Krishnamurti Subtitles home


RV84DS3 - Wat is de oorzaak van verdorvenheid?
3e discussie met studenten
Rishi Valley, India
20 december 1984 



0:38 K: Waar willen jullie het over hebben?
0:43 S: Trots.
0:47 K: Trots? Ben je trots?

S: Soms.
0:53 K: Soms. Waarom? Waar ben je trots over?
1:00 S: Over het bereiken van iets.
1:03 K: Bereiken. Wat heb je bereikt? Of je bewondert mensen die bereikt hebben, of wil je bereiken? Wil je het daarover hebben? Trots, iets bereiken, succes, geld bezit, macht. Is dat wat jullie allemaal willen? Waarschijnlijk wel. houd jezelf niet voor de gek, bedrieg jezelf niet dat willen jullie allemaal hebben.
1:54 S: Nee, we willen dat allemaal omdat je in deze wereld niet zonder die dingen kan leven.
2:04 K: Heden ten dage, zegt de jongen, kunnen we niet zonder die dingen leven. Hoe weet je dat?
2:10 S: Waar je ook een arme man ziet
2:14 K: Kom maar hierheen.
2:21 S: Waar je ook een arme man ziet of zo twisten ze als je hen niets geeft en als je poogt er een mooie man van te maken, respecteren ze je helemaal niet.
2:32 K: Dus wat wil je zijn?
2:35 S: Dat waar we respekt voor kunnen hebben om gelukkig te leven. Maar niet al te veel respekt!
2:45 K: Je hebt helemaal gelijk! Niet teveel respekt maar een tamelijk gemakkelijk en gelukkig leven. Is dat het?

S: Ja
2:56 K: Willen jullie dat?

S: Ja.
2:58 K: Zoek het dan!
3:00 S: Dat is niet zo gemakkelijk, tenzij je probeert en het bereikt.
3:09 K: Andere vragen?
3:12 S: Wat is het verschil tussen meditatie en concentratie?

S: Wat is het verschil tussen meditatie en concentratie?
3:32 K: Ik heb het begrepen.

K: Wil je het daar echt over hebben? Of is het een spelletje gewoon leuk om over iets te praten, waar ik in geinteresseerd kan zijn? Wil je echt weten wat meditatie en concentratie is? Goed! Als je er echt over wilt praten wil je dan opletten op waarover ik praat, op wat ik ga zeggen?
4:14 S: Ja, meneer.
4:15 K: Zeg niet: ja, meneer, ik heb daar wat tegen! Wil je het daar echt over hebben? Zo ja, het is een erg, erg ernstig onderwerp. Wat denk je dat concentratie is?
4:35 S: Iets, dat je helpt, als je ergens echt over wil denken. Ergens diep op ingaan, ergens diep over denken.
4:46 K: Ergens diep over denken.

S: Ergens diep over denken.
4:49 K: Ergens diep over denken. Wat bedoel je daarmee?
4:54 S: Iets, waar je je geest op gericht wil houden.
5:01 K: Kom maar hier. Iets waar je je geest op gericht wil houden. Akkoord? Heb je dat geprobeerd? Je wil naar die bloemen kijken of naar je boek of letten op wat je opvoeder zegt. Heb je daar ooit erg goed op gelet? Die bloemen wat je leraar je zegt, naar hem luisteren en zich concentreren op een boek. Ooit gedaan?
5:50 S: Soms.

K: Soms. Wanneer gebeurt dat? Als je het graag wil, nietwaar?

S: Ja
5:59 K: Als je iets graag wil, dan geef je je aandacht, je denken je energie om het waar te nemen. En dat wordt gewoonlijk concentratie genoemd. Dat wil zeggen dat je je concentreert op het boek, dat je leest op iets waar je erg goed op let, op die bloemen of wat je vriend of leraar je vertelt, nietwaar?
6:40 S: Ja.
6:45 K: Heb je ooit heel nauwgezet opgelet je op iets geconcentreerd gedurende lange tijd? Niet alleen maar voor één of twee seconden, maar gedurende lange tijd? Heb je dat ooit gedaan?
7:04 S: Ik weet het niet.

K: Probeer het dan nu! Probeer nu heel goed te luisteren naar wat iemand tegen je zegt of een lange tijd naar die bloemen te kijken. Zonder een andere gedachte erbij te laten. Dat is wat concentratie betekent. Zich erop richten alle aandacht richten op iets waar je naar luistert op het lezen van een boek, of op iets letten, een hagedis tegen de muur. Zul je het doen, doe je het nu?
7:57 S: Ja.

K: Je doet het? Goed zo! Wat gebeurt er dan?
8:06 S: We begrijpen.
8:09 K: Niet alleen begrijpen, maar wat gebeurt er? Zo meteen zal ik het uitleggen, maar ontdek het eerst zelf. Waar kom je vandaan?

S: Bangalore.
8:30 K: Van Bangalore, goed. Ik heb twee jongens - nu twee meisjes? Hij wil dus weten, wat het verschil is tussen concentratie en meditatie. Akkoord? Je kent het woord meditatie niet, wat het betekent? Nee. Je kent de betekenis van het woord concentratie ook niet.
9:05 S: Nu denk ik dat ik het weet.

K: Nu weet je het omdat ik het heb uitgelegd. Concentratie betekent je gedachten, je energie op iets richten.

S: Meneer

K: Kom maar hierheen. Schuif wat op, zodat we haar wat ruimte geven. Ze is een groot meisje. Ja? Ze is een groot meisje.
9:45 S: Maar is het niet moeilijk om zich op iets te concentreren zonder enige andere gedachte in de geest?
9:50 K: Precies. Is het niet moeilijk, luister hier goed naar is het niet moeilijk zich ergens op te concentreren zonder dat er gedachten optreden?
10:04 S: Ik denk het wel.
10:06 K: Het is moeilijk, nietwaar? Wat doe je dan?
10:13 S: Ik zou proberen de andere gedachten opzij te zetten.
10:16 K: Opzij zetten. Wie houdt die andere Ik zal het niet te ingewikkeld maken voor jullie. Je concentreert je dus op een boek en andere gedachten duiken op, nietwaar? Akkoord?

S: Ja.
10:33 Wat doe je dan?
10:36 S: Je probeert ze weg te houden.
10:41 K: Ja, je probeert de andere gedachten weg te duwen.
10:45 Wat gebeurt er tijdens dat proces? Ik concentreer me hierop, gedachten duiken op en ik probeer ze dan weg te duwen dan komen er weer gedachten en ik blijf zo, nietwaar? Akkoord?

S: Ja.
11:06 K: Luister je naar wat ik zeg? Als je er geen belangstelling voor hebt, trek je er niets van aan.

S: Ik dacht aan een antwoord, dat je aan hen kon geven
11:19 K: Ik begrijp het niet.
11:21 S: Ik denk aan een antwoord dat jij daarop correct zou kunnen geven.
11:25 K: Kijk, ik zei tegen je dat, wanneer je je concentreert
11:32 andere gedachten opduiken. Akkoord? Je probeert dan die gedachten te verdringen en je tracht je te concentreren. En dat gebeurt voortdurend. Akkoord?
11:45 S: Waarom duiken die gedachten op?
11:47 K: Wacht, ik kom daar zo meteen aan toe. Zie eerst wat gebeurt. Je wil je ergens op concentreren er treden gedachten op, je verdringt ze en er duiken weer gedachten op, die je weer verdringt. Je concentreert je dus niet werkelijk, nietwaar? Want gedachten duiken op en storen. Hij vraagt nu waarom gedachten opduiken. Nietwaar?

S: Ja
12:19 K: Vertel me, waarom gedachten opduiken. Ik zal het zo meteen vertellen.
12:24 S: Ik denk dat het is omdat we over die dingen denken. Omdat terwijl we iets doen er iets anders gebeurt
12:33 en we erover denken.

K: Ja, dat wil zeggen, je denkt hieraan en je denkt ook aan iets anders. Bedoel je dat?

S: Ja.
12:41 K: Waarom gebeurt dit?
12:45 S: Als je denkt, je concentreert
12:53 K: Kom hierheen zitten. Sorry, drie jongens en een meisje.
13:02 S: Als je probeert je te concentreren blijf je denken, dat je geen andere gedachten zou toelaten en daarom duiken ze op.

K: Ja, maar waarom? Waarom duiken ze op?
13:12 S: Omdat je eraan blijft denken.
13:14 K: Maar je bent ook aan dit aan 't denken!
13:19 S: Omdat we ze aan 't onderdrukken zijn.
13:23 K: Precies. Je hebt het! Heb je begrepen wat je zei? Niet helemaal. Je probeert je hierop te concentreren en andere gedachten duiken op je probeert dan gedachten te onderdrukken andere gedachten behalve deze. Akkoord? Wat gebeurt er als je onderdrukt? Ik onderdruk, ben niet lekker, heb iets verkeerds gegeten en voel me ziek en ik probeer de pijn te onderdrukken. Waarom doe je dat? Waarom onderdrukken? Waarom onderdruk je?
14:11 S: Je denkt dat dat juist is. Als je ze onderdrukt zullen ze niet terugkomen en dus onderdruk je het.

K: Juist. Hij zegt dus dat, als je ze onderdrukt, ze weer terugkomen. Zodat het zinloos is ze te onderdrukken. Nietwaar? Nietwaar? Het is fout, zinloos om te onderdrukken. Wat dan?

S: Als je echt erg serieus aan iets begint te denken
14:46 zijn er geen andere gedachten.
14:48 K: Andere gedachten duiken op, beste jongen!
14:51 S: Ja, maar als je echt over iets denkt
14:54 waarom zouden ze opduiken?

K: Zou je niet proberen te begrijpen waarom gedachten steeds heen en weer bewegen? Niet? Zou je die vraag niet stellen?
15:07 S: Meneer Omdat we binnenkomende gedachten onderdrukken ze niet kunnen controleren en zo onze concentratie verliezen. Wat moeten we dan doen want het is mogelijk dat als we het daarbij laten, dat andere gedachten hun gang gaan?
15:33 K: Ik heb dit niet helemaal begrepen, jij wel?
15:38 S: Als je niks doet met die andere gedachten, zullen ze dan weggaan? Is het dat wat je zegt?
15:54 K: Wil je hierheen komen? Ga hier zitten, je hoeft niet zenuwachtig te zijn. Dit is een erg gecompliceerd onderwerp, hé? De meeste mensen, volwassenen en jongeren, zijn vanaf hun jeugd verteld - luister je? luister goed! - Sedert je kindertijd is je verteld je te concentreren. Nietwaar? Je wil uit het raam kijken en de leraar zegt concentreer je op je boek. Je bent evenwel geïnteresseerd om naar die hagedis op die muur te kijken. Nietwaar? Maar de leraar zegt: kijk niet, schenk alle aandacht aan het boek. Van de jeugd af aan ben je geïnteresseerd naar de hagedis te kijken maar de leraar zegt: doe dit!
17:18 S: Ja.
17:21 K: Als ik je leraar was, zou ik zeggen laten we samen naar die hagedis kijken, begrijp je? Niet proberen je te dwingen naar het boek te kijken. Heb je begrepen wat ik zeg?
17:43 S: Ja, meneer.
17:44 Je kijkt naar die hagedis - er is geen hagedis hier - en je belangstelling is bij die hagedis en niet bij het boek. Dus zou ik als leraar tegen je zeggen: laten we samen naar die hagedis kijken. Heel zorgvuldig kijken. Kijk hoe hij aan de muur kleeft, hoeveel pootjes hij heeft, kijk naar het hoofd, naar de ogen.
18:23 Zie je? Ik zou je veel meer helpen dat te zien, dan het boek.
18:31 S: Ik heb een vraag.

K: Wat?
18:33 S: Als de leraar, of in een klas de kinderen op verschillende tijden zijn afgeleid, zoals bij mij soms gebeurt en een ander is nog op een ander ogenblik is afgeleid. En als de leraar rekening houdt met al ons afgeleid zijn hoe kan ze dan haar programma behandelen?

K: Ik zal het jullie tonen. Jullie zijn allemaal zo handig hier.
19:04 K: Waar kom je vandaan?

S: Madras
19:08 S: Mijn ouders wonen in Zambia.
19:14 K: In de eerste plaats heb ik niets dat me afleidt. Noem het niet afleiden. Belangrijk is, dat je kijkt, aandacht schenkt, luistert, dat is belangrijk. Maar er is niets dat me afleidt. Gebruik het woord afleiden niet. Akkoord? Ik help je dus die hagedis zien of die jongen, die daar zit, ongedurig met zijn vingers hannesend. Akkoord? Wat ik je wil helpen, niet helpen, wat ik je laat zien is dat als je aandacht hebt voor iets, hetzij goed of kwaad je aandacht kunt schenken aan het boek. Begrijp je?

S: Ja.
20:16 Ben je er zeker van?

S: Ja.
20:19 K: Als je aandacht schenkt aan die hagedis heb je de kunst van de aandacht geleerd. Ik ga al die jongens de twintig of vijftien jongens bij me, helpen aandacht te hebben. Als er aandacht is, is er geen afleiding.
20:48 S: Waarom doen leraren dat dan niet? Stel, dat we worden afgeleid tijdens de les
20:54 K: Er is geen afgeleid worden. Noem het geen afleiden.
20:58 S: Stel, dat we iets willen zien waarom helpen de leraren ons niet dat ding te zien?
21:05 K: Vraag het aan hen! Ik zeg je kom maar hierheen Twee meisjes. Zo. Kom maar, dat is beter In orde zo?

S: Ja
21:24 Je bent niet verlegen?

S: Nee
21:26 K: Zo is het beter. Je vraagt waarom die leraren je dit alles niet vertellen. Nietwaar?

S: Ja.
21:35 Waarom vertellen ze je het niet?
21:38 S: Ik denk, dat ze datgene willen afmaken wat ze ons wilden leren.
21:42 K: Zo is het. Ze willen het voorbij hebben. Zij vervelen zich, jullie vervelen je. Akkoord? Ze willen gauw klaar zijn met wat ze te zeggen hebben en doorgaan met het volgende onderwerp of de volgende klas. Ze zijn dus verveeld met het lesgeven. Nietwaar? Kom erachter, waarom ze verveeld zijn, waarom ze gauw klaar willen zijn, waarom ze je niet helpen aandacht te schenken. Begrijp je? Als je aandacht aan die hagedis schenkt, heb je de kunst van de aandacht geleerd. Akkoord? Begrijp je? Dan kun je aandacht schenken aan het boek, dan is er geen afleiding.
22:39 S: Maar

K: Wacht, beste jongen. Ik ben nog niet klaar. Als ik jullie leraar was zou ik je heel precies aangeven wat aandacht is. Akkoord? Aandacht is volledige energie, aandacht schenken aan waar je naar kijkt. Akkoord? En als je dat leert, kun je ook leren hoe aandacht te schenken aan je boek.
23:27 S: Ja, meneer.
23:28 S: Je kunt belangstelling voor de hagedis hebben en niet van studeren houden dan heb je geen belangstelling voor je studie.
23:34 K: Iemand kan niet van studeren houden. Studeer dan niet!

S: Dan
23:41 K: Ontdek zelf, ontdek zelf. Leer. Ontdek waarom je geen boeken wil lezen. Luister nu naar me. We hebben het over concentratie gehad, dat wil zeggen: je denkt, je schenkt je aandacht aan iets, dan komen er andere gedachten, en je verdrijft die gedachten. En dus is er steeds die tegenspraak. Je wil daaraan aandacht schenken, er komen andere gedachten en dus dat voortdurende ratelen van de hersens, ratelen, ratelen, ratelen. Nietwaar? Begrepen? Meditatie nu, het woord meditatie, je kent dat woord, je hebt daar wel over gehoord?
24:46 S: Ja, meneer.
24:47 K: Meditatie betekent in het Engels ook meten. Ja? Meten. Zoals in het Sanskriet, vraag maar aan
25:07 S: Radhikaji

K: Bedankt voor je hulp.

K: Als je aan Radhikaji vraagt, zal ze je zeggen dat 'ma' in het Sanskriet ook meten betekent. Dus meditatie betekent ook meten. Zonder meten is er helemaal geen technologische vooruitgang. Nietwaar? Zie je dat in? Zie je dit alles, wat ik vertel?

S: Ik begrijp dat woord niet, dat u zei.
25:53 K: Begrijp je het woord niet, dat ik gebruik?

S: Ja.
25:57 K: Ik gebruik het woord meten.
25:59 Je hebt een lintmeter,niet?

S: Ja.
26:03 Meditatie betekent ook meting.
26:10 S: Ik denk, dat hij het woord technologie niet begrijpt.
26:19 K: Je begrijpt het woord technologie niet.
26:23 Techniek, iets doen, stel je wil een auto in elkaar zetten, en je moet dus alle onderdelen kennen en samenstellen, ze moeten allemaal samenwerken. Ik heb een auto uit elkaar gehaald. Uit elkaar halen en dan in elkaar zetten met de hoop dat het dan werkt. Maar het werkte. Begrepen? Dat leren over al die machinerie, hoe het werkt, wat de onderdelen zijn, wat de metingen eraan zijn, zijn mechanische sterkte, al dat. Al dat leren erover noemt men technologie, een deel ervan. Meditatie en concentratie zijn voor mij twee geheel verschillende dingen.
27:24 S: Meneer, vaak concentreer je je, zonder het zelfs te proberen. Als je iets wil doen, hoef je je niet te concentreren je zal je concentreren.
27:37 K: Je kan, als je ergens van houdt, iets doen zonder dat je je concentreert. Heb je dat begrepen?

S: Ja, meneer.
27:45 Als je ergens van houdt is er geen concentratie. Hou je ergens van?

S: Van heel wat dingen
28:03 K: Je houdt van heel wat dingen. Wat zo?
28:08 S: Ik hou van boeken lezen.
28:12 K: vliegers oplaten?

S: ja, meneer
28:17 Bergen beklimmen? In bomen klimmen? Achter apen aanzitten? Waar hou je echt van?
28:31 S: Postzegels verzamelen.

K: Nee, wacht eens even. Dit is wellicht een te ingewikkeld onderwerp voor kleine jongens. Meditatie betekent vrij zijn van meten. Dit is te moeilijk voor jullie.
28:54 S: Concentratie is iets, waarbij we ons dwingen iets te doen, en meditatie misschien als je niet iets wil.
29:03 K: Juist. Meditatie kan alleen optreden als er geen inspanning is, als er geen tegenstrijdigheid is. Tegenstrijdigheid ken je: het ene zeggen, het andere doen.
29:19 S: Als je van lezen houdt is er alleen maar concentreren is dit geen meditatie, als je niet weet dat je je concentreert?
29:26 K: Nee, je probeert dan te begrijpen wat het boek zegt.
29:30 S: Maar je weet dan niet dat je je concentreert. Zoals hij zei, je weet niet dat je je concentreert, maar je concentreert je.
29:36 K: Dat wil zeggen, je houdt van het lezen van een goed detective verhaal, je geniet ervan, nietwaar? Wel, dit is te moeilijk voor jullie. Kommer je niet om meditatie en concentratie. Het is veel te moeilijk.
29:57 Akkoord?

S: Ja.

K: een beetje. Ik zou het over iets anders willen hebben. Mag ik?

S: Ja, meneer.
30:05 K: Ik heb jullie gevraagd waar je het over wilde hebben en na jullie al die vragen te hebben gesteld zou ik het over iets anders met jullie willen hebben.
30:15 Akkoord?

S: Ja, meneer.

K: Jullie allemaal?
30:18 S: Ja, meneer.

K: Ja, meneer! Mensen zoals jullie hebben een bekwaamheid één of ander verborgen talent. Talent om te schilderen, om viool te spelen of fluit, of om een heel goed mens te zijn. Mensen hebben verborgen begaafdheden. Begrijp je? Maar je gemeenschap, je ouders, iedereen zegt: word zakenman word dokter, word ingenieur, word een Indische administrator, de dienst. Je hersens, binnen de schedel, zijn geconditioneerd door je ouders of door de samenleving waarin je leeft. Begrijp je dat?

S: Ja, meneer.
31:41 K: Je eigen talent wordt dus door die druk vernietigd. Je zou een groot schilder kunnen zijn. Akkoord? Of een groot zanger of een geweldige plantkundige, tuinbouwkundige. Ja? Maar je ouders, je gemeenschap zeggen: dat is niet goed genoeg, je moet een echt goed zakenman worden, een goede dokter of een I.A.S. Je vernietigt dus je eigen talent. En juist dat eigen talent is belangrijk, daar ben je gelukkig mee! Begrijp je wat ik zeg?
32:44 S: Meneer

K: Luister naar wat ik zeg.

K: Ik praat nu. En jullie luisteren naar me. Dat is één ding. Mensen hebben in wezen een verborgen talent in zich. Akkoord? Niet altijd om zakenman te worden. Kapitein in het leger of vliegenier. Je moet dus je eigen talent ontdekken en er aan vasthouden, al word je arm of rijk, geslaagd.
33:33 S: Meneer, maar je kan zakenman willen worden en daarnaast zingen of drummen of zoiets.
33:44 K: Handige jongens, jullie. Jullie trainen die jongens werkelijk geweldig! Ze zeggen, dat ze zakenman, generaal of kapitein in het leger kunnen worden en bovendien schilderen. Begrijp je hoe zijn hersens werken? Dat is juist. Maar dan doe je geen van alle goed, volledig, gelukkig.
34:15 S: Waarom, meneer?
34:16 K: Omdat je tussen beide dingen heen en weer wordt getrokken.
34:18 S: Nee.

K: Dat weet ik, dat weet ik.

K: Begrijp je wat ik zeg?

S: Ja, meneer.
34:27 K: Wacht, ik ben nu even aan het praten. Het is dus erg moeilijk je eigen talent te ontdekken. En het kan zijn, dat het je niet tot succes leidt. Dat geeft dan niet. Begrijp je? Je vindt het dan erg, niet veel geld te hebben omdat je iets in je meedraagt. Akkoord?

S: Ja, meneer.
35:05 K: Ontdek dus allemaal je eigen talent, iets van jezelf, dat niet is opgelegd door opvoeding, door ouders, door de maatschappij, maar ontdek iets van jezelf.
35:26 S: Maar als onze ouders ons tot iets dwingen?
35:29 K: Ik weet, dat je ouders je dwingen om ingenieur to worden, je dwingen iets te worden. Maar als je het spel speelt, zeg dan ja, aanvaard het, maar ontdek het voor jezelf.
35:43 S: Maar stel, dat er je iets gebeurt.
35:47 K: Ja, ik weet het, luister nu gewoon naar wat ik zeg. Want ik heb nog meer te zeggen. Akkoord?

S: Ja.
35:56 K: Vind je 't niet erg?

S: Nee, meneer.
36:00 K: Je gaat ook een andere wereld betreden, als je deze prachtige vallei verlaat met al zijn rotsen, de schaduwen, de bomen, de bloemen en de werkelijk vredige campus. Je wordt geconfronteerd met een wereld die verschrikkelijk is. Nietwaar? Er is geweld, stelen, schieten, omkopen. De wereld wordt meer en meer gevaarlijk. Juist? De wereld wordt corrupt, overal, niet alleen in India, waar het wel openlijk is. Weet je wat het woord "blatant" betekent? Heel openlijk. Ze zeggen, geef me iets voordat ik iets anders doe. Er is corruptie. Akkoord? Overal, niet alleen in dit land, in Amerika, in Frankrijk, in Engeland- politieke corruptie, sociale corruptie, zwarte markt enz. Er is geweldige corruptie overal ter wereld. corruptie is omkopen, geld onder de toonbank betalen contant betalen zonder rekening. Dat alles heet corruptie, nietwaar? Maar dat is alleen maar een symptoom. Weet je wat symptoom betekent?

S: Ja, meneer, tekens.
38:07 K: Weet je wat symptoom is? Een symptoom is, ik heb iets zwaars gegeten en ik heb buikpijn. De buikpijn is het symptoom. Maar de oorzaak is dat ik verkeerd voedsel heb gegeten. Begrepen?

S: Ja, meneer.
38:30 K: Ik wil dus op de oorzaak van corruptie ingaan. Ik zei corruptie, hopelijk zal je allemaal luisteren want je zal allen met de wereld te doen hebben, eens je Rishi Valley verlaat.
38:45 S: Meneer, stel je neemt het geld dat hij je geeft niet aan, hij zou iets ergers kunnen doen. Neem je geld aan
38:58 K: Als ik je geld onder de toonbank betaal, word je corrupt.

S: Ja, meneer.
39:02 K: En dan word je ook corrupt want je aanvaardt geld.
39:07 Nietwaar?

S: Ja, meneer. Ja, maar als ik het niet aanvaard zou hij iets kunnen doen.
39:11 K: Ik weet het, als je 't niet aanvaardt, zal het je benadelen. Luister, begrijp wat de oorzaak van corruptie is. Begrijp je? Corruptie is niet slechts geld onder tafel toeschuiven, omkopen, zwarte markt, maar de oorzaak is iets heel anders. Akkoord? Ik ga daarop in, als je er belangstelling voor hebt. Corruptie begint met eigenbelang. Begrijp je dat?

S: Ja, meneer.
40:01 Als ik in mezelf geïnteresseerd ben, wat ik wil, wat ik wil worden, als ik hebzuchtig ben, jaloers, ruw, brutaal, wreed, dan is er corruptie. Begrijp je? Corruptie begint in je hart, in je geest, niet alleen maar omkopen, geld, dat is ook corruptie, maar de ware oorzaak van corruptie ligt binnenin je. Tenzij je dat ontdekt en verandert zal je een corrupt mens zijn. Begrijp je wat ik zeg? Corruptie is als je boos bent, als je jaloers bent, als je mensen haat, als je lui bent, als je zegt: dit is juist, en ik voel dat dit juist is, en eraan vasthoudt. Begrijp je wat ik zeg?
41:18 S: Meneer, het lijkt dat alles op egoïme neerkomt.
41:21 K: Alles valt onder egoisme. Je hebt volkomen gelijk. Daar begint corruptie. Begrijp je, beste jongen?
41:33 S: Ja.
41:36 K: Wees dus niet corrupt. Het doet er niet toe, als je ervoor sterft.
41:42 S: Meneer

K: Wacht, luister naar me. Begrijp je? We zijn allen zo bang. Je zegt dan: hoe zal ik leven? Wat zal ik doen als ik niet corrupt ben en alle mensen om me heen corrupt zijn? Begrijp je wat ik met corruptie bedoel? Niet slechts de buitenkant, maar het diepe innerlijke gevoel van corruptie, waar de mensen mee leven. Egoïstisch, aan zichzelf denkend, hun succes willend, jaloers. Begrijp je? Corruptie zit van binnen, in je hart, in je brein. Als je dat heel goed begrijpt en werkelijk ernstig bent, niet cynisch. De meeste van die grote jongens die hun leven moeten leiden zijn cynisch geworden. Ze zien wat de wereld is en zeggen: ik moet het aanvaarden. Dat is een vorm van cynisme. Maar als je heel goed begrijpt van nu af aan, dat corruptie niet alleen maar is geld geven onder de toonbank, omkopen omkopen met twee rupees of met tien miljoen dollar, het blijft omkopen. Gewelddadig zijn is deel van wat men corruptie noemt, terreur, dat alles. Dat gebeurt er in de wereld. Je bent een opgroeiende mens, wees niet zoals hen. Wees niet boos, wees niet jaloers, zoek niet steeds succes.
44:08 S: Hoe kan je aan dat alles een einde maken? Hoe kan je ophouden jaloers te zijn?
44:13 K: Als je jaloers zijn wilt, wees dan jaloers en kijk wat er gebeurt. Begrijp je? Maar als je niet jaloers wilt zijn, wees niet jaloers! Zeg niet: hoe maak ik daar een einde aan? Bij iets gevaarlijks, zoals een cobra, zegt niemand je wat, je loopt weg! Akkoord? Corruptie in ons is heel gevaarlijk. Zie je? Wees dus niet corrupt. Begin daar eerst, niet ergens ver weg. Begrijp je?
45:01 Doe je het? Beloof niet. Beloof nooit, tenzij je iets beslist gaat uitvoeren. Akkoord? Als je ziet hoe belangrijk het is in het leven, want je wordt allemaal groot, en je groeit naar die afschuwelijke, krankzinnige wereld. Begrijp je? Er is niets gezonds in de wereld van de politiek, in de religieuze wereld. Ja? In de economische wereld, daar is niets gezonds. Alsjeblieft, ik wijs jullie erop, als je groot bent, of deze prachtige vallei verlaat of hier nog twee tot vier jaar blijft, wees niet corrupt, binnenin, zoek geen ijdelheid, trots, zeg niet, ik ben beter dan iemand anders. Weet je, je leert veel als er nederigheid is. Ken je het woord nederigheid? Je leert een heleboel, als je echt nederig bent. Maar zoek je alleen maar succes, geld, macht, positie, status, begrijp je, dan ben je begonnen met corruptie. Misschien ben je arm, wees dan arm, wat doet het ertoe! Daarom is het voor jullie allen van belang, je eigen begaafdheid te vinden en je daaraan te houden, ook al brengt het je geen succes of roem en zo, dat is hoe dan ook onzinnig, want we sterven allemaal. Zie je dat in? Terwijl je leeft, leef! Niet met alle nonsens die plaats heeft.
48:13 S: Waarom beseffen de mensen dit niet?
48:20 K: Omdat ze niet denken, niet voelen. Ze denken steeds aan zichzelf, aan hun baan, hun administratie, hun werk. Begrijp je? Ze zijn hier niet in geinteresseerd. Maar als je
48:42 S: Hoe kan ik niet meer egoistisch zijn?
48:47 K: Hoe kan ik niet meer egoÏstisch zijn? Wéés niet egoïstisch! Luister gewoon. Vraag daarna nooit meer aan iemand 'hoe'. Begrijp je? Dan willen ze je vertellen hoe, en dan ben je verloren. Dat is de ergste vorm van corruptie.
49:14 S: Bedoelt u dat we dat zelf moeten ontdekken?
49:17 K: Ontdek, onderzoek het! Gebruik je hersens, twijfel, vraag je af. Aanvaard niet zomaar. Stel dat ik je leraar was, dan wil ik zien dat je een heel goed stel hersens hebt. Akkoord? Een goed stel hersens betekent dat er geen conflict is met jezelf, of met iemand anders. Ik denk dat dit teveel is.
50:03 S: Ik wil u vragen: stel je bent niet zelfzuchtig en iemand doet je iets aan?

K: Als iemand je kwaad doet, wat doe je dan?
50:18 Terugslaan?
50:21 S: Dat hangt van de ernst af waarmee hij iets doet.
50:24 K: Ja, je zei dat. God, je bent me Als hij je echt kwaad doet, wat doe je dan? Heb je je afgevraagd wat het betekent iets aangedaan te worden? Ga verder, denk met me mee.
50:43 S: Meneer, is het weer corruptie gekwetst te worden?
50:45 K: Luister. Stel ik wil je echt kwetsen -stel, want ik wil je niet kwetsen- stel dat ik je echt kwaad wil doen. Jij zegt, dat je gekwetst bent. Wat bedoel je daar dan mee? Gebruik je hersens, herhaal niet alleen maar!
51:05 S: Lichamelijk iets aangedaan?

K: Niet alleen lichamelijk, maar van binnen. Hij noemt je een idioot.

S: Meneer ik denk
51:15 K: Luister even goed. Luister allemaal goed. Hij noemt je een idioot, en dat raakt je. Ja? Heb je ontdekt wat er gekwetst wordt? Voorzichtig, voorzichtig!
51:35 S: Als je meent geen idioot te zijn en iemand komt langs en
51:42 K: Kijk, iemand noemt je een idioot en iemand noemt je een belangrijk mens. Zijn ze niet beide hetzelfde? Begrijp je wat ik zeg? Iemand noemt me een dwaas, een idioot en ik ben getroffen, stel. Wat wordt getroffen? Voorzichtig, denk na, geef niet snel antwoord, maar denk na.
52:19 K: Denk goed na. Nee, nu luister ik even niet Ik zei denk er even over na, ga het zorgvuldig na. Ik vraag je, ik noem je een idioot -ik ben dat niet aan het zeggen hoor- en het kwetst je. Wat bedoel je dan dat jij gekwetst bent? Wat is dat 'jij'?
52:46 S: Je ik.

K: Denk na, beste meid.

S: Ik, mijn ego.
52:56 K: Wat is dat jij?
52:58 S: Ik ben een
53:01 K: Kom maar hierheen, beste jongen. Ga hier maar zitten. Kom, verknoei geen tijd. Ik ken je, ga verder.
53:16 S: Wat gekwetst wordt, ben ik, wat ik van mezelf heb opgebouwd.
53:19 K: Wat je van jezelf heb opgebouwd, wat betekent dat?
53:26 S: Wat ik bereikt heb, wat ik gedaan heb.
53:31 K: Wat je gedaan hebt, wat je bereikt hebt. Waarom zijn jullie allemaal zo gewend aan succes? Je praat allemaal over succes. Net als je vader, je moeder en je grootmoeder. Ze hebben succes gehad Nietwaar? Ze zijn geslaagd, bedoel je dat?
53:53 S: Nee meneer, wat ze voor zich hebben bereikt.
53:55 K: Ja. Ik ben dus bijvoorbeeld overal ter wereld geweest,een deel van de wereld. Nietwaar? Ik heb tot duizenden mensen gesproken, ik ben naar de Verenigde Naties geweest, ik heb van alles gedaan. Akkoord? Ik heb een beeld, een plaatje van mezelf opgebouwd. Nietwaar? Een plaatje van mezelf. En dan kom jij en zegt: je bent een idioot, en het kwetst me, stel. Wat wordt er gekwetst?
54:31 S: Je gevoelens.

K: Mijn gevoel, mijn beeld.
54:36 S: Het beeld van jezelf.

K: Ja, precies. Het beeld van mezelf, omdat ik gereisd heb, een belangrijk mens ben, omdat ik boeken heb geschreven, omdat ik Mrs. Gandhi heb gesproken. Begrijp je? Ik heb een beeld van mezelf opgebouwd en dat beeld wordt gekwetst. Nu de volgende stap, luister goed! Kan ik zonder een beeld leven? Elk beeld, wat dan ook!
55:05 S: Kan u dat?

K: Ik? Ja. Anders zou ik er niet over spreken. Het is oneerlijk over iets te praten dat je niet zelf beleeft.

S: Meneer, maar
55:22 K: Wacht, wacht, luister naar wat ik zeg, beste jongen.
55:29 Heb je een beeld van jezelf op deze leeftijd? Natuurlijk, jullie hebben allemaal beelden. En die beelden worden gekwetst. En je leven lang zal je gekwetst worden, zolang je die beelden hebt.
55:45 S: Zou je ze moeten vergeten, meneer?
55:48 K: Laat ze liggen, heb ze niet! Veel mensen hebben me gevleid en veel mensen hebben me beledigd. Ik heb geen beeld van mezelf en kan dus niet gekwetst worden, het doet er niet toe. Begrijp je?
56:06 S: Ja, meneer.

K: Wees zo. Daar begint corruptie.
56:14 S: Hoe raak je je beelden kwijt?
56:19 K: Hoe je beelden kwijtraakt? Als je inziet dat ze gevaarlijk zijn zul je ze onmiddellijk kwijt raken.
56:29 S: Als je je beelden kwijt raakt, wat blijft er van je over?
56:32 K: Niets!

S: Wat ben je dan?
56:36 K: Wacht. Luister naar wat ik zeg.
56:40 Wees niets en dan leef je echt! Je zal dat later begrijpen.
56:51 S: Zij mogen beelden van je hebben, maar wij zouden er geen moeten hebben.
56:55 K: Ja, laat anderen beelden hebben, maar jij niet.
57:01 S: Soms heb je geen beelden.
57:09 K: Niet 'soms'. Praat je hier ernstig over of theoretisch?
57:18 S: Nee, stel dat iemand
57:21 K: Waarom veronderstel je?
57:25 S: Als je geen beeld van jezelf hebt, voel je je dan niet onzeker?
57:30 K: Wees onzeker. Weet, dat je onzeker bent. En ontdek dan wat zekerheid is. Als je echter steeds zekerheid zoekt dan weet je niet of je onzeker bent. Ontdek eerst zelf of je onzeker bent, wat dat inhoudt, lichamelijk, innerlijk en dergelijke.
58:06 S: Dus of je een beeld van jezelf hebt of niet, je bent onzeker.
58:14 K: Of je een beeld van jezelf hebt of niet, je bent onzeker. Ik vraag je, heb je ontdekt, dat je onzeker bent? Of praat je alleen maar?
58:25 S: Meneer ik voel me over sommige zaken onzeker.

K: Wacht.
58:28 Ontdek wat het is onzeker te zijn. Of je bent lichamelijk onzeker, of economisch, of onzeker voor de mening van het publiek, of onzeker in geldzaken, of onzeker in je relaties. Ontdek het!
59:03 S: En wat dan?
59:06 K: Als je leert waar er onzekerheid is, ben je zeker. Begrepen, beste jongen?
59:15 S: Meneer, heb jij een beeld?

K: Luister naar wat ik gezegd heb. Begrijp je? Als je zelf ontdekt wat onzeker is, waar je onzeker bent- met je familie, met je vader, met je moeder, met je vrouw of je echtgenoot of met God? Begrijp je? Ontdek het, leer erover. Het ogenblik, dat je een heleboel weet en geleerd hebt over onzekerheid, ben je er vrij van, dan ben je zeker!
59:58 S: Als je een heleboel over onzekerheid leert, weet je nog niet alles over onzekerheid.
1:00:04 K: O ja, je weet het. Als je goed begint, begrijp je, dan is, wat juist is, aan het begin. Dit is te moeilijk.
1:00:21 S: Zegt u, leef met onzekerheid om te ontdekken wat het is?
1:00:25 K: Je bent onzeker, niet leven met onzekerheid. Je zei net: ik ben onzeker. Leef ermee, ontdek! Gebruik je hersens om te ontdekken. Word niet mechanisch.
1:00:43 S: Om van onzekerheid af te komen moet je eerst je angst kwijtraken, niet?
1:00:47 K: Angst. Ja? Ik zal het je uitleggen, maar je moet leren, niet van mij, maar leren. Wat is angst?
1:01:04 S: Angst is dat we denken.
1:01:10 S: Dat, waar je niets van weet.
1:01:13 K: Wacht, je luistert niet eerst naar iemand anders, Je staat steeds klaar met je eigen vragen. Hij zei, weet je wat hij zei? Je weet het niet omdat je niet luisterde, omdat je eigen vraag belangrijker was; dat is egoïsme. Nietwaar? Hij zei: angst, hoe kunnen we angst kwijtraken? Je bedoelde dat immers. Nietwaar? Luister dus eerst naar die vraag. Hij zei: wat is angst, hoe kunnen we er vrij van zijn? Weet je, dat je bang bent?
1:02:11 S: Ja, meneer.

K: Ja, meneer! Waarom?
1:02:19 S: Omdat ik aan iets denk, dat me bang maakt.
1:02:23 K: Wacht, je hebt net iets geweldigs gezegd. Ik weet niet of je je daarvan bewust bent. Je hebt iets heel waars gezegd.
1:02:35 S: Want als we dan aan niets denken
1:02:38 K: Precies. Je hebt als eerste ding geleerd, dat denken tot angst leidt. Nietwaar?

S: Ja, meneer.
1:02:53 Ontdek dus wat denken is. Niet hoe angst te beëindigen. Begrijp je? Je hebt zo even heel precies gezegd, dat denken tot angst leidt, wat waar is. Ik zou morgen kunnen sterven en ik ben bang. Ik verlies misschien mijn baan en ik ben bang. Akkoord? Dus denken leidt tot angst. Wat is dan denken? Ga stap voor stap om het te ontdekken. Wat is denken?
1:03:37 S: Is het om angst kwijt te raken dat we het denken moeten kwijt raken?
1:03:41 K: Nee. Ik zei: maak je nooit van iets af want het komt terug.
1:03:45 S: Dus angst is iets gevaarlijks
1:03:49 K: Ja. Nee, luister eerst goed. Ik heb tegen je gezegd: angst, zei hij, bestaat, komt, als je over iets denkt. Akkoord? De angst dood te gaan, mijn baan zou verliezen, angst voor mijn vader, angst voor mijn leraren. Zolang je denkt aan de toekomst is er angst. Nietwaar? Je moet ontdekken wat denken inhoudt.
1:04:30 S: Ik zou zelfzuchtig kunnen zijn.

K: Ja, wacht, wacht. Ik vraag je wat, luister eerst, beste jongen. Niet dat ik je wil tegenhouden. Wat is denken? Voorzichtig. Gebruik je hersens.
1:04:48 S: Wat de hersenen doen.
1:04:51 K: Nee, gebruik je hersenen om erachter te komen wat denken is.
1:04:56 S: Verbeelding.

K: Verbeelding, wat nog meer?
1:05:04 S: Wat je ziet, leg je vast, je denkt erover.
1:05:09 K: Goed zo, dat is het begin. Je registreert, nietwaar? Dat betekent -oh heer! Ik zal het je tonen. Onze hersens, binnen de schedel, registreren. Je registreert wiskunde. Je registreert aardrijkskunde, geschiedenis, je registreert. Een magneetband legt dit gesprek vast. Dit wordt geregistreerd, daar beneden. Begrijp je? Ik praat, electrisch is het met die machine verbonden, en die registreert het op de magneetband. Onze hersens werken net zo. Ze registreren. Nietwaar? Wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, je vader ze hebben je vader geregistreerd. Begrijp je? Nu, wacht even. Wat betekent registreren? Denk erover, gebruik je hersens.
1:06:22 S: Als je terug iets oproept.
1:06:24 K: Wat bedoel je, registreren?

S: Slorpt op
1:06:28 Is het niet nodig te registreren?

S: Ja.
1:06:32 K: Waarom?
1:06:35 S: Om het verleden met de toekomst te verbinden.
1:06:39 K: Nee, is het niet nodig te registreren? Ik hoop dat de oudere jongens naar dit alles luisteren want het is hun leven! Registreren is nodig om een brief te schrijven, om een auto te besturen. Akkoord? Om door een examen te komen, jammer genoeg. Als je registreert dat je ergens een vader en een moeder hebt. Dat is allemaal registreren, dat is nodig. Maar er is een ander soort registratie. Ik ben gekwetst, begrijp je?

S: Ja, meneer.
1:07:37 Er zijn twee soorten registratie, de registratie van het besturen van een auto, van het schrijven van een brief, van een I.A.S. worden of een ingenieur. Luister goed, beste jongen, volg je? Er is ook een ander soort registratie: ik eerst, ik ben egoistisch, Ik wil dit, ik wil succes. Akkoord? Die twee registraties zijn er steeds. Registratie is herinnering, nietwaar? Herinnering aan je vader, aan je wiskunde. Niet? Registratie betekent herinnering, dus herhaling. Zie je dat in? Als je wiskunde leert, registreer je, herhaal je, prent je in je geheugen net als die magneetband. Je wordt dus mechanisch. net als die magneetband, het herhaalt, herhaalt, herhaalt. Ik ben een Brahmaan, een Brahmaan. Ik ben een Hindoe, een Hindoe, ik ben tegen communisme, communisme. Enzovoort. Onze hersenen worden geconditioneerd, begrensd, klein. Nietwaar? Denken is een deel van onze herinnering. Je kunt geen herinnering eraan hebben zonder je vader te hebben ontmoet, zonder je vader en moeder te hebben gezien. Je hebt je vader en je moeder gezien, en dat is opgeslagen in de hersenen als herinnering en evenzo is er kennis, kennis vanzelfsprekend gebaseerd op ervaring.
1:09:59 S: Ik ben het memoreren.

K: Je bent herinnering. Begrijp je? Je bent herinnering, je hele wezen is herinnering. De herinnering dat je atman bent, dat je een ziel hebt, dat er licht binnen in je is, herinnering dat er een God is. Het is alles nog steeds herinnering. Luister goed, ontdek of het waar is, wat de spreker zegt, of het een leugen is. Begrijp je, ontdek zelf! Je bent herinnering, zonder herinnering ben je niets! De herinnering aan je naam, aan je familie, herinnering aan wiskunde, de herinnering aan het beklimmen van die heuvel, herinnering aan je vriend. Begrijp je? Je bent herinnering. Herinnering is iets doods, voorbij.
1:11:11 S: Hoe leef je dan?
1:11:14 K: Omdat de organen voedsel hebben, je lucht en water hebt.
1:11:19 S: Hoe kunnen we
1:11:22 K: Ontdek, dat is de hoofdzaak. Begrijp je? Ontdek wat waar is. Herinnering is geen waarheid.
1:11:38 S: Wat bedoelt u met waarheid?
1:11:41 K: Je kunt het niet beschrijven. Wat is de bloem? Wat is die bloem? Kijk ernaar. Je vraagt nooit, als je naar die bloem kijkt, wat het is, hoe het er komt, de schoonheid ervan. Leer iets. Schoonheid is waarheid. begrijp je? Schoonheid is waarheid. De schoonheid van juist leven -juist leven, niet geslaagd leven- Het is nu tien voor elf. Zullen we een minuut stilzitten? Rustig zitten. Goed zo, bedankt.