Krishnamurti Subtitles home


NY71T2 - Je bent wat je denkt
2e openbare toespraak
New York, VS
18 april 1971



0:25 Gisteren hebben we stilgestaan bij het belang van het omgaan met elkaar, hoe we steeds in het verleden leven, en om te onderzoeken of het überhaupt mogelijk is je manier van leven radicaal te veranderen.
1:04 We gaan ook samen de vraag onderzoeken, wat er verborgen is in het bewustzijn, de diepere lagen van de geest, wat meestal het onbewuste wordt genoemd, omdat we geïnteresseerd zijn in het teweegbrengen, zowel in onszelf als in de maatschappij, van een radicale revolutie. Een materiële revolutie, zoals tegenwoordig wereldwijd wordt bepleit, brengt geen fundamentele verandering in de mens teweeg.
2:12 Het is niettemin noodzakelijk dat in een corrupte maatschappij, zoals hier, in Europa, in India en overal, fundamentele veranderingen nodig zijn in de structuur van de maatschappij. En als de mens zelf corrupt blijft in zijn bezigheden, zal hij elke structuur naar zijn hand zetten, hoe perfect deze ook is. Daarom is het noodzakelijk, beslist essentieel, dat hij verandert.
3:01 En kan deze verandering plaatsvinden in de loop der tijd, via geleidelijk succes, via geleidelijke verandering, of vindt de verandering uitsluitend onmiddellijk plaats? Dat is wat we samen gaan onderzoeken.
3:37 Men beseft dat er een verandering in onszelf moet komen. Hoe gevoeliger, hoe bewuster en intelligenter iemand is, hoe meer hij zich bewust is van de noodzaak van een ingrijpende, duurzame, sterke verandering. En de inhoud van het bewustzijn ís het bewustzijn, die twee kun je niet scheiden. Wat erin is geprent, wat zich in het bewustzijn bevindt, vormt het bewustzijn. En om een verandering in het bewustzijn teweeg te brengen, in zowel in het bewuste als onbewuste deel, hangt dat af van een analyse? Hangt dat af van de tijd? Hangt dat af van de druk van de omgeving? Of zal de verandering plaatsvinden volledig onafhankelijk van enige druk, spanning of dwang?
5:24 Weet u, het gaat vrij moeilijk worden om op deze vraag in te gaan, want het is tamelijk complex, en ik hoop dat wij beiden in staat zijn om te delen wat er gezegd wordt. Ik weet niet precies waar ik dit vraagstuk mee zal beginnen, u wel? Weet u, tenzij u zich zeer serieus in deze zaak verdiept, u echt de moeite neemt, volkomen geïnteresseerd, met hartstocht, ben ik bang dat we niet ver kunnen komen. Ver, niet in de betekenis van tijd of ruimte, maar zeer diep binnenin onszelf. Men moet zeer gedreven zijn, en over veel energie beschikken, maar de meesten van ons verspillen hun energie in conflicten, en wanneer we dit hele vraagstuk van het bestaan onderzoeken, heb je energie nodig. Maar energie krijg je door de mogelijkheid van verandering. Als er geen verandering mogelijk is, zal de energie wegvloeien.
7:24 We denken dat we onmogelijk kunnen veranderen, we accepteren de dingen zoals ze zijn en raken daardoor tamelijk moedeloos, gedeprimeerd, en onzeker en verward. Het is echter mogelijk om radicaal te veranderen, en dat is wat we gaan onderzoeken. En als u niet precies volgt wat de spreker zegt, maar zijn woorden overweegt en ze gebruikt als een spiegel, u zichzelf observeert en onderzoekt, hartstochtelijk, met aandacht, met vitaliteit, en een grote hoeveelheid energie, dan kunnen we misschien het punt bereiken waarop het duidelijk zal zijn dat zonder enige vorm van inspanning, zonder enig motief, een radicale verandering plaatsvindt.
8:58 Zoals we gisteren zeiden, bestaat er niet alleen de oppervlakkige kennis over onszelf, maar is er ook een diep verborgen inhoud van ons bewustzijn. En hoe kun je dat onderzoeken? Hoe kun je de gehele inhoud daarvan blootleggen? Moet dat stukje bij beetje gebeuren, langzaam, geleidelijk, of kan het in zijn geheel worden onthuld, en onmiddellijk worden begrepen, waarbij aan het gehele analytische proces een einde komt?
10:04 We gaan nu eerst het vraagstuk analyse van dichterbij bekijken. Voor mij, voor de spreker, is analyse de ontkenning van handelen, handelen dat altijd in het heden plaatsvindt, het hier en nu. Handelen is niet: je hebt het gedaan of gaat het doen, maar je doet het. Analyse belemmert de dynamische activiteit in het heden, omdat er voor analyse tijd nodig is, een geleidelijk afpellen als het ware, laag na laag, het onderzoeken van elke laag, het analyseren van de inhoud van elke laag. En als de analyse niet perfect, niet af is of niet klopt, dan zal die analyse, omdat ze incompleet is, informatie achterlaten die niet volledig is. En de volgende analyse begint daar, waar het niet compleet was. Volgt u dit allemaal?
12:06 Kijk, ik onderzoek mezelf, analyseer mezelf, en als mijn analyse niet compleet is, niet klopt, dan wordt datgene wat ik heb geanalyseerd weer de kennis waarmee ik de volgende laag ga analyseren. En op die manier wordt in zo'n proces elke analyse incompleet, wat leidt tot meer verdeeldheid, en dus tot passiviteit. Zal ik verdergaan? En bij een analyse is er de analyseerder en het geanalyseerde, of de analyseerder nu een deskundige is, of, zoals u, een leek, er is sprake van dualiteit, de analyseerder die analyseert, iets analyseert waarvan hij denkt dat het iets anders is dan hijzelf. En de analyseerder, wat is hij? Hij is het verleden, hij is de verzamelde kennis van alles wat hij heeft geanalyseerd. En met die kennis, wat het verleden is, analyseert hij het heden.
14:05 Dus in dat proces is er tweestrijd, de strijd tussen zich aanpassen aan het geanalyseerde of dat geweld aan te doen. En in analyse bestaat er een heel proces van dromen. Ik weet niet of u hier zelf wel eens dieper op bent ingegaan, of dat u er misschien boeken van anderen over hebt gelezen, wat zeer betreurenswaardig is, omdat u dan louter herhaalt wat anderen hebben gezegd, hoe deskundig, hoe beroemd ze ook zijn. Maar als u al die boeken niet leest, - wat de spreker niet doet, omdat ze tamelijk saai zijn - dan moet u zelf op onderzoek uitgaan, dan wordt het veel interessanter, veel origineler, directer en echt.
15:30 In het proces van analyse, vindt u de wereld van de dromen; we accepteren dromen als noodzakelijk, omdat de deskundige heeft gezegd dat je moet dromen, omdat je anders gek wordt, en in zekere zin is dat ook zo. Maar wat zijn dromen? We gaan hier allemaal dieper op in, omdat we willen ontdekken, of het mogelijk is radicaal te veranderen. Als er zoveel verwarring is, zoveel ellende, zoveel haat in de wereld, en wreedheid, waar er geen medeleven is, moet men, als men tenminste serieus is, dit allemaal onderzoeken. En we onderzoeken niet louter om onszelf intellectueel te vermaken, maar echt om te ontdekken of het mogelijk is te veranderen. En als je begrijpt dat het mogelijk is om te veranderen, wie je ook bent, hoe lichtzinnig, hoe oppervlakkig, hoe na-aperig je ook bent, als je weet dat het mogelijk is om radicaal te veranderen, dan heb je ook de energie om te veranderen. Maar als je zegt dat het niet mogelijk is, dan wordt die energie verspild.
17:34 Dus we onderzoeken deze vraag, of een analyse überhaupt een radicale verandering kan voorbrengen, of dat het hier louter om intellectueel vermaak gaat, het vermijden van direct handelen? Zoals we eerder zeiden, betekent analyse het betreden van de wereld van de dromen. En wat zijn dromen? Hoe ontstaan deze dromen? Ik weet niet of u hier wel eens op bent ingegaan. Als u dat doet, zult u zien dat dromen de voortzetting zijn van ons dagelijks leven. Wat u gedurende de dag zoal doet, alle slechtheid, de corruptie, de haat en het kortstondige genoegen, de ambities, het schuldgevoel, enzovoort, dat wordt allemaal voortgezet in de wereld van de dromen, maar dan via symbolen, als beelden en voorstellingen. En deze beelden en voorstellingen moeten worden vertaald, dan komen alle poespas en onechtheid tevoorschijn.
19:58 Men vraagt zich nooit af waarom iemand überhaupt droomt. Men heeft dromen geaccepteerd als een noodzakelijk onderdeel van het leven. Nu vragen we onszelf af, als u wilt, samen met mij, waarom dromen we überhaupt? Is het mogelijk als je gaat slapen, om een geest te hebben die helemaal stil is? Omdat deze alleen in die toestand zichzelf vernieuwt, zich ontdoet van alle inhoud, zodat deze weer fris en jong wordt, helder, niet verward.
21:03 En als dromen de voortzetting zijn van ons dagelijks leven, van onze dagelijkse onrust, angst, het verlangen naar veiligheid, de gehechtheid, dan moeten er onvermijdelijk, dromen worden gevormd in de vorm van symbolen. Dat is duidelijk, nietwaar? Dus als men zich afvraagt waarom moet men überhaupt dromen, kunnen de hersencellen niet stil zijn, en alle drukte van de dag achter zich laten?
22:07 Om daar achter te komen, proefondervindelijk, zonder aan te nemen wat de spreker zegt, - en doe dat in hemelsnaam echt nooit alstublieft - omdat we samen uitwisselen, samen onderzoeken. Om ergens proefondervindelijk achter te komen, kun je het uittesten door overdag volledig gewaar te zijn, kijkend naar je gedachten, je drijfveren, je stem, de manier waarop je loopt en praat. Als je op die manier bewust bent, komen er zaken naar boven uit het onbewuste, uit de diepere lagen, omdat je die dan onthult, de verborgen drijfveren uitnodigt, angstgevoelens, en nog veel meer, en je de inhoud van het onbewuste naar de oppervlakte brengt. Dus wanneer je gaat slapen, zal je merken dat je geest, inclusief het brein, bijzonder stil is, het is echt aan het uitrusten omdat je, waar je overdag mee bezig bent geweest, hebt afgesloten.
24:01 Dat betekent - ik weet niet of u dat ooit wel eens hebt gedaan - dat u de balans van de dag opmaakt als u naar bed gaat, gaat liggen. Doet u dat nooit, de dag overzien, en de balans opmaken? Ik had dit niet moeten doen, ik had dat niet moeten doen, ik had het beter anders kunnen zeggen, ik had het liever niet gezegd. Dat betekent dat wanneer je de balans opmaakt van alles wat er overdag is gebeurd, je orde probeert aan te brengen, - besteed hier alstublieft enige aandacht aan - je probeert orde te scheppen voordat je gaat slapen. Maar als je geen orde aanbrengt voordat je gaan slapen, dan probeert het brein orde te scheppen terwijl je slaapt. Omdat het brein alleen perfect functioneert als er orde is, niet in wanorde. Het functioneert het meest efficiënt, als er volledige orde is, of die orde nu neurotisch of rationeel van aard is. Volgt u dit allemaal? Want bij neurose, bij onevenwichtigheid, is er toch orde, en het brein accepteert die orde.
26:10 En als u de balans opmaakt van alle gebeurtenissen gedurende de dag, voordat u gaat slapen, dan probeert u orde te scheppen, daarom hoeft het brein tijdens de slaap zelf geen orde te scheppen, dat heeft u overdag al gedaan. En als u elke minuut van de dag die orde aanbrengt, betekent het dat u zich bewust bent van alles wat er gebeurt, zowel uiterlijk als innerlijk. Volgt u dit? Met uiterlijk bedoel ik de wanorde om u heen, de wreedheid, de onverschilligheid, de harteloosheid, de smerigheid, de vuiligheid, de ruzies, de politici en hun bedrog, u weet het wel, het vindt allemaal plaats. En de relatie met uw man, uw vrouw, met je vriendin of vriend, dat alles gedurende de dag gewaar zijn, zonder het te corrigeren, het alleen maar waarnemen. Zodra u iets probeert te corrigeren, bent u bezig om wanorde te scheppen, maar als u louter daadwerkelijk observeert 'wat is', dan is 'wat is' de orde.
27:52 Als u echter het 'wat is' probeert te veranderen, dan ontstaat er wanorde, omdat u dan iets wil veranderen op grond van de kennis die u heeft vergaard. Die kennis is echter het verleden, en u probeert het 'wat is' te veranderen, wat niet het verleden is, op basis van wat u heeft geleerd. Daarom is er tegenspraak, daarom is er vertekening, daarom is er sprake van wanorde.
28:31 Ik hoop dat u net zo hard aan het werk bent als de spreker. Kan ik mijn jasje uitdoen?
29:02 Dus als u overdag gewaar bent van uw gedachtegangen, uw drijfveren, de schijnheiligheid, het met twee tongen spreken, het ene doen of zeggen, het andere denken. de misleiding, de maskers die je opzet, de vormen van misleiding die zo gemakkelijk voor de hand liggen, als men dat alles gedurende de dag gewaar is, hoeft u de balans helemaal niet op te maken als u gaat slapen, u brengt immers elke minuut orde aan. Dus als u dan gaat slapen, zult u merken dat uw hersencellen, die hebben geregistreerd, en die het verleden bevatten, volledig stil worden, en zult u uw nachtrust compleet anders ervaren. In die nachtrust, de geest - als we het woord geest gebruiken, bedoelen we ook het brein, het hele zenuwstelsel, de gemoedsbewegingen, de hele menselijke structuur is de geest. Als we dat woord gebruiken, bedoelen we al deze zaken, niet een ding afzonderlijk. Daarbij is ook inbegrepen het verstand, het hart, het hele zenuwstelsel. Wanneer u dus gaat slapen, is het analytische proces volledig tot stilstand gekomen. Als u dan wakker wordt, ziet u de dingen precies zoals ze zijn, niet uw interpretatie ervan, of de wens om ze te veranderen.
31:59 Dus analyse, wat de spreker betreft, verhindert het handelen. En handelen is absoluut essentieel, nu, om deze radicale verandering teweeg te brengen. Dus analyse is niet de oplossing. Neemt u alstublieft niet aan wat de spreker zegt, maar neem het zelf waar, leer ervan, niet van mij, maar leer door te kijken naar alles wat analyse inhoudt: tijd, de analyseerder en het geanalyseerde, de analyseerder ís het geanalyseerde, en elke analyse moet volledig zijn, anders wordt de volgende analyse ook vervormd. Dus het hele proces van analyse overziend, of het nu zelfreflectie of een verstandelijke analyse is, het is helemaal verkeerd. Dit is niet de oplossing. Het is misschien nodig voor diegenen die enigszins of erg onevenwichtig zijn, en misschien zijn de meesten van ons ook onevenwichtig. Kortom, dit is niet de oplossing.
33:56 Dus moeten we een manier vinden om de volledige inhoud van ons bewustzijn waar te nemen zonder de analyseerder. Volgt u dit? Weet u, het is erg leuk om hier dieper op in te gaan, omdat u dan totaal verwerpt wat men u eerder heeft verteld. Nee, lacht u alstublieft niet. Want dan staat u er alleen voor, dan onderzoekt u het voor uzelf. Het zal dan origineel zijn, werkelijk, echt, niet afhankelijk van welke professor, psycholoog of analyseerder dan ook, enzovoort, enzovoort.
35:01 Dus men moet een manier van observeren ontdekken zonder analyse. Ik ga daar dieper op in. Ik hoop dat u het niet erg vindt dat ik dit allemaal uiteenzet?
35:22 Het publiek: Nee.
35:24 K: Dit is geen groepstherapie. Dit is geen openbare belijdenis. Ook probeert de spreker u niet te analyseren of te veranderen of fantastische mensen van u te maken, dat zult u zelf moeten doen. En omdat de meesten van u tweede- of derdehands mensen zijn, zal het erg moeilijk gaan worden om alles weer ongedaan te maken, waar deskundigen onze hersens mee hebben opgezadeld, of dat nu religieuze of wetenschappelijke deskundigen zijn. We zullen er zelf achter moeten komen.
36:22 En als analyse niet de oplossing is, en dat is het niet, wat de spreker betreft, want hij heeft dit stap voor stap uitgelegd, hoe moet men dan de totale inhoud van het bewustzijn onderzoeken en waarnemen? En wat is de totale inhoud? Wat is de inhoud van het bewustzijn? Herhaal alstublieft niet wat iemand anders heeft gezegd. Wat is uw totale inhoud? Hebt u er ooit naar gekeken, heeft u er wel eens bij stilgestaan? Als u dat heeft gedaan. zijn het dan niet allerlei geregistreerde voorvallen, gebeurtenissen, aangename en onaangename, allerlei opvattingen, tradities, allerlei individuele herinneringen, inprentingen, en de raciale, familie-inprentingen, de cultuur waarin men is grootgebracht, dat alles is de inhoud, nietwaar? Geboren zijn in India als hindoe, brahmaan, enzovoort, met de bijbehorende tradities en bijgelovigheid, dogma's, opvattingen, al die cultuur van duizenden jaren is opgeslagen. En de voorvallen die elke dag plaatsvinden, de herinneringen, allerlei gevoelens van pijn, het verdriet, de voorvallen, de beledigingen, dat is allemaal geregistreerd. En de inhoud van dat alles is mijn bewustzijn, en uw bewustzijn. U als een katholiek, een protestant, woonachtig in deze westerse wereld, op jacht naar meer en meer en meer, de wereld van het grote genoegen, vermaak, rijkdom. het voortdurende lawaai van de televisie, de beelden, de wreedheid, dat bent u allemaal, dat is uw inhoud.
40:25 Hoe kan dat alles worden onthuld, en terwijl het wordt onthuld, moet dan elk voorval worden onderzocht, elke gebeurtenis, elke traditie, elke kwetsing, elk pijn, begrijpt u, één voor één, of kan het in z'n totaliteit worden bekeken? Volgt u dit allemaal? Als het stukje bij beetje moet worden onderzocht, één voor één, betreedt u de wereld van analyse, en daar komt geen eind aan, u zult al analyserend sterven, terwijl u degenen die analyseren enorm rijk maakt, als u daar genoegen in schept. Of kan er in z'n totaliteit naar gekeken worden?
41:40 We gaan onderzoeken hoe we naar de verschillende fragmenten kunnen kijken, die de inhoud vormen van het bewustzijn, in z'n geheel, niet analytisch. Communiceren wij met elkaar?
42:03 Publiek: Ja.
42:08 K: Dus we gaan onderzoeken hoe we kunnen gadeslaan zonder enige vorm van analyse. Nogmaals, we hebben naar alles gekeken, naar de boom, naar de wolk, naar uw vrouw of uw man, je vriendin of vriend, naar alles als een waarnemer en het waargenomene. Nietwaar? Geeft u hier alstublieft enige aandacht aan. U heeft uw boosheid waargenomen, uw hebzucht of uw jaloezie, wat het ook zij, als een waarnemer kijkend naar hebzucht. De waarnemer ís hebzucht, maar u heeft de waarnemer geïsoleerd, omdat uw geest gewend is aan het proces van analyseren, daarom kijkt u altijd naar de boom, naar de wolk, naar alles in het leven, als een waarnemer en dat wat wordt waargenomen. Heeft u dat wel eens opgemerkt? U kijkt naar uw vrouw via het beeld dat u van haar heeft. Dat beeld is de waarnemer, dat beeld is het verleden, dat beeld is ontstaan in de loop der tijd. En de waarnemer ís de tijd, ís het verleden, ís de verzamelde kennis van de diverse voorvallen en ongelukken en gebeurtenissen, ervaringen, enzovoort, die waarnemer is het verleden, en hij kijkt naar iets dat hij waarneemt, alsof hij er geen deel van uitmaakt, maar er los van staat.
44:42 Welnu, kunt u kijken zonder de waarnemer? Dat betekent, kunt u naar de boom kijken, - luister hier alstublieft naar - kunt u naar de boom kijken zonder het verleden als de waarnemer? Dat wil zeggen, als er een waarnemer is dan is ruimte tussen de waarnemer en wat hij waarneemt, de boom. Die ruimte is tijd, omdat er een afstand is. Die tijd is de eigenschap van de waarnemer, die het verleden is, die de verzamelde kennis is, die zegt, dat is een boom, of dat is het beeld van mijn vrouw. Welnu, kunt u waarnemen zonder de waarnemer?
46:10 Dat betekent, kunt u kijken, niet alleen naar de boom maar ook naar uw vrouw of uw man, zonder het beeld? Weet u, dit vereist enorme discipline. Ik zal u iets uitleggen, het volgende, discipline houdt meestal in: aanpassen, africhten, imitatie, conflict tussen het 'wat is' en wat het zou moeten zijn. Dus in discipline is er tweestrijd, onderdrukking, de baas zijn, de oefening van de wil enzovoort, dat houdt dat woord allemaal in. Maar dat woord betekent leren, niet aanpassen, niet onderdrukken, maar leren. En de kwaliteit van de geest die leert heeft zijn eigen orde, wat discipline is. We leren nu om waar te nemen zonder de waarnemer, zonder het verleden, zonder het beeld. Wanneer u op deze manier waarneemt 'wat is', het feitelijke 'wat is', is iets levends, niet een dood ding waar je naar kijkt, dat je kunt herkennen vanuit een voorbije gebeurtenis, vanuit de kennis uit het verleden.
48:33 Laten we het iets eenvoudiger maken. U zegt iets tegen mij wat mij kwetst en die kwetsuur, de pijn van die kwetsuur wordt geregistreerd. Die herinnering eraan duurt voort, en als die pijn ook voortduurt wordt die opnieuw geregistreerd. Dus de pijn is vanaf de kindertijd steeds sterker geworden. Tenzij je, als er pijn is, - u zegt iets tegen mij wat pijnlijk voor me is - het zo volledig waarneemt dat het niet wordt geregistreerd als een kwetsuur. Volgt u dit? Het moment waarop u het als een kwetsuur registreert, wordt die registratie herhaald, en wordt u voor de rest van uw leven gekwetst, omdat u de pijn opstapelt. Terwijl als u de pijn observeert, en de pijn zo compleet observeert zonder deze te registreren, u dan uw totale aandacht schenkt aan het moment van de pijn. Doet u dit alles?
50:50 Kijk, als u een stukje gaat wandelen, als u hier in deze straten loopt, zijn er allerlei geluiden, al het geschreeuw, de grofheid, de wreedheid, dit overspoeld worden door lawaai, dat is erg funest. Hoe gevoeliger u bent, hoe erger het wordt, het schaadt uw organisme. En u verzet zich tegen de pijn, daarom bouwt u een muur. En wanneer u een muur bouwt isoleert u zichzelf, en maakt u daarmee de isolatie weer sterker, waardoor u steeds meer gekwetst zal raken, terwijl als u dat lawaai observeert, aandacht schenkt aan dat lawaai, dan zult u merken dat uw organisme nooit gekwetst zal raken.
52:12 Alstublieft, als u dit ene radicale principe begrijpt, heeft u iets reusachtigs begrepen, dat, waar er een waarnemer is die zichzelf losmaakt van wat hij waarneemt, moet er sprake zijn van conflict. Doe wat u wilt, zolang er sprake is van een scheiding tussen de waarnemer en wat hij waarneemt, moet er sprake zijn van tweestrijd. Zolang er een scheiding bestaat. Zolang er een onderscheid bestaat tussen de moslim en de hindoe, moet er sprake zijn van conflict. Zolang er een onderscheid is tussen de katholiek en de protestant, moet er sprake zijn van conflict. Het kan zijn dat u elkaar tolereert, wat eigenlijk een intellectuele verhulling is van onverdraagzaamheid. Zolang er onderscheid bestaat tussen zwarte en witte mensen en de paarse en de blauwe en de gele en de zwarte, moet er conflict zijn.
53:28 Zolang er sprake is van onderscheid tussen u en uw vrouw, moet er sprake zijn van conflict. Dit onderscheid bestaat fundamenteel, wezenlijk, zolang er een waarnemer is die los staat van wat hij waarneemt. Zolang ik zeg, dat woede iets anders is dan ik, ik moet woede beheersen, ik moet woede veranderen, ik moet mijn gedachten beheersen, ik moet veranderen, dit doen, dat doen, dan is er onderscheid, daarom is er conflict. Conflict houdt in onderdrukking, aanpassing, imitatie, alles wat daarmee heeft te maken. Als u werkelijk de schoonheid hiervan inziet, dat de waarnemer het waargenomene ís, dan zijn die twee niet gescheiden, dan kunt u de totaliteit van het bewustzijn waarnemen zonder analyse. Dan ziet u de gehele inhoud ervan onmiddellijk.
55:14 Kortom, de waarnemer is de denker. En we hebben deze denker buitengewoon belangrijk gemaakt, nietwaar? We leven via het denken, we regelen alles via het denken, we plannen ons leven via het denken, ons handelen wordt gestuurd door het denken. En het denken wordt over de hele wereld vereerd als het meest buitengewoon belangrijke element, dat deel uitmaakt van het intellect.
56:26 En het denken - nogmaals, volg dit alstublieft enigszins - het denken heeft zichzelf geïsoleerd als de denker. De denker zegt, deze gedachten zijn niet goed, die zijn beter. Hij zegt, dit ideaal is beter dan dat ideaal, dit geloof is beter dan dat geloof. Dit alles is het product van het denken, waardoor het zichzelf apart heeft gezet, zich heeft afgesplitst als de denker, als degene die ervaart. Het denken heeft zichzelf verdeeld in het hogere zelf en het lagere zelf. In India noemen ze dit de Atman, het hogere, hier wordt het de ziel genoemd, of iets dergelijks, maar het is nog steeds het denken in actie. Dat is duidelijk, nietwaar? Dit is logisch, het is niet irrationeel.
57:43 Nu zal ik u het irrationele ervan laten zien. Ons leven, al onze boeken en al onze literatuur, dit alles is het denken. En onze relaties zijn gebaseerd op het denken, stel je dat eens voor. Mijn vrouw - ik heb er geen - mijn vrouw is het beeld dat ik heb gecreëerd via het denken. Dat denken is gevormd door al het gezeur, u weet wel, alles wat zich tussen man en vrouw afspeelt, het genoegen, de seks, de irritaties, anderen uitsluiten, alles wat er gaande is, al die verschillende gevoelens, die maar doorgaan. En ons denken is het resultaat van onze relatie. En wat is het denken? Als aan u gevraagd zou worden, wat is het denken? Herhaal alstublieft niet iemand anders, kom er zelf achter. Wat is het denken? Ongetwijfeld is het denken het resultaat van herinnering. Herinnering als kennis, herinnering als ervaring die zich heeft opgestapeld, opgeslagen in de hersencellen. Dus de hersencellen zelf zijn de elementen van het geheugen. Als u helemaal niet zou denken, zou u uw geheugen kwijt zijn, u zou uw eigen huis niet meer kunnen vinden.
1:00:26 Dus het denken is het resultaat van opeengestapeld geheugen zoals kennis, ervaring, of dat nu uw eigen, het geërfde of gemeenschappelijke geheugen is. Dus het denken is de reactie van het verleden, dat zich misschien een voorstelling van de toekomst maakt, maar het is nog steeds het verleden dat zich via het heden wijzigt in de vorm van de toekomst. Maar het is nog steeds het verleden. Oké? Zal ik doorgaan? Kortom, het denken is nooit vrij. Hoe zou dat mogelijk zijn? Het kan zich inbeelden wat vrijheid is, het kan een ideaalbeeld maken van wat vrijheid zou moeten zijn, een droombeeld van vrijheid creëren, maar het denken zelf is in wezen het verleden en daarom is het niet vrij en daarom is het altijd oud. Nietwaar? Alstublieft, het is niet de vraag of u het eens bent met de spreker - het is een feit. En het denken organiseert ons leven, gebaseerd op het verleden. En dat denken, gevormd in het verleden, maakt zich een voorstelling van morgen, en dus is er conflict.
1:02:43 Van daaruit ontstaat een vraag, die luidt, voor de meesten van ons, het denken heeft ons veel genot geschonken. Nietwaar? Genot is het leidende motief in ons leven. We zeggen niet dat dit verkeerd of goed is, we onderzoeken het. Genot is wat we het liefst willen - hier in deze wereld, in de spirituele wereld, in de wereld van de hemel, als u een hemel heeft - genot. Genot in al z'n gedaantes: religieus vermaak, naar de mis gaan, het hele circus dat zich uit naam van religie afspeelt, en het genot van elk gebeurtenis, of het nu een zonsondergang is, seksueel, of welk zintuigelijk genot dan ook, het wordt opgeslagen en overdacht. Nietwaar? Dus het denken als genot speelt een enorme rol in ons leven. Gisteren gebeurde er iets wat erg aangenaam was, een blije gebeurtenis, het werd geregistreerd, het denken bemoeit zich ermee, verwerkt het en blijft erover nadenken en wil dat het morgen wordt herhaald, seksueel of anderszins. En zo geeft het denken energie aan een gebeurtenis die voorbij is. Ik hoop dat u dit allemaal volgt.
1:05:16 En juist het proces van registratie is dus kennis, wat het verleden is. En het denken is het verleden. Dus het denken wordt als genot voortgezet. En zoals u hebt begrepen, is genot altijd in het verleden, of het ingebeelde genot van morgen wat nog steeds de in de toekomst gepro- jecteerde herinnering is - het verleden.
1:06:06 En wat u ook kunt gadeslaan dat waar er genot is en het streven naar genot, er ook voeding wordt gegeven aan angst. Is u dat wel eens opgevallen? Angst voor wat ik gisteren heb gedaan, angst voor de pijn die ik leed, lichamelijke pijn, vorige week. Erover nadenken houdt de pijn in stand. Aan die pijn komt geen eind. Als die voorbij is, is het over, maar ik zet het voort door erover na te denken, nietwaar?
1:07:10 Dus het denken houdt het genot in stand en geeft er voeding aan, zoals dat ook met angst gebeurt. Nietwaar? Het denken is hier verantwoordelijk voor. Ik had gisteren genot en ik wil dat dit morgen wordt herhaald. Ik heb iets gedaan, of ik leed pijn, lichamelijke pijn, en dat wil ik niet opnieuw beleven, het is te erg. Ik denk erover na. Angst, niet alleen voor het heden, maar ook voor de toekomst, angst voor de dood, angst voor het onbekende, o, er zijn zoveel angsten, angst om niet aan de verwachtingen te voldoen, angst dat er niet van je wordt gehouden, de wens dat er van je gehouden wordt, het hele mechanisme van het denken. Dus we hebben te maken met de rationaliteit van het denken en de irrationaliteit ervan. Begrijpt u dit?
1:08:33 Het denken moet getraind worden om dingen te kunnen doen, technologisch, op kantoor, als u aan het koken bent, als u de afwas doet, kennis moet goed worden toegepast. Dan hebben we te maken met redeneren, de logica van het denken in actie, in uitvoering. Maar aan de andere kant wordt het denken volslagen irrationeel wanneer het genot of angst in leven houdt. En toch zegt het denken, ik kan geen afscheid nemen van mijn genot, hoewel het denken weet, als het tenminste gevoelig is, waakzaam, dat pijn het gevolg is.
1:09:33 Dus is het zaak om je bewust te zijn van het hele mechanisme van het denken, de ingewikkelde, subtiele beweging van het denken. En dat is niet moeilijk. Het is helemaal niet moeilijk zodra u zegt, ik moet een manier van leven zien te vinden die totaal anders is, een levenswijze waarin geen conflict bestaat. Als u dat werkelijk wenst, zoals uw verlangen naar genot, als dat uw volhardende, hartstochtelijke wens is, om een leven te leven, zowel innerlijk als uiterlijk, waarin er geen enkel conflict bestaat, dan zult u de mogelijkheid ervan inzien. Omdat we duidelijk hebben gemaakt dat strijd alleen bestaat als er een scheiding is. tussen het 'ik' en het 'niet ik', als ik een hindoe ben en u een christen, een communist, een socialist, begrijpt u, de kakafonie die maar doorgaat in deze wereld. Als u dat dan inziet, niet woordelijk of verstandelijk omdat dat geen 'zien' is, maar als u zich daadwerkelijk realiseert dat er geen scheiding is tussen de waarnemer en het waargenomene, tussen de denker en het denken, dat begrijp u, neemt u daadwerkelijk waar 'wat is'. En als u dan daadwerkelijk het 'wat is' begrijpt, bent u al verder gegaan, u blijft niet bij het 'wat is'. U blijft alleen bij het 'wat is' als de waarnemer verschilt met het 'wat is'. Snapt u dit? Een ogenblik, meneer. Ik weet niet hoe laat het is, we vragen het.
1:12:21 Maar begrijp dit goed. Het is tamelijk complex, maar toch ook vrij eenvoudig.
1:12:27 Vrager: Kunt u het laatste gedeelte herhalen?
1:12:32 K: Kan ik het laatste gedeelte herhalen. Ik weet niet meer wat ik heb gezegd. Lacht u alstublieft niet. Ik doe niet alsof. Ik ben echt vergeten wat ik heb gezegd. Ik zal het op een andere manier herhalen. Ik zal het anders zeggen. We hebben het leven verdeeld in het 'ik' en het 'niet ik', wij en zij, geografisch, nationaal, religieus, afkomst, verdeeldheid. Deze verdeeldheid vindt onvermijdelijk plaats, primair, zolang er een waarnemer is die verschilt van wat hij waarneemt. Als ik naar mezelf kijk als een waarnemer die verschilt van wat ik waarneem, dan wil ik het 'wat is' veranderen, ik wil het onderdrukken, ik wil er vanaf komen, het aanpassen aan wat het volgens mij zou moeten zijn, tot het ideaal van wat ik er als waarnemer van heb gemaakt. Welnu, als ik dat doe is er strijd, maar om het 'wat is' echt waar te nemen, zonder de waarnemer, die het verleden is, wat tijd inhoudt, dat allemaal, als je op deze manier echt het 'wat is' waarneemt, dan heeft het 'wat is' een enorme verandering ondergaan, omdat het 'wat is' niet meer is wat je dacht dat het was, het is iets totaal nieuws. Ik zal het u straks laten zien. Moet ik voorbeelden geven? Ik ben niet goed in voorbeelden. U begrijpt dit, nietwaar? Begrijpen we elkaar?
1:14:54 Vrager: Mag ik een vraag stellen?
1:14:57 K: Laat het me dit afmaken en dan kunt u de vraag stellen. Ik weet niet hoe laat het is. Waar we vanavond over gesproken hebben, is zeer eenvoudig, hoe we in onszelf elke vorm van conflict uit de weg kunnen ruimen. Alleen dan weet u wat liefde is, en dit kan alleen plaatsvinden wanneer u de gehele inhoud van uzelf kunt waarnemen, op een niet-analytische manier. Analyse komt tevoorschijn zodra er een waarnemer is, een denker die analyseert. Maar de denker, de analyseerder, de waarnemer, ís het geanalyseerde, ís dat wat hij gaat analyseren, ís het denken. Dus als er een volledig einde komt aan de scheiding tussen de waarnemer en het waargenomene, dan is het 'wat is' niet langer het 'wat is', u bent daaraan voorbij gegaan, de geest is verder gegaan. Nu, gaat u verder, wat is uw vraag? Wat was de vraag?
1:16:33 Vrager: Ik geloof dat ik begrijp wat u zegt over de scheiding tussen de waarnemer en het waargenomene. Ik vroeg me af, wat ik moet doen als ik 's morgens opsta, me realiserend dat ik waarneem, en er een object is dat ik waarneem - ik ben de waarnemer en daar is het object dat ik waarneem - wat doe ik dan om dit te veranderen? In wezen begrijp ik wat u zegt maar ik weet niet wat te doen.
1:17:02 K: Ik begrijp de vraag, is dit wat u zegt: ik word 's morgens wakker, vermoeid, uitgeput - ik weet niet waarom u lacht - lui, en ik neem waar. En ik wil niet opstaan om steeds weer hetzelfde te doen. Wat moet ik doen? Is dat de vraag?
1:17:39 V: Dat is niet precies hoe ik me per se voel als ik 's morgens wakker word. Ik zie de scheiding tussen het willen waarnemen van een object en toch geïdentificeerd zijn met de situatie. Ik weet niet hoe, ik begrijp niet hoe ik dit fenomeen van waarnemer en wat hij waarneemt kan veranderen. Kan ik dat wel veranderen? Ik kan het niet gewoon met u eens zijn en zeggen 'ja dit is waar'. Ik moet hoe dan ook iets doen.
1:18:12 K: Dat klopt. Dat is zo. Er is helemaal geen sprake van identificatie. Als je je identificeert met wat je waarneemt is het nog steeds een gedachtegang, nietwaar?
1:18:28 V: Precies. Hoe kom ik daar uit?
1:18:32 K: Ik zal het je laten zien. Je komt er niet uit. Ik zal het je zo laten zien. Meneer, begrijpt u de waarheid dat de waarnemer ís wat hij waarneemt? De waarheid ervan, het feit, de logica ervan. Begrijpt u dat, de waarheid ervan, of niet?
1:19:15 V: Het is alleen maar een opmerking die bij me bovenkomt. De waarheid bestaat niet.
1:19:24 K: het feit bestaat niet?
1:19:26 V: Nee, er komt een opmerking boven. Een opmerking van akkoord ontstaat.
1:19:30 K: Wees het er niet mee eens. U ziet het feit, nietwaar? Wees het er alstublieft niet mee eens of oneens, dit is een zeer serieuze aangelegenheid. Ik zou over meditatie willen spreken, maar niet nu. Dat omvat dit overigens. Wacht nog even, laat me dit afmaken. Begrijp het belang hiervan. De waarheid is dat ik de woede bén, niet dat ik verschil van woede, dat is de waarheid, nietwaar? Dat is een feit, nietwaar? Ik bén de woede, niet 'ik' gescheiden van de woede. Als ik jaloers ben, ben 'ik' jaloers, niet dat ik verschil van de jaloezie. Ik maak mezelf los van de jaloezie, omdat ik iets aan de jaloezie wil doen, vasthouden of er vanaf komen of het rationaliseren, of er genoeg van krijgen, wat dan ook. Maar het feit is, dat het 'ik' jaloers is. Dat is een feit, nietwaar?
1:21:07 Hoe moet ik dan handelen als ik jaloers ben, als het 'ik' jaloezie is? Hiervoor dacht ik dat ik kon handelen toen ik mezelf had geïsoleerd van jaloezie, dacht ik dat er iets aan kon doen, het onderdrukken, het rationaliseren, of ervan weglopen, van alles doen. Ik dacht dat ik goed bezig was. Maar nu voel ik dat ik helemaal niets doe. Ik bedoel, als ik zeg, ik ben jaloezie, ik voel dat ik niet kan bewegen. Klopt dat? Ik zal het u laten zien. Kijk naar de twee vormen van activiteit, de handeling die plaatsvindt als je verschilt van jaloezie, wat het niet beëindigen van jaloezie is. Je kunt ervan weglopen, je kunt het onderdrukken, je kunt er bovenuit stijgen, je kunt eraan ontsnappen, enzovoort, maar het zal terugkomen, het zal er altijd zijn, omdat er een scheiding is tussen jou en jaloezie. Welnu, er is een totaal andere manier van actie waar er geen scheiding is, omdat dan de waarnemer is wat hij waarneemt, hij kan daar helemaal niets aan doen. Hiervoor was hij in staat om er iets aan te doen, nu is hij met stomheid geslagen, hij is gefrustreerd, hij kan helemaal niets doen, nietwaar? Als de waarnemer ís wat hij waarneemt, dan is er geen sprake van, ik kan er niets aan doen. Hij is wat hij is. Hij is jaloezie. Welnu, als hij jaloezie is, wat gebeurt er dan? Zegt u het maar, meneer.
1:23:59 V: Hij begrijpt iets.
1:24:01 K: Kijk ernaar. Kijk er even naar, neem de tijd ervoor. Als ik me realiseer dat ik verschil van mijn jaloezie, dan heb ik het idee dat ik er iets aan kan doen. En in dat 'doen' is conflict. Daarentegen, als ik me de waarheid ervan realiseer, dat het 'ik' de jaloezie is, de waarnemers is wat hij waarneemt, wat gebeurt er dan?
1:24:41 V: Dan is er geen conflict.
1:24:44 K: Wat vindt er dan plaats? Aan het element van conflict komt een einde, nietwaar? Het element van conflict houdt op te bestaan. Zo is er strijd, zo is er geen strijd. Dus conflict is jaloezie. Begrijpt u het? Kijk gewoon naar wat ik heb gezegd. Neem er de tijd voor. Waarom applaudisseert u?
1:25:25 V: Mag ik een vraag stellen?
1:25:27 K: Wacht nog even alstublieft. Er was strijd, en strijd was onderdeel van mijn leven. Ik heb met conflict geleefd vanaf het moment dat ik geboren ben totdat ik doodga, ik ken niets anders dan conflict. Dus als de waarnemer is wat hij waarneemt, de denker het denken is, dan is er geen conflict. Als er geen conflict is is er geen jaloezie. Jaloezie is conflict, nietwaar?
1:26:11 V: In zekere zin, ja.
1:26:15 V: Mag ik een vraag stellen?
1:26:17 K: begrijpt u dit?

V: Ja.
1:26:21 K: Er is dus sprake geweest van een complete activiteit, een activiteit waarin helemaal geen inspanning heeft plaatsgevonden, daarom is die actie compleet, totaal, deze komt nooit meer terug.
1:26:42 V: Mag ik een vraag stellen?

K: Ja.
1:26:51 K: Wat wilt u vragen?
1:26:55 V: U zei dat analyse het dodelijke instrument van het denken of het bewustzijn is. Ik ben dat volkomen met u eens, en u stond op het punt te zeggen dat u het idee zou uitwerken dat er delen in het brein zijn, of gedachten of bewustzijnsdelen die anti-analytisch zouden zijn. Ik zou dankbaar zijn als u deze gedachte zou uitwerken.
1:27:23 K: Waarvan?
1:27:26 V: U vertelde dat de delen geen enkele strijd of worsteling zouden veroorzaken. Zij zouden anti-analytisch zijn...
1:27:39 K: U bent iets aan het herhalen. Wat is uw vraag?
1:27:43 V: Ik vraag alleen om door te gaan met wat u bedoelt met fragmenten die anti-analytisch zijn. Dank u.
1:27:56 K: Dat heb ik zojuist uitgelegd. Er moet sprake zijn van versnippering als de waarnemer en het waargenomene twee aparte zaken zijn. Dat heb ik uitgelegd. Nietwaar? Kijk, dit is geen discussie. Er is niets om uit te werken. Ik ben er vrij diep op ingegaan. We kunnen hier wel nog meer tijd aan besteden omdat hoe dieper je er op ingaat, hoe meer je tegenkomt. We hebben ons leven in veel stukken opgedeeld, nietwaar. De wetenschapper, de zakenman, de kunstenaar, de huisvrouw, ga zo maar door. Wat ligt er aan deze verbrokkeling ten grondslag, wat is de oorsprong van deze verbrokkeling? De oorsprong van deze verbrokkeling is de waarnemer en het waargenomene. Hij maakt er stukken van, hij verbrokkelt zijn leven. Ik ben een hindoe, en u bent een katholiek, Ik ben communist, u bent burgerlijk, dus voortdurend is er sprake van verdeeldheid. En ik zeg, waarom bestaat deze verdeeldheid? Wat veroorzaakt deze verdeeldheid? Niet alleen de uiterlijke, economische, sociale structuur, maar veel dieper, wat veroorzaakt deze verdeeldheid? Deze scheiding is voortgebracht, deze verbrokkeling, het 'ik' en het 'niet ik', het 'ik' dat superieur wil zijn, beroemder, ambitieuzer, geweldiger, beter, en het 'jij', dat daarvan verschilt. Dus het 'ik' is de waarnemer, het 'ik' is het verleden, die het heden verdeelt in het verleden en de toekomst. Dus zolang er de waarnemer is, degene die ervaart, de denker, moet er verdeeldheid zijn. We hebben samen uiteengezet dat wanneer er verdeeldheid is is er jaloezie, conflict met jaloezie, en zo bleef het conflict in jaloezie voortbestaan. Als de waarnemer het waargenomene is, houdt het conflict op, en daarom houdt jaloezie op, omdat jaloezie het conflict is, jaloezie is conflict, nietwaar?
1:31:06 V: Behoort jaloezie niet tot de menselijke natuur?
1:31:15 K: Is jaloezie de menselijke natuur. Behoort geweld tot de menselijke natuur? Hoort hebzucht bij de menselijke natuur?
1:31:24 V: Ik wil u eigenlijk een andere vraag stellen, als dat goed is. Ben ik goed of slecht, op grond van wat u ons heeft verteld, kortweg gezegd "zoals je denkt, zo ben je in je hart". ("James Allen, 1902, vert.) Dus bestudeer je gedachten en leer van je ervaringen.
1:31:49 K: Wat? Ik heb niet helemaal begrepen wat u zei. Wat was de vraag?
1:32:15 V: Zoals je denkt, zo ben je in je hart. We zouden onze gedachten moeten bestuderen, nietwaar, en van onze opgedane ervaringen leren?
1:32:25 K: Dat is precies wat ik bedoelde: wat je denkt, ben je zelf. Dat heb ik uitgelegd. Zoals je denkt, wat je denkt, dat ben je zelf. Wat je denkt - dat je beter bent dan iemand anders, dat je minderwaardig bent in vergelijking met een ander, dat je perfect bent, dat je niet mooi bent, dat je boos bent, - wat je denkt, ben je zelf. Dat is eenvoudig zo, nietwaar? En totdat je ontdekt of het mogelijk is om een leven te leiden waarbij het denken een nuttige functie heeft, en waarbij het denken onzinnig wordt. Daar zullen we morgen op ingaan. Nee, volgend weekend.
1:33:27 V: Om door te gaan op het spoor van de jaloezie, als de jaloezie 'ik' is, en 'ik' ben de jaloezie, houdt de strijd op omdat ik weet dat het de jaloezie is, dan verdwijnt het. Maar als ik luister naar de geluiden op straat en het 'ik' zijn de geluiden en de geluiden zijn het 'ik', hoe kan de strijd dan stoppen als dat lawaai alsmaar doorgaat?
1:33:53 K: Het is betrekkelijk eenvoudig. De vraag is: ik loop op straat en het lawaai is verschrikkelijk, en als ik zeg het lawaai dat ben 'ik', stopt het lawaai niet, het gaat door, is dat niet de vraag? Ik zeg niet het lawaai dat ben 'ik'. Ik zeg niet de wolk dat ben 'ik' of de boom dat ben 'ik'. Waarom zou ik zeggen: het lawaai ben 'ik'? Nee, lacht u alstublieft niet. Ik weet niet waarom u om zoiets onnozels lacht. We hebben zojuist duidelijk gemaakt dat als u waarneemt, als u zegt, ik luister naar dat lawaai, luister totaal, niet met weerstand, dan kan dat lawaai eeuwig doorgaan, het doet u niets. Vanaf het moment dat u weerstand biedt, wat betekent dat u zich onderscheidt van het lawaai, niet dat u zichzelf identificeert met het lawaai. Ik weet niet of u het verschil begrijpt. Het lawaai gaat door. Ik kan me er los van maken door me er tegen te verzetten, een muur tussen mezelf en het lawaai plaatsen, wat gebeurt er dan? Als ik tegen iets weerstand bied wat gebeurt er dan? Dan is er strijd, nietwaar? Kan ik naar dat lawaai luisteren zonder enige vorm van weerstand?
1:36:01 V: Ja, als je weet dat het lawaai binnen een uur zal ophouden.
1:36:05 K: Nee, dat is nog steeds een deel van je weerstand.
1:36:11 V: Dat betekent dat ik voor de rest van mijn leven naar straatlawaai moet luisteren, met de mogelijkheid dat ik er doof van word...
1:36:21 K: Nee, ik zeg iets heel anders. We zeggen dat, zolang er weerstand is, er ook strijd moet zijn. Of ik nu weerstand bied aan mijn vrouw of mijn man, of ik nu weerstand bied aan een blaffende hond of het lawaai op straat, er is sprake van strijd. Welnu, hoe kun je naar lawaai luisteren zonder conflict? Niet of het oneindig zal aanhouden, in de hoop dat het zal stoppen, maar hoe kan ik naar lawaai luisteren zonder conflict? Daar hebben we het over. U kunt naar lawaai luisteren als de geest volledig vrij is van elke vorm van weerstand, niet alleen naar lawaai maar naar alles in het leven, naar uw man, naar uw vrouw, naar uw kinderen, naar de politici, luisteren. Dus wat gebeurt er dan? Uw luisteren wordt veel oplettender. U wordt veel gevoeliger. En daarom is lawaai slechts een onderdeel, het is niet de hele wereld. Dus het daadwerkelijke luisteren is veel belangrijker dan het lawaai. Dus het luisteren is waar het om gaat en niet het lawaai.
1:38:10 Ik denk dat ik beter kan stoppen, het is tien over zeven.