Krishnamurti Subtitles home


OJ79D2 - Is er een manier van leven waarin egocentrisch handelen eindigt?
2e discussie
Ojai, VS
12 april 1979



0:35 K: Waarover zullen we een dialoog voeren?
0:49 Vraagsteller: Psychologische pijn die verandert in fysieke pijn.
0:57 K: Psychologische pijn en fysieke pijn.

V: Psychologische pijn die daarin verandert.
1:05 K: Ah, psychologische pijn die in fysieke pijn overgaat, psychosomatische pijn.
1:15 V: Het lijkt mij dat er een tegenstrijdigheid moet zijn tussen keuze en verantwoordelijkheid.
1:22 Ik begrijp niet hoe een persoon die geconditioneerd is, keuze kan hebben. En hoe kan er zonder keuze verantwoordelijkheid zijn en hoe kan een persoon goed zijn of slecht?
1:33 V: Is er geen tegenstrijdigheid tussen keuze en verantwoordelijkheid?
1:38 K: Is er geen tegenstrijdigheid tussen keuze en verantwoordelijkheid?
1:46 V: Gebrek aan keuze.
1:47 K: Gebrek aan keuze en verantwoordelijkheid.
1:53 V: Ik zou graag willen praten over ouder worden.
1:58 K: Over oud worden.
2:05 Woorden! Hoe we die woorden vermijden: 'ouder worden'. Waarom zeggen we niet gewoon: oud worden?
2:13 V: Ik zou graag willen praten over de beelden.
2:19 K: Beeldvorming. Is het mogelijk om beeldvorming te begrijpen en ze te beëindigen. Bedoelt u dat?
2:32 V: Ik zou graag willen praten over hoe het denken een verkeerde plaats in is gaan nemen.
2:51 V: Hoe heeft het denken op de verkeerde plaats kunnen komen?
2:56 K: Hoe kan het dat het denken zich verplaatst naar het psychologische vlak, het binnentreedt of zelfs overneemt?
3:13 V: Oorspronkelijk.
3:16 V: Hoe is dit begonnen?

K: De oorsprong ervan.
3:23 V: Kunnen we praten over meditatie, waarom is het belangrijk, wat is het?
3:32 K: Wat is meditatie? Welke van de gestelde vragen wilt u bespreken?
3:42 V: Beeldvorming.

V: Meditatie.
3:53 K: Wilt u praten over meditatie?
3:56 V: Ja.

K: Wilt u dat echt? Of is het maar vanuit een opwelling dat u wilt praten over iets nogal irrelevants, dat losstaat van ons leven?
4:15 Als u echt over meditatie wilt praten, laten we dat dan doen, maar we moeten heel serieus zijn om ons te verdiepen in die vraag.
4:26 Dus, waarover wilt u praten? Wilt u erover praten?
4:30 V: Ja.
4:31 V: Nee.

K: Nee.
4:37 V: Krishnamurti, afgelopen dinsdag spraken we over conditionering en een van de conditioneringen waarmee we van doen hebben is de conditionering van autoriteit en als iemand als ik overweegt zich hier uit te spreken krijgt hij echt een autoriteitsprobleem, zoals de autoriteit die ik u geef, uit respect, de autoriteit die ik de groep geef en mijn eigen autoriteit, waarvan ik niet zo zeker ben.
5:05 Misschien kunnen we daarover praten. Iedereen die hier zit, heeft ermee te maken.
5:11 K: Wilt u spreken over autoriteit? De autoriteit van de man die op het podium zit, de autoriteit van het publiek, de autoriteit van deskundigen, de autoriteit van iemands eigen ervaring, die innerlijke autoriteit is geworden.
5:32 Wilt u daarover praten?
5:33 V: Ja.

V: Nee.
5:37 V: Meneer, kunnen we op een andere bijeenkomst over meditatie praten? Het lijkt me geschikter voor een latere bijeenkomst.
5:49 K: Op een latere bijeenkomst! Goed.
5:56 V: (Onhoorbaar)

V: Kunnen we praten over ons vermogen om te ervaren waarover u spreekt?
6:12 Ons vermogen om het te leven.
6:15 K: Wilt u praten of wilt u een dialoog over wat we zullen bespreken?
6:31 Wat een vreemd publiek zijn we!
6:36 V: Zouden we kunnen praten over wat ons het meest bezighoudt, wat het is dat wij echt willen?
6:43 V: Wat willen we echt? Wat is onze voornaamste interesse?
6:47 K: Zouden we kunnen praten over wat onze zoektocht is, wat is het waar we naar zoeken en wat is de innerlijke drijfveer om iets te vinden?
7:06 Zouden we daarover kunnen praten? Wilt u daarover praten?
7:13 Waar is dat voor?
7:15 V: Ja, zij willen daarover praten.
7:18 K: Goed, meneer. Ik weet niet of het u is opgevallen, vooral in Californië en dit breidt zich uit naar het oosten en ook verder oostwaarts, dat de meeste Amerikanen iets zoeken, experimenteren met allerlei religieuze ideeën, psychologisch streven, groepstherapie, dit hele verschijnsel van zoeken, iets willen.
7:57 Is dat het waarover u het wilt hebben? Bent u daar zeker van? Goed, meneer.
8:06 V: De man zei dat hij u autoriteit geeft uit respect. Zouden we kunnen praten over eerbiedwaardigheid?
8:12 K: Praten over eerbiedwaardigheid. Goed, meneer, we zullen dat woord introduceren en wat de inhoud is van dat woord, als we ons verdiepen in deze vraag over wat het is dat wij allen willen, waar wij allen naar zoeken, waarom u hier allen bent gekomen om naar deze man te luisteren.
8:35 Waarvoor? Ik denk dat dit echt een heel goede vraag is, als wij hier een serieuze dialoog over zouden kunnen voeren.
8:48 V: (Onverstaanbaar)

V: Om ons af te leiden van onszelf, daarom komen we hier.
8:55 K: U komt hier om aan uzelf te ontsnappen, om uw dagelijkse moeilijkheden te vermijden.
9:09 Is dat wat we willen?
9:11 V: Ik zou graag meer willen ontdekken over aandacht, begeerte en de wil.
9:16 K: Begeerte en de wil. Dat doen we zaterdag, we zullen ons verdiepen in de hele kwestie van de begeerte, de betekenis van begeerte, het opkomen van begeerte en de tussenkomst van het denken met zijn beelden, wat door de wil wordt nagejaagd.
9:43 Dus we zullen daarover praten, als u het niet erg vindt, op zaterdag, de dag na morgenochtend. Maar laten we ons in deze vraag verdiepen: wat is het dat wij allemaal willen?
9:59 Meer geld, als je geen geld hebt? Natuurlijk moet je meer geld hebben als je het niet hebt, daarmee kunnen we eten kopen, kleding, onderdak.
10:12 Los daarvan, als het mogelijk zou zijn dat alle mensen overal ter wereld, genoeg kleding, voeding en onderdak zouden hebben, dan zou dat een prachtige wereld zijn.
10:30 Want er is heel veel armoede, waar u nauwelijks weet van heeft in dit land, er is vernedering, vernietiging, volkomen hopeloosheid omdat mensen geen werk hebben, geen eten, kleding enzovoort.
10:55 We kunnen ons daarin verdiepen. Maar los daarvan, in een welvarende samenleving, waar de meesten van ons min of meer verzekerd zijn van voedsel, kleding en onderdak, los daarvan, wat is het waarnaar we zoeken?
11:14 V: Compleetheid.
11:19 K: Geopperd is dat we compleetheid zoeken. Verdiep je er wat verder in, ga er grondig op in. Wat willen we? Geluk? Want de meesten van ons zijn ontevreden, ontevreden met de dingen zoals ze zijn, zowel in ons privéleven als in ons publieke leven en we willen een soort innerlijke vrede bewerkstelligen, kalmte, een gevoel van orde, niet alleen in de samenleving, maar in onszelf.
11:59 Wat willen we? En als we deze sociale orde hebben, die niet bestaat, als we dat hebben, willen we meer: we willen God, we willen verlichting, we willen een bepaalde geestelijke vrede enzovoort.
12:22 Wat is het dat ieder van ons wil, begeert, najaagt?
12:31 Ik zou hier graag over willen praten.
12:34 V: We weten niet eens wat we willen. We plakken er een etiket op: 'God' of 'verlichting', maar we weten het niet.
12:43 K: Is dat zo? We weten niet wat we willen, daarom gaan we rondneuzen.
12:50 V: Ik denk dat we weten wat we willen. Daarom missen we iets, omdat we weten wat we willen.
12:58 K: Weet u wat u wilt? Dan is er geen probleem.
13:02 V: Niet echt. Eigenlijk niet waarschijnlijk, niet?
13:12 K: Wat zegt u, meneer? Ik bedoel: als je weet wat je wilt, kun je dat nastreven, de moeilijkheid is alleen het te krijgen.
13:28 Dan is er geen probleem, je zegt: 'Kijk, ik wil geld. Ik wil gelukig zijn, ik wil een bepaalde orde in mijn leven', en vervolgens werk je daarvoor. Dat is heel eenvoudig.
13:40 Maar we zijn daar niet tevreden mee, we willen altijd meer en meer. Wat is dat 'meer'?
13:49 V: Als fysieke veiligheid dus een onderdeel is, denk ik dat we hiermee moeten beginnen en psychologische sereniteit hoort er ook bij, als dat er kan zijn en fysieke veiligheid, want ik denk dat de twee samengaan.
14:18 K: Voorgesteld wordt dat zowel fysieke als psychologische veiligheid besproken dient te worden.
14:31 V: Het zou zo kunnen zijn dat fysieke veiligheid een noodzaak is, we moeten dat willen en niet slechts willen...
15:06 K: Meneer, bedoelt u dat voor de meeste mensen in de wereld met de groeiende bevolking, met de verwoesting van de aarde die gaande is, de vervuiling enzovoort, fysieke veiligheid steeds moeilijker is geworden.
15:31 Dat is één punt. Ten tweede, psychologisch, innerlijk, willen we allemaal een bepaalde gehechtheid, een soort troost, een soort verlossing van onze dagelijkse routine, onrust.
15:50 Welnu, u zegt: Kunnen deze dingen niet samengaan? Onderzoek dit gewoon, meneer. U mag dan weldoorvoed zijn, kleding hebben enzovoort. Voor de overgrote meerderheid van mensen wereldwijd, vooral in Azië, inclusief India, is het leven enorm moeilijk geworden, armoede en de vernedering door armoede.
16:19 Wat verhindert dit? Wat verhindert het dat mensen op deze aarde voldoende voedsel hebben, kleding en onderdak, voor alle mensen, wat is de oorzaak hiervan?
16:41 We onderzoeken dit, we accepteren het niet, we denken samen na over het probleem.
16:48 V: Is de reden niet dat sommigen zo'n welvaart, voedsel en macht vergaren?
16:58 K: Is het niet zo dat sommigen enorme welvaart vergaren en alleen met zichzelf bezig zijn?
17:10 Is dat de oorzaak? Of ligt het ook aan nationaliteiten, economische verdeeldheid, politieke verdeeldheid, religieuze verdeeldheid, al deze factoren en sommige andere factoren weerhouden mensen ervan samen te komen, het zo te regelen dat we allemaal genoeg eten, kleding en onderdak hebben? Overduidelijk.
17:40 Want we zijn niet begaan met anderen. We zijn alleen geïnteresseerd in onze eigen zekerheden, laat me met rust.
17:55 Dus dat is één probleem. De meesten van ons, hier tenminste, streven geen fysieke veiligheid na, anders zou u hier niet zijn.
18:09 Maar we willen psychologische veiligheid, we willen iets innerlijks.
18:16 Wat is het wat u wilt?
18:18 V: Als u 'psychologische veiligheid' zegt, is dat dan hetzelfde, kun je ook zeggen 'spirituele veiligheid'?
18:27 K: O, ik gebruik het woord 'spiritueel' helemaal niet. Dat wordt veel te vaak gebruikt, het is een bijgelovig, populair woord.
18:45 Ik gebruik het woord 'psychologisch' in de zin van dat er een innerlijke drang is, ik wil iets - niet ik - mensen willen iets.
18:54 Wat is het dat je wilt? Ik zou willen dat u...
19:02 V: We willen ons potentieel verwezenlijken.
19:04 K: U wilt uw potentieel verwezenlijken.
19:11 Wat is uw potentieel? Als ik zeg: 'Ik wil mijn potentieel verwezenlijken', moet ik eerst weten wat mijn potentieel is en dan kan ik al mijn energie daaraan wijden.
19:31 Maar wat is mijn potentieel? Geluk? Is dat een potentieel of een einddoel of een bijproduct?
19:45 V: Misschien bedoelen ze dat ons potentieel God is, want alle religies hebben ons dat verteld.
19:54 V: Hij zegt dat de ander misschien vindt dat God ons potentieel is.
19:59 K: Is dat zo? Ons potentieel is God.
20:06 Ik ben de draad kwijt! We denken niet helder na over deze zaak.
20:18 V: We zoeken allemaal het eeuwige leven.
20:25 K: We zoeken allemaal het eeuwige leven. Wat bedoelt u met het woord 'eeuwig'? Eeuwig, wat voorbij de tijd gaat.
20:42 'Eeuwig', over het algemeen bedoelen we dan een voortdurend bestaan, eeuwig.
20:50 Is dat wat u wilt? U zegt deze dingen.
20:56 V: Ik denk dat we een einde willen maken aan ons willen.
20:59 K: Ah, u wilt uw willen stoppen.
21:05 V: We willen onze verwarde geest zien. Dat wil ik, denk ik, zien.
21:12 K: U wilt een heldere geest hebben, bedoelt u dat?
21:17 V: Ik wil mijn verwarde geest zien, onze verwarde geest.
21:21 K: 'Mijn geest is verward', zegt ze, 'en ik wil helderheid'. Kunnen we daarover praten?
21:29 U haalt er zoveel bij. Kunnen we daarover samen praten? Bijna ieders geest is verward. Dat is zonneklaar. Als uw geest helder was, dan was u hier niet.
21:50 U zou naar geen enkele bijeenkomst gaan. U zou niet naar een goeroe hoeven of naar een filosoof, naar een hedendaags iemand die zegt: 'Ik weet waarover ik praat.'

V: Misschien zouden we dan gewoon voor een gesprek komen en vriendschap, gewoon om u te leren kennen. U bent een heel aardig persoon.
22:09 K: Misschien, dat is niet... Is dat wat u wilt?
22:16 Dus de meesten van ons zijn verward. Waarom? Alstublieft, verdiep u erin, wijdt u er met hart en ziel aan om dit te ontdekken. Waarom zijn we in de war?
22:32 V: De wereld vraagt om actie en we weten niet echt hoe te reageren.
22:38 K: De wereld vraagt om actie en we weten niet hoe te reageren. Hoe kun je zo goed mogelijk reageren, op de toppen van je kunnen, als je geest verward is? Alstublieft, houd dit even vast.
23:02 Zou u zeggen dat uw geest verward is? Goed. Laten we daar beginnen, alstublieft! Waarom is hij verward?
23:18 V: We leven voortdurend in tegenstrijdigheid.
23:22 K: We leven in een voortdurende tegenstrijdigheid en daarom is onze geest verward.
23:29 Dat is één reden. Verdiep u er wat meer in, stap voor stap, meneer.
23:35 V: Komt het onder andere doordat we op school hebben gehoord over verschillende religies en verschillende politieke ideologieën?
23:45 K: Dus u zegt ons onderwijs?
23:49 V: Onze conditionering.
23:51 K: Onze conditionering, allerlei mensen die van alles zeggen, de ene filosoof zegt dit en anderen zeggen het tegenovergestelde, een wetenschapper enzovoort.
24:07 En we luisteren naar al deze mensen en we weten niet wie de waarheid spreekt.
24:16 Is dat het? Denk hierover na, alstublieft!
24:23 V: Hoe kan een verwarde geest dit herkennen?
24:29 V: Mensen zeggen ons dat al deze dingen, geld enzovoort, goed zijn, maar als we ze krijgen, ontdekken we dat ze helemaal niet goed zijn.
24:50 V: (Onverstaanbaar)

K: Allereerst moet ik het vermogen tot helderheid hebben, we moeten eerst weten wat de oorzaak is van deze verwarring.
25:20 Nietwaar? Wat is de oorzaak ervan?
25:27 V: Is het niet de inhoud van ons bewustzijn?
25:37 K: Is de oorzaak van verwarring niet de inhoud van ons bewustzijn?
25:48 Zullen we dit langzaam onderzoeken? Want het is erg belangrijk voor u. Als u zou kunnen inzien waarom onze geest verward is. Is het omdat we fysiek ongezond zijn, maakt de lichamelijke reactie ons verward?
26:10 Dat zou één oorzaak kunnen zijn. Ten tweede, we luisteren, of we zijn onderwezen en we luisteren naar tegenstrijdige meningen, tegenstrijdige theorieën, tegenstrijdige religieuze ideeën - u kunt alleen gered worden door Christus of u kunt alleen gered worden door dit, dat, dat, wat anders.
26:33 Dus we worden alle kanten op geduwd, voortdurend: de nieuwste goeroe, de nieuwste filosoof, de nieuwste psycholoog en we luisteren naar al deze mensen en u zegt: 'Mijn hemel, wie benoemt de werkelijke feiten, wie spreekt de waarheid?'

V: Als onze geest verward is, hoe kunnen we dan weten wat waar is?
27:05 K: Als onze geest verward is, hoe kunnen we dan weten wat waar is van wat anderen zeggen? Dat kunnen we dan niet.
27:15 Maar we proberen uit te vinden wat de oorzaak is van deze verwarring. Waarom leven mannen en vrouwen in deze verwarring? U geeft hier niet al uw aandacht aan, u legt het gewoon naast zich neer!
27:30 V: We zijn dusdanig geconditioneerd, dat we onnodige dingen willen en dat is er onderdeel van.
27:41 K: Wilt u werkelijk weten waarom uw geest verward is?
27:49 Nietwaar? Welke prijs wilt u ervoor betalen? Niet financieel gezien, geen geld, ik wil geen cent van u. Godzijdank!
28:02 Luister alstublieft, meneer, luister alstublieft. U heeft een heel serieuze vraag gesteld.
28:24 Wat bedoelt u met 'verward'? Mag ik u vragen, waarom bent u hier?
28:33 V: Niet om te weten wat verwarring is, hoop ik. Ik wil graag weten, meneer, wat compassie en liefde zijn en hoe we dat kunnen verwezenlijken.
28:48 K: Ziet u, iedereen heeft een andere 'wens'. U wilt weten wat liefde is en iemand anders zegt wat anders, iets anders en weer iets anders.
29:00 V: En al deze verschillende dingen scheppen verwarring.
29:03 K: Ja, meneer. Aan het einde van deze ontmoeting, deze samenkomst blijft u nog steeds zitten met uw verwarring.
29:14 Dus van belang is of we deze verwarring kunnen ophelderen door erover te praten, er ons in te verdiepen, echt helder te zijn.
29:26 V: Is het niet zo dat we willen dat een ander ons zegt wat te doen?
29:30 K: Daar komen we nog op, mevrouw.
29:37 V: U vroeg wat de oorzaak van verwarring is.
29:41 K: Dat vraag ik inderdaad, meneer. U stuurt het gesprek allerlei verschillende kanten op. Wat is de oorzaak van de verwarring waarin de mens leeft? Niet alleen tijdens deze eeuw, het is altijd al zo geweest.
29:59 U luistert niet eens. Het is een historisch feit dat de mens zo heeft geleefd, in verwarring en we vragen waarom hij verward is.
30:18 V: Ik weet het niet.
30:21 K: Als u het niet weet, wilt u het dan niet ontdekken?
30:28 V: De vraag was welke prijs we ervoor willen betalen.
30:31 K: Ja, dat heb ik gevraagd, welke prijs - niet financieel, welke prijs in de zin van: hoeveel van je energie wil je hieraan geven, van je intentie, je verlangen, om te ontdekken of je geest helder kan zijn?
30:55 Wil je je aandacht schenken, wil je je energie geven, wil je je capaciteiten geven om dat te ontdekken, dat wil zeggen, je bloed, je hart, je geest om dat te ontdekken?
31:13 V: We weten niet hoe we die dingen moeten geven.
31:22 V: We weten niet hoe, we geven onze aandacht nu. U zei 'aandacht', die geven we nu.
31:27 K: Geeft u uw aandacht om dat te ontdekken? Niet aan wat ik zeg.
31:32 V: Aan het proces van vragen en proberen een antwoord te vinden.
31:35 K: Niet aan wat ik zeg, dat is volkomen onbelangrijk. Maar samen, om te ontdekken of we deze verwarring kunnen verhelderen.
31:50 Dat betekent er samen over praten, niet vasthouden aan uw mening en mijn mening, maar ik wil weten wat de oorzaak hiervan is.
32:05 Begrijpt u dat, meneer? Is de oorzaak dat iedereen zo vreselijk egoïstisch is, iedereen wil zijn eigen expressie, zijn eigen plezier, hij is zo egocentrisch. Is dat het?
32:37 Meneer, ik heb net een vraag gesteld, onderzoek deze vraag.
32:44 Weet u, er is in dit land vrijheid, u kunt doen wat u wilt.
32:56 In een totalitaire staat kan dat niet. Hier kunt u doen wat u wilt. En we doen wat we willen, iedereen komt voor zichzelf op, iedereen streeft naar eigen succes, eigen geluk, de eigen vervulling van zijn eigen ambitie enzovoort, enzovoort.
33:22 Is dat de oorzaak van deze enorme chaos?
33:26 V: Dat is een bijproduct.

K: Wat is een bijproduct?
33:34 V: Het is een bijproduct van een oorzaak, niet de oorzaak.
33:39 K: Is het niet de oorzaak? Egoïsme is niet de oorzaak?
33:45 V: Egoïsme is een bijproduct van de oorzaak, wat die ook moge zijn.
33:54 K: Wat is er nog meer dan je egoïsme, het gevoel je eigen behoeften te willen vervullen?
34:09 Als je katholiek bent, wil je dat, je kunt alleen genade krijgen, verlossing, via een bepaald persoon, als je niet katholiek bent, ben je iets anders.
34:21 Begrijpt u mijn vraag niet? We willen allemaal iets voor onszelf hebben - is dat de oorzaak?
34:34 V: Maar is het zelfgevoel niet onderdeel van de conditionering?
34:38 K: Meneer, ontdek dat, meneer. Als we ons allemaal hierop toeleggen, om dit te weten te komen.
34:47 V: (Onverstaanbaar)

K: Meneer, ik wil weten, los van iedereen hier, ik wil weten waarom de menselijke geest verward is - de hoofdreden, de oorsprong ervan, niet alleen de uiting van deze verwarring, maar de wortel ervan.
35:24 Is het soms dat ieder van ons denkt dat we buitengewone individuen zijn, afgescheiden, waardoor iedereen zijn eigen behoeften wil vervullen, zijn eigen reacties, zijn eigen vragen, wat allemaal samengevat kan worden in één woord: 'egocentrisme'?
35:45 V: Ja!
35:48 K: Wees het alstublieft niet met mij eens, het gaat niet om instemming, u moet het ontdekken.
35:54 V: Dit is onderdeel ervan.
35:57 K: Goed, onderdeel. Welnu - luister hiernaar, twee minuten - de onderdelen maken niet het geheel.
36:08 Nietwaar? Zonneklaar. Maar via het onderdeel kun je het geheel vinden.
36:22 Begrijpt u dit? Ik wil voor mezelf weten waarom mijn geest verward is. Ik zeg: 'Is het omdat ik echt zo egocentrisch ben?' Ik denk dat dat zo is. Ik ben zo egocentrisch - mijn vrouw, mijn huis, ambities, mijn God, mijn geloof, mijn ervaring, ik wil dit en dat wil ik niet - de hele tijd egocentrisch handelen.
37:02 En dit egocentrische handelen wordt aangemoedigd door de samenleving, aangemoedigd door de religies - u kunt uzelf alleen redden door - het boeddhisme en delen van het hindoeïsme ontkennen dat.
37:24 Dus ik ontdek, door de wereld waar te nemen, heel kritisch, historisch, kijkend naar het menselijk handelen, politiek, religieus, onzinnig - communisme, totalitarisme, gemeenschappen enzovoort, ze zijn allemaal op de een of andere manier egocentrisch.
37:55 Dat is een feit. Ik kan egocentrisch zijn en het zelf niet weten, maar ik zeg: 'Ik verwezenlijk Gods wensen, ik vertegenwoordig het Eeuwige' - het is nog steeds egocentrisme.
38:16 Als dat de oorzaak is en ik ben er vrij zeker van dat dat de oorzaak is, wat doen we dan om helderheid te krijgen in deze verwarring, veroorzaakt door dit eeuwige egocentrisme?
38:32 V: We zeiden dat het deel uitmaakt van de oorzaak, vervolgens zeiden we dat je via het deel het geheel kunt vinden?
38:41 K: Via het deel, kun je het geheel vinden, maar dat deel is niet het geheel.
38:50 V: Een van de redenen waarom ik verward ben, is dat ik niet weet hoe de onderdelen zich verhouden tot het geheel.
38:56 K: Nee, dat was een bijproduct... Vergeef me dat ik dat inbreng.
39:05 Het is egocentrisme. Dus als dat de oorsprong is, wat moet ik dan doen? Hoe diepgaand wil ik vrij zijn van dit egocentrisme?
39:24 Hoe diepgaand wil ik die dingen terzijde schuiven die egocentrisme veroorzaken?
39:41 V: Dat hangt ervan af hoe serieus je het gevaar ervan inziet, denk ik.
39:49 K: Dus psychologisch, innerlijk, onbewust, kan men het gevaar zien van niet-egocentrisch zijn, waardoor wellicht zo'n psychologische revolutie wordt teweeggebracht, onbewust kan men er bang voor zijn, daarom zeggen we: 'Alstublieft, laat mij maar verward blijven, laat mij angstig blijven, onzeker, ik blijf dan de rest van mijn leven 'winkelen', maar ik zie het gevaar van mij hier diepgaand in begeven.' Is dat het geval voor de meesten van ons?

V: Ja.
40:40 V: We hebben angst voor de verantwoordelijkheid van helderheid.
40:51 K: Natuurlijk.
40:59 V: Angst voor de verantwoordelijkheid is weer de aandacht richten op het zelf.
41:14 V: Hij zegt: 'Als we bang zijn voor verantwoordelijkheid richten we ons weer op het zelf.'

K: Nee, ik zal u een andere manier laten zien om het probleem te benaderen.
41:28 V: Onwetendheid.
41:39 K: Onwetendheid van mijn eigen egocentrisme.
41:44 V: Onwetendheid en gebrek aan liefde.
41:50 K: Waarom praat ik over liefde als ik egocentrisch ben - in godsnaam! Hoe kan ik praten over liefde of God, of wat dat dan ook inhoudt, als mijn hele leven egocentrisch is ingericht?
42:01 V: Is het niet zo dat ambitie, de heelheid, dat het brein geconditioneerd is en de geest leegte is in de totaliteit?
42:07 K: Meneer, meneer. U dwaalt af van het centrale feit dat we allen egocentrisch zijn.
42:19 We mogen ons tot God richten, maar nog steeds is dat egocentrisch. De uitbreiding van het centrum is nog steeds egocentrisch.
42:30 Ik zeg dus tegen mezelf, is het mogelijk, ik vraag, heb een dialoog - is het mogelijk om niet egocentrisch te zijn?
42:40 Wat zijn de implicaties van niet egocentrisch zijn?
42:48 Als ik het vanuit mijn wil doe, ben ik nog steeds egocentrisch. Als ik zeg: 'Ik mag niet egocentrisch zijn', is het 'niet mogen' nog steeds onderdeel van het zelf.
43:02 Ik vraag mij af of we dat inzien.
43:10 Men kan bezit opgeven, geloof, al die dingen, maar alles afzweren, om iets te bereiken is onderdeel van egocentrisme. Nietwaar?
43:28 Dus we willen weten of er een manier is om ons dagelijks leven te leiden, niet in de hemel of in een of andere gemeenschap, leven waar we zijn, ons dagelijks leven, zonder egocentrisch te zijn?
43:49 Dit is een enorm complexe vraag, begrijpt u dat?
43:58 Er moet dan geen vlucht zijn in een of andere illusie, in ideologieën, in een soort fantasieleven, maar feitelijk dagelijks leven, waarin voor egocentrisch handelen geen plaats is.
44:17 V: (Onhoorbaar)

K: Schenk uw volle aandacht aan het heden.
44:29 V: Ik bedoel dat we het moeten leven.

K: Ja. Wat bedoelt u met het woord 'heden'?
44:36 V: Nu.
44:40 K: 'Nu' Wat bedoelt u, 'nu'?
44:42 V: Dit kleine stipje van het ogenblik nu.
44:45 K: Wat bedoelt u met deze woorden: 'moment', 'nu', 'het heden'?
44:52 V: Nam u een beetje van het 'nu' af en heeft u dat elke keer gesplitst?

K: Nee, ik splits niet. Ik splits geen woorden, ik stel een heel serieuze vraag, als u spreekt over 'het nu', wat betekent dat er geen verleden is of toekomst.
45:17 Dus laten we teruggaan: is er een manier van leven mogelijk waarin dit egocentrisch handelen eindigt?
45:32 V: Kan het zelf bestaan zonder egocentrisch handelen?
45:39 K: Kan het zelf bestaan zonder zijn handelingen? Zijn handelen is het zelf. Als het zelf niet handelt, sterft het. Overduidelijk. Het heeft geen substantie. Alstublieft!
46:00 V: Het feit is dat we niet weten wat het betekent om te leven zonder egocentrisch handelen.
46:08 K: We gaan het ontdekken.
46:12 V: Wat is het egocentrisch handelen?
46:15 K: Weet u niet wat egocentrisch handelen is?
46:21 V: Ik bedoel in werkelijkheid.

K: Ik laat de werkelijkheid zien. Mijn gehechtheden aan mijn vrouw, mijn man, mijn vriendin, mijn huis, mijn geloof, mijn nationaliteit, mijn ervaring, mijn dogma's, mijn goden.
46:48 Mijn geloof, mijn gehechtheden, mijn ambitieus handelen, arrogantie enzovoort, dat allemaal is egocentrisch handelen.
47:08 Dat is zonneklaar, meneer.

V: Wat is de echte oorsprong ervan?
47:13 K: De oorsprong ervan is de energie, die enorme energie, gekanaliseerd in een bepaalde richting van ambitie, hebzucht, afgunst, geweld, geloof, dat is allemaal energie, die hierin wordt gekanaliseerd.
47:42 Het echte centrum hiervan is energie en deze energie wordt nu gebruikt op specifieke, bekrompen, beperkte manieren en daarom is het egocentrisch.
47:59 V: Mogen we op dit punt vragen wanneer het denken zijn intrede doet?
48:02 K: Daar komen we nog op. Denken is onderdeel van dit egocentrisme.
48:09 Ik identificeer mij met mijn groep, met mijn samenleving, met mijn vrouw, met mijn God, ik identificeer me.
48:19 Het identificatieproces is onderdeel van dit egocentrisme.
48:26 Ik heb dit gezegd, alstublieft, ik heb dit gezegd. Kijk of het de waarheid is of niet. U springt naar iets anders.
48:37 V: Wordt deze energie niet op een of andere manier vastgezet?
48:41 K: Inderdaad, die wordt vastgezet door uw begeerte. Waar bent u aan het einde ervan? Alstublieft!
48:48 V: Is die voortdurende beweging naar buiten niet in wezen de angst voor eenzaamheid, dat we allen in principe niet alleen willen zijn?
48:57 K: Ja meneer, onderdeel van dit egocentrisme is de angst alleen te zijn, bang om eenzaam te zijn, daarom komen we samen, zijn we gehecht aan iets, worden we vermaakt, televisie, kranten, de predikers, de goden, - vermaakt, voetbal, het is allemaal hetzelfde, zowel het vermaak van de kathedraal als het vermaak van voetbal, zij zijn hetzelfde, want u wilt allen vermaakt worden.
49:32 Alstublieft, meneer, luister gewoon naar wat ik zeg, in godsnaam! Niet dat u dat moet accepteren. We zijn op een punt gekomen waarop we inzien dat we egocentrisch zijn en is het mogelijk om dat niet te zijn?
49:48 V: Nee.
49:50 K: U zegt 'nee'. Dan heeft u het geblokkeerd, u heeft uzelf verhinderd te ontdekken of het mogelijk is.
50:02 En als iemand zegt: 'Ja, het is mogelijk', is hij ook geblokkeerd. Degene die 'nee' zegt en degene die 'ja' zegt, blokkeren zichzelf beiden.
50:18 V: De enige manier waarop we dit kunnen proberen te begrijpen, dit proces van egocentrisme, is naar het lijden te gaan, erbij te blijven en er niets aan te doen.
50:30 K: Doe het, meneer. Doet u het of praat u alleen maar?
50:33 V: Ik doe het.

K: Succes!
50:40 Ja meneer, ik ben blij dat u het doet, meneer, laten we...
50:45 V: Meneer, we zien het patroon van egocentrisme, maar het duurt voort.
50:54 K: We komen bij de volgende stap, namelijk: als je inziet dat de oorzaak van deze verwarring egocentrisme is, als je het egocentrisme ziet met zijn talloze activiteiten, wat doe je dan?
51:23 Als u zegt: 'Het is onmogelijk om niet egocentrisch te zijn', dan geeft u het op.
51:30 Maar ook als u zegt: 'Het is mogelijk', dan heeft u het ook aangemoedigd. Beide zijn hetzelfde.
51:37 Als u beide afwijst en dan zegt: 'Kijk, ik ben egocentrisch, laat mij ontdekken of een van de uitingen, zoals gehechtheid, gehechtheid aan mijn vrouw, mijn familie, mijn God, mijn geloof, aan mijn meningen, mijn oordelen - gehechtheid aan iets, of ik vrij kan zijn van die gehechtheid.' Zonder conflict, zonder ontkenning, zonder de wil te gebruiken, want dat is onderdeel van het zelf, nog steeds.
52:20 U heeft niet geluisterd. Luister hier alstublieft naar.
52:28 Dit betekent, kunt u uw gehechtheid waarnemen op allerlei gebied, niet alleen aan de vrouw, de man of de vriendin, gehechtheid aan een bepaald idee, aan een bepaalde mening, aan een bepaald geloof - gehecht zijn en diezelfde gehechtheid houdt in dat u dat bent.
52:57 Begrijpt u dat? Luister alleen maar, mensen, luister. Als ik gehecht ben aan mijn meubels, bén ik de meubels.
53:15 Begrijpt u dit simpele feit? Want zonder de meubels ben ik verloren. Kan ik dus deze gehechtheid aan dit of dat waarnemen en zonder conflict, zonder motief het gewoon laten vallen?
53:41 V: Hoe doe je dat?

K: Ik heb het u laten zien, meneer. Zodra je 'hoe' zegt - zie het redelijke ervan, meneer, zie de logica ervan - Zodra u vraagt 'hoe?' wilt u een patroon, een systeem.
53:58 Datzelfde systeem is de expressie van het zelf.
54:05 Maar, maar... Mevrouw, twee minuten.
54:15 Begrijpt u? Ik wil de oorzaak van deze verwarring begrijpen. De oorzaak van deze verwarring is dit egocentrisme, een van de aspecten van dit egocentrisme is gehechtheid.
54:28 Ik zie dit heel duidelijk, de logica ervan, de rationaliteit ervan, ik heb mijn verstand gebruikt, niet mijn vooroordelen, niet mijn ongevoeligheid, ik heb het onderzocht en datzelfde onderzoek brengt een bepaalde kwaliteit van intelligentie voort.
54:53 Die intelligentie zegt: 'Klaar, ik ben niet gehecht.' Het is niet je wil die zegt: 'Ik ben niet gehecht', het is de intelligentie die tot leven komt via waarneming van het gehecht zijn, alle moeilijkheden die dit meebrengt: angst, jaloezie, bezorgdheid en het verlies, dat ik 'lijden' zal noemen, dat zie ik allemaal in en diezelfde waarneming ervan is intelligentie.
55:36 V: Zou het begrip kunnen zijn?
55:38 K: Als u graag het woord 'begrip' gebruikt.

V: Maar we zien het niet duidelijk genoeg.
55:44 K: Als u het niet duidelijk ziet, mevrouw, waarom dan niet? Dat betekent dat u of niet luistert of het niet volgt, u bent niet geinteresseerd, u bent afgeleid, uw aandacht gaat niet volledig uit naar het onderzoek.
56:06 V: Omdat je het niet allemaal wilt opgeven.
56:11 K: Aha, behoud het dan! Behoud het, behoud het en leef in verwarring.
56:22 Niemand wil iets opgeven. Ik vraag u niet het op te geven Ik zeg daarentegen, door op te geven heeft u het probleem niet opgelost.
56:37 U kunt uw geloof laten vallen, maar u heeft het probleem niet opgelost. Het probleem is egocentrisme en een van de uitingsvormen van dat egocentrisme is gehechtheid.
56:52 V: (Onverstaanbaar)

K: Ik vraag, mevrouw, haal er geen andere factoren bij, kijk slechts naar de simpele factor dat men gehecht is en zie de implicaties van die gehechtheid.
57:15 Stel dat men gehecht is aan een vrouw of man, zij vinden het beiden prettig om gehecht te zijn aan elkaar, het hoort bij hun seksuele, persoonlijke, zintuiglijke behoeften.
57:35 En als er iets gebeurt met de een of de ander, de een loopt weg of kiest na drie jaar een andere man, dan begint het, het hele probleem van jaloezie, vijandigheid of onverschilligheid, want je kan altijd een andere man of vriendin oppikken.
57:59 Nietwaar?
58:03 V: Meneer, we praten hier in psychologische zin, begrijp ik, maar in werkelijkheid leven we niet alleen in de psychologische wereld, we leven ook in de natuurlijke wereld, een dagelijks leven, dat een ander aspect heeft, anders dan wat we 'psychologisch' noemen. Klopt dat?
58:24 K: Nee, meneer, dat doen we niet, we leven in beide werelden.
58:27 V: Dat doen we, daar ben ik het mee eens. Dat is wat ik bedoel.
58:30 K: We leven zowel in de psychologische wereld als in de fysieke wereld. De psychologische wereld domineert de fysieke wereld. De fysieke wereld domineert niet de psychologische wereld. U kunt nog zoveel geld hebben, nog zoveel eten, nog zoveel auto's, maar u kunt toch ongelukkig zijn omdat uw man of vrouw weggelopen is, enzovoort.
58:56 V: Dit raakt de oorsprong van mijn verwarring hier. Ik ben schilder, als u spreekt over gehechtheid begrijp ik de stompzinnigheid ervan in psychologische zin, maar als ik in mijn werk probeer mezelf op het doek te realiseren, mezelf op het doek te krijgen, om een beeld, een schilderij te maken, zie ik die gehechtheid niet, ik probeer mijn potentieel te realiseren, ik probeer een verbindingslijn te leggen.
59:32 Dus als ik dat als gehechtheid beschouw - misschien is het dat, een soort van gehechtheid - maar in een andere betekenis is het geen gehechtheid.
59:43 K: Is het geen gehechtheid? Als ik zeg: 'Ik wil mijn potentieel realiseren', als ik een groot succes wil zijn?
59:54 V: Nee, ik maak een onderscheid tussen succes en potentieel.
1:00:03 V: Hij maakt een onderscheid tussen succes en potentieel.
1:00:10 K: Meneer, een onderscheid tussen potentieel en vervulling.
1:00:17 Wacht even, meneer, voorzichtig, ga langzaam, zeg geen ja. U maakt onderscheid tussen potentieel en vervulling.
1:00:31 Als u potentieel heeft, dan zal het zijn werking doen, dan houdt u zich niet bezig met de vervulling ervan.
1:00:39 Als u een eersteklas gevoel voor muziek heeft, gaat u door met werken, werken.
1:00:47 Op het moment dat u zegt: 'Ik wil vervulling' begint de egocentrische activiteit.
1:00:54 Het is als een violist, meneer, die een groot potentieel heeft en zijn instrument gebruikt om zichzelf te realiseren, rijk te worden, beroemd te worden, dit of dat te worden.
1:01:09 V: Ja... (onhoorbaar) We zijn het eens op dit punt.
1:01:18 Wat we verwarring noemen, is hoe het verschijnt in ons dagelijks leven. We horen dat gehechtheid de bron van onze ellende is, als we vervolgens voelen dat in wat we doen een gehechtheid is, raken we in verwarring. We weten niet of we door moeten gaan met wat we willen doen, of we dan een bepaalde gehechtheid dienen op die manier.
1:01:44 K: Ik zei dat dat alleen een onderdeel ervan is. Meneer, egocentrisme is ook gekwetst raken.
1:02:02 Psychologisch gekwetst zijn. Dat hoort bij egocentrisme. Bij egocentrisme hoort gewelddadig zijn. Bij egocentrisme hoort: 'Ik moet vervulling hebben', ik heb een bepaald vermogen, er is een bepaald potentieel in mij en ik moet dat uiten en als er geen vervulling is in die uiting, dan is er frustratie, teleurstelling, depressie, woede, dat alles is onderdeel van egocentrisme.
1:02:51 Dus ik zeg, als u deze verwarring waarneemt en de mens heeft deze manier van leven aanvaard, wat tot verwarring leidt, wat verwarring aanmoedigt en we leven ermee, we zeggen nooit: 'Kan dit stoppen?'
1:03:22 Omdat we niet weten hoe ermee op te houden, lopen we ervoor weg - we willen kennis over meditatie, we willen kennis over God, over onsterfelijkheid, of er iets is... alles behalve dit.
1:03:40 Dus we wijzen erop, in een dialoog, dat ik niet uw autoriteit ben, ook al zit ik op een podium, dat is handig, want dan kunnen we elkaar zien.
1:03:54 Een beetje hoger zitten dan een ander geeft iemand geen autoriteit. Eens was ik in India, een heel beroemde goeroe stuurde zijn volgelingen, die mij wilden zien.
1:04:12 En de volgelingen kwamen drie dagen en zeiden: 'U moet meekomen en onze goeroe zien.' Ik zei: 'Sorry, ik ga niet op zoek naar welke goeroe dan ook.' En uiteindelijk kwam de goeroe, want hij wilde mij zien.
1:04:27 We zaten op een klein podium, op een matras, ongeveer zo dik, uit beleefdheid stonden we op en vroegen hem op het matras te zitten.
1:04:41 Onmiddellijk werd hij de goeroe, want hij zat een beetje hoger. En hij begon ons te vertellen wat we moesten doen. Begrijpt u dit? De absurditeit ervan? Dus op een podium zitten, zoals ik doe, geeft mij geen enkele autoriteit. Maar ik wijs slechts op bepaalde dingen, als u ernaar wilt luisteren. Dat de oorzaak van onze verwarring dit enorme, diepgewortelde, zowel onbewuste als bewuste, opzettelijke egocentrisme is, egocentrische activiteit.
1:05:28 En kan men het waarnemen, niet alleen in intieme relaties, maar ook in ons werk?
1:05:40 Men kan waarnemen hoe dit maar voortdurend doorgaat. Welnu, luister gewoon alstublieft, als u geïnteresseerd bent. Waarnemen, wat betekent dat? Waarnemen, alsof je erbuiten staat en ernaar kijkt of de waarnemer is dat wat waargenomen wordt.
1:06:08 Er is geen onderscheid tussen de waarnemer en het waargenomene.
1:06:16 V: Dit is niet volledig duidelijk voor mij, dit onderscheid.
1:06:23 K: Welk onderscheid? Ik zal het verduidelijken. Hoe laat is het?
1:06:28 V: Vijf over half een.
1:06:30 K: Ik zal dit heel duidelijk maken. Als u de berg waarneemt - u kunt hem daar zien - op welke manier neemt u die dan waar?
1:06:57 Ziet u de berg zoals die is of komt het woord 'berg', het woord, tussenbeide in de waarneming?
1:07:19 Want als u naar dat ding kijkt, komt er onmiddellijk de verbale reactie: 'Dat is een berg.' Dus als u waarneemt, komt het woord tussenbeide tijdens het kijken naar dat ding.
1:07:42 Ziet u dat in, meneer? Dat is simpel. Welnu, kun je op dezelfde manier je reacties waarnemen zonder dat het verleden je vertelt: 'Dit is goed, slecht, dit is juist, dit is verkeerd', slechts waarnemen?
1:07:59 V: Zonder etiketteren

K: Dat klopt.
1:08:05 V: Weet ik dan waarnaar ik kijk?
1:08:09 K: Meneer, kijk wat er gebeurt.
1:08:18 Je bent hebzuchtig, je ziet iets, een jurk, een broek, schoenen, wat dan ook, auto, vrouw of man, je ziet dat.
1:08:35 En kun je dan waarnemen zonder dat herinneringen uit het verleden tussenbeide komen?
1:08:50 Als het verleden ertussen komt, kijk je niet echt, nietwaar? Het verleden kijkt, er is geen feitelijk kijken naar wat er nu gebeurt.
1:09:10 Dus de waarnemer is het verleden, het verleden kijkt naar wat er nu gebeurt, dus er is verdeeldheid. Begrijpt u dit, meneer?
1:09:48 V: Kan het zo zijn dat ik die helderheid het ene moment heb, maar een volgend moment niet meer?
1:09:58 K: Als men het ene moment helderheid heeft en een ander moment geen helderheid, is het geen helderheid.
1:10:08 Helderheid is helderheid.
1:10:15 Nee, alstublieft, maak dit gewoon af. Als u eenmaal het principe hiervan begrijpt, niet met mij instemmen, maar ik wijs op de logica ervan, de redelijkheid ervan: we kijken altijd vanuit het verleden.
1:10:34 V: Bedoelt u dat de persoon die kijkt, zelf het verleden is, de kennis?
1:10:42 K: Dat klopt.
1:10:44 V: Op het moment voor je het 'berg' noemde, was er helderheid?
1:10:53 K: Ik benoemde het als aanwijzing, maar kijk ernaar zonder het woord.
1:10:59 V: Nee, maar als ik er zelf naar kijk. Als u het niet heeft gezegd.
1:11:02 K: Ik ga u iets laten zien, meneer. Kunt u naar uw vriendin, uw vrouw of uw man kijken - luister alstublieft - zonder het verleden, zonder de herinneringen, voorbije sensaties, voorbije conflicten, die zijn opgehoopt, kunt u naar haar of hem kijken, zonder wat voor beeld dan ook dat u van haar of hem hebt gemaakt, kunt u dat?
1:11:42 V: Nooit geprobeerd.
1:11:45 K: Nooit geprobeerd. Inderdaad, nooit geprobeerd. Een momentje, meneer, luister naar wat die meneer net heeft gezegd. Hij heeft het nooit geprobeerd. Wat betekent dat? Hij heeft het verleden voor lief genomen: het is mijn vrouw, mijn vriendin, mijn man, met alle implicaties uit het verleden die erbij betrokken zijn - mogelijk was hij - niet u, meneer, bij wijze van spreken - zich niet bewust van alle opgehoopte gebeurtenissen uit het verleden, die het beeld hebben gevormd, het plaatje en het plaatje zegt: 'Ik ken mijn vrouw.' Zoals de paus zegt: 'God bestaat.'

V: Wat als uw vrouw steeds hetzelfde doet als u haar ziet?
1:13:10 K: Goed, meneer, kan men waarnemen zonder de opeenhoping van het verleden?
1:13:21 Als u niet kunt waarnemen zonder de opeenhoping van het verleden, is het helemaal niet mogelijk om waar te nemen.
1:13:35 Maar voor ieder van ons is het verleden zo gigantisch, onze geest is zo zwaar beladen, dat we niet kunnen zien zonder verleden, niet kunnen zien wat er echt gebeurt.
1:13:52 V: Kunnen we dat?
1:13:54 K: Dus kijk. Ontdek. Als u ontdekt dat dit waar is, voor uzelf, ik ga het u niet vertellen, dan verandert de relatie volkomen.
1:14:08 Het is niet slechts routine meer, niet slechts mechanische herhaling van het verleden die steeds werkzaam is.
1:14:18 V: Meneer, als u ons een vraag stelt, komt er een antwoord uit ons geheugen op en we proberen...
1:14:25 K: Probeer niet. Probeer niet. Kijk gewoon hoe het geheugen onmiddellijk opspringt, opduikt, dus u kijkt ernaar.
1:14:37 Meneer, dit vraagt om veel onderzoek en aandacht, het is niet slechts: 'Goed, ik leer dit uit mijn hoofd en dan zal er iets anders gebeuren.'
1:14:48 U moet heel aandachtig zijn, opmerkzaam.
1:14:55 Maar als u waarneemt, dan ontmoet het verleden altijd het heden, het heden dat gaande is, wijzigt zichzelf, gaat verder, maar toch is het nog steeds het verleden.
1:15:19 Dus de mens heeft altijd zo geleefd. De grote wetenschappers, filosofen zeggen dat kennis het enige is dat de mens zal ontwikkelen, de verheffing van de mens via kennis - ofwel, kennis is altijd het verleden.
1:15:38 Wij zeggen daarentegen dat de mens zich alleen kan verheffen als het verleden, met alle kennis vanuit het verleden zijn juiste plaats heeft en vrij is van het bekende.
1:15:50 Dan is er vrijheid om te bewegen.
1:15:56 V: Meneer, ik was serieus met mijn opmerking, want het zou zo kunnen zijn dat mijn vrouw mechanisch is en je daardoor, als je naar haar kijkt, hetzelfde ziet, want in essentie is het mechanische patroon hetzelfde.
1:16:11 Begrijpt u wat ik bedoel?
1:16:14 K: Ik denk dat ik u begrijp, meneer.
1:16:22 Onze geest is mechanisch geworden, nietwaar? Waarom? Ziet u, we nemen dit alles niet waar. Waarom is onze geest zo mechanisch geworden? Onze banen zijn mechanisch geworden. Nietwaar? Nietwaar? Opstaan in de ochtend, enzovoort, kantoor, de routine, de routine, onze manier van denken is routine, altijd langs een bepaalde lijn, horizontaal of verticaal, eerzuchtig of ronddobberend.
1:17:11 Dus onze geest is blijven steken in de routine van een geloof enzovoort, dus alles is mechanisch geworden, uw seks, uw ambities, uw eerzucht, uw goden, alles is mechanisch.
1:17:28 U bent zich er niet van bewust.
1:17:41 Dus er is niets nieuws. Dus we zeggen iets dat tegengesteld is aan dat alles.
1:17:55 Dat wil zeggen: waarnemen zonder de waarnemer, die het verleden is.
1:18:04 Zelfs de kwartel is het ermee eens!
1:18:09 V: Maar meneer, als ik probeer te zien 'wat is', zonder verleden en het verleden werkt erin door...
1:18:19 K: Kijk dan naar het verleden, ontdek waarom het verleden doorwerkt, waarom het verleden zo belangrijk is geworden in ons leven.
1:18:30 Meneer, kijk, het verleden is belangrijk als u een auto bestuurt.
1:18:41 Want als u gewoon in een auto wordt gezet, met een stuur, en u wist niks over de techniek van het autorijden, wat u heeft geleerd door voortdurende herhaling, wat kennis wordt, dan zou u niet in staat zijn om te rijden.
1:18:55 U kunt dan wel gaan rijden, maar u zou uzelf of iemand anders doden. Dus kennis over taal, over zaken, alle noodzakelijke dingen doen in het dagelijks leven, kennis is dan belangrijk.
1:19:14 Maar als de geest, gevormd door de gehele dynamiek van het denken, een proces is van de werkzaamheid van voorbije kennis, voorbije ervaring, herinneringen, dan verwordt hij tot een gevaarlijk instrument dat mensen verdeelt, dat mensen vernietigt.
1:19:51 V: Dus zonder meditatie heeft het leven geen betekenis.
1:19:58 K: Wat we nu doen, maakt deel uit van meditatie.
1:20:07 Dit is meditatie, de geest verhelderen.
1:20:16 Meneer, kijk, als ik katholiek ben zou mijn meditatie begrensd worden door een bepaald patroon en dat is geen meditatie.
1:20:33 Meditatie is iets dat geen beperkingen heeft. Ik ga hier niet volledig op in. U zult hier in willen vluchten. Ik niet. Want mediteren is een buitengewone activiteit. Het kan er alleen zijn als de geest volledig vrij is van verwarring.
1:20:58 Als een verward mens mediteert, is zijn meditatie nog steeds verward, of het nu transcendente meditatie is of andere onzin, het is nog steeds verwarde meditatie, die alleen tot illusies kan leiden.
1:21:19 Meneer, allerlei van deze goeroes hebben mij een keer bezocht.
1:21:28 Ik vertel het u alleen maar, het grappige ervan. De grote en de kleine. En ze zeggen allemaal: 'Wat u zegt, meneer, is de grootste waarheid, is wat u leeft', etc. 'Een groot voorrecht...' En dan vervolgen zij hun weg.
1:21:47 Want zij zeggen: 'Sorry, meneer, we moeten de arme mensen helpen die het niet snappen.' Heeft u het spel door? Goed. Is dat genoeg?