Krishnamurti Subtitles home


OJ79D4 - Wat weerhoudt ons te veranderen?
4e discussie
Ojai, VS
19 april 1979



0:49 K: Denkt u dat het de moeite waard is deze discussies te voeren?
0:56 Want blijkbaar lossen we nooit een vraagstuk op, maar... we gaan nooit tot het uiterste, we hebben zoveel vragen, een ieder wil zijn zegje doen, ook al is het irrelevant.
1:11 Dus zouden we, tijdens deze laatste discussie, zouden we samen kunnen praten als twee vrienden, een dialoog en een onderwerp kunnen kiezen dat ons allemaal aangaat en tot het uiterste gaan, stap voor stap.
1:32 Kunnen we dat doen? Heeft dat zin? Kies uw onderwerp dan, alstublieft.
1:53 Vraagsteller: Gaat u door met waar we dinsdag over spraken, over verantwoordelijkheid.
2:08 K: Zouden we kunnen praten over waar we dinsdag over spraken, verantwoordelijkheid?
2:17 En iemand anders stelt vrijheid, liefde en verantwoordelijkheid voor.
2:25 V: Ik heb een vraag die ik aan u zou willen stellen, die ik heb opgeschreven en die ik gaf... (onhoorbaar) Zodat u het zou horen, ik heb het opgeschreven. Misschien wil hij het u voorlezen.
2:35 V: Hij zegt: 'U heeft gedurende vijftig jaar met mensen gesproken en er zijn ook scholen, deze school en die in andere landen, is er in al die tijd, door dit praten, door deze scholen, is er een totale, radicale verandering tot stand gekomen van zelfs één enkel mens?'
2:55 K: U heeft scholen hier in dit land, Canada, Engeland en vijf of zes scholen in India en u heeft zo'n vijftig jaar gesproken en is er één enkel mens veranderd?
3:22 Wilt u het daarover hebben?
3:26 V: Nee.
3:28 V: Meneer, kunnen we daaraan de discussie verbinden over wat onze verandering verhindert? We zijn hier gekomen en ik denk dat velen van ons heel serieus zijn, dat ze willen veranderen.
3:39 K: Zouden we serieus kunnen praten over wat u bedoelt met verandering?
3:47 V: Wat belemmert ons?
3:50 K: Wat verhindert verandering?
3:57 Wat belemmert de menselijke geest om werkelijk een verandering in zichzelf teweeg te brengen?
4:06 Wilt u daarover praten?

V: Ja.
4:10 V: Mag ik een voorstel doen, alstublieft? Ik waardeer het baanbrekende werk dat u heeft verricht - dank u wel. Ik ben ook een pionier, bekend als Cosmic Lady en geloof dat er ufo's, tijdreizen en een nieuw tijdperk aankomen - een kwantumsprong in het kosmische bewustzijn.
4:29 Ik zou deze gedachten graag willen uiten in deze vruchtbare bijeenkomst, om te bediscussiëren.
4:35 V: Ze zegt: Ik ben bekend als Cosmic Lady. Ik heb belangstelling voor ufo's en het aanbreken van een nieuwe tijd. Zouden we daarover kunnen praten?
4:46 K: Dat zou kunnen. Dus wilt u samen praten en dit stap voor stap doen als we iets samen bespreken, tot het uiterste ervan, wat wil zeggen, als u dat onderwerp wilt kiezen: waarom of is het mogelijk om een radicale verandering te bewerkstelligen en wat zijn de dingen die ons in de weg staan?
5:20 V: Ja.
5:24 V: Daarop aansluitend, zouden we kunnen praten over waarnemen zonder waarnemer, de kunst daarvan?
5:30 K: Dat is een heel goede vraag, de kunst van kijken zonder waarnemer. Misschien kunnen we deze vraag toevoegen, meneer, aan het praten over... of het mogelijk is een verandering te bewerkstelligen en wat ons daarvan weerhoudt. Nietwaar?
5:47 Zullen we dit stap voor stap bespreken en tot het uiterste ervan gaan? Niet halverwege stoppen en over iets anders praten. Kunnen we dat doen?

V: Ja.
6:00 K: Goed. Eindelijk!
6:03 V: Meneer, zouden we ook kunnen praten over capaciteiten en zelfacceptatie?
6:11 K: Capaciteiten en...?
6:12 V: Zelfacceptatie.
6:14 K: Zelfacceptatie - ik weet niet wat dat betekent. Misschien kunnen al deze vragen meegenomen worden. Zullen we beginnen?
6:22 V: Ja.
6:32 K: Allereerst, wat bedoelen we met verandering?
6:39 Wat bedoelen we met een transformatie of mutatie bewerkstelligen in ons bewustzijn?
6:46 Begrijpt u het? Dat betekent het. Wat houdt het in, wat betekent verandering, een mutatie?
6:58 Het zijn allemaal dezelfde woorden - transformatie. Wat bedoelen we ermee? Mag ik hier verder op ingaan? Is het verandering als je weet waarin je verandert?
7:23 Begrijpt u mijn vraag? Als je weet wat je moet worden, is dat dan verandering?
7:40 Welnu, langzaam, mensen, overdenk dit, zorgvuldig.
7:49 Als je een idee hebt, een concept, een conclusie, een einddoel, waaraan je je conformeert, waarin je verandert van dit in dat, is dat verandering?
8:12 Of is het een voortzetting van hetzelfde, maar dan aangepast?
8:20 Heeft u mijn vraag begrepen? Je kunt projecteren wat je zou moeten zijn.
8:33 Die projectie komt voort uit je eigen verlangen, uit je eigen geloof, eigen eisen en je projecteert dat.
8:46 En als je dat wilt worden, word je wat je bent, misschien een beetje aangepast. Is dat duidelijk?
9:02 Dus als we een object of doel op het oog hebben, geprojecteerd door onze eigen ervaring, door onze kennis, door ons eigen geloof, onze conclusies en opinies, is zo'n beweging helemaal geen verandering.
9:35 Laten we hierover praten voordat we de volgende stap zetten.
9:44 Als iemand zegt: 'Ik moet mezelf veranderen zodat ik goed word', is die goedheid een concept, een idee of een serie conclusies waaraan je je conformeert of waarvan je denkt dat je zal veranderen van dit in dat.
10:19 We vragen: is dat wel verandering?
10:32 Het is deels - nietwaar? - een voortzetting van wat er was.
10:42 Als je verlangt naar een nieuwe ervaring - ik geef een voorbeeld - en streeft naar die ervaring en als je datgene ervaart waarnaar je streeft, ben je in staat het te herkennen, je zegt: 'Dit is datgene wat ik voel, wat ik ervaar.' Wat betekent dat je het al herkend hebt en herkenning betekent dat je weer opmerkt wat je al hebt ervaren.
11:31 Ik vraag mij af of u dit inziet. Kunnen we elkaar hierin vinden?
11:42 V: Het is heel simpel - je kunt het verstandelijk begrijpen en dan is het gemakkelijk jezelf wijs te maken dat je dat niet doet en door te gaan met veel tijd te verspillen.

K: Inderdaad, meneer.
11:54 Daarom, zien we dit feit als feit, niet als een idee? Dat als we van dít in dát veranderen, waarbij dát een projectie is van dít, het helemaal geen verandering is.
12:15 Het is als altijd noordwaarts gaan, verder, verder en verder, maar in dezelfde richting en daarom is het geen verandering, maar het is een verandering, een mutatie, als je noordwaarts gaat en dan diametraal tegengesteld: zuid of oost of west.
12:43 Je bent van één richting, van één dimensie naar een totaal andere richting gegaan, een andere dimensie.
12:55 Dat is een verandering. Maar als je dezelfde kant op blijft gaan, dan is er natuurlijk een wijziging, een verandering van landschap, verandering van ervaring, maar het is dezelfde richting.
13:09 Is dat duidelijk, mensen? Kunnen we van hieruit verdergaan?
13:17 Laten we dit grondig bespreken.
13:20 V: We weten wat de geest daarmee doet. Die hoort dat en zegt: 'Oké, ik wil nu naar het zuiden gaan.'

K: Natuurlijk, onderzoek het daarom. Kijk, je gaat naar het noorden en je realiseert je dat dezelfde kant op gaan helemaal geen verandering is.
13:42 Dus zeg je dat verandering de andere kant op gaan is, wat het zuiden is. Maar als je zuidwaarts blijft gaan, is er weer hetzelfde aan de hand.
13:55 Kijk er gewoon naar. Ga langzaam, langzaam. Dus je hebt iets heel serieus ontdekt, namelijk: geen richting hebben.
14:14 Eerst gewoon... Ga stap voor stap, meneer. De eerste stap is dat je ergens naar verlangt, veranderen wilt.
14:26 Dat is een vrij intelligente wens, als je je er tenminste van bewust bent. Dan vraagt men: 'Wat bedoelen we met verandering?'
14:40 In de regel betekent het: van het bekende in de richting van het onbekende gaan.
14:50 Ik gebruik verschillende woorden. Ik weet niets van het onbekende, maar ik probeer er naartoe te bewegen. Maar het is dezelfde richting. Dus verandering ontdekken houdt in dat je niet een bepaalde kant op beweegt.
15:14 Wat niet betekent dat je op dezelfde plaats blijft. Ik hoop dat u dit begrijpt.
15:28 V: Je hoeft niet per se op dezelfde plaats te blijven, maar het lijkt me dat je ergens moet stilstaan of uitkomen.
15:35 K: Goed. Als u stopt - u bent noordwaarts gegaan - en als u stopt, waarom stopt u dan?
15:50 Om een andere kant op te gaan? Zoek dit uit, meneer. Je houdt ermee op om oostwaarts te gaan en als je niet meer die kant opgaat, wat gebeurt er dan eigenlijk?
16:13 V: Je zoekt naarstig naar een andere richting.
16:16 K: Ja. Dat is zo, meneer. Je kijkt naar andere richtingen, of het nu het zuid-zuidoosten is of het zuid-zuidwesten enzovoort - altijd slaat u een bepaalde richting in.
16:31 En we weten dat zo'n beweging helemaal geen verandering zal brengen.
16:49 Zie allereerst hoe ontzettend complex dit is en om hoeveel subtiliteit het vraagt...
16:57 De geest heeft zich altijd zijwaarts, horizontaal of verticaal bewogen, met allerlei verschillende graden.
17:14 Nietwaar? Is dat duidelijk? Dus de geest is nu geconditioneerd om te bewegen binnen die omtrek - horizontaal, lineair, verticaal en de verscheidene graden tussen lineair, horizontaal en verticaal.
17:43 Daar zijn we aan gewend en dat noemen we verandering en dat noemen we vooruitgang.
17:54 Ik vraag mij af of u dit ziet.
17:58 V: Moet de geest in beweging zijn om te zorgen voor het biologische proces?
18:02 K: Daar komen we nog op, meneer, daar komen we nog op. Zie allereerst het belang hiervan, de betekenis ervan, de kern ervan.
18:23 V: Is dit niet onze gebruikelijke reactie op de buiten- en binnenwereld?
18:27 K: Dat weet ik. Natuurlijk, dat zeiden we al. Dit is ons leven, dit is de manier waarop we leven. Je wordt deze kant op geduwd door allerlei invloeden, verlangens, bedoelingen en als dat niet geschikt is, word je een andere kant op gestuurd.
18:46 En dit voortdurend bewegen van de ene naar de andere graad wordt vooruitgang genoemd, verandering enzovoort - kennis verwerven, zich verplaatsen. Nietwaar?
19:02 Dus we vragen ons af of dat wel verandering is. We praten over verandering in de betekenis van een diepgaande, fundamentele verandering, transformatie, psychologische revolutie.
19:21 Daar praten we over. Dat moeten we in ons achterhoofd houden, voortdurend.
19:30 V: Is dat hetgeen 'satori' genoemd wordt?
19:35 K: Welnu, wacht even, meneer. Op het moment dat u het woord 'satori' gebruikt - de Japanse zenmeditatie en ervaring - vergelijkt u, nietwaar?
19:50 Als u zegt: 'Is dat wat u...?', dan vergelijkt u. Nietwaar?
19:57 Op het moment dat u vergelijkt, neemt u niet waar. U zit gevangen in de dynamiek van het vergelijken. U ziet niet - als u het mij niet kwalijk neemt dat ik dit zeg - dat u niet feitelijk waarneemt hoe onze geest werkt.
20:20 U mag het 'satori' noemen, de hindoes noemen het 'samadhi' en er zijn allerlei woorden voor, maar dat heeft geen betekenis.
20:31 Wat betekenis heeft, is inzien dat onze geest zich altijd in een bepaalde richting beweegt - noorden, zuiden, zuidoosten, 300 graden of 150...
20:49 V: Ik heb moeite met het idee niet te bewegen, geen kant op te gaan en niet stil te staan.
20:55 K: Dat is het precies. Wacht, meneer, ontdek het. Zie wat het inhoudt. Ziet u, meneer, dit is een heel serieuze vraag, want - ik moet hier niet te diep op ingaan, te snel - als dit duidelijk is, dat elke beweging in een bepaalde richting geen verandering is, geen transformatie - dat woord betekent iets volkomen anders.
21:35 Is dit duidelijk? Kunnen we van hieruit verdergaan? Meneer, ga niet... niet verbaal - voor uzelf.
21:45 V: Het is niet duidelijk, want als we geen richting hebben, worden we dan niet nogal lusteloos?
21:52 V: Als we geen richting hebben, is dat dan geen lusteloosheid?
21:56 K: Nee. Wacht, wacht - luister. Gaat lusteloosheid niet dezelfde richting uit?
22:07 Nee, zie dat, meneer. U stelde een vraag: als je geen richting hebt, zak je dan niet in, is daar dan geen lusteloosheid, een stilvallen van energie?
22:22 Ziet u? Wat betekent dat men echt lusteloos is als je je in dezelfde richting begeeft.
22:31 Het is een routine, mechanisch.
22:38 Men heeft een les geleerd en blijft dat herhalen. Men is een Freudiaan - en ga maar door, Gestalt of een andere allernieuwste psycholoog en u volgt dat traject - dat is veel eenvoudiger.
22:57 Maar zeggen: 'Kijk, laat ik uitvinden of er een mogelijkheid is of beweging - luister gewoon - zonder richting.
23:20 Ah, dit is te veel. U heeft zich hier niet volledig in verdiept. Dit is te veel.
23:29 V: Heeft verlichting iets vandoen met waarover u praat, dat er, als we beseffen dat we al onderdeel zijn van dat wat is, geen richting is...

K: Daar schuilt een gevaar in, meneer.
23:40 Dat zeggen de hindoes al 3000 of 4000 jaar: 'Wij zijn vanbinnen brahmaan, God, het Hoogste Principe en via verscheidene levens en ervaringen pellen we onze onwetendheid af, totdat we het ultieme zullen bereiken.
24:05 Dat is een veronderstelling, een geloof, een idee. En het is ook weer een richting.
24:20 Dit is echt nogal gecompliceerd. U heeft een erg, erg moeilijk onderwerp gekozen.
24:27 V: Wat is de aard van richting?
24:34 K: Fysieke richting wil zeggen naar Ventura gaan, of naar Santa Barbara of Los Angeles - je gaat op weg omdat je huis daar is.
24:43 Er is een richting. En als je een opleiding hebt genoten, in het bezit van titels bent, is dat een richting om een bepaalde baan te krijgen - professor, wetenschapper, psycholoog enzovoort.
24:59 Dus cultureel zijn we geconditioneerd te functioneren in een richting, in een bepaalde of onduidelijke of meditatieve of kosmische richting.
25:20 U wordt een eersteklas ingenieur en voor de rest van uw leven gaat u daarmee door.
25:29 U bent een briljante natuurkundige en kijk eens aan - Nobelprijs en noem maar op - u volgt dat spoor.
25:38 En de religieuze groeperingen hebben bepaalde concepten, die ze volgen.
25:47 Dit is een heel, heel gecompliceerd onderwerp dat u heeft gekozen. Als u zich er heel diepgaand in wilt verdiepen, moet u uw geest hieraan wijden, niet slechts als romantisch vermaak.
26:00 V: Betekent dat niet dat iemand zich heel bewust moet zijn van zelfs de subtielste vorm van idealen of ideëen?
26:08 K: Natuurlijk meneer. Natuurlijk. Dus we vragen: transformatie houdt in - nietwaar? - het ontwortelen van dat wat geweest is.
26:29 Niet aanpassen van dat wat geweest is.
26:44 V: Bedoelt u dat we verandering niet kunnen 'kennen'?
26:48 K: Dat klopt. Op het moment dat je je bewust bent van: 'Ik ben veranderd', ben je niet veranderd. Dat is de schoonheid ervan, als je dat ziet.
27:04 Is het u niet opgevallen dat zodra u zegt: 'Ik ben heel gelukkig' - is dat u opgevallen? - dan is u iets ontglipt.
27:27 V: Wat we verandering noemen, wat we groei noemen, bederft de mogelijkheid tot transformatie.
27:32 K: Ja, meneer. Er is biologische groei van het kind tot adolescent, tot volwassene en tot sterven - het hele proces.
27:48 U heeft zich in iets vreselijk moeilijks begeven. Er is het biologische proces van evolutie, de cultivering van de geest, het brein en misschien dat idee dat de mens groeit van kind tot adolescent enzovoort, dat zou ook ons idee over verandering kunnen zijn.
28:20 Een kind zijn, opgroeien tot... Dus psychologisch kunnen we hetzelfde idee hebben. En deze biologische groei en die evolutie en het verval hebben we ook in psychologische zin, op dezelfde manier.
28:42 Dus we zeggen dat transformatie inhoudt: een niet-bewegen van tijd en van afmeten.
29:02 V: We hebben ons uitgebreid verdiept in afmeten en richting, zouden we wat kunnen praten over tijd?
29:08 K: Ja. Daar kom ik nog op, meneer. Maar kijk eerst. We zijn altijd aan het afmeten, nietwaar? Ik ben dit geweest, ik zal dat zijn. Nietwaar?
29:24 Ik weet niet of u dit heeft onderzocht. Mijn hemel! De hele westerse filosofie en psychologie steunt op afmeten, en ook de technologie - nietwaar? - als je niet meet, kun je geen soldaten produceren of een vliegtuig.
29:50 Je hebt de norm nodig, de afmeting.
29:58 De hele westerse beschaving is hierop gebaseerd. Want denken is afmeten. Nietwaar? Ziet u dat in?
30:16 Alles wat van hier naar daar beweegt, is afmeten.
30:24 Is dit te ingewikkeld?

V: Nee.
30:28 K: Meneer, dit is de echte betekenis van meditatie als je je erin verdiept. Dit is te moeilijk.
30:42 Dus de oosterse wereld heeft ook in vroegere tijden gezegd: 'Afmeten is een illusie.
30:55 Om het onmetelijke te ontdekken moet er geen afmeten zijn.' Ik weet natuurlijk niet of u zich daarin heeft verdiept.
31:08 Maar ze hebben het denken ingezet om het onmetelijke te bereiken: je moet controle hebben, je moet mediteren, je opofferen, je gedragen, het hele patroon is door afmeten vastgelegd: afmeten is denken.
31:27 Begrijpt u dit alles? If vraag mij af of dit...
31:30 V: Het lijkt mij dat fysieke afmetingen nodig zijn...
31:39 K: Natuurlijk, fysieke afmetingen zijn nodig. Om deze stoel te maken moet je metingen verrichten.
31:47 V: Als ik denk: ik ben religieus, houd ik misschien op met meten als ik een stoel maak. Dat is dwaas.
31:55 V: Hij zegt, als ik denk dat ik religieus ben stop ik met metingen om een stoel te maken.
32:01 K: Oh, nee, nee, nee. Religieuze mensen kunnen metingen verrichten om een stoel te maken. Nu haalt u de boel te veel door elkaar. U denkt niet logisch na. Dat is het ergste.
32:19 V: Het lijkt erop dat de aard van het denken, in zijn beweging van het verleden naar het heden, vergelijken is.
32:25 K: Kijk, meneer, we begonnen met de vraag: wat is verandering?
32:32 Zolang er 'meer' is, wat afmeten is, het vergelijken, wat afmeten is: 'Ik was dit, ik zal dat zijn' is afmeten.
32:51 Dus zolang dit onderdeel van de geest actief is, van dit naar dat bewegen en naar dat en dat en dat, wat de continuering van afmeten is, kan er geen verandering plaatsvinden.
33:12 V: Zolang er een vaardigheid actief is, kan er geen verandering zijn?
33:15 K: Nee, nee, de vaardigheid om af te meten.
33:23 V: Bedoelt u niet de vaardigheid van psychologisch afmeten?
33:29 K: Ik zou niet eens het woord 'afmeten' gebruiken omdat het te... Meneer, goed, laten we...
33:37 V: Als u 'vaardigheid' gebruikt, is dat dan een aspect van het denken?
33:40 K: Natuurlijk. Kijk, meneer, we willen veranderen, want we zien in dat we onwetend zijn.
33:56 U mag dan over een enorme kennis van uiterlijke zaken beschikken - hoe naar de maan te gaan, een bom te ontwerpen, een soldaat op te leiden of een uitstekende loodgieter te worden, elektriciën of natuurkundige - men realiseert zich dat dit nogal... dat moet gedaan worden.
34:21 En men zegt ook tegen zichzelf: 'Hoe moet ik veranderen?
34:29 En wat houdt verandering in?' Daar houden we ons mee bezig. Wat betekent veranderen?
34:39 En we veranderen altijd van dit in dat, van dat in dat.
34:48 In dezelfde richting. Dat is duidelijk. Nietwaar, meneer? Of de richting nu noord, zuid, oost, west, zuid-zuidoost of zuid-zuidwest is, het is altijd een richting.
35:06 Welnu, is dat verandering? We denken dat het verandering is. Maar is dat wezenlijk verandering? Of is dat geen verandering, maar een geest hebben die geen enkele richting opgaat, maar in beweging is.
35:47 Ik vraag mij af of u dit begrijpt. Meneer, kijk, we verbruiken onze energie in een bepaalde richting, seksueel, ambitieus, competitief, inhalig, technologisch, op succes gericht.
36:21 En we zeggen dat dit alles de mens niet veranderd heeft.
36:30 Nietwaar? Bent u het ermee eens? Ze hebben aanpassingen doorgevoerd - betere wegen, auto's gebouwd, betere vliegtuigen, betere manieren om te doden enzovoort - maar psychologisch, innerlijk is de mens niet veranderd.
36:51 Hij is bang vanaf de oudheid tot nu. Hij is gewelddadig vanaf de oudheid tot nu. Hij is afgunstig, wreed, sinds onheuglijke tijden.
37:09 Dus de mens is niet diepgaand veranderd. En men vraagt zich af: waarom niet? De mens zoals jij en ik - mensen - waarom?
37:26 Is het omdat hij altijd heeft gedacht dat bewegen een richting moet hebben, dat groei een richting moet hebben.
37:40 het is biologisch zo: plant een eikel en het wordt een eik.
37:47 Het kost tijd. Dus waarom is de mens niet volledig veranderd?
37:57 Ik vraag het u: waarom niet?
38:01 V: Is de blokkade niet dat de geest voortdurend in beweging is?
38:10 Hij denkt dat hij moet bewegen.

K: Mevrouw, ik vraag het u niet persoonlijk, maar waarom bent u niet veranderd?
38:20 V: Omdat we dat niet wilden.
38:22 K: O, u heeft voldoende energie. Als u iets wilt, krijgt u het, of het nu seks is, geld, een positie, alles wat u maar wilt, u heeft een immense energie.
38:42 V: Ze zei dat we niet zijn veranderd omdat we dat niet wilden.
38:47 K: Als je het wilde, wat zou je dan doen? Het komt op hetzelfde neer, ziet u dat?
38:55 V: Je zou het niet weten als het zou gebeuren.
38:59 K: Meneer, als u wilt veranderen, wat zou u dan doen? Ik vraag het u. U zou de wil trainen. U zou zeggen: 'Ik moet dat bereiken', wat inhoudt dat je al... een bepaalde richting bent ingeslagen, wat u al duizend jaar hebt gedaan.
39:24 V: Is de moeilijkheid niet gedeeltelijk dat hetgeen een richting opgaat zijn eigen beweging niet waarneemt?
39:32 K: Deels.
39:34 V: De verklaring die u heeft gegeven is zeer duidelijk - het lijkt zonneklaar en toch zit er iets in...
39:40 K: Ik zal het u zo laten zien. We verdiepen ons er stap voor stap in. We zeiden: wat is het dat ons blokkeert?
40:02 V: Willen veranderen is een van de eerste blokkades tot verandering.
40:12 K: Accepteer dan wat je bent.
40:18 V: Dat kunnen we ook niet.
40:28 V: Maar we zeiden dat we alleen maar weten dat we niet veranderen, wat dus geen verandering is.
40:36 K: Mevrouw, dat is wat ik u vraag. Waarom u, als mens, niet bent veranderd? De essentie ontgaat u. Zoek het uit, meneer, kijk, kijk. Het kan zijn dat u rookt. Dat is een gewoonte geworden - nicotine enzovoort. En u weet dat dit heel schadelijk is voor uw gezondheid, voor uw brein, voor uw hart, maar u gaat er toch mee door.
41:10 En u zegt niet: 'Laat ik eens kijken waarom ik er niet mee stop.' Als u ermee stopt vanwege uw gezondheid of om een andere reden, laat u het niet echt varen.
41:32 U mag de sigaretten dan afzweren, maar het motief is geen radicale verandering, het is iets veranderen - alleen de sigaret afzweren. Wat, wat?
41:47 Begrijpt u wat ik probeer te zeggen?
41:54 V: Zou u dat een beetje beter kunnen uitleggen?
41:56 K: Een beetje beter. Goed.
42:04 Waarom rookt u? Het moet de eerste keer nogal vies gesmaakt hebben. Nietwaar? Maar mensen rondom u roken. Misschien smaakt het lekker - zoals de reclame verkondigt.
42:29 Dus eerst is het onaangenaam en dan wordt het een gewoonte. Vervolgens komen de doktoren in beeld: 'Het is heel slecht voor je gezondheid, voor je longen, kankerverwekkend, voor je brein, het stompt je af...', enzovoort, enzovoort.
42:45 Alle dokters zeggen dit. En waarom wil je stoppen met roken? Je bent bang en daarom zeg je: 'In godsnaam, ik zal pijn moeten lijden, daarom moet ik niet roken.' Het verlangen te roken mag dan stoppen, maar u heeft andere verlangens - begrijpt u dit? - die hun eigen gewoonten hebben.
43:24 Dus u beweegt zich altijd - we zijn weer bij hetzelfde punt aanbeland - u laat altijd iets vallen en pakt vervolgens iets anders op en dit is de moderne wereld.
43:38 U gaat van de ene goeroe naar de andere, de ene beter dan de andere, of de ene religie is beter dan de andere, de ene sekte beter dan de andere enzovoort, enzovoort.
43:49 Maar je gaat altijd van het ene centrum naar het andere centrum. Nietwaar? Is dit duidelijk? Laten we verdergaan, meneer.
44:03 Dus we zeggen dat elk denkproces, geprojecteerd op een bepaalde richting, en op het bereiken van dat doel, niet de wezenlijke transformatie van de mens uitmaakt.
44:30 V: Impliceert wat u zegt dat iemand in staat moet zijn om volledig alleen te kunnen staan.
44:36 K: Nee, laat het woord 'alleen' even zitten nu.
44:41 V: Bedoelt u dat we ons niet moeten richten op bevrediging?
44:44 K: Ja, meneer. Nee, dan heeft u het gereduceerd tot zo'n onbeduidende aangelegenheid - bevrediging. Waarom wilt u bevrediging?
44:56 Wie is het die bevrediging wil? Begrijpt u? Waarom...?
45:05 Dus, meneer, laten we verdergaan, anders komen we...
45:12 Dus verandering houdt in niet-bewegen van denken.
45:21 Dit is - ziet u? Want het denken zegt: 'Ik wil dat.' Ik heb dat gehad, dat is niet voldoende, ik moet dat hebben.' En zo is het steeds in beweging van dit naar dit, naar dit, naar dit.
45:45 En dat is wat we verandering noemen, in het algemeen. En wij zeggen: 'Nee, dat is helemaal geen verandering.' Er is sprake van verandering als het denken geen object heeft waar het zich naartoe beweegt.
46:06 Het heeft verlichting geprojecteerd - God, wat het ook geprojecteerd heeft en zegt: 'Het moet verkregen worden', daarom moet ik mij opofferen, ik moet dit doen, ik moet dat doen, maar het is in dezelfde richting.
46:27 V: Je kunt inzien dat je dit gedaan hebt, je in een richting bewegen en je kunt zien dat je bewegen in een richting steeds hetzelfde is, toch..
46:35 K: Wacht, wacht! Is dat zo? Heeft u het verbaal, intellectueel begrepen, of als waarheid?
46:48 V: Blijkbaar niet, want...
46:50 K: Dat is het punt. Laten we hierbij blijven. Waarom? U zegt - kunnen we met elkaar praten? - u zegt: ik begrijp dit verbaal, intellectueel heel duidelijk.
47:06 V: Ik kan ook feitelijk zien dat ik dit in het verleden heb gedaan. Dat is een feit.

K: Dat is een feit. En ik zeg, wat weerhoudt...? Waarom ziet u het niet als geheel, met uw hele wezen? Wat weerhoudt u?
47:25 V: Het lijkt alsof we op het moment dat we bewegen ons niet bewust zijn dat we bewegen.
47:33 K: Ja, ga door, meneer, leg het nog wat meer uit.
47:37 V: Op het moment dat het bewegen in een bepaalde richting plaatsvindt, zijn we ons er niet van bewust dat dit een beweging is.
47:52 V: Er is geen bewustzijn van richting als het richten plaatsvindt.
47:56 K: Daar ben ik niet zeker van. Ik ben helemaal niet zeker van wat u beweert. Ik zeg niet dat u ongelijk heeft, maar ik ben er niet zeker van.
48:10 Je wilt congreslid worden en je werkt ervoor.
48:22 U weet welke kant u op wilt, u bent zich bewust van wat het inhoudt, de smerige spelletjes - u begeeft zich in die richting.
48:31 U wilt ook verlicht raken en u leest boeken en u bestudeert wat het inhoudt en u zegt: om verlichting te bereiken moet ik bepaalde dingen doen - celibaat, armoede enzovoort.
48:55 Dus u conformeert zich aan dat patroon als u dat wilt. En u weet dat u dit moedwillig doet.
49:06 V: Op het moment waarop je dat wilt...
49:12 K: Kan het zijn dat je je er niet van bewust bent.

V: Ja.
49:18 K: Op het moment waarop u verlichting wilt, ik gebruik dat woord, alstublieft, het heeft zijn betekenis verloren - iedere willekeurige goeroe praat over verlichting, dus het heeft zijn vitaliteit verloren, zijn diepte, zijn schoonheid.
49:37 Dus we zullen dat woord gebruiken zoals gangbaar is - verlichting.
49:44 Welnu, je zoekt verlichting, men zoekt verlichting. Wat was de oorzaak van het zoeken? U mag zich ervan bewust zijn, of niet bewust. Dus voordat u zich richting verlichting beweegt, vraagt een verstandig mens zich af: waarom wil ik dit?
50:11 Wat is de reden? Verveelt mijn leven mij? Verveelt mijn baan me? Verveelt mijn vrouw me, mijn vriendin enzovoort en ik wil iets... Ik heb zoveel dingen ervaren, maar dit zou wel eens een heel andere ervaring kunnen zijn, dus ik wil dat graag.
50:32 Dus bewust of onbewust is er het besef van dit proces.
50:41 Het kan zijn dat u zich eigenlijk niet bewust bent van de hele structuur van dit proces, maar natuurlijk, of men zich er nu bewust van is of niet, dit proces verloopt van dít zijn naar dát zijn.
51:06 Dus je kunt niet zeggen, als ik u hierop mag wijzen, je kunt onmogelijk zeggen dat je je er niet van bewust bent.
51:16 V: Krishnamurti, ik waardeer wat u zegt en accepteer hoe u het concept van verandering gebruikt, maar ik weet van mezelf dat ik tijdreiziger ben in een aards lichaam, en geloof dat op elk moment miljoenen dingen op vele niveaus geboren worden en sterven, transformeren en dat we nu in een tijdperk zijn aanbeland - en er zijn geen toevalligheden - waarin de grote geest van tijd en ruimte tot ons komt, maar we moeten weten hoe de wijsheid werkt.
51:48 K: Jezus.
51:49 V: Dus de transformatie van de mensheid resulteert in een grote sprong van ongelofelijke wijsheid op de planeet, en we zullen stoppen met oorlog voeren.
52:00 Maar ik hoor wat u zegt en wat u gelooft, dat we niet meer te simplistisch kunnen zijn.

K: Goed, mevrouw.
52:13 Goed, meneer?
52:15 V: U zegt dat we ons ervan bewust zijn, ook al...
52:19 K: Meneer, het is alsof...
52:23 V: We zijn ons ervan bewust, zegt u, ook al zijn we ons er onbewust van bewust.
52:28 K: Ja.
52:31 V: Ziet u mijn probleem?

K: Ik begrijp het, meneer. Dat betekent dat u in een bepaalde richting wordt gestuurd, zonder dat u dat weet.
52:47 Wacht, zie het gevaar van wat u bent... U wordt gedwongen, onder druk gezet, gestuurd, gehersenspoeld - hoe je het ook noemt - in een bepaalde richting.
53:05 V: Het is als wanneer we boos worden, op het moment van de boosheid, ben je je er niet bewust van, pas achteraf zeg je: 'Ik was boos.'

K: Dat is inderdaad zo, maar we praten over iets anders.
53:24 Weet u het niet wanneer u hebzuchtig bent?
53:30 V: Ja, achteraf.
53:32 K: Nee, wacht. Kijk naar de reactie. U ziet iets in een etalage en u wilt het hebben. Wat is er gebeurd? U heeft het gezien, die jurk, die broek, die jas, die auto, die vrouw, die man of wat het ook is - zien, de gewaarwording, het contact en u zegt: 'Ik vind dat leuk... dat is spannend.' Het denken maakt een beeld: u zit in de auto en rijdt erin.
54:09 Begrijpt u dit? Het hele proces is uiteraard... of het gaat zo snel of je neemt het waar zodra het opkomt.
54:24 Dat is zien, contact, de sensatie, het denken maakt een beeld, u die in de auto zit en erin rijdt, dat gaat allemaal zo snel.
54:42 V: Nee, we kunnen dat zien.

K: Ja, als je waarneemt. Als u zich heel bewust zou zijn van dit proces, dan kun je zien hoe het opkomt.
54:55 Ook ziet u dat op het moment waarop het denken erbij komt met zijn beeld de ellende begint.
55:05 V: Is er niet meer dan dat?

K: Dan?
55:09 V: Het zien.

K: Ik zeg alleen maar, het zien, het contact, de sensatie, als dat alles is, dan is het heel simpel.
55:19 Maar op het moment dat het denken het overneemt en een beeld maakt, dan wil je iets.
55:26 V: Ik begrijp dat, maar u zei eerder dat we ook onbewust bewust kunnen zijn.
55:33 Welnu, als u net omschrijft...
55:35 K: Onbewust bewust in de zin van dat men geen besef heeft van de snelheid van dit proces.
55:49 Het neemt het zo snel over. Binnen een seconde is het er. Maar als u het proces vertraagt, het hele proces vertraagt, dan zie u, als in de bioscoop, als in een film, dat je het heel snel kunt afspelen of heel langzaam, dan zie je alles wat er gebeurt.
56:10 Dat is alles waar ik op wil wijzen.
56:12 V: Als ik het vertraag met een motief, zal ik het niet kunnen vertragen.
56:17 K: Natuurlijk, op het moment dat u... Dus laten we doorgaan.
56:23 V: Als je vertraagt, wordt dat wat beweegt zich dan bewust van zijn eigen bewegen?

K: Ja, meneer.
56:33 V: Hoe vertraag je het?
56:41 K: Meneer, er is geen... Kijk, er is geen 'hoe', want op het moment dat je een 'hoe' hebt, ben je in een systeem beland, ben je in een richting verzeild geraakt, ben je het spoor bijster, het is weer hetzelfde liedje.
57:01 Maar kijk, meneer, kijk, ik wil iets zien, je wilt een foto zien of een schilderij.
57:12 Je gaat naar een museum en ziet een of ander schilderij en je wilt het geheel ervan zien, dus je kijkt heel, heel nauwgezet, nietwaar?
57:22 Naar elke onderdeel ervan - detail na detail, verschillende diepten, het kleurenpalet en de dynamiek van kleuren, je kijkt, langzaam kijk je ernaar en dan ga je verder naar achteren en zie je het hele schilderij.
57:40 Er is geen sprake van vertragen omdat je alle details wilt zien. Daarom hoef je geen moeite te doen om te vertragen. Je wilt het duidelijk zien, dat is alles.
57:54 V: Hoe neem je emoties waar?
57:58 K: Nee, je kunt de beweging niet waarnemen. U stelt een vraag die...
58:06 Dus we praten over verandering. Waarom bent u niet veranderd? Wat is de blokkade, de hindernis die u ervan weerhoudt te veranderen?
58:18 Dat is de vraag die we stellen, laten we daarbij blijven.
58:25 Is het angst?
58:30 V: Deels, angst voor het onbekende.
58:34 K: Is het luiheid? heeft de geest zich zo geconformeerd aan een leefpatroon dat hij weigert te... Zegt: 'Dit is prima.
58:51 Waarom zou je het willen veranderen?' Want verandering zou onzekerheid kunnen betekenen.
59:05 Daarom zeg je: 'Nee sorry, ik kan niet onzeker zijn.' Begrijpt u? Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je niet verandert.
59:17 En de redenen zijn nogal logisch, nogal duidelijk en daarom zeg je: 'Alsjeblieft, wat is er niet goed?'

V: Betekent dat dat we eigenlijk het gevaar ervan inzien, het gevaar dat er, als we dat doen, een directe verandering zal zijn?
59:43 K: Meneer, is het dan niet heel gevaarlijk hoe we leven?
59:54 Is voor alles op aarde, voor alles in de lucht, voor het leven in de zee, de manier waarop we leven niet gevaarlijk?
1:00:08 V: Zijn we bang om te verdwijnen, onszelf te verliezen?
1:00:13 K: Ja, meneer! We zijn dusdanig egocentrisch, dat we niet willen veranderen. Dat is de voornaamste reden.
1:00:27 Als je je hier heel zorgvuldig in verdiept, er komt heel veel kijken bij deze wonderlijke zaak, als je je erin verdiept.
1:00:36 Allereerst, leven zonder enig vergelijken.
1:00:45 Nietwaar? Kun je leven zonder een vorm van vergelijken, zowel fysiek als psychologisch?
1:00:58 Ontdek wat het betekent om te vergelijken. Ofwel: je bent dit, het voorbeeld is perfect, je moet zo worden.
1:01:08 Of je vergelijkt jezelf met iets hogers, zowel economisch, sociaal, als fysiek.
1:01:21 Dit vergelijken is afmeten, nietwaar? Dus stop met afmeten.
1:01:34 Kunt u dat?
1:01:41 Nooit vergelijken. Zie wat er gebeurt met een geest...
1:01:48 V: 'Nooit' is hier. Als u 'nooit' zegt, is 'nooit' hier, op dit moment.
1:01:53 K: Vergelijk niet. Stop ermee. Vergelijk niet. Ik neem dat voorbeeld. Zie wat het betekent. Wat het inhoudt... Wat de gesteldheid van een geest is, die geen enkele vergelijking kent.
1:02:27 We denken dat vergelijken evolutie is, groei, vooruitgang, verandering.
1:02:36 Wij zeggen integendeel: vergelijken is slechts een projectie in dezelfde richting: 'Ik ben dit, ik moet dat worden.' Het toonbeeld van noblesse, grootheid, spiritualiteit en noem maar op.
1:02:59 Geen neiging tot vergelijken hebben. Brengt dat geen enorme vrijheid met zich mee?
1:03:13 V: Brengt dat geen absolute gelijkwaardigheid mee?
1:03:19 K: Meneer, dit land praat over gelijke kansen, democratische gelijkheid, gelijke rechten - nietwaar? - en dit land heeft een groot gevoel voor uiterlijke gelijkheid.
1:03:45 Je kunt jezelf omhoogwerken en zeggen... Of als onbeduidend persoon kun je de president worden of wat dan ook. Gelijkwaardigheid gaat veel verder dan dat, nietwaar?
1:04:02 Ga door, meneer, overdenk het. In psychologische zin bent u niet gelijk aan een ander, nietwaar? U denkt dat u anders bent. Dus is er ijdelheid. Dus gelijkwaardigheid kan alleen bestaan in goedheid. Goedheid is... Het kent geen verdeeldheid. Laat dat even zitten nu.
1:04:40 V: Als u zegt dat niet vergelijken beter is dan vergelijken. Is dat dan vergelijken?

K: Natuurlijk.
1:04:48 Meneer, kijk, als je op school A met B vergelijkt, wat gebeurt er dan met A?
1:04:58 Je vernietigt A, nietwaar? Je zegt altijd tegen hem: 'Je moet slimmer zijn, je moet zijn zoals B, die slim is, die intelligent is en actief en jij bent lui.' Vechten, vergelijken, competitie.
1:05:15 Dus wat gebeurt er als je niet vergelijkt? Je hebt deze dingen nooit uitgeprobeerd.
1:05:24 V: De geest gaat die kant niet meer op.
1:05:27 K: Dus wat gebeurt er dan?

V: Verandering.
1:05:31 K: Nee, nee. U gaat te snel. U onderzoekt het niet. U vergelijkt, nietwaar, mensen? Doet u dat niet? Nee? U bent allemaal zo stil. Doet u dat niet? Natuurlijk doet u dat. Welnu, als je niet vergelijkt, wat gebeurt er dan?
1:05:54 V: Niets.

V: Verwarring. Verwarring, want je kijkt dan zonder richtlijnen.
1:06:02 K: Nee.
1:06:04 V: We moeten overal naar kijken zoals het is.
1:06:12 K: Kijk, als je niet vergelijkt, is dat een verandering, nietwaar?
1:06:17 V: Een ruimte.
1:06:18 K: Vergelijk niet. Dat is een absolute verandering, want je geest heeft steeds vergeleken, vergeleken, vergeleken.
1:06:30 En kennis is ook vergelijken - meer kennis, minder kennis, de geleerden met hun immense kennis - geschiedenis, natuurkunde, biologie - grote kennis.
1:06:52 Kennis is een voortgaand vergelijken.
1:06:57 V: We vergelijken 'wat is' met onze kennis.
1:06:59 K: Ja... Maar je vergelijkt het ene materiaal met ander materiaal. Dat is goed, dat moet je doen - het ene is slechter dan het andere. Als je het geld hebt, kies je het betere, enzovoort. Maar we praten over het psychologische vlak, niet die last hoeven dragen van het vergelijken.
1:07:22 V: Dat is gelijkwaardigheid.
1:07:25 K: U doet het niet eens, en zoekt het niet uit. Dus als je niet vergelijkt ben je gestopt met je energie te verspillen in een bepaalde richting.
1:07:41 Nietwaar? Goed? Je hebt die energie.
1:07:51 Dus wat gebeurt er? Dus je hebt ontdekt dat je je, als je het vergelijken volledig laat vallen, deze enorme energie hebt.
1:08:06 V: De geest wordt sneller.

K: Sneller, komt tot leven.
1:08:14 V: Wat als we die energie niet gebruiken, maar verspillen?
1:08:18 K: Wacht, wacht, mevrouw, u bent te snel, u doet de dingen niet stap voor stap. Zoals we zeiden, ga langzaam, je zult dingen ontdekken voor jezelf, wat belangrijk is, niet wat ik heb ontdekt en dat ik u dat dan vertel, dat is dwaas.
1:08:34 Maar al deze dingen zelf ontdekken, uit de eerste hand.
1:08:46 V: Zodra het idee van niet-vergelijken opkomt, veroorzaakt dit een hele nieuwe reeks van vergelijkingen, tussen de geest die vergelijkt en dat wat door u wordt voorgesteld als niet-vergelijken.
1:09:02 V: Hij zegt dat we een idee vormen van niet-vergelijken, wat een andere reeks van vergelijkingen in gang zet.
1:09:13 K: Meneer, als u naar een museum gaat en allerlei schilderijen bekijkt - Picasso, Michelangelo, of nee, Picasso toch maar niet - Michelangelo enzovoort - Als je steeds vergelijkt, neem je niet volledig waar.
1:09:37 Want als je vergelijkt, iemand vertelde je dat dit een betere schilder is dan die andere en je wilt jezelf conformeren aan de betere, aan de man die gespecialiseerd is in schilderijen, hij zegt: 'Dit is het beste schilderij.' Dus je bent geconditioneerd door propaganda, door andere mensen enzovoort.
1:10:00 Dus je kijkt nooit volledig naar een schilderij, terwijl je vergeet wie het geschilderd heeft.
1:10:09 Op dezelfde manier, als je jezelf altijd vergelijkt met anderen, kijk je nooit volledig naar jezelf.
1:10:21 Begrijpt u dit?
1:10:29 V: Zegt u dat er zolang er sprake is van vergelijken, er verdeeldheid is?
1:10:32 K: Niet alleen verdeeldheid, maar het is nooit een volledige waarneming van het ding waarnaar u kijkt.
1:10:47 Meneer, laten we verdergaan. Wat weerhoudt ons ervan, elk van ons, te veranderen, radicaal te veranderen?
1:10:59 Komt het omdat we altijd met onderdelen bezig zijn?
1:11:07 Of omvatten we de hele psychologische structuur en beëindigen we die?
1:11:19 Niet beetje bij beetje, het ene deel na het andere.
1:11:30 Is dat een van onze moeilijkheden?
1:11:36 V: Het lijkt erop dat het zelf zich overal kan verschuilen en je wanneer je stap voor stap gaat, een aspect hier en een aspect daar aanpakt, dat het zelf zich ergens anders verschuilt.
1:11:50 K: Dus daar ben je dan de rest van je leven mee bezig.
1:11:53 V: In feite zal het nooit lukken.

K: Dat klopt.
1:11:56 V: Dus hoe kunnen we bij het centrum komen?

K: Ik laat het u zien, meneer.
1:12:01 V: In contact, meneer, niet slechts als terugblik.
1:12:07 K: In contact, meneer. Wat is je relatie met een ander, intiem of niet intiem?
1:12:20 Wees feitelijk, zet je tanden erin om het uit te vinden.
1:12:27 Is die seksueel? Is die comfortabel? Is het gemak? Gebruik je de ander voor je eigen voordeel? Geeft de relatie je bevrediging, vervulling, een gevoel van welzijn, door het samenzijn enzovoort?
1:12:50 Wat betekent dat we elkaar uitbuiten. Is dat het? Ziet u, u bent allen te bang om u hierin te verdiepen.
1:13:03 V: Maar het is slechts weer een fragment.
1:13:05 K: Wacht, meneer, ik zal u iets laten zien. Dat is maar een deel, nietwaar? Welnu, kijk. Neem het deel waar en ga via het deel volledig naar het einde, en dan zul je het geheel overzien.
1:13:29 Kijk, ik verdiep mij erin. Neem relaties, verdiep je er grondig in.
1:13:38 Je staat in relatie tot een ander, via aantrekkingskracht, seks, gemak, troost, bemoediging, ontsnappen aan eenzaamheid.
1:13:59 Dus al deze en andere redenen maken je gehecht aan een persoon of een ding.
1:14:09 Ofwel je hebt een groot verlangen, want je voelt je eenzaam, wanhopig gedeprimeerd alleen en je weet niet hoe je dit op moet lossen, dus accepteer je een ander om hieraan te ontsnappen.
1:14:40 Dus jij bent altijd het centrum van waaruit je handelt.
1:14:47 Nietwaar? Dat is duidelijk, niet? Begrijpen we elkaar?
1:14:54 Je hebt een beeld van je eigen eenzaamheid, je eigen angst, je eigen gevoel van belangrijkheid, je eigen handicaps, je eigen remmingen enzovoort enzovoort en je weet niet hoe je dit op moet lossen vanbinnen, dus je steunt ofwel op iemand om je te helpen het op te lossen, psychologen enzovoort of je raakt gehecht aan iemand om hieraan te ontsnappen.
1:15:35 Nu zeggen we: werk dat stuk grondig door - dit is alleen een gedeelte, relaties - werk het deel grondig door, helemaal tot het einde.
1:15:49 Niet theoretisch, niet met woorden, maar feitelijk, beëindig je gehechtheid volledig.
1:16:05 Beëindig die volledig. Zie je eenzaamheid helemaal onder ogen.
1:16:15 Daarom heb je misschien bepaalde seksuele gewoonten, om te ontsnappen aan eenzaamheid, dat wordt een patroon, mechanisch.
1:16:25 Dus zie dit enorme gevoel van eenzaamheid onder ogen.
1:16:32 V: Dus dat je er op geen enkele manier aan ontsnapt.

K: Ja, meneer!
1:16:39 V: Als u zegt: ga langzaam...

K: Dat doe ik, ik doe het. Ik heb een onderdeel genomen, relaties en ik ga door dat onderdeel heen, zeg: 'Ik heb een relatie', is dat omdat ik eenzaam ben, ben ik bang, wil ik troost, wil ik dat iemand mij helpt?
1:17:02 Het is allemaal psychologisch. Ik heb een postbode nodig, een loodgieter, - daar praten we nu niet over.
1:17:14 Via het onderdeel doorgaan en het dan laten vallen, er niet alleen maar theoretisch mee spelen en doorgaan. Laten vallen.
1:17:22 Zien dat ik eenzaam ben, begrijpen wat dat is, eenzaam zijn. Waarom ben ik eenzaam? Komt het omdat al mijn activiteiten egocentrisch zijn?
1:17:43 - mijn zoeken naar God, mijn zoeken naar een positie, macht, mijn zoeken naar helderziendheid, mijn verlangen anderen te genezen.
1:17:55 Begrijpt u dat? Zijn dit allemaal middelen om te ontsnappen aan wat ik eigenlijk ben?
1:18:07 Namelijk mijn buitengewone neiging tot idiotie - ik licht dat eruit.
1:18:16 Mijn ijdelheid. Dus als je deze dingen echt kunt laten vallen, wat gebeurt er dan? Dan heb ik een toestand ontdekt, waarin helemaal geen richting is.
1:18:34 Er is alleen een loslaten van alles waaraan ik mij heb vastgehouden. Begrijpt u waarover ik praat? Bent u daartoe in staat?
1:18:51 Je hebt meubelen, een meubelstuk en je identificieert je met dat meubelstuk en je bent dat meubelstuk.
1:19:07 Een advocaat vertelde mij een keer dat een man en vrouw wilden scheiden en ze hadden gebakkeleid over dit en over dat, deze bezitting en die bezitting - ze werkten zich door die rommel.
1:19:29 En het meeste hadden ze geregeld en op de laatste dag zei de vrouw: 'Ik moet dat hebben.' Het was een asbak.
1:19:42 en ze vochten erom, de man en de vrouw wilden de asbak. Het was een asbak - begrijpt u? - niets belangrijks. Dus de advocaat pakte de asbak en brak die.
1:20:00 Begrijpt u dit alles?
1:20:08 We zijn kleinzielig, meneer. Dus we zeggen dat verandering vraagt om een geestesgesteldheid die zich niet beweegt van het ene naar het andere centrum.
1:20:27 Nietwaar? Kunt u dat doen? Dat wil zeggen, een centrum dat eenzaam is en zich beweegt naar een centrum dat niet eenzaam is.
1:20:43 Nietwaar? Begrijpt u dit? Het centrum is eenzaam, bewegen naar een centrum dat niet eenzaam is, is nog steeds de beweging van eenzaamheid.
1:20:59 Zie dat in. Zie de waarheid ervan in. Als je dat ziet, onderzoek je: waarom ben ik eenzaam?
1:21:14 Omdat mijn handelingen egocentrisch zijn, wat mij steeds isoleert?
1:21:22 Begrijpt u dit, meneer? Kunt u dit volgen? Ik ben ambitieus, ik ben hebzuchtig, ik wil dit, ik wil dat, ik moet dit hebben - dat alles, in de wereld, uiterlijk en innerlijk.
1:21:38 Dus de essentie van eenzaamheid is dit proces van isolatie.
1:21:47 Dus is er een handeling mogelijk die niet egocentrisch is?
1:21:58 V: Vraagt u dat nu?

K: Ja, meneer!
1:22:17 V: Is het onze behoefte aan zekerheid die ons zo traag maakt?
1:22:24 V: Maakt dat ons traag?

K: Ja. Nee, wacht even, dit is weer een belangrijke vraag. Je hebt fysieke zekerheid nodig natuurlijk - kleding, eten, onderdak. Met zekerheid bedoelen we niet alleen dat, we willen innerlijk zekerheid.
1:22:47 En we vragen ons nooit af of er wel innerlijke zekerheid bestaat.
1:22:59 Innerlijk heeft men veel zekerheid gevonden in een geloof, in God, in een of ander imaginair denkbeeld.
1:23:13 Is dat zekerheid? Je mag dan zekerheid denken te vinden bij je vrouw, je vriendin of bij je man, vriend. Is dat zekerheid?
1:23:28 En als je je zeker voelt bij een persoon, zie dan in hoe gevaarlijk dit is.
1:23:39 Als je zekerheid hebt gezocht bij die vrouw of die man, dan raak je gehecht, jaloers, boos - de hele ellende begint.
1:23:54 Weet u dat dan niet?
1:23:56 V: Als er geen zekerheid bestaat, is er ook geen behoefte aan zekerheid.
1:23:59 K: Dat is zo, meneer. Als je ziet dat er psychologisch geen zekerheid bestaat, is dit inzicht al intelligentie.
1:24:10 Nietwaar? Natuurlijk. In die intelligentie schuilt een enorme zekerheid, niet in die...
1:24:20 V: Meneer, u vroeg of er handelen bestaat dat niet egocentrisch is. Kunnen we terugkeren naar die vraag? De enige handeling die ik ken die niet egocentrisch is, is overgave.
1:24:33 K: Welnu, wacht even, meneer. De enige zekerheid, zegt hij, is overgave.
1:24:41 V: De enige handeling die niet egocentrisch is, is overgave.
1:24:46 K: Zo begreep ik het ook, meneer. De enige handeling die niet egocentrisch is, is overgave.
1:24:55 Overgave waaraan?
1:24:59 V: Aan alles.

K: Ah! Wat? Wacht, meneer. Kijk. Zorgvuldig. Verdiept u zich er langzaam in, meneer, ga niet... De christelijke wereld heeft gezegd: 'Geef je over aan God.' Zie het gevaar daarvan, het is overgave aan het idee van God, overgave aan wat mensen hebben gezegd over God, Christus - overgave.
1:25:34 Dus ik vraag u: waaraan geeft u zich over?
1:25:38 V: Het hogere wezen in je.

K: Het hogere wezen - ziet u, u heeft het hogere wezen zelf gecreëerd.
1:25:46 V: Wat zegt u van overgave aan 'wat is'?
1:25:49 K: Je kunt je niet overgeven aan 'wat is' - het is er. Je geeft je niet over aan zonneschijn. Wonderbaarlijk. We gebruiken woorden die zo betekenisloos zijn als we goed kijken.
1:26:12 V: Misschien moeten we hierover praten in termen van psychologische druk.
1:26:19 K: Hebben we, als we praten over psychologische druk, een gesprek over waarom mensen niet veranderen?
1:26:38 Goed, meneer, laten we die ene factor nemen, druk. Wordt u onder druk gezet door de spreker hier?
1:26:49 V: Nee.

K: Rustig aan, meneer. Wordt u onder druk gezet door de regering, door instellingen, door uw opleiding, uw priesters, uw goden, uw geloofsovertuigingen?
1:27:08 Door de kranten? Kunt u vrij zijn van druk?
1:27:23 V: Je wordt onder druk gezet door externe omstandigheden. Dat zal niet weggaan.

K: Nee, wacht. Ja, je kunt druk ervaren omdat je in een overvolle stad bent of in een metro, ondergrondse of hoe het ook heet.
1:27:38 Fysiek, niet psychologisch. Kun je vrij zijn van druk? Van je vrouw, man, vriendin, van je eigen behoeften?
1:27:52 Immers, je eigen begeerte is een enorme druk.
1:28:01 V: Ja, je kunt je bevrijden van die druk, psychologisch.
1:28:08 K: Zegt u dat u vrij bent van psychologische pressie?
1:28:13 V: Nee, daarom ben ik hier.
1:28:18 K: Dus wat zult u doen als u zich realiseert - alstublieft, luister hier gewoon naar - als je je realiseert dat je onder druk staat van je vrouw of vriendin?
1:28:29 Zul je een eind maken aan die druk? Of zeggen je eigen seksuele behoeften of je eigen eenzaamheid: 'Tja, ik kan het niet.'

V: Is er een handeling mogelijk die niet egocentrisch is?
1:28:47 K: Daar ben ik mee bezig, meneer. Dit is een van de... Druk is een van de activiteiten van het zelf-centrum.
1:29:00 V: Misschien word je dan onverschillig.
1:29:09 V: Ik deins terug voor druk, terug in mezelf. Ik lijk terug te deinzen voor druk in huidige relaties.
1:29:17 K: Ziet u, meneer, we kijken nooit - als ik hierop mag wijzen, meneer, ik hoop dat u het niet erg vindt, als ik erop mag wijzen - we kijken nooit naar onszelf zonder te zeggen: 'Ik ben een...' Kijk, kijk slechts.
1:29:34 Ik ben gehecht - goed. Laat ik ernaar kijken. Laat ik ontdekken wat het betekent. We zeggen: 'Nee, ik mag niet gehecht zijn of ik moet...' We lopen er altijd voor weg.
1:29:51 V: Maar als ik kijk, zie ik niets. Er is niets daar.
1:29:55 K: Vind dat uit, is dat zo?
1:30:11 Verandering houdt in: niet-bewegen van de activiteiten van het zelf.
1:30:29 Wat allemaal neerkomt op afmeten, zoals vergelijken, afmetingen als 'meer' 'meer', 'minder', de behoefte aan vervulling - dat is allemaal een proces van afmeten.
1:30:51 Dus een geest die niet aan afmeten doet, die niet zegt: 'Ik ben onwetend, ik zal verlicht raken.' Dus, ontdek dit, meneer.
1:31:17 Vertraag het hele mechanisme van het denken en neem waar.
1:31:29 V: Vertraag het rustig, niet met druk.
1:31:31 K: Neem het gewoon waar.
1:31:35 V: Wat betekent dat alle activiteit ophoudt.
1:31:37 K: Oh, nee. Dan kan de activiteit beginnen. Ons handelen is volkomen destructief en negatief als het egocentrisch is - zonneklaar.
1:31:53 Kijk wat er gebeurt, meneer, overal ter wereld.
1:31:56 V: Maar op het moment van waarnemen, wordt de actie van de geest niet...
1:32:00 K: Activiteit, meneer, dat is ook weer heel moeilijk - we moeten eerst weten wat actie is.
1:32:09 Wat is actie? Handelen we vanuit een centrum? Vanuit een geloof, een concept, een principe, een ideaal? Wat allemaal een centrum is. Nietwaar? Handelen we van daaruit?
1:32:30 En hoe nobeler het principe - wat nog steeds het centrum is - des te meer we denken dat het buitengewoon is.
1:32:43 Dus er is handelen mogelijk zonder het centrum. Ziet u, meneer, laat ik het anders zeggen, als je het niet erg vindt om ernaar te luisteren.
1:32:56 We beschouwen al het egocentrisch handelen als positief. Presteren is iets positiefs. We ontwerpen een dynamo, wat heel positief is. En psychologisch actief zijn is een handeling vanuit het centrum, een zakenman zijn, dit of dat zijn, is heel actief, een positief handelen, wat tot chaos in de wereld heeft geleid.
1:33:27 Nietwaar? Tot ellende, verwarring.
1:33:34 Dus er is een handelen dat niet-positief is. Ik vraag mij af of u dit inziet.
1:33:43 V: Is dat geen overgave?

K: Nee meneer, ik heb dat al uitgelegd. U houdt vast aan het woord 'overgave'.

V: Is waarnemen hier onderdeel van?
1:33:57 K: Pure waarneming, zonder enig proces, is handelen.
1:34:04 Waarnemen is handelen. Als je heel helder gehechtheid waarneemt, kijk ernaar, ga niet positief proberen te handelen...
1:34:21 Verwerpen is het positiefst, niet dat andere.
1:34:29 V: Als je volledig waarneemt, is die handeling dan het einde van al die andere handelingen?

K: Ja.
1:34:41 Dus, ben je veranderd? We zijn een uur verder - niet?

V: het is 13.00 uur.
1:34:52 K: Na anderhalf uur heb je de waarheid te pakken, dat verandering een niet-bewegen in enige richting is?
1:35:10 Nietwaar? Al is het maar intellectueel begrip?
1:35:21 Dat betekent: verandering is volkomen waarnemen 'wat is'. Je hebzucht waarnemen, je eenzaamheid, wanhoop, depressie, ernaar kijken zonder enige drang dit of dat te veranderen, alleen kijken.
1:35:49 Meneer, u kijkt naar deze schaduw. U kunt de schaduw niet veranderen. U kunt die schaduw niet veranderen. Maar we willen de schaduw veranderen die we zelf zijn.
1:36:12 Kijk er alleen naar en het echte kijken ernaar is het beëindigen ervan. Natuurlijk, zonneklaar.
1:36:23 V: Wat als we in een droom leven en de nachtmerrie is stervende en een nieuwe dag breekt aan, waarop wij als mensen voor elkaar zorgen.
1:36:33 Wat denkt u van deze mogelijkheid?
1:36:42 Het wordt nu een droom waarin we zorgen voor elkaar en onze planeet.
1:36:48 K: We leven in een nachtmerrie, wanneer zorgen we voor elkaar? Alleen als we weten hoe we niet zelfzuchtig zijn. Nietwaar?
1:37:00 Zorgen we nu niet voor elkaar?
1:37:07 Niet fysiek, maar zorgen we er samen niet voor dat er, fysiek en psychologisch, geen vervelende dingen gebeuren?
1:37:21 Dat is genoeg, mensen.