Krishnamurti Subtitles home


OJ84Q1 - Eerste vraag-en-antwoord bijeenkomst
Ojai, VS
22 mei 1984



0:50 Er zijn veel vragen ingezonden. En we hebben een paar van deze vragen uitgekozen. We gaan deze vragen onderzoeken, niet de antwoorden. Het is een dialoog, jij stelt de vraag en de spreker antwoordt op die vraag. Dan reageer jij weer op die vraag. Jij stelt een vraag, de spreker reageert dan op je vraag, dan reageer jij op het antwoord van de spreker en zo gaat dat door, tot alleen de vraag overblijft en niet de personen. Begrijpt u dit? Waarschijnlijk bent u op deze kwestie van dialoog nooit ingegaan. Ik denk dat het belangrijk is om dit te begrijpen, omdat we samen deze vragen gaan onderzoeken. En in het proces van onderzoek stel je een vraag, de spreker antwoordt dan op die vraag en jij reageert dan op dat antwoord en dan pak ik dat weer op en beantwoord dat. We gaan op deze manier verder tot alleen de vraag overblijft. Begrijpt u? De vraag heeft dan een enorme levendigheid en is niet gekleurd door enig persoonlijk vooroordeel. Heb je dit begrepen? We gaan het doen, we gaan het zelf zien.
3:15 Ik vraag me af waarom we vragen stellen en van wie verwachten we een antwoord? Het is goed om vragen te stellen, hoe meer vragen, hoe meer onderzoek, des te beter. Maar we verwachten dat iemand anders de vraag beantwoordt. De vraag is echt een probleem. Een probleem, de eerste betekenis van het woord is: er wordt iets naar je toe geworpen. De etymologische betekenis van het woord 'probleem' betekent: iets wat voor je voeten wordt geworpen, wordt opgegooid, het is een uitdaging. En we verwachten van anderen dat ze onze problemen oplossen, religieuze, economische, sociale, allerlei soorten problemen die mensen hebben. En daardoor wordt het eenzijdig. Jij stelt de vraag en de spreker beantwoordt hem, als hij gek genoeg is. Maar als we samen de vraag onderzoeken, de betekenis van de vraag en niet weggaan van de betekenis van de vraag, dan zit het antwoord in de vraag. Correct? Begrijpt u dit?
5:04 De meesten van ons stellen vragen en wachten dan tot iemand ze beantwoordt. Dus waar we in geïnteresseerd zijn is het antwoord en niet in de vraag zelf. Terwijl de vraag belangrijk is, niet het antwoord. Je zal dit dadelijk ontdekken. Omdat dit een vraag is die aan de spreker is voorgelegd, dan zal de spreker reageren op de vraag, dan pakt u die reactie op en antwoordt op die reactie en daar gaan we mee door tot de vraag overblijft en niets anders. En wanneer de vraag buitengewoon belangrijk wordt heeft het zijn eigen vitaliteit, en daardoor zijn eigen antwoord. We gaan het zo dadelijk zien.
6:14 Eerste vraag: Ik begrijp dat alle mensen een vergelijkbaar bewustzijn hebben maar het lijkt me een grote sprong om te zeggen dat alle mensen hetzelfde bewustzijn delen. Kunnen we samen langzaam van het ene naar het andere punt gaan?
6:35 Dit is de vraag die gesteld is. Wat is de betekenis van die vraag? De vrager zegt, ik begrijp dat alle mensen een vergelijkbaar bewustzijn hebben. Wat bedoelen we met begrijpen? Ik probeer niet grappig te zijn, haarkloverij, maar ik zou graag willen weten wat u met begrijpen bedoelt. Ik begrijp dat een atoombom tien miljoen mensen in één klap zal doden. Dat begrijp ik. Ik heb die proeven gezien, niet dat tien miljoen mensen worden opgeblazen maar ik heb die paddenstoelwolk en zo gezien. Is begrijpen louter intellectueel, verbaal of heeft begrijpen een enorme betekenis, diepte en niet alleen een verbaal begrijpen. Correct? Ik heb deze vraag gesteld. Dan reageert u op die vraag: u zegt, nee, wanneer ik het woord 'begrijpen' gebruik bedoel ik het niet logisch of alleen verbaal, maar ik begrijp het, de bedoeling, de betekenis ervan dat mensen een vergelijkbaar bewustzijn hebben. Correct?
8:27 Maar het lijkt me een grote sprong om te zeggen dat alle mensen hetzelfde bewustzijn delen. Kunnen we samen langzaam van het ene naar het andere punt gaan? Wat bedoelen we met bewustzijn? U geeft mij antwoord, maar er zijn te veel mensen daarom zal ik voor u antwoorden. Met bewustzijn bedoelen we: bewust zijn van dingen, bewust zijn van de bomen hier om ons heen, de mensen om ons heen met hun verschillende kleding, ander haar enzovoort. Ik ben me daar gewaar van. Het is goed, meneer. Het is perfect in orde als ze rustig is. Zal je rustig zijn? Wat bedoelen we met bewust zijn? Gewaar zijn. In dat gewaar zijn zien wat er om ons heen gebeurt en de gebeurtenis, of louter de dingen zoals ze zijn, en in dat gewaar zijn is er een zekere keuze: ik hou ervan, ik hou er niet van. Ik hou van eikenbomen, ik hou niet van palmbomen of ik wou dat het iets anders was. Dus in dit gewaar zijn is er een gevoel van keuze. Is er nu een gewaar zijn, wat een deel van het bewustzijn is, waarin helemaal geen keuze is? Dus de spreker stelt die vraag en de spreker, die u vertegenwoordigt, beantwoordt die vraag, die luidt: in ons gewaar zijn is er altijd een keuze en die keuze is, ik hou ervan, ik hou er niet van, ik wou dat het anders was, enzovoort. Dus wanneer er keuze is is er conflict. Correct? Zien we dat? Waar er een keus is tussen dit of dat, kweekt deze scheiding conflict. Nu, is er een gewaar zijn zonder keus? Begrijpt u mijn vraag? Omdat u niet kunt antwoorden, doe ik dat. Het lijkt erop dat het erg moeilijk is om bewust te zijn zonder keuze. En de reactie daarop is, waarom? Waarom is dat zo moeilijk? Is het woord 'moeilijk' een belemmering, werpt dat een hindernis op? Het woord 'moeilijk'. Begrijpt u? Wanneer ik het woord 'onmogelijk' gebruik, 'moeilijk', 'ik ben een mislukkeling', werken die woorden als een hindernis. Dus met het gebruiken van het woord 'moeilijk' maak je het al moeilijk.
12:52 Dus is het mogelijk om gewaar te zijn, bewust, zonder enige keus, alleen waarnemen? Correct? En de reactie daarop is: 'Ik ga het proberen'. En daarop reageert de spreker met: 'Probeer het niet'. Zodra je het probeert, ga je je inspannen. En wanneer je je inspant, snap je er niets van. Terwijl als je je niet inspant, maar het gewoon ziet, de werkelijkheid waarneemt... Correct? En dan kan je zeggen, sorry, ik begrijp het niet. Dan zeg ik, laten we er verder op ingaan.
13:51 Ik heb hier plezier in! Ik heb deze vragen niet van tevoren gelezen. Ik vind het prettig om er pas naar te kijken wanneer ik ga spreken.
14:09 'Maar het lijkt een grote sprong om te zeggen dat alle mensen hetzelfde bewustzijn delen.' Is dat zo of niet? Dat alle mensen over de hele wereld hetzelfde bewustzijn delen, is dat zo? En dan zeg jij, nee, het is niet hetzelfde, iedereen is verschillend, iedereen heeft zijn persoonlijke eigenaardigheden, zijn eigen karaktertrekken, een andere omgeving, een andere godsdienstige opvoeding of niet-godsdienstige opvoeding, onderwezen op verschillende manieren, dus we delen niet allemaal hetzelfde bewustzijn, antwoordt u. En de spreker zegt, dat is niet zo, laten we ernaar kijken, doe geen stellige uitspraken. Begrijpt u? Neem geen positie in, dan wordt het een strijd. Maar als je plooibaar bent, beweegt, informeert dan zijn we hierin samen.
15:44 Dus ik zeg, laten we dit onderzoeken heel zorgvuldig, zonder enig vooroordeel, zonder een standpunt in te nemen, waarin je gelooft... anders kan je het niet bespreken, kan je het niet verkennen. Laten we het onderzoeken. U zegt, wat bedoelt u met onderzoeken, verkennen? Wie is aan het verkennen? Je eigen aandacht, ik gebruik niet het woord 'interesse'. Nu moeten we op de vraag ingaan wat interesse en wat aandacht is. Ik hoop dat je mee gaat doen met dit spel.
16:41 De meeste opvoeders hechten belang aan interesse. het wekken van de interesse van de kinderen, de studenten, geïnteresseerd zijn in wiskunde, en als je niet in wiskunde bent geïnteresseerd dan in geschiedenis. De leraar houdt zich bezig met het wekken van de interesse van de student. Correct? Is dat geen feit? Ik wil viool spelen. Speel geen viool, dat is niet de moeite waard, omdat je er niet mee de kost kunt verdienen, maar interesseer je voor wat anders. Enzovoort. Nu, waar er interesse is, is er altijd een tegenstrijdig proces aan de gang in jezelf. Helder? O, nee. Oké, ik leg het opnieuw uit.
17:39 Ik ben geïnteresseerd in bergbeklimmen. En mijn leraar zegt, dat is niet belangrijk, stel belang in iets veel serieuzers. Er is onmiddellijk een tegenstrijdigheid. Ik ben geïnteresseerd in bergbeklimming en de opvoeder zegt, beklim de berg niet maar stel belang in wat ik zeg. Dus is er in mij meteen al een tegenstrijdigheid, iets willen doen en gedwongen worden iets anders te doen. Correct? Dus gebruik het woord 'interesse' helemaal niet. Welk woord zou u dan gebruiken, vraagt u me dan. En ik zeg: zoek uit wat de aard van aandacht is. Correct? Vindt u dit allemaal maar raadselachtig? Wat is de aard van aandacht? De student vindt het erg interessant om iets van dichtbij te bekijken. En ik wil dat hij geïnteresseerd is in geschiedenis, maar hij kijkt uit het raam naar de kikker of de hagedis of de vogel. Hij geeft daar veel meer aandacht aan dan dat hij luistert naar geschiedenis, wat ik van hem verlang. Dus ik zou hem aanmoedigen of helpen om veel zorgvuldiger te kijken. Begrijpt u? Veel zorgvuldiger, zodat zijn hele aandacht gegeven wordt aan het kijken. Als hij dat doet, kan ik vervolgens ervoor zorgen en van hem vragen dat hij op alles let, heel rustig. Leren om op alles te letten, dus geen interesse. Begrijpt u?
19:52 Laten we dus onderzoeken, verkennen of we allemaal hetzelfde bewustzijn delen. Waar we ook leven, in het Verre Oosten of het Midden-Oosten of hier, maken mensen verschrikkelijke tijden mee. Er is grote armoede in Afrika en India en delen van Azië. Er is groot leed. Mensen in de hele wereld zijn bezorgd. Mensen in de hele wereld zijn bang. En ze willen allemaal veiligheid, zowel fysiek als psychologisch. Correct? Dit is een feit. Dus het feit hebben we allemaal gemeen. Jij lijdt, de Indiërs in India lijden, de Russen lijden. Dus de mensen, als je kijkt naar alle bewoners van de wereld, maken allemaal dit buitengewone fenomeen door. Nietwaar? Alle mensen wezens hebben hun persoonlijke eigenaardigheden, hun eigen manier van doen, hun speciale gewoontes, hun angsten, hun goden, hun geloven, in de hele wereld is dit een gemeenschappelijke factor. Dit is zo. Correct? De spreker zegt dat het zo is. En u zegt, nee, dat is niet zo. Ik ben anders dan mijn buurman. De spreker zegt dan, bent u dat echt? U hebt misschien een grotere auto, een grotere tuin, prachtig onderhouden, je tuiniert in die tuin, u hebt misschien een groter huis of een kleiner huis. Correct? Maar de oppervlakkige verschillen, zowel biologisch als fysiek, zijn natuurlijk, het is er, het is een feit: u bent lang een ander is kort, de een is heel erg slim, de ander niet, enzovoort. Maar ga je verder of dieper dan dat, en dat is de psychologische wereld. dan delen we In de psychologische wereld allemaal hetzelfde verdriet, verdriet hebben we allemaal gemeen. Je kan op een bepaalde manier genieten maar het is nog steeds genot. Het is nog steeds angst. Je kan bang zijn in het donker en een ander kan bang voor iets anders zijn. Maar angst hebben we allemaal gemeen. Correct?
23:43 Dus we delen allemaal hetzelfde bewustzijn. En u zegt daarop, het klinkt erg logisch, maar is het waar? Is het een feit of maakt u er een feit van omdat u een niet-individueel bestaan wilt verwezenlijken, wat irreëel is? Dan zeg ik, luister naar wat ik te zeggen heb, bent u überhaupt een individu? Bent u dat feitelijk? Omdat u een andere gelaatskleur hebt, anders bent opgegroeid, u bent katholiek, ik ben protestant, u bent boeddhist, ik ben hindoe, enzovoort. Uiterlijk bent u anders, dat is duidelijk. Dat is een feit. Maar bent u innerlijk anders? Alstublieft. U zegt, ja, ik ben heel anders. Waarom zegt u dat u anders bent? Is het omdat u denkt dat u anders bent? Of is het een feit dat u anders bent? Begrijpt u? Denken is één ding en een feit is iets anders. Denken over een feit is iets totaal anders dan het feit. Het feit is, ben je verschillend? Niet dat je denkt dat je verschillend bent. Psychologisch, innerlijk? We bedriegen, we liegen, we willen succes, we willen geld. Dat hebben alle mensen gemeenschappelijk. Correct? Dus zeggen we, er is geen individueel bewustzijn, het is niet uw bewustzijn. En u zegt, ik geloof dat niet. Het is uw uitvinding. Ik zeg, kijk, wanneer je jezelf een individu noemt, wat betekent dat woord individu dan, de betekenis? De oorsprong van dat woord betekent: ondeelbaar. Correct? Bent u ondeelbaar of gefragmenteerd? Begrijpt u? Als u gefragmenteerd bent, zoals u bent, bent u geen individu. Gebruik dat woord dan niet. U bent een gefragmenteerd menselijk wezen, net als alle andere gefragmenteerde menselijke wezens. Individueel betekent uniek. Dat bent u niet. We willen graag uniek zijn, we denken dat we uniek zijn, omdat we slim zijn, we zijn dit... weet je, wat een vorm van ijdelheid is.
27:51 Dus wanneer je dit heel zorgvuldig onderzoekt, onbevooroordeeld, zonder enig gevoel van eigenwaan, ontdek je dat wij de mensheid zijn. We delen niet hetzelfde bewustzijn, we zijn de mensheid. Ik vraag me af of u dit begrijpt? Wanneer je die uitspraak hoort, accepteer je dat als een idee of je maakt er, als die uitspraak hoort, een abstractie van en zegt, het is een mooi ideaal. Correct? En je zegt, u vermijdt het feit wanneer u een ideaal van het feit maakt. Correct? Dus kijk alstublieft naar het feit dat iedereen in de hele wereld allerlei soorten problemen, ellende en ongelukkig zijn doormaakt en als hij een slim mens is en geld wil verdienen doet hij allerlei oneerlijke dingen, je weet wel, dat hele spel. En we doen allemaal hetzelfde op een verschillende manier, maar het motief, de drang is hetzelfde. En u antwoordt daarop, ja, ik kan het allemaal logisch volgen, maar ik kan het niet voelen, de diepgang van uw uitspraak dat we de mensheid zijn, het gevoel ervan. Dan zegt de spreker, waarom, waarom hebben we niet dat ontzagwekkende gevoel dat de mensheid een geheel vormt? Begrijpt u? Niet dat we de aarde delen, de aarde is onze moeder en we worden allemaal geboren, enz, enz. Ik weet dat dat de laatste mode is, een andere rage in dit land. Beseft u dat, we gaan van de ene rage naar de andere, het laatste nieuwtje waar we voor vallen.
30:41 Dus als je naar het feit kan kijken en er geen idee van maakt of een abstractie of het als een ideaal ziet, maar bij het feit blijft dat we echt de hele mensheid zijn, psychologisch, dan geeft dat gevoel, wanneer je blijft bij het feit, een besef van geweldige energie, waarvan je niet afgescheiden bent.
31:25 Laten we naar de volgende vraag gaan.
31:34 Tweede vraag: Heeft u een speciale leraar aangewezen, of een persoon, om door te gaan met uw leringen als u weg bent? Iemand maakt aanspraak op die positie.
31:48 Heeft u een speciale leraar of persoon aangewezen om door te gaan met uw leringen nadat u weg bent? Waarheen? Iemand maakt aanspraak op die positie?
32:13 Ik vraag me af waarom hij die positie claimt. Ik weet dat dit gebeurt. Ik ken verschillende mensen die dat soort onzin doen. Maar waar maken ze aanspraak op? Waarom willen ze iemand volgen, achter iemand aan lopen? Veronderstel, nee, niet veronderstel maar - K gaat dood. De spreker gaat dood. Dat is een zekerheid, ieder van ons gaat dood. Dat is een absoluut, onherroepelijk feit of je het nu leuk vindt of niet. Gelukkig, of jammer genoeg, heeft hij heel veel gezegd, wat boeken geschreven en is enigszins 'berucht' geworden, als ik dat woord mag gebruiken, berucht, niet als misdadiger maar als een soort zonderling of religieus leraar, ook een zonderling, of een soort biologische uitzondering. En daardoor - een zekere reputatie in de wereld, wat zo afschuwelijk is en geen betekenis heeft, reputatie - wil iemand of heeft iemand het gevoel of denkt van zichzelf dat hij doorgaat met K's werk. Waarom? Waarschijnlijk levert het je veel op, ook financieel en dat je kan zeggen, mooi, ik verzamel veel domme mensen. Dit gebeurt in de wereld. In de kerk is er een apostolische opvolging, je weet wel, overgeleverd. Ze hebben dat ook in India, op een andere manier.
34:50 We houden allemaal van gezag. We willen allemaal iemand volgen die zegt, ik weet het. En we zijn allemaal zo goedgelovig. We zeggen nooit, kijk, ik wil gewoon leven, ik wil te weten komen wat u zegt, wat u... niet wat u vertegenwoordigt of symboliseert en dat soort dingen. Wat je bent. En je begint te twijfelen, je af te vragen wat je bent. En je komt er al snel achter dat het niet erg veel voorstelt.
35:42 Dus K zegt, de spreker zegt, hij heeft niemand aangewezen, geen leraar of iemand die hem vertegenwoordigt als hij weg is naar Engeland, waar hij volgende week naar toe gaat. Het is allemaal een beetje onzinnig, is het niet?
36:27 Derde vraag: Wat bedoelt u met je gedachten waarnemen tot aan hun allereerste begin? Ik hou mijn gedachten in de gaten maar de ene gedachte leidt tot een andere, als een eindeloze reeks. Wat is de factor die er een einde aan maakt? Wat brengt werkelijk verandering?
36:54 Wat bedoelt u met gedachten waarnemen tot aan hun allereerste begin? Ik bekijk mijn gedachten maar de ene leidt tot de andere, als een eindeloze reeks. Wat is de factor die er een einde aan maakt? Wat brengt werkelijk verandering?
37:21 We gaan deze vraag beantwoorden. We houden op met dit heen en weer gaan. Eén van de vragen is: kan denken gewaar zijn van zichzelf? Je denkt over wat je gaat doen als je thuiskomt. Je denkt over wat je gaat doen als je terug bent. En je wilt uitzoeken wat de kwaliteit is van dat denken en kan dat denken van zichzelf bewust zijn? Begrijpt u mijn vraag? Ik denk over mijn volgende maaltijd. Nu, kan denken zich bewust zijn dat het denkt over de volgende maaltijd? Of is er een waarnemer die zegt: ik denk over mijn volgende maaltijd. Begrijpt u? Correct? Is de waarnemer verschillend van de waarneming? Begrijpt u? Is hij verschillend? Of zijn beide denken? Is dat niet zo? De waarnemer is denken en wat hij waarneemt als gedachte is nog steeds denken. Dus de waarnemer is denken. De waarnemer is alle verzamelde herinneringen uit het verleden. Correct? En de waarnemer zegt dan, ik ga mijn denken in de gaten houden. Ik ga kijken naar wat ik denk. Ik wil uitzoeken wat de oorsprong is van mijn denken. Correct? Dat zegt de waarnemer. Maar de waarnemer is ook denken. Dus twee gedachten, de éne gedachte bekijkt de andere gedachte. Dus de gemeenschappelijke factor van de twee is denken. Correct?
40:20 En wat is de oorsprong van het denken? Dat is de vraag. Wat is de oorsprong ervan? Wat is de basis van al ons denken, want we denken allemaal. De grootste geleerde, grote wetenschappers en de grootste onbenul, de primitiefste persoon denkt. Dus wat is de oorsprong van denken? Is het mogelijk om de oorsprong van het denken te vinden en is het tevens mogelijk om helemaal niet te denken? We gaan daar allemaal op in.
41:38 Als ik u een vraag stel, wat is denken, wat is dan uw antwoord? Waarschijnlijk zegt u, ik heb daar nooit over nagedacht, ik ben nooit ingegaan op die vraag. En ik zeg: waarom niet, heel je leven is gebaseerd op denken, zaken doen, alles wat je doet is gebaseerd op denken? Waarom bent u er niet in geïnteresseerd om uit te zoeken wat denken is? Wat is er mis met u? Je onderzoekt zoveel dingen, Je duikt onder water, je vliegt in de lucht je doet allerlei dingen, onderzoeken maar je geeft nooit je energie of je kracht aan het uitzoeken wat denken is. En je zegt, sorry, dat heb ik nooit gedaan. En dus zeggen we: kijk, neem eerst zorgvuldig waar wat denken is, wat het doet, wat het gedaan heeft in de wereld van de techniek en ook wat het psychologisch doet, wat het doet in relaties met anderen. Deze hele beweging, de wereld van techniek, wat er psychologisch gebeurt, innerlijk, en wat er door het denken gebeurt in je relaties. Deze beweging van denken, van de uiterst technologische wereld naar de persoonlijke psychologische wereld en de relatie tussen de psychologische wereld en een ander persoon. Het is dezelfde beweging, denken.
44:12 Wat doet het nu in de relatie tussen jou en een ander? Correct? Wat doet het? Jij zegt, ik weet dat niet, ik heb er nooit over nagedacht. Als ik er al over heb nagedacht, weet ik niet hoe erop in moet gaan. En je laat het zo, hopend dat er iemand langskomt en het allemaal uitlegt. Wat betekent dat je niet, vergeef me dat ik erop wijs, je er niet echt bezorgd over bent. Als je er bezorgd over zou zijn zou je eraan werken. Je maakt je zorgen over je levensonderhoud en je werkt er maar al te hard voor. Maar je zegt, sorry, ik ben er gewend aan, of mijn ouders en alle generaties daarvoor zijn gewend om te denken, ze zijn helemaal nooit op die vraag ingegaan. En zo schuif je het weg en gaat verder.
45:24 Maar als je begint het toe te passen, ernaar te kijken, het waar te nemen, je helemaal geeft om erachter te komen, je moet erachter komen, dan zeg je: waarom is het dat ik op bepaalde dingen heel vlug een antwoord heb, direct, en bij andere dingen kost het tijd. Correct? Dus een direct antwoord en het kost tijd om te antwoorden en uiteindelijk zeg je, ik weet het echt niet, ik weet het niet. Correct? Dat zijn de stadia van ons denken: een direct antwoord of het kost tijd om de vraag te beantwoorden, denken, zoeken, kijken, vragen, erover lezen en dan zeg je, dit is het antwoord. En het andere is dat je zegt: 'Ik weet het echt niet.' Dus dit zijn de stadia waar we doorheen gaan. Nu, wanneer je vlug antwoordt, ben je er bekend mee, het is het alledaagse. Je kent de weg naar je huis, je weet hoe je de verwarming aanzet enzovoort, de afwas doet. Maar als iemand je iets veel ingewikkelders vraagt kost dat tijd. En als er een vraag is als: bestaat er eeuwigheid, dan zeg je, dat weet ik niet. Wanneer je zegt: 'Ik weet het niet', wacht je tot iemand je het vertelt of je neemt van niemand iets aan en je zegt, ik weet het niet. Correct?
47:40 Dus laten we onderzoeken wat de oorsprong van denken is. Alsjeblieft, je moet eraan werken, anders is er geen lol aan, alleen maar luisteren en zeggen, o ja, zo is het, en dan weglopen. Maar je erop richten, het uitzoeken, erop ingaan, dan wordt het buitengewoon interessant. Denken is zeer zeker herinnering of eerder de reactie van het geheugen. Correct? Als er geen geheugen was kan je niet denken. Dat is overduidelijk. Als je in een toestand van geheugenverlies bent, kan je niet denken. Dus wat is het geheugen? Alsjeblieft, je bent aan het werk, niet alleen aan het luisteren, je werkt om erachter te komen. Wat is het geheugen? Je bestuurt een auto, je bent aan het rijden en je kijkt in een andere richting en krijgt een ongeluk - ik hoop u niet, maar ik... ik krijg een ongeluk. En dat ongeluk veroorzaakt pijn en al de rest. Dat ongeluk is vastgelegd in het brein als een herinnering aan dat ongeluk. Correct? Dus dat ongeluk heeft een zekere kennis opgeleverd. Correct? En dat ongeluk is een ervaring geweest. Correct? Dus dat ongeluk is een ervaring die kennis heeft opgeleverd en die kennis is opgeslagen in het brein als herinnering. Correct? En de reactie op die herinnering is denken. Correct? Dat is eenvoudig. Correct? Dus mijn ervaring is beperkt, mijn kennis is beperkt, mijn geheugen is beperkt, dus mijn denken is beperkt. Correct? Dit zijn de feiten. Dus wat het denken ook doet, het is beperkt. of het zich nu verbeeldt dat er eeuwigheid bestaat, het is beperkt, of God, uitgevonden door het denken, die God zal nog steeds beperkt zijn. Ik kan hem verschillende eigenschappen toekennen, dat hij alvermogend is, almachtig, mededogend, maar hij is nog altijd beperkt omdat het denken hem zo heeft neergezet. Correct?
51:26 Dus denken is beperkt. Correct? Zien we dit feit? Niet mijn uitleg van het feit maar het feit dat het denken altijd beperkt is, omdat het op kennis is gebaseerd. Kennis kan zich uitbreiden, meer en meer en meer en meer. Wanneer er meer is, is er nog meer. Begrijpt u? Meer is een afmeting. Correct? Dus het 'meer', wat meting is en dat meten is beperkt. Wanneer je zegt, ik ben beter, dan is dat beperkt. Correct?
52:33 Dus denken is beperkt. En al onze acties gebaseerd op denken moeten natuurlijk beperkt zijn. Helder? Dat is een feit. Nu, wat doet beperking? Wanneer ik denk over mijzelf, wat erg beperkt is, ik breng al mijn dagen door met nadenken over mijzelf, dan veroorzaakt die beperking problemen voor iemand anders, voor mijn vrouw, voor mijn man, voor mijn kinderen, omdat ik denk over mijzelf, wat erg bekrompen is. Elke actie die beperkt is moet tot conflict leiden. Correct? Mijn land, klein, het land kan enorm zijn, duizenden kilometer breed, maar mijn denkbeeld van mijn land is erg klein. Ik kan me voorstellen dat dat niet zo is, maar het is nog steeds die verbeelding die zegt: het is erg groot, het is prachtig, en dat is nog steeds beperkt. Dus die beperking veroorzaakt conflict met een andere beperking, met een Britse beperking of... wat is nu je gemeenschappelijke vijand? En zo gaat het maar door.
54:17 Dus zien we dit feit dat beperking verdeling moet veroorzaken en dat er daarom conflict is? En we hebben conflicten geaccepteerd als onvermijdelijk, als deel van ons bestaan. En we hebben ons nooit afgevraagd: is het mogelijk te leven zonder conflict? En dat is alleen mogelijk als je de hele betekenis van denken begrijpt. En erachter komt welke plek denken heeft en waar het denken helemaal geen plaats heeft. Begrijpt u? Denken heeft een plaats, wanneer je van hier naar je huis gaat, een auto rijdt, een brief schrijft, je zaken afhandelt, de computer en noem maar op, daar is denken noodzakelijk. En is het in de wereld van de psychologie überhaupt nodig, dus in mijn relatie met een ander? Ga er op in, meneer, los het op. In je relatie met een ander, intiem of niet, heeft denken daar een plaats? Wetend dat denken beperkt is, verdeeldheid brengt en dus conflict? Als je dat ziet als iets feitelijks, niet enkel een theorie, een opvatting, dan zal die waarneming zelf, het zien ervan... dan betekent relatie iets geheel anders. Correct?
56:22 En dan vraagt men verder... misschien is dit niet het goede moment: is liefde een kenmerk van denken? Wat is de relatie tussen liefde en denken? Is er enige relatie of helemaal geen relatie? We gaan daar verder op in wanneer we over dit alles gaan praten.
57:01 Maar de vraag is: wat is de oorsprong van het denken en of denken een verandering kan brengen? Begrijp het alstublieft, dat is de vraag. Wat is de factor die hier een einde aan maakt, aan dat voortduren, die keten van continuïteit, en wat brengt werkelijk verandering? Kan denken verandering brengen? Begrijpt u? Dat wat beperkt is, denkt dat het kan veranderen. En daarom, wanneer het probeert te veranderen, is het nog steeds beperkt. Ik vraag me af of u dit allemaal ziet. Dit is geen slimme, logische conclusie maar werkelijkheid. Er moet verandering komen in het menselijk gedrag, menselijk streven, menselijk bestaan. Dat is overduidelijk. Maar wanneer denken de verandering organiseert, is die verandering nog steeds beperkt, en daarom helemaal geen verandering. Wanneer het denken zegt, ik ga een organisatie vormen, een nieuwe wereld, een nieuw kader dat je uitvindt, wordt dat gemaakt door het denken. Daarom is die organisatie, die stichting, dat instituut beperkt en het gaat conflict veroorzaken. Correct?
59:07 Dus wat is het dat verandering teweegbrengt? Kunt u dit allemaal volgen? Tenminste een beetje? Denken kan het overduidelijk niet. Het kan verandering organiseren. Organiseren wordt door het denken in elkaar gezet. Het kan een verandering plannen maar de planning is beperkt. Dus wanneer men zich dat realiseert, het feit ziet, de waarheid dat denken onmogelijk verandering teweeg kan brengen, omdat het denken zelf beperkt is en daarom beperkt is, wat het ook doet. Correct? Wat zal daarom verandering brengen?
1:00:16 De kwestie ligt nu heel helder voor u. Verbaal, de beschrijving is nauwkeurig, niet overdreven en het is aan u om die vraag te beantwoorden, omdat denken onmogelijk verandering kan brengen, een mutatie, een totale psychologische revolutie, wat dan wel? En het denken zegt: 'Ja, God, ik zal bidden.' Dat gebeurt er. 'Ik zal bidden.' Maar bidden is weer uitgevonden door het denken en daarom erg beperkt. Dus als je het feit, de waarheid ziet dat denken absoluut beperkt is, wat gebeurt er dan in het brein? Beatwoord dat, onderzoek het. Wanneer je werkelijk het feit beseft, en het is een reusachtig feit, het is een geweldige revolutie dat feit te zien. Er heeft al een revolutie plaatsgevonden wanneer je het feit ziet. Omdat we nooit... we zeiden, denken kan alles doen, het is naar de maan gegaan en heeft er een gekke vlag op gezet. het kan alles doen, maar altijd beperkt. Als je dat revolutionaire feit ziet, is er al een mutatie in de hersencellen zelf. Ik vraag me af of u dit begrijpt?
1:02:49 Je hebt je hele leven naar het noorden gelopen, ging altijd noordwaarts - stel dat... En jij komt langs en zegt, sorry, dat leidt nergens toe, probeer naar het oosten te gaan of het westen of het zuiden. En je zegt, ja, ik ga naar het zuiden. De beweging zelf, waar je eerst naar het noorden ging is nu opeens veranderd in het zuiden. Er is een mutatie opgetreden, een verandering heeft plaats gevonden. Je ging eerst elke dag gewoon naar het noorden, dus het brein is gewend naar het noorden te gaan. Nu kom jij en zegt, daar is niets, je legt het uit, logisch, verstandig, dus je zegt, juist, ik ga naar het zuiden. Die beweging weg van het noorden heeft een mutatie teweeggebracht in de hersencellen zelf. Correct? Je wilt dit niet accepteren, ga er op in, je zult het zelf zien. Het realiseren van een waarheid, die realisatie zelf brengt een radicale verandering. Er is geen sprake van: 'Ik ga mediteren om te veranderen. Ik ga me inspannen om te veranderen.'
1:04:30 Vierde vraag: Wilt u alstublieft uitleggen wat u bedoelt als u zegt dat als je de waarheid waarneemt en niet handelt, het als vergif werkt.
1:04:46 Heeft u daar een uitleg voor nodig? Oké. Ik heb de waarheid gehoord dat denken beperkt is. Dat is waar, dat is geen uitvinding, dat is geen exotisch idee, iets wat bedacht is door de een of andere idioot, het is een feit. En ik luister naar dat feit, de waarheid ervan. En ik ga door met mijn dagelijks leven. Wat vindt er plaats? Ik heb mij gerealiseerd dat iets waar is en ik doe precies het tegenovergestelde daarvan. Wat gebeurt er? Het conflict neemt steeds meer toe. Het is veel beter de waarheid niet te horen, dan kan je doorgaan op je oude manier. Maar zodra je iets hoort dat buitengewoon mooi is en die schoonheid is niet alleen maar een beschrijving maar het is iets feitelijks, wanneer je iets lelijks doet en dat lelijke blijft herhalen, is het duidelijk een vergif. Het raakt je niet alleen fysiek, innerlijk, het heeft ook grote invloed op het brein dat iets gehoord heeft wat waar is en het tegenovergestelde doet. Daarom is het beter het niet te horen als je door wilt gaan op je oude manier.
1:07:16 Er is een erg goed verhaal over twee overvallers. En ze hebben geroofd en hun vader heeft God geprezen voor zijn vriendelijkheid, voor hun meevaller - begrijp je - dieven hebben ook goden, niet alleen rijke mensen. Op een dag hebben ze iemand beroofd en dan komen ze weer thuis. Op het terras, op het plein, de piazza, is een man aan het preken, en die zegt: je mag nooit stelen, je mag nooit iemand kwaad doen, wees vriendelijk. De ene broer sluit zijn oren ervoor, hij wil het niet horen en de andere broer hoort het. En de rest van zijn leven lijdt hij pijn.
1:08:39 Ik denk dat dat een feit is, echt een belangrijk feit en we lijken ons niet te realiseren dat wanneer iets buitengewoon mooi is, weet je, je bent gevoelig genoeg om die schoonheid te zien, en je doet iets lelijks, dat kwelt je echt, als je gevoelig bent. En dat is waarom de waarheid zo gevaarlijk is.
1:09:36 Vijfde vraag: Waarom is het waarnemen van stilte zo belangrijk voor zoekers naar de waarheid?
1:09:44 Waarom is waarnemen van stilte zo belangrijk voor zoekers naar de waarheid?
1:09:50 Wie zegt dat? Wie zegt dat het waarnemen van stilte nodig is om de de waarheid te zien? Heeft de spreker dat gezegd? Of heeft iemand anders dat gezegd? Of heb je de waarheid gezocht en heb je ontdekt dat stilte nodig is? Kan de waarheid gezocht worden? Begrijpt u mijn vraag? Kan er naar de waarheid worden gezocht? Als je waarheid zoekt, heb je al vastgesteld wat waarheid is. Correct? Je beweegt al in die richting. Wat betekent dat waarheid iets is dat vaststaat en jij, op zoek naar waarheid, vindt het omdat waarheid vooraf bedacht is en jij gaat erachteraan.
1:11:14 Nu, waarom denk je dat stilte nodig is? Ik weet het niet. Iemand zegt dat het zo is. Maar ik luister niet naar een ander, hoe befaamd ook of met een grote reputatie en al die gekkigheid. Ik ga het uitzoeken. Kan een geest, een brein dat maar doorkletst ooit naar iets luisteren? Je kletst, praat met een vriend, en iemand komt langs en zegt, ik wil je iets vertellen. Je luistert niet omdat je aan het kletsen bent. Dus kan een geest die aan het kletsen is, luisteren? Blijkbaar niet. Dus om te luisteren moet je opletten. Correct? Dat is vanzelfsprekend. Opletten is nogal moeilijk omdat we nooit volledig aandacht aan iets schenken, we zeggen iets gedeeltelijk, luisteren gedeeltelijk, praten gedeeltelijk, en doen dit gedeeltelijk. We gaan nooit zo ver om iets tot het einde uit te zoeken. Ik weet niet waar het einde is maar we gaan verder totdat we iets ontdekt hebben. Dus kan een babbelende geest, een geest die bezet is van de ochtend tot de avond en gedurende de nacht, kan die ooit rustig zijn? Niet om de waarheid te vinden, goeie genade! Het is een normale vraag. Alstublieft, beantwoord die voor uzelf kan een geest die bezet is door zaken, seks, plezier, angsten, door zijn eenzaamheid, volgt u het, bezig met het een of het ander, hoe zijn haar zit, hoe het er uitziet of niet uitziet. Je weet wel, met dat soort dingen - hij is bezig met God, met Jezus, met verlossers, met meditatie, nota bene, bezig met mediteren!
1:14:17 Dus dan is de vanzelfsprekende vraag: is het mogelijk om deze vreselijke, eindeloze continuïteit te laten ophouden? Het zou op een natuurlijke manier ophouden als je ergens aandacht aan schenkt. Als je aandacht schenkt aan wat de spreker nu zegt, wat luisteren is, je bent niet in beslag genomen, je luistert. Maar in dat luisteren zeg je, nee, ik ben het er niet helemaal mee eens, ik denk dat u gelijk hebt, ik denk dat u het anders moet formuleren, ik heb dit anders begrepen, waarom begrijp ik dit anders, enzovoort, maar als je werkelijk luistert ben je aandachtig, en aandacht is stilte. Correct? Ik vraag me af waarom we alles zo ingewikkeld maken. Leven is enorm complex, net als een computer, dat is een enorm ingewikkeld ding. Maar om het te begrijpen moet je een zeer eenvoudige geest hebben. Een eenvoudige, heldere geest, niet volgestouwd met rommel. Dan wordt aandacht buitengewoon eenvoudig.
1:16:08 Dat is genoeg voor vandaag. Gaat het goed met u? Het is voorbij.