet je er heel, heelzorgvuldig in verdiepen. Misschien doen wedat morgenmiddag, maar niet nu. Dus we hebben nogeen paar minuten over, dus als u vragen zouwillen stellen.
1:19:30 Wilt u vragen stellen?
1:19:34 P: Ja.
1:19:36 K: Een momentje voor ume vragen stelt, ik wil graag iets zeggenover vragen stellen. Allereerst, waaromstelt u vragen? Niet dat u geen vragen zou moetenstellen, dat moet, elke soort vraag,betwijfel alles. Maar scepticismemoet u beteugelen, en weten wanneer u het uitof wanneer u zich inhoudt. En als u een vraag stelt, verwacht u dan dat de sprekerde vraag beantwoordt of stelt u de vraagaan uzelf zodat we diesamen kunnen beantwoorden? Want op hetzelfde momentdat u de vraag stelt, schuilt het antwoordin de vraag. En als we weten hoe we naar die vraagkunnen kijken, is het antwoord daar. Dus we moeten in ons achterhoofdhouden dat wanneer je vragen stelt, je niet alleen om het juisteantwoord moet vragen, wat niet betekent dat de sprekerje ervan wil weerhouden vragen te stellen, ook in het stellenvan de juiste vraag is diepgangachter die vraag, want de juiste vraagheeft een immense diepgang. En de vraag zonder diepgangis de verkeerde vraag, want die is heel oppervlakkig. Dus je moet alertzijn als je een vraag stelt. En terwijl je vragen stelt, geef jejezelf bloot aan jezelf. Als dat duidelijk is, vuur danuw vragen af, alstublieft.
1:21:40 V: Pardon, meneer. Zou iemand die niet echtvan zichzelf houdt moeten proberen anderente helpen van zichzelf te houden, of zou iedereen moeten probereneen ander te helpen?
1:21:54 K: Zou iedereen elkaarmoeten helpen. Ik vraag mij af wat u bedoeltmet iemand helpen. De dokter helpt u, als hij een goede dokter is, een goede diëtist, de wegwijzer laat je weten hoe jenaar een bepaalde plaats moet gaan, zij helpen allemaal,nietwaar? Maar als je aanneemt datje een ander kunt helpen, heb je al een bepaaldepositie ingenomen, en daardoor wordtdie positie gezaghebbend en daardoor vernietigje alle gevoel van bescheidenheid. Helpen is alsde geur van een bloem aan de kant van de weg,die is daar, het parfum, de kleur,de schoonheid, zijn stille bloei, die is daar, en als je eraanwilt ruiken, ruik dan, en zo niet, dan niet. En dat is helpen. Als je iets te geven hebt, geef zonder te wetendat je geeft. Nietwaar?
1:23:35 V: Jiddu, we zouden uwillen vragen, natuurlijk, u beschouwt zichzelf zekerals een heel groot man, maar wat is uw meningover Boeddha?
1:23:50 K: U beschouwt zichzelfals een groot man, natuurlijk, wat vindt u van de Boeddha. De Boeddha, die een religieus leraar wasin de 5e eeuw v.Chr. in India. Allereerst, ik beschouwmezelf helemaal niet als iemand die groot is of klein, en dat meen ik echt. En dit is een irrelevante vraag. Als je zegt: wat denk jeover de Boeddha, ik denk niet naover de Boeddha, want het denken betreedthet veld van het begrijpen niet. Het denken bestaat nietdaar waar liefde is. Als er liefde is en diegeestesgesteldheid waarin het denkenniet opereert, is er geen vergelijken.
1:25:19 V: Zouden we kunnenpraten over afleiding?
1:25:24 K: Zouden we kunnen pratenover afleiding.
1:25:27 V: Stel dat je naar iemandluistert en er is een geluid, en de twee geluidenconflicteren. Welnu, u zegt dat er geen sprakevan keuze zou moeten zijn, maar gaat de geest niettoch richting...
1:25:47 K: Ja, ik heb uw vraagbegrepen. Afleiding. Waarom noemt u hetafleiding? U wilt horenwat hij zegt, u luistert twee minutenof een minuut of een seconde, en dan dwaaltuw geest af. Waarom noemt uhet afleiding? Waarom vergelijkt u, zegt u dat u hiernaar wilt luisterenen daarnaar niet? Welnu, door te zeggendat het een afleiding is, verkeert u al in een conflict,nietwaar? Want ik wil luisteren naar jou,naar wat je vertelt, ik schenk mijn aandachteen paar minuten aan je. En mijn geest kan de aandacht erniet bijhouden en dwaalt af. Ik zou het geen afleiding noemen.Goed, mijn aandacht is afgedwaald, ik wil ontdekken waarom zijdie kant is opgegaan. Ik ben niet geïnteresseerd ingefixeerde aandacht, maar in aandacht, of de aandacht vanhet luisteren naar u of de aandacht dieme doet afdwalen. Ik heb aandacht voorwat afleiding wordt genoemd, die geen afleiding is. Als er aandacht is,is er geen afleiding. Begrijpt u het? Alleen de geest die nietvolledig aandachtig is, zo'n geest dwaalt af. En dan zeg je,nadat je afgedwaald was, dan zeg je: hoe kan ikweer aandachtig zijn? Dus er is een gevecht. Dus heb aandachtvoor wat er gezegd wordt en voor als de geestafdwaalt. De factor is:wees aandachtig, en dan heb je geen conflict. De grootste misdaad die iemand kanbegaan is ruzie hebben met zichzelf, want dat conflict uit zichin de wereld om je heen, als haat, afgunst, verveling,agressie, wreedheid, doden. En een manier van levenontdekken waarin geen enkelconflict heerst, is een volledig anderleven leiden. We zullen ons daar misschienmorgen in verdiepen.
1:29:04 V: Meneer, ik ben steedsheel erg bang, ik probeer mezelf onderogen te zien en wat u zegt: probeer meer ten vollete leven, maar ik merk dat het verledenaltijd tussenbeide komt bij mij en ik ben te bang om naar mezelfen mijn leven te kijken.
1:29:25 K: Ik ben bang dat ik de vraagniet heb begrepen. Heeft iemand de vraagbegrepen? Het denken komt tussenbeide,is dat het?
1:29:34 V: De angst maakt gedachten.
1:29:36 K: Angst, denken enangst komt tussenbeide. Weet u, deze twee dingen,zoals denken en angst, men moet zich daarheel grondig in verdiepen. Dat zullen we morgen doen,goed? Want het is niet ietsdat je gewoon kan zeggen: ach, weg met het denkenof weg met angst, dat zou te stom zijn, maar je moet deze helekwestie van angst begrijpen. Je moet je erin verdiepen, wat is denken,waarom is denken zo buitengewoon belangrijkgeworden in het leven? En welke plaatsheeft het denken? En dat kan niet in een paar minutenbediscussieerd of besproken worden. Kunnen we daar morgenover praten? Is dat goed? Ik denk dat we beterkunnen stoppen, nietwaar? Want ik geloof dat u de ruimtenodig had om half acht.