Krishnamurti Subtitles home


OJ79T3 - Wat is de oorsprong van angst?
3e toespraak
Ojai, USA
14 april 1979



0:46 Ik voel me een beetje verlegen.
0:56 Kunnen we verdergaan met waar we afgelopen zaterdag en zondag over spraken?
1:18 We zeiden, als ik mij goed herinner, dat we samen naar de dingen moeten kijken, samen de verwarring van de wereld rondom ons zien, het buitengewone gevaar waar de mens wereldwijd aan wordt blootgesteld, hoe de religies overal ter wereld het onmogelijk maken dat mensen tot elkaar komen.
2:18 En als je die enorme verwarring en ellende ziet, honger en overvloed en oorlogen, dan moet elk intelligent mens, als die zich tenminste bewust is van de huidige toestand van de wereld buiten ons, zich wel afvragen of het mogelijk is voor de mens, elk van ons, om deze kwaliteit van goedheid te hebben.
3:01 In de Engelse taal, vooral in Amerika, denk ik, gebruiken ze woorden die nu uiterst betekenisloos zijn geworden, zoals 'zekerheid', zoals 'oprechtheid', die hebben hun betekenis verloren.
3:27 Iemand die u iets wil verkopen is heel oprecht, iemand die nogal gestoord is en niet weet dat hij wat onevenwichtig is, is heel oprecht.
3:49 En iemand die heel sterk gelooft in bepaalde conclusies, in bepaalde geloofsovertuigingen, in God enzovoort, die is ook heel oprecht.
4:05 En een woord als 'eerlijkheid' heeft bijna haar betekenis verloren.
4:18 Want als we in een totalitaire staat leven, kunnen we niet eerlijk zijn, dan moet je leugens vertellen, je moet oneerlijk zijn.
4:33 Maar als je openlijk zou zeggen wat je wilt, zou je leven gevaar lopen.
4:41 Dus je moet al deze woorden onderzoeken en aan al die dingen een andere betekenis geven, zoals aan het woord 'liefde', dat zwaar belast is met allerlei sensuele, sentimentele, romantische onzin.
5:03 Dus we moeten deze woorden gezamenlijk opnieuw onderzoeken.
5:13 We gebruiken het woord 'goedheid' in de betekenis van dat er geen goede samenleving buiten ons kan bestaan als niet ieder mens heel eerlijk is.
5:30 Ik zal uitleggen wat ik met 'eerlijk' bedoel. Er is geen goede samenleving mogelijk als dit betekent dat we accepteren wat we eigenlijk afkeuren, en het in uiterlijke zin accepteren, dan kan die onmogelijk goed of eerlijk zijn.
5:59 De goede familie, de goede aarde, het goede boek, het goede idee - wij praten over een goedheid die veel meer is dan dat alleen, waar we later verder op in zullen gaan gedurende deze drie of vier toespraken die we nog te gaan hebben.
6:22 We gebruiken nu het woord 'goedheid' in de betekenis van: kunnen mensen volkomen eerlijk zijn, niet alleen uiterlijk, maar vooral innerlijk, in de zin van niet misleid zijn, niet gevangen zitten in een illusie, niet vasthouden aan een in verval geraakt geloof?
6:56 Want dit alles verhindert deze kwaliteit van een diep, bestendig gevoel van eerlijkheid.
7:07 We gebruiken het woord 'eerlijkheid' psychologisch, in de betekenis van geen enkele illusie hebben, geen façade en geen door anderen of jezelf gecreëerd concept accepteren en als je leeft volgens een concept, een ideaal, staat dit los van de realiteit en dan kun je niet eerlijk zijn, zo kun je deze kwaliteit van goedheid niet hebben.
7:44 We geven dit woord een volkomen andere betekenis. Ik denk dat het het juiste woord is, want door de geschiedenis heen - niet dat de spreker een geleerde is, maar hij heeft veel waargenomen - door de geschiedenis heen heeft de mens naar vrede verlangd, wat wil zeggen: orderlijk, veilig, waar iedereen een baan heeft, waar geen tiran de scepter zwaait enzovoort enzovoort, het is altijd het verlangen van de mens geweest.
8:32 Alle utopieën zijn hierop gebaseerd, maar zij hebben nooit vrucht gedragen, want de mens is in essentie, ten diepste, zo oneerlijk, want hij accepteert, hij leeft in een toestand van illusie, van een façade.
8:57 Dus we zeggen, als we dit alles waarnemen, deze complete chaos in de wereld, praktisch een anarchie, waar zelfs de paus beveiligd moet worden als hij het Vaticaan verlaat, het is allemaal zo stompzinnig en gevaarlijk geworden.
9:23 Als we dit alles inzien, wat is dan het juiste handelen voor elk van ons?
9:32 Want we dragen bij aan de chaos, daar is geen twijfel over mogelijk, want wij hebben deze samenleving gecreëerd, wij zijn verantwoordelijk voor deze samenleving.
9:46 En als we niet radicaal, in de basis, fundamenteel een psychologische revolutie teweegbrengen, is er geen goede samenleving mogelijk.
10:05 Dus we vragen: waardoor zal de mens fundamenteel veranderen?
10:17 Begrijpt u mijn vraag? Besteed alstublieft wat aandacht hieraan.
10:28 De spreker houdt geen toespraak, we delen het probleem met elkaar, niet zoals u het ziet of zoals de spreker het ziet, maar de problemen zoals ze feitelijk zijn, niet zoals u wilt dat ze zijn of zoals ik wil dat ze zijn, maar wat er feitelijk gebeurt in de wereld, buiten ons en wat er eigenlijk vanbinnen gebeurt, psychologisch, onder onze huid, als het ware.
11:07 Anders kunnen we onmogelijk met elkaar communiceren.
11:17 Communicatie impliceert delen, samen aan hetzelfde deelnemen.
11:27 Als de spreker u iets wil vertellen en als je niet aandachtig bent of geen zin hebt te luisteren, dan is er geen communicatie mogelijk.
11:38 Maar aangezien we allemaal mensen zijn die betrokken zijn bij een wereld die aan het ontaarden is, waar zoveel gevaar, chaos en wanorde heerst, is het onze menselijke plicht om het op te lossen, niet van de leiders, want wij kiezen de leiders.
12:00 Als we verward zijn, zullen onze leiders verward zijn. Het is zo zonneklaar, dit allemaal. Dus de fundamentele vraag is: waardoor zullen mensen veranderen, hun eigenaardigheden, hun gedrag, hun diepgewortelde zelfzucht enzovoort, waardoor zal ieder van ons veranderen?
12:35 Willen we meer schokkende gebeurtenissen, rampen, oorlogen?
12:43 Begrijpt u dit, mensen? Onderzoek dit alles. Laten we er samen over nadenken, laten we het samen waarnemen, niet dat ik waarneem en het u vertel of dat u waarneemt en het mij vertelt, maar dat we samen deze feiten waarnemen.
13:00 En als we deze feiten hebben gezien, onpersoonlijk, objectief, niet als Amerikaan, als een hindoe, maar objectief, dan is de vraag: waardoor zal de mens veranderen?
13:17 Zij hebben allerlei systemen geprobeerd, politiek, religieus, economisch - uiterlijk.
13:26 De communistische revolutie, de Franse revolutie, allerlei vormen van revoluties, de revoluties die er zijn geweest in de wereld hebben de mens niet veranderd.
13:40 Ze hebben de omgeving gewijzigd, ze hebben een bepaald gemak, comfort gebracht, maar in principe is de mens gebleven zoals hij was in de afgelopen miljoen jaar of meer.
14:02 Dus wat zullen we doen? Wat staat de mens te doen? Wat is zijn verantwoordelijkheid, wat is zijn handelen?
14:22 Ons handelen is grotendeels gebaseerd op ons verlangen.
14:35 We hebben ons daar afgelopen zondag een beetje in verdiept.
14:42 We zeiden dat verlangen bestaat uit het zien, het contact, de sensatie.
14:56 Volg dit alstublieft stap voor stap, anders zijn we niet in staat om met elkaar te communiceren - zien, contact, de reactie op de sensatie, de zintuigen die reageren op het contact enzovoort.
15:17 Vervolgens komt het denken in actie en zegt: 'Dat huis, die auto, die tuin bezitten', en creëert een beeld en het najagen van dat beeld is een activiteit van de wil, die verlangen is.
15:45 Gaan we te snel? Nee, ik kan heel snel gaan, maar hebben we contact, niet alleen woordelijk, maar feitelijk?
16:00 Want we moeten samen uitzoeken, - ook al is het met een kleine groep, twee of drie mensen die serieus zijn - we moeten samen uitzoeken wat juist handelen is, levend in deze monsterlijke, idiote wereld, wat is dan juist handelen?
16:21 Om uit te zoeken wat juist handelen is, moet je uitzoeken waar ons handelen uit voortkomt, onze dagelijkse activiteiten en als je het waarneemt, is dat echt ons verlangen: 'Ik wil verwerven, verwezenlijken, ik ben ambitieus, ik ben dit...' Het is allemaal de activiteit van verlangen met zijn wil.
16:53 Verlangen is tegenstrijdig. Ik verlang het ene gedurende een jaar, een ander jaar zijn er tegengestelde, tegenstrijdige verlangens.
17:09 Dus ons handelen is ook tegenstrijdig, want ons handelen is grotendeels gebaseerd op verlangen met zijn wil te presteren, iets te bereiken, te vervullen, plezier te hebben enzovoort.
17:29 Vervolgens is je verlangen in strijd met het verlangen van een ander, dus is er een conflict tussen twee mensen, tussen twee verlangens.
17:43 Dit handelen, dat voortkomt uit deze tegengestelde verlangens, veroorzaakt verwarring.
17:50 Alstublieft, dit is overduidelijk - nietwaar? - kunnen we verdergaan? Nee, ik kan verdergaan, maar zult u alles begrijpen, het echt toepassen?
18:04 Het heel zorgvuldig waarnemen en voor uzelf uitzoeken wat juist handelen is.
18:12 We zeiden: verlangen is de dynamiek van sensatie, een goed huis hebben, een grote, prachtige tuin, een leuke auto, een aantrekkelijk persoon enzovoort, het is het krachtenspel van de sensatie als verlangen.
18:34 Het verlangen komt op zodra het denken een beeld vormt en dat beeld gaat najagen.
18:50 Welnu, is er een handelen mogelijk - luister hier alstublieft naar - dat geen daad vanuit verlangen is, maar een daad vanuit intelligentie?
19:02 Ik zal toelichten wat ik bedoel. Begrijp dit alstublieft. Hebben we contact of ga ik alleen verder?
19:18 Oké, mensen? Goed.
19:25 Zoals we de vorige keer zeiden, sensaties, de dynamiek van de zintuigen, bij de meesten van ons is het een deel van de zintuigen.
19:48 Er is geen activiteit van de hele dynamiek van de zintuigen, als geheel, maar alleen gedeeltelijk.
19:59 En verlangen is ook gedeeltelijk.
20:07 Dus we vragen: als je waarneemt, contact - oftewel waarnemen, contact, sensatie, dan komt het denken erbij, creëert het beeld en het najagen van het beeld.
20:26 Welnu, als je dit ziet, komt intelligentie tot leven.
20:38 Nietwaar mensen? Is dit een beetje...? Goed, ik zal er wat meer over zeggen... Verdiep je erin.
20:58 We nemen wereldwijd waar dat elk mens wordt gedreven door zijn verlangens - de politici, de pausen, de religieuze mensen, de economen, iedereen wordt gedreven door verlangens.
21:22 De energie van het ene verlangen is in strijd met andere verlangens - die van u en die van anderen.
21:32 Daardoor ontstaat tegenstrijdigheid en om die reden moet er wel een conflict in het handelen zijn.
21:47 Dat is duidelijk. Welnu, we vragen: is er een handelen mogelijk dat niet uit verlangen voortkomt?
22:01 Nietwaar? En we zeggen dat dat zo is als je het van nabij waarneemt. Verlangen is de dynamiek van de zintuigen, oftewel waarnemen, contact, sensatie, waarna het denken het overneemt.
22:22 Als je de gevolgen kunt zien van het denken dat de sensaties overneemt en die gevolgen zijn: conflicten, tegenstrijdigheid, vervulling willen en die vervulling niet kunnen vinden, angst en de rest volgt dan.
22:46 Dus het zien van de sensatie, de tussenkomst van het denken, deze hele dynamiek zien, is intelligentie.
23:04 En het handelen van intelligentie is niet uw intelligentie of mijn intelligentie, het is intelligentie.
23:12 Daarom is er dan geen tegenstrijdigheid in uw handelen.
23:20 Begrijpt u dit? Kijk ernaar, het is logisch. Kijk er eerst op een logische manier naar, woordelijk zelfs. Vervolgens misschien, na er logisch naar gekeken te hebben, kun je het gevoel krijgen van deze kwaliteit van intelligentie, die niet van u of van mij is, het is intelligentie.
23:45 Het is dus een gemeenschappelijke factor en we handelen samen vanuit de gemeenschappelijke factor.
23:54 Begrijpt u het? Dat is de essentie van goedheid, want er is geen conflict, geen 'mijn' verlangen tegen 'uw' verlangen.
24:19 Goedheid, die in essentie deze kwaliteit van intelligentie heeft, goedheid kan niet bestaan zolang er angst is.
24:37 Begrijpt u? Kan ik verdergaan? De meesten van ons hebben eigenaardige angsten.
24:55 Ik weet niet of u zich bewust bent van uw eigen angsten.
25:02 Als u dat bent, wat is de oorsprong van angst?
25:10 Niet hoe komen we er vanaf - vooralsnog verdiepen we ons erin - maar wat is de oorsprong van angst?
25:22 De meesten van ons proberen, als ze angst hebben, ofwel die te onderdrukken, te beheersen, ervoor weg te lopen of ze bedenken een rationalisatie die geleidelijk aan neurotisch wordt.
25:51 Blijkbaar, door de eeuwen heen, is de mens niet in staat gebleken zich te bevrijden van angst, zowel uiterlijke angsten, gevaren, ongevallen enzovoort, uiteindelijk de angst voor de dood, en we leven nog steeds met ontelbare angsten, iedereen volgens zijn eigen temperament, karakter, eigenschappen, volgens zijn eigen ervaringen, cultuur enzovoort.
26:34 Hij is bang en aangezien hij deze angst niet op kan lossen richt hij zich tot een uiterlijke instantie, tot de analyticus, de professor, de deskundige of tot God.
26:57 God is natuurlijk de ultieme ontsnapping.
27:07 Welnu, we vragen niet de diverse takken van de angst te snoeien, hoe angst te wijzigen of hoe moed te verzamelen om die te overwinnen - moed verzamelen is slechts een vorm van weerstand tegen je eigen angst, die is er nog steeds, maar je gebruikt het woord 'moed' en ontwikkelt een vorm van weerstand, maar men heeft de aard van angst niet doorgrond. Nietwaar?
27:49 Dus we onderzoeken dit samen. Alstublieft, ik ben niet degene die onderzoekt terwijl u luistert, we onderzoeken samen wat de aard, de structuur van angst is.
28:06 Kan de mens, de doorsneemens, volledig vrij zijn van angst?
28:17 Begrijpt u mijn vraag?
28:27 De mens is niet in staat gebleken het op te lossen, dus wil hij de angst vergeten door zichzelf te wijden aan een bepaald principe, een bepaald idee, een utopie, oftewel, hij vlucht altijd voor de feiten.
28:59 Dus we vragen: wat is de oorsprong van angst?
29:07 Als we kunnen uitzoeken, voor onszelf ontdekken wat de oorzaak is, de essentie van angst, dan kunnen we wellicht een heel ander leven leiden, namelijk een leven van goedheid, want goedheid kan geen angst bevatten.
29:35 Om uit te zoeken wat de oorsprong van angst is, moeten we de hele dynamiek van het denken onderzoeken.
29:45 Ik zal het vertellen, u zult het zo zien.
29:56 Wat is de dynamiek van het denken, hoe ontstaat het denken, de herkomst ervan, het begin ervan en wat is de aard van deze hele structuur van het denken, waarop al onze beschavingen, al onze religies, ons hele economische leven en ons werk, waarop dat alles is gestoeld?
30:27 Nietwaar? Ik vraag mij af of u dat inziet.
30:39 Het denken heeft de fenomenale kathedralen gemaakt, fantastische architectuur, prachtige gedichten, literatuur enzovoort, schitterende bruggen die enorme afstanden overspannen.
31:02 Het denken heeft dat allemaal gecreëerd. Het denken heeft ook de technische wereld gemaakt, de dynamo, de hydro-elektriciteit enzovoort, enzovoort.
31:22 En het denken heeft ook verdeeldheid tussen mensen veroorzaakt - mijn land tegen uw land, mijn God tegen uw God, mijn geloof tegen het uwe enzovoort, enzovoort.
31:42 Dus je moet, als je de oorsprong van de angst onderzoekt, je ook verdiepen in de vraag wat het denken is, want als er geen begrip is van de dynamiek van het denken en de aard van het denken, dan zal angst ons ook geheel ontglippen - dan begrijpen we het niet en kunnen we het ook niet overstijgen.
32:13 Dus we onderzoeken nu de aard van het denken in relatie tot de vraag of de mens ooit vrij kan zijn van angst.
32:26 De twee zijn verwant ze staan niet los van elkaar.
32:35 Wat is denken?
32:43 Wat is ons denkproces?
32:50 - de werkelijke aard van het denken, niet wat ik denk of niet denk, het werkelijke denken van de mens.
33:03 Vanzelfsprekend is het de reactie van het geheugen, de reactie van ervaringen, zoals kennis.
33:19 Begrijpt u dit? De mens heeft een enorme kennis verzameld, die verzameling is tot stand gekomen via ervaringen die in het brein zijn opgeslagen als herinneringen.
33:37 En de reactie op die herinneringen, dat is denken.
33:46 Dat is duidelijk, nietwaar?
33:55 Als er geen herinneringen waren, zou er ook geen denken zijn, er zou sprake zijn van volledig geheugenverlies.
34:06 Denken gebaseerd op kennis moet altijd onvolledig zijn, er bestaat niet zoiets als compleet denken, want het vloeit uit kennis voort, die is opgeslagen in het brein en die kennis is het verleden.
34:35 Nietwaar? Dit is eenvoudig. Het denken is altijd beperkt, want het komt voort uit kennis, en kennis, hoe uitgebreid ook, hoe diepgravend ook, is beperkt.
34:56 Nietwaar? Je kunt geen volledige kennis bezitten van wat dan ook, van het universum - dat kan niet.
35:10 Dus denken is de reactie van het geheugen en het geheugen is het resultaat van kennis, wat het verleden is, opgeslagen in het brein.
35:27 We zullen voorlopig niet over het brein praten, want dat is erg... We zullen er wat later op doorgaan. Ik ben geen breindeskundige, maar ik heb heel zorgvuldig waargenomen en heb gesproken met een paar breindeskundigen.
35:46 Dus denken heeft niet alleen geleid tot de prachtige dingen in de wereld: kathedralen, dynamo's, elektriciteit, naar de maan reizen enzovoort, maar heeft ook oorlogen gecreëerd, het heeft conflicten veroorzaakt in religies, in relaties.
36:11 Dus het denken is beperkt, ook al kan het zich een voorstelling maken van het oneindige, toch is het nog steeds beperkt, want het denken denkt dan over het oneindige en datzelfde denken over het oneindige is dus beperkt.
36:35 Ik vraag mij af of u dat ziet. De mens heeft God gecreëerd - God heeft de mens niet geschapen, de mens heeft God geschapen.
36:48 De mens heeft gezegd: Hij is oppermachtig, universeel, altijd liefhebbend, barmhartig, geeft karakteristieken aan wat hij heeft gecreëerd, maar het is nog steeds de activiteit van het denken, of het nu hindoeïstisch, islamitisch of christelijk is of wat voor religieuze organisatie dan ook, het is de activiteit van het denken.
37:24 Niet wetend hoe het probleem van angst op te lossen, construeer ik - construeert het denken - een entiteit die mij zal helpen het probleem op te lossen: de uiterlijke instantie, God, de autoriteit, de deskundige - zijn er psychoanalytici aanwezig? - de psychoanalytici, de priesters enzovoort, enzovoort.
37:58 Als je de aard van het denken begrijpt, de aard, de activiteit, wat een feit is, het is niet mijn verzinsel.
38:10 Het is een gemeenschappelijke factor, als je de aard van het denken onderzoekt.
38:20 Denken is beperkt en kan onder geen enkele voorwaarde vrij zijn, want het komt voort uit het bekende.
38:31 Het bekende is altijd het verleden en daarom begrensd.
38:39 Welnu, wat is de relatie tussen denken en angst?
38:46 Begrijpt u dit? Men is bang voor de dood - ik zal niet verder ingaan op de kwestie van de dood, dat is erg complex, daar gaan we later op in.
39:02 We vragen wat de relatie is tussen deze twee.
39:17 Angst is tijd.
39:28 Dit moet ik uitleggen. Mijn hemel. Moet alles uitgelegd worden, kunnen we er niet induiken?
39:38 Tijd is een proces, nietwaar? Denken is een proces. Dus denken is tijd.
39:49 Niet? Wees het niet met me eens, alstublieft, kijk er zelf naar. Om iets te doen, moet ik erover nadenken en daarna handel ik.
40:07 Om van hier naar daar te gaan is er tijd nodig. Tijd betekent de beweging van hier naar daar, en denken is ook een beweging: van het bekende, gewijzigd door het heden, en voorwaarts bewegend.
40:25 Het is dezelfde beweging, dus is het tijd. Dus denken is tijd en we zeggen dat angst in essentie tijd is.
40:45 We zijn bang voor morgen, wat er zou kunnen gebeuren, of we zijn bang voor iets dat in het verleden gebeurd is en dat weer zou kunnen gebeuren in de toekomst.
41:07 Er is fysieke pijn geweest, afgelopen maand of vorige week, en het zou weer kunnen gebeuren, morgen.
41:20 Begrijpt u dit alles? Communiceren we met elkaar? Ik moet verdergaan. Dus het denken heeft gezien...
41:35 dat er vorige week fysieke pijn was, het is geregistreerd in het brein - luister alstublieft zorgvuldig - er was vorige week pijn, het is geregistreerd, oftewel opgeslagen als herinnering, vervolgens zegt het denken: 'Ik hoop niet dat ik morgen weer pijn heb.' Nietwaar? Begrijpt u dit?
42:08 Dit is een gangbaar alledaags verschijnsel. Dus de gebeurtenis uit het verleden, pijnlijk of plezierig, is opgeslagen in het brein, waarna het geheugen zegt: 'Ik hoop dat ik die pijn morgen niet weer heb.' Nietwaar?
42:36 De hoop die pijn niet weer te hebben is een vorm van angst. Nietwaar? En we zeggen: denken en angst zijn sterk met elkaar verbonden.
42:57 Dus de oorsprong van angst is de aard van het denken.
43:09 Denken veroorzaakt angst.
43:20 Ik ben er zeker van dat u bepaalde angsten heeft.
43:27 Wat is de oorzaak daarvan? Uw denken erover, de pijn van gisteren, fysiek, het denken over geen pijn hebben of de psychologische pijn, innerlijk, de angst voor verlies, de angst geen zekerheden te hebben, innerlijk, de angst voor eenzaamheid, angst voor isolement, dat is allemaal voortgebracht door het denken.
44:17 Als dat de oorsprong van angst is, is het probleem dus: tijd in de vorm van denken. Op wat voor manier kan angst stoppen of hoe kan het brein een gebeurtenis niet opslaan die pijnlijk of plezierig is? Begrijpt u dit punt?
44:46 Ik vraag mij af of u dit begrijpt.
44:54 Iemand is naar de tandarts geweest, de meesten van u zijn er vast geweest, en u heeft veel pijn.
45:04 Die pijn is opgeslagen, en het denken zegt: 'Ik hoop dat het nu goed is, dat ik niet nog meer pijn krijg.' Er is altijd de bezorgdheid achter deze pijn, voor een herhaling ervan.
45:32 Kunt u naar de tandarts gaan - luister hier alstublieft naar - en pijn hebben en de pijn beëindigen zodra u de praktijk verlaat, die niet voortzetten?
45:51 Heeft u dit ooit geprobeerd? Begrijpt u wat ik zeg of bent u allen...? Min of meer. Begrijpt u dit? Want dit is heel belangrijk om te begrijpen.
46:11 Ons bewustzijn bestaat uit zijn inhoud: hebzucht, afgunst, nationalisme, uw ervaring, uw naam, uw vorm, uw herinneringen, uw overtuigingen, uw angsten, uw zorgen, uw meningen, oordelen, waarden, dat allemaal en meer is uw bewustzijn.
46:38 Dat bewustzijn is geconditioneerd.
46:45 En het handelen vanuit dat bewustzijn - natuurlijk - moet wel leiden tot verwarring, want de inhoud is verward.
46:58 Ik vraag mij af of u dit alles inziet.
47:07 Mag ik met iets anders verdergaan? Ik kom hierop terug. Er bestaat de kunst van het luisteren.
47:21 Dat houdt in: niet alleen luisteren met je gehoor, maar ook luisteren naar de betekenis van het woord en dieper gaan dan de betekenis van het woord, volledig luisteren.
47:46 Als je naar muziek luistert van een bepaalde componist die je goed vindt en volledig luistert, dan is je hele brein in beweging, er is geen linkerhersenhelft en rechterhersenhelft - ik moet hier niet al te diep op ingaan - er is een volledige aandacht.
48:20 Op dezelfde manier kun je luisteren zonder een idee te creëren over waar je naar luistert, alleen maar de kunst van het luisteren, zoals er de kunst van het zien is.
48:44 Zien zonder tussenkomst van al je herinneringen, van al je vooroordelen, alleen de schoonheid zien van deze morgen.
48:59 En er is ook de kunst van het leren. Dat is weer nogal ingewikkeld, ik laat dat even zitten. Dus er is de kunst van het luisteren met al je aandacht, zonder dat je vooroordelen of meningen tussenbeide komen, alleen maar luisteren naar wat de ander probeert over te brengen, luisteren naar je vrouw of je vriendin of naar je man of vriend, luisteren - wat we nooit doen.
49:42 Communicatie is dan niet alleen woordelijk, het is volledig.
49:49 Als ik luister naar wat je me te vertellen hebt. Als je me zegt: 'Ik hou van jou', dan luister ik met heel mijn hart, er is volledige gezamenlijkheid.
50:05 Dus op dezelfde manier luisteren naar wat gezegd wordt, niet als je luistert er een abstractie van maken en dat tot een idee vormen en zeggen: 'Goed, ik zal over dat idee nadenken als ik later thuis ben', maar intussen ben je afgehaakt.
50:30 Terwijl je als je volledig luistert, zult zien dat tijd, dus het denken, de essentie van angst is.
50:47 Dan rijst het probleem: welke plaats heeft het denken?
50:55 Als denken de oorsprong van angst is, natuurlijk is dat zo, want ik ben bang voor wat morgen kan gebeuren, ik ben bang voor de dood, ik ben bang voor de duisternis, ik ben bang voor wat anderen zeggen, ik ben bang voor mijn vrouw, ik ben bang voor de een of de ander, oftewel: de dynamiek van het denken.
51:20 Op het moment dat er angst is, is er geen denken.
51:27 Op het moment dat er boosheid is, zeg je niet: 'Ik was boos', er is alleen het feit van die reactie.
51:36 Vervolgens zegt het denken: ik weet wat die reactie is, het is opgeslagen in het verleden en ik noem dat 'boosheid'. Dus we vragen: welke plaats heeft het denken, als denken angst veroorzaakt, welke rol speelt denken dan in handelen?
52:03 Want als we handelen uit angst, zoals de meeste mensen doen, moet dat handelen wel verwarring scheppen, want angst is iets afschuwelijks: niet alleen fysiek is er sprake van een terugtrekken, een ineenkrimpen, ook psychologisch is daar sprake van, innerlijk.
52:39 En als er van daaruit wordt gehandeld moet dat onvermijdelijk leiden tot verwarring, conflicten, ellende.
52:49 Dus we moeten absoluut ontdekken of angst kan ophouden, absoluut, niet incidenteel ontsnappen aan angst, de volledige, absolute beëindiging van psychologische angsten.
53:09 Want als er in psychologische zin vrijheid is van angst, kun je vrij gemakkelijk omgaan met fysieke pijn.
53:19 Maar als psychologische angst sterk is en fysieke pijn ook zijn eigen angst meebrengt, ben je helemaal de kluts kwijt.
53:35 Dus we zeggen: welke plaats neemt het denken in als angst het resultaat is van denken?
53:47 Begrijpt u dit? Denken... U weet dat het woord 'kunst' niet schilderen inhoudt enzovoort, het betekent eigenlijk: alles op de juiste plaats zetten.
54:12 Dus je moet uitzoeken wat de juiste plaats van het denken is.
54:22 Denken is nodig, anders kun je niet met elkaar praten of kun je geen brief schrijven, niet thuis komen, je zou dan niets kunnen doen.
54:30 Dus denken is noodzakelijk, maar het moet zijn juiste plaats hebben, anders neemt het denken de hele dynamiek van het leven over en creëert het buitengewone chaos, ellende, verwarring, verdeeldheid, want het denken is op zichzelf beperkt.
55:00 Dus kunnen we uitzoeken, niet lukraak, maar volledig, niet relatief, compleet, welke plaats het denken inneemt.
55:20 Heeft het een plaats op het psychologische gebied?
55:28 Of heeft het alleen een plaats in de dagelijkse activiteiten, helemaal niet in het psychologische domein?
55:44 Ik laat u iets zien, luister hier alstublieft naar. Fysiek heeft men zekerheden nodig - kleding, voedsel en onderdak, absoluut, voor iedereen, niet alleen voor welgestelde mensen, want ieder mens op deze aarde moet voedsel hebben, kleding en onderdak.
56:06 Dat wordt belemmerd door onze nationaliteiten, religies, verdeeldheid enzovoort - dat is iets anders.
56:15 Fysiek hebben we zekerheden nodig.
56:22 Maar hebben we psychologische zekerheden nodig?
56:29 Begrijpt u wat ik zeg? Bestaat er überhaupt iets als psychologische zekerheid?
56:40 Of heeft de fysieke zekerheid, met zijn dynamiek, het psychologische gebied betreden en dat overgenomen en zegt het dat er psychologische zekerheid moet zijn?
56:55 Begrijpt u wat ik zeg? Bent u allemaal moe? Dat verbaast me. Dus we vragen ons af: is er zoiets als psychologische zekerheid?
57:19 De mens zegt dat dat zo is, want het is vreselijk om volslagen eenzaam te zijn, helemaal leeg, psychologisch, helemaal geïsoleerd, daarom hebben we psychologische zekerheid nodig.
57:37 Dus hij zegt dat er zekerheid schuilt in geloof, zekerheid in een of ander ritueel, zekerheid in een of ander concept - God, en er moet zekerheid zijn in mijn relatie met een ander.
58:07 Luister naar dit alles. We hebben fysieke veiligheid nodig en die dynamiek heeft mogelijk het psychologische gebied betreden, en heeft zo de illusie gecreëerd dat daar zekerheid nodig is, en creëert zo denkbeeldige concepten en raakt daaraan gehecht.
58:31 Begrijpt u dit alles?
58:42 Dus we proberen uit te zoeken welke plaats het denken inneemt.
58:49 Het is noodzakelijk.
59:10 Denken heeft zijn plaats. En heeft het überhaupt een plaats in het psychologische domein? Begrijpt u dit? Dat is mijn vraag.
59:28 We hebben aangenomen dat het een plaats heeft, oftewel, het denken heeft aangenomen dat het er een plaats heeft, daarom heeft het al deze zekerheden ingebouwd.
59:45 En zijn die denkbeeldig of feitelijk? Begrijpt u mijn vraag? Ik ben afhankelijk van mijn publiek om mij voldoening te geven.
1:00:03 Iemand anders trekt een groter publiek en ik ben jaloers, en ik ben bezorgd en geïrriteerd, en ik dacht hier zekerheid aan te ontlenen, maar ben het kwijt.
1:00:21 Ik weet niet of u dit alles kunt volgen. Of men dacht zekerheid te ontlenen aan de relatie met een vrouw of man of vriendin of vriend.
1:00:36 Is daar enige zekerheid aanwezig? Al helemaal niet in Amerika. Maar waar dan ook, eigenlijk. Maar hier wissel je elke drie jaar of zo van partner.
1:00:54 En als dat je ook niet bevalt, ga je scheiden enzovoort. Dus we vragen - luister hier alstublieft zorgvuldig naar - zijn we überhaupt ergens zeker van in een relatie?
1:01:09 Je wilt dat, je hunkert ernaar, dus gebruik je een ander voor je eigen bevrediging, om zekerheid te krijgen, daarom buit je een ander uit en deze uitbuiting wordt 'liefde' genoemd. Alstublieft, ik ben niet cynisch, het is een feit.
1:01:41 Dus welke plaats neemt het denken in, en heeft denken zijn plaats in het psychologische domein?
1:01:53 Of is het intelligentie - luister hier alstublieft naar - om je te realiseren dat het in dat domein geen plaats heeft?
1:02:04 Begrijpt u dit? We hebben vertrouwd op psychologische zekerheid, leunen op een ander, en als we ontdekken dat zo'n zekerheid niet bestaat, ook niet in een geloof, in God, in dit of in dat, dan is dat echt inzien intelligentie.
1:02:30 Dus intelligentie zegt dan: denken heeft zijn juiste plaats, namelijk in de alledaagse behoeften, maar het heeft in psychologische zin geen plaats.
1:02:42 Daardoor is er complete en absolute vrijheid van angst.
1:02:53 Accepteer mijn woorden niet, alstublieft. Ik ben uw autoriteit niet, niet uw goeroe, niet uw leider. Goddank! U moet dit voor uzelf uitzoeken, want als je met angst leeft creëer je een verschrikkelijke wereld en verschrikkelijke relaties.
1:03:23 Angst onderzoeken en beëindigen, als je je erin hebt verdiept, heel diepgaand, wat je moet doen om goedheid in je leven te brengen, zodat er geen angst meer is, geen gevoel van eenzaamheid, geen afhankelijkheid van een ander, behalve de postbode en loodgieter, en die zijn nogal duur.
1:04:00 Dit inzien, de feitelijkheid ervan, is intelligentie.
1:04:07 En die intelligentie brengt het juiste handelen voort, niet je angst, niet je verlangen.
1:04:17 Goed? Dus door angst te onderzoeken moet je je verdiepen in het immense streven van de mens, dat hem plezier bezorgt.
1:04:39 Hoe laat is het, meneer? Iemand uit publiek: half een.
1:04:46 K: Ik heb dus nog tijd.
1:04:53 Heeft plezier een relatie met angst?
1:05:04 Wat is plezier? We weten, we hebben ons verdiept in de kwestie van angst, bezorgdheid, wanhoop, depressie, dat heeft allemaal met angst te maken.
1:05:22 Depressief zijn of blij zijn, extatisch, noem maar op.
1:05:33 We hebben ons hierin verdiept en we moeten ook ontdekken wat de relatie is tussen angst, plezier en denken.
1:05:46 Want de mens, overal ter wereld, van de oudheid tot nu, zoekt altijd naar plezier in allerlei vormen, gedaanten, onder verschillende namen.
1:06:05 Hij zoekt God omwille van zijn eigen plezier. Natuurlijk. Hij is onbevredigd, ontevreden, voelt zich hopeloos, wil iets bijzonders, een mystieke ervaring.
1:06:25 Ik zocht laatst dat woord 'mystiek' op, het betekent mysterie.
1:06:34 Zodra je het mysterie oplost, is het geen mysterie meer. En veel mensen schrijven boeken over het mysterie. Daar zullen we nu niet op ingaan. Maar zie in dat we vermaakt willen worden, geamuseerd willen worden, in vervoering willen raken, geprikkeld, aangespoord willen worden, dit alles is de werking van plezier.
1:07:15 Nietwaar? Wat is hier de bedoeling van, dit streven naar plezier - u bent mogelijk om die reden hier, u bent waarschijnlijk om die reden hier bij elkaar gekomen, diep van binnen.
1:07:41 En als dit u niet bevredigt, gaat u ergens anders naartoe, waar u misschien wel bevrediging vindt.
1:07:53 Bevrediging in de vorm van meer plezier, meer vermaak, het vermijden van onbehagen enzovoort, enzovoort.
1:08:06 Dus we moeten onderzoeken, als u wilt, samen - samen, ik bedoel samen - waarom de mens dit buitengewone iets, genaamd plezier, najaagt.
1:08:26 Niet dat plezier verkeerd is, we onderzoeken dit, daarom kun je er niet tegen of voor zijn.
1:08:36 Wat is plezier?
1:08:51 Is het het handelen of de werking van de zintuigen?
1:09:00 Alstublieft, we onderzoeken dit, verdiep u er langzaam in, want dit is een heel belangrijke vraag.
1:09:08 Want de mens is altijd op zoek naar geluk in een of andere vorm. Wat inhoudt: plezier, gelukkig zijn en we moeten dit begrijpen, want het zou gerelateerd kunnen zijn aan angst, en wellicht creëert het denkproces plezier.
1:09:41 Dus we vragen: is het een bepaald deel van de zintuigen, een van de zintuigen, die plezier zoekt?
1:10:02 Of is plezier de gehele werking van de zintuigen?
1:10:11 Begrijpt u wat ik zeg of is dat...? Meneer, als u naar de berg kijkt of naar deze prachtige bomen, kijkt u dan alleen met uw ogen of kijkt u met al uw zintuigen volledig in werking? Begrijpt u dit?
1:10:40 Begrijp allereerst mijn vraag en dan kunnen we elkaar wellicht begrijpen.
1:10:48 Functioneren we met een, twee of drie zintuigen of functioneren we met al onze zintuigen tegelijkertijd?
1:11:08 Of reageren de zintuigen alleen gedeeltelijk, niet als geheel?
1:11:15 Alstublieft, verdiep u hier zorgvuldig in, als u wilt, want in de reactie van de volledige zintuigen is er geen dynamiek aanwezig als plezier.
1:11:34 Alleen als een deel, als een van de zintuigen werkzaam is, heb je plezier nagejaagd.
1:11:42 Ik zal hier zorgvuldig op in gaan - als u dat wilt. Misschien heeft u hier nooit over nagedacht, u bent allemaal te geschoold, daarom.
1:11:58 U heeft zich nooit in deze vraag verdiept, hoe u de bergen kunt waarnemen, de bomen, uw vrouw, vriend, vriendin, hoe niet gedeeltelijk waar te nemen, maar volledig, terwijl al uw zintuigen actief zijn.
1:12:30 Dan is er geen centrum dat zich richt op één speciaal zintuig.
1:12:48 Begrijpt u dit?
1:12:55 Bij bepaalde monniken in India, de sannyasins, wordt er gebedeld om voedsel, ze mengen allerlei soorten voedsel door elkaar in de kom, om zo niet een specifiek soort voedsel te proeven, een specifiek gerecht, want een specifieke smaak geeft een plezierig gevoel en dat vraagt om meer.
1:13:34 Begrijpt u dit? Ze mengen dus alles.
1:13:44 Zie wat de bedoeling is: om de prikkel van een specifieke smaak te vermijden.
1:13:58 Als je een specifieke toestand aanmoedigt, ga je die najagen, het denken jaagt het na, wat dan plezier wordt.
1:14:08 Waardoor je dan zegt: 'Ik moet meer hebben, meer, meer.' Dan wordt dat een gewoonte, zoals seks.
1:14:21 Begrijpt u dit alles? Het is heel merkwaardig, verdiept u zich erin. Als u reageert met al uw zintuigen, dan heeft het denken geen ruimte om binnen te treden en te zeggen: 'Ik moet die specifieke vorm van plezier hebben.' Doet u dit terwijl we praten?
1:14:54 Naar deze bergen kijken of naar deze bomen of naar uw vriendin of uw vrouw of man, waarnemen met al uw zintuigen, wat betekent: met al uw aandacht, zorg, genegenheid, u weet wel, kijken.
1:15:24 Dan zult u zien dat er geen tussenkomst is van een fragment, oftewel het denken, en dat fragment zegt: 'Ik moet dat specifieke plezier najagen.' Ik vraag mij af of u dit alles begrijpt.
1:15:49 Dus we vragen: welke plaats heeft plezier?
1:15:58 Wat is de relatie van plezier tot denken, en denken tot angst?
1:16:05 Zij behoren alle tot dezelfde dynamiek. Ik vraag mij af of u dat beseft. Zij behoren alle tot dezelfde dynamiek
1:16:17 Als je plezier najaagt en het je ontzegd wordt, voel je je gefrustreerd.
1:16:25 Terwijl je je gefrustreerd voelt, ben je bezorgd: angst.
1:16:32 Dus zij zijn twee kanten van dezelfde medaille. Zie dit alstublieft in. Het zijn twee kanten van dezelfde menselijke medaille.
1:16:52 Alle religies hebben gezegd: 'Jaag geen plezier na', zoals seks, allerlei vormen van plezier.
1:17:09 Ik weet niet of het u is opgevallen, mocht u naar Rome zijn geweest, die monniken met hun Bijbel, die nooit naar iets moois kijken, maar altijd lezen, omdat zij elke vorm van zogenaamde afleiding willen vermijden, wat plezierig zou kunnen zijn, en daarom hebben zij alleen aandacht voor het dienen van God, oftewel je ogen sluiten voor al het andere en vanbinnen branden.
1:17:42 Begrijpt u 'vanbinnen branden'? Uw verlangens, uw seks, uw plezier, alles. Dus we zeggen dat het denken verantwoordelijk is voor plezier, evenals voor pijn en angst.
1:18:09 Dus kun je de schoonheid van een berg waarnemen, de schoonheid van een prachtige boom in een verlaten veld, alleen waarnemen en niet opslaan?
1:18:29 Op het moment dat je het opslaat, neemt het denken het over. Ik vraag mij af of u dit alles begrijpt? Kunt u naar die berg kijken met al uw zintuigen, en dat is een grote vreugde, er schuilt een grote blijdschap in het kijken naar iets, naar een schitterende kathedraal, schitterende architectuur, een mooie boom, een persoon of de onbegrensde hemel en de avondsterren, ernaar kijken, grote vreugde. Dat is genoeg.
1:19:11 Maar op het moment dat het denken het overneemt, heb je het opgeslagen en je zegt: 'Ik moet hier meer van hebben', en dat wordt het plezier.
1:19:21 Dan voel je je gefrustreerd als je het niet kunt hebben.
1:19:32 Ons bewustzijn bestaat uit al die dingen - een immens gevoel van geïsoleerd zijn, eenzaamheid, wanhoop, depressie en verrukking, ambities, bezorgdheid, angst, plezier en de enorme last van droefheid.
1:20:07 Dit is ons leven, ons bewustzijn en vanuit dat bewustzijn handelen we.
1:20:20 En daardoor, aangezien ons bewustzijn in verwarring is, in conflict verkeert, is er altijd strijd, de een tegen de ander, al ons handelen moet onvermijdelijk verwarring scheppen.
1:20:37 En dat hebben we gecreëerd in de wereld om ons heen. En als een groep van ons, een paar van ons zeggen: 'Kijk, we zullen een andere wereld creëren in onszelf', dan zul je een prachtige wereld hebben.
1:20:53 Maar niemand van ons is bereid zo ver te gaan. We sluiten allemaal compromissen, met onze verlangens, niet met de wereld.
1:21:11 Dus zonder dit alles heel goed te begrijpen, heeft meditatie geen betekenis, waar we ons nog in zullen verdiepen.
1:21:26 We zouden ons ook verdiepen in de kwestie van verdriet en de dood. Dit alles is louter bedoeld om orde te bewerkstelligen, niet om orde te bedenken, niet zeggen: 'Ik zal dit doen, ik zal dat niet doen, ik zal mij disciplineren, ik zal mij niet disciplineren, ik ben een vrij man, ik doe waar ik zin in heb.' Al dit onderzoek in de volledige dynamiek van goedheid, het gevoel van grootheid, dit echte gevoel van heiligheid, dit alles vraagt om orde aanbrengen in ons leven, dagelijks leven, in onze relaties, in ons handelen.
1:22:18 Totdat we dat doen - dat is absoluut het fundament van ons leven.
1:22:25 Van daaruit kunnen we verdergaan, want dan is het solide, stevig, absoluut onverwoestbaar, het is als een kolossaal rotsblok middenin een krachtige stroom.
1:22:51 En die rots is goedheid, waaraan handelen ontspringt.