Krishnamurti Subtitles home


SA76T1 - Waardoor zal een mens veranderen?
Eerste openbare toespraak
Saanen, Zwitserland
11 juli 1976



0:00 Dit is de eerste openbare toespraak van J. Krishnamurti in Saanen, 1976. Krishnamurti: Waar wilt u dat ik het over ga hebben?
0:13 Vraagsteller: (onhoorbaar)
0:20 V: Vrijheid.
0:23 V: (onhoorbaar)
0:28 V: Afhankelijkheid.
0:30 K: Wat zegt u?
0:32 V: Afhankelijkheid.
0:48 K: Ik zou iets willen bespreken dat denk ik van algemeen belang is. Maar voordat we daar op ingaan wil ik u - in alle ernst - erop wijzen dat deze toespraken en discussies niet zijn bedoeld als een soort amusement. Ze zijn niet bedoeld om u te vermaken, u intellectueel te stimuleren, u emotioneel te ontroeren of meer van die flauwekul. We zijn zeer serieuze mensen, ik tenminste. Dat is de manier waarop ik spreek. U kunt ofwel serieus luisteren of alles verwerpen of sommige zaken gebruiken die u aanstaan en er dan over discussiëren, maar woorden hebben niet veel betekenis, hoewel ze nodig zijn om te communiceren. Woorden transformeren de mens niet, veranderen de mens niet radicaal. We voelen ons wel primair, principieel en grondig verantwoordelijk voor de transformatie van de mens. Dat is de basis van deze discussies en toespraken. Als het u interesseert, niet oppervlakkig, maar grondig en serieus, kunnen we deze vraagstukken zeer grondig behandelen. Het hangt er dus sterk van af hoe u luistert, op welk niveau u luistert, en of u aan het werk wilt - - niet om geld te verdienen - maar als je het serieus meent dat je een radicale transformatie teweeg wilt brengen, kunnen we met elkaar communiceren, dan kunnen we elkaar tegenkomen. Maar als je slechts oppervlakkig intellectueel of emotioneel geraakt wilt worden, dan ben ik bang dat we weinig gemeen hebben. Als dat dus meteen vanaf het begin duidelijk begrepen wordt kunnen we samen verder gaan om ons leven te onderzoeken. Is dat goed? Vindt u het goed als ik op die manier doorga?

V: Ja.
4:29 K: Allereerst is het denk ik erg belangrijk om te begrijpen wat mensen hebben gemaakt, wat ze tot stand hebben gebracht, wat hun sociale structuur en hun gedrag in deze wereld is. Wat er op dit moment echt gaande is. Wat mensen, zoals u en ik, onze ouders en grootouders tot stand hebben gebracht. Niet alleen op technisch gebied, in de wereld van de wetenschap, biologie, archeologie en nog meer van die wetenschappen, maar psychologisch, innerlijk, wat veel belangrijker is dan het uiterlijk handelen, want wat sturing geeft aan het innerlijk handelen, geeft vorm aan het uiterlijk handelen. Wat de mens over de hele wereld heeft gedaan. Want dat is erg belangrijk om te begrijpen, wat mensen hebben gecreëerd, hebben gemaakt, niet alleen in hun relatie met elkaar, maar psychologisch, innerlijk, hun religies, hun maatschappij, hun cultuur, hun oorlogen, hun barbaarsheden, wreedheden, geweld en alles wat daarbij hoort. Al meer dan een miljoen jaar hebben we op die manier geleefd: geweld, oorlogen, barbaarsheden, in het gezin, eeuwigdurende ruzies - u weet wel, en nog veel meer wat er gaande is. Dat is wat we psychologisch tot stand hebben gebracht. Het verheerlijken van stammen, die we volkeren noemen, de verdeeldheid van kerken en religies, de ene religie tegenover de andere, volhoudend dat ze op zoek zijn naar God, de God, die de mens heeft geprojecteerd vanuit zijn eigen beeldvorming. God heeft niet de mens geschapen, maar de mens heeft God geschapen. Er is verdeeldheid op nationaal niveau, er zijn ruzies, oorlogen, slachtpartijen, en in ons culturele leven zit heel veel geweld en terrorisme. Het leven is enorm gevaarlijk geworden. U weet dit allemaal. U leest het elke ochtend in de krant, de verschrikkelijke dingen die gebeuren.
8:13 Wie is hier allemaal verantwoordelijk voor? Alstublieft, dit is geen retorische vraag, we moeten het onderzoeken. Waarom heeft de mens al deze verschrikkingen teweeggebracht? Begrijpt u mijn vraag? Wat ligt eraan ten grondslag? Het gaat om fundamentele vragen, niet om het zoeken naar een antwoord, maar het gaat om de manier van het onderzoeken van de vraag. Want antwoorden zijn makkelijk te vinden, de antwoorden zijn echter alleen woorden en zullen oppervlakkig zijn. Maar de vraag stellen en deze onderzoeken is een heel andere kwestie. Dan is ieder van ons verantwoordelijk om er achter te komen, waarom we als mensen op deze manier leven, waarom onze maatschappij, onze cultuur, onze religies deze huidige toestand teweeg hebben gebracht. Waarom gaan mensen na twee of vijf miljoen jaar of tien miljoen jaar - ik weet niet hoe lang - nog steeds op de oude manier door - beestachtigheid, volslagen egoïsme, wreedheid, verdeeldheid, noem maar op, wat we allemaal zo goed kennen. Vraagt u zich eens af: is dit het resultaat van denken, zorgzaamheid, genegenheid en liefde, waar we het zo vaak over hebben?
10:47 We moeten dus gaan onderzoeken waarom de mens deze maatschappij heeft gecreëerd, deze cultuur, waarom we deze accepteren, ermee leven en haar niet ontvluchten. We ontvluchten haar door kleine gemeenschappen te stichten of naar een klooster te gaan of ons aan te sluiten bij een sekte of een goeroe te volgen, en te denken dat we het hele probleem hebben opgelost.
11:34 Als we naar dit alles kunnen kijken, objectief, verstandig, en onszelf afvragen: waarom heeft de mens deze maatschappij gecreëerd, de cultuur waar we in leven? Nietwaar? Om daar achter te komen moeten we de hele beweging van het denken onderzoeken. Nietwaar? Want onze maatschappij, onze religies, onze moraal, al onze relaties zijn gebaseerd op het denken. Volgens mij staat dat niet ter discussie. Nietwaar? We moeten dus de hele beweging van het denken onderzoeken. Het denken heeft niet alleen een grote technologische vooruitgang gecreëerd, maar het denken heeft ook oorlogen veroorzaakt. Het denken heeft alle religies van de wereld voortgebracht, met hun beelden, hun rituelen, hun verlossers, met hun goden - allemaal gebaseerd op het denken. En het denken heeft mensen tegen elkaar opgezet - mijn land, jouw land, mijn God en jouw God, mijn geloof en jouw geloof, idealen, dat allemaal. Nietwaar? Het denken is hier verantwoordelijk voor. Kunnen we de waarheid hiervan inzien? Dat het denken verantwoordelijk is. En het denken zegt: 'Ik kan het probleem oplossen'. Begrijpt u mijn...? Let alstublieft goed op, dit is uw leven, later zullen we vragen behandelen.
14:32 Uw geloof is beslist het resultaat van uw denken. Uw kerken, uw tempels, uw moskeeën, uw goeroes, het hele systeem van het geloof is gebaseerd op het denken. Het denken, dat geconditioneerd is door de vertolkers die staan tussen u en wat zij God noemen, de priesters. Het denken is al tweeduizend jaar zwaar geconditioneerd - of zoals in India en andere delen van de wereld, al zevenduizend jaar - geconditioneerd, gevormd. En dat brengt verdeeldheid met zich mee. Dus het denken is hier verantwoordelijk voor, los van de technologische wereld, de wereld van sanitaire voorzieningen, de wereld van de geneeskunde, u weet wel, dat allemaal, wat het denken ook heeft gecreëerd. Is dit nu een feit? Of denkt u dat er iets anders is dat deze uitzonderlijke wereld heeft geschapen? Begrijpt u mijn vraag? Als het denken dit heeft gecreëerd - en daar is geen twijfel over mogelijk - wat is dan de aard van het denken dat dit teweeg heeft gebracht? We gaan ons hier zeer zorgvuldig en langzaam in verdiepen, zonder dogmatisch of stellig te zijn, of partij te kiezen, maar er achter komen wat de beweging van het denken is en of het denken zich van zichzelf bewust kan zijn en het zijn eigen activiteit kan zien. Nietwaar? Kan het denken bewust zijn van zichzelf, wat het heeft gedaan? Kan het denken gewaar worden van zijn eigen beweging in de zin van tijd? En kan het denken zich ervan bewust worden dat het een fragment is en niet een geheel? Begrijpt u? Is het vanmorgen niet te warm voor een discussie als deze?
18:19 We erkennen met woorden dat het denken deze wereld heeft gemaakt, de wereld, de cultuur, de religies waar we mee leven, waar we deel van uitmaken. Dus stel ik de vraag: wat is de aard van het denken? Het denken zelf, niet wat het heeft geproduceerd, teweeg heeft gebracht, de aard, de structuur van het denken zelf. Is het denken alomvattend? Is het denken een complete beweging? Of is het denken fragmentarisch, gedeeltelijk? Begrijpt u mijn vraag? Ik hoop dat ik niet tegen mezelf praat. Als het denken fragmentarisch is moet wat het teweegbrengt ook fragmentarisch zijn. Begrijpt u? Als het denken verbrokkeld is of de oorzaak is van verbrokkeling, dan moet wat het ook doet fragmentarisch zijn. Nietwaar? Is het denken een complete beweging of alleen een gedeeltelijke beweging? Nietwaar? Als het denken een totale beweging is van het leven, dan zal wat het ook doet een geheel zijn, compleet. Maar als het denken beperkt is, fragmentarisch, dan moet wat het ook doet, op elk niveau, hoe diep ook, nog steeds fragmentarisch, beperkt en tijdgebonden zijn.
20:50 Dit zijn dus de twee vragen, begrijpt u? Namelijk, is uw denken gedeeltelijk? Bestrijkt het het hele levensgebied, is het niet fragmentarisch, maar heel? Laten we dus eerst onderzoeken of het denken fragmentarisch en beperkt is. Is het niet beperkt? Het denkt dat het over het geheel gaat, het denkt dat het volledig kan zijn, gezond, rationeel, een geheel - het kan zich al die zaken inbeelden, maar in feite is het denken beperkt, en daarom verbrokkeld. Kijk nu eens psychologisch naar jezelf, dan zal je zien dat het denken erg beperkt is. Het mag denken dat het buiten zijn grenzen kan treden, maar het is nog steeds beperkt. Nietwaar? Het kan zich inbeelden dat het God kan bereiken, maar dat is een projectie. Waarschijnlijk zullen degenen die in God geloven dit niet accepteren. We moeten dus opnieuw je geloof in God onderzoeken, als je daarin gelooft of als je er niet in gelooft en waarom je er niet in gelooft. Begrijpt u?
23:11 Het denken vraagt om stabiliteit, het heeft dat nodig, bestendigheid, zekerheid, en het denken ziet dat er in deze wereld geen zekerheid is. Nietwaar? Het denken ziet dat alles voortdurend beweegt en verandert. Dus het projecteert een idee dat we God noemen. Daar bevindt zich zekerheid: God is almachtig, God is rechtvaardig, vol liefde, God is.... u kent het allemaal wel, wat allemaal de activiteit van het denken is. Nietwaar? Dus het denken is verantwoordelijk voor de goden, voor alle kerken, alle tempels, alle moskeeën, het hele gedoe eromheen. En het denken is fragmentarisch, zoals je kunt zien, waar het mensen tegen elkaar heeft opgezet - nietwaar? - volk tegen volk, mij en jou, wij en zij. Nietwaar? Begrijpt u dit allemaal? Het denken is dus van zichzelf fragmentarisch, daarom kan het onmogelijk bevatten wat heel is. Het woord 'heel' omvat geestelijk gezond zijn, compleet... een geest zonder welke illusie dan ook, zonder angst en daarom een geheel.
25:36 Dus wat is dan het denken? Want dat is een belangrijke vraag om te stellen. Als het denken onze geest, onze harten, ons wezen kan transformeren, dan moeten we het denken gebruiken. Maar als het denken geen radicale transformatie teweeg kan brengen, wat is dan zijn plek? Begrijpt u dit allemaal? Kijk, ik zal het eenvoudiger maken. Ik wil mezelf veranderen. Ik maak deel uit van de wereld, ik ben de wereld, want tenslotte is er, waar ik ook naar toe ga, leed, pijn, bezorgdheid, rouw, verdriet, dood, conflict, ellende, ongelukkigheid - waar je ook bent: in Rusland, China, India, Afrika, enzovoort, in Amerika, in dit land, overal zijn mensen hier verregaand in verstrikt. Dat is duidelijk. Welnu, ik zie de noodzaak van radicale transformatie. Ik wil niet meer op die manier leven. Het leven heeft zo geen betekenis. Ik vraag mezelf dus af: hoe moet ik radicaal veranderen? Kan het denken mij veranderen? Begrijpt u mijn vraag? Volg dit alstublieft. (geluid van een passerende trein) Het denken ziet zichzelf, wat het teweeg heeft gebracht, psychologisch, zowel innerlijk als uiterlijk. En ik vraag mezelf af: kan het denken een radicale transformatie in mijzelf teweegbrengen? Dus zeg ik: 'Wat is het denken?' Kan het denken van zichzelf bewust zijn? Kan het denken, zoals dat zich in mijn geest afspeelt, bewust zijn van zichzelf, zijn eigen beweging zien, wat het gedaan heeft, wat het niet kan en wat het wil doen? Snapt u dit allemaal?
29:04 Dus u en ik vragen zich af: wat is het denken? Waarom is het denken zo overheersend in de wereld? Dus wat is het denken? Wat is dat ding dat altijd maar actief is, altijd in beweging, altijd maar kakelend, terwijl het verdeeldheid teweegbrengt, ik en jij, mijn familie, jouw familie, mijn God, jouw - begrijpt u? - deze hele beweging die zich in mij afspeelt. Wat is dan deze beweging? Beweging houdt tijd in, nietwaar? Alstublieft, vindt u dat goed? De tijd die heen en weer beweegt en de afstand overbrugt van 'wat is' naar 'wat zou moeten zijn', zowel uiterlijk als innerlijk. Tijd is dus een beweging. Dus het denken zelf is een beweging, nietwaar? Dus het denken is tijd. Zitten we op een lijn, alstublieft?
30:46 Ik heb dus waargenomen dat het denken een beweging in de vorm van tijd is. Nietwaar? Dus wat is het denken? Het denken is herinnering. Nietwaar? Herinneringen die zijn opgeslagen in het brein, opgeslagen als ervaring en kennis. Nietwaar? Kennis als ik auto rijd, kennis als ik zeg: 'Ik ken mezelf'. Begrijpt u? Dus de verzameling ervaringen, die kennis is geworden, is opgeslagen in het brein en vindt zijn weerslag in het denken. Nietwaar? Dat is eenvoudig, nietwaar? Doe mee. Dat is eenvoudig, nietwaar?
32:08 Als je geen herinneringen hebt lijd je aan geheugenverlies, nietwaar? Je hebt herinneringen en die zijn weer gebaseerd op ervaringen, ervaringen uit het verleden die kennis zijn geworden en die in het brein zijn opgeslagen. Dat is een feit, of je het nu accepteert of niet, zelfs wetenschappers zeggen dit nu. Dus het denken is een beweging in tijd die de weerslag is van herinneringen als kennis. (geluid van een passerende trein) Nietwaar? Dus kennis is het verleden. Dus het denken is het verleden. Ik kan de toekomst projecteren door het heden aan te passen, maar het is nog steeds de werking van het verleden. Het denken is dus fragmentarisch. Krijgt u het door? Begrijpt u dit?
33:42 Het denken is, zoals ik zei, de weerslag van het geheugen. Het geheugen is kennis, kennis die gebaseerd is op ervaring. Dus kennis komt altijd uit het verleden. Er bestaat geen kennis over de toekomst. Dus het denken komt samen met het heden, past zich aan en projecteert de toekomst. Nietwaar? Dus omdat het denken op kennis, ervaring is gebaseerd, wat het verleden is, is het altijd fragmentarisch. Neem dat maar aan! Nietwaar?
34:42 En door dit gefragmenteerde denken is de cultuur gecreëerd, die ook gefragmenteerd is: de Arabier en de Jood, u kent het allemaal wel. En het denken zegt: 'Ik zal het probleem oplossen,' politiek, relgieus, psychologisch - alle problemen die het heeft gecreëerd. Wat het heeft gecreëerd is fragmentarisch en het denken zegt: 'Ik zal boven het fragment uitstijgen', terwijl het denken zelf een fragment is. Snapt u? Daarom kan het onmogelijk boven zichzelf uitstijgen. Begrijpt u? Alstublieft, zie dit in, al was het maar in woorden, intellectueel, hoe dan ook ... maar zie het in. Als je dit eenmaal inziet, je de waarheid ervan waarneemt, wordt ons hele denkproces radicaal anders. Als het denken deze menselijke problemen niet kan oplossen, wat dan wel? Begrijpt u mijn vraag? We hebben er duizenden jaren op vertrouwd dat denken onze problemen zal oplossen. Alle wijsbegeerte van grote filosofen is gebaseerd op het denken - moderne filosofen, Griekse filosofen en de oude hindoe filosofen. En met behulp van hun filosofieën, die het voortbrengsel zijn van hun denken, hoopt de mens zijn problemen op te lossen. Begrijpt u? We hebben het denken dus als een totaaloplossing voor alles geaccepteerd. Maar als je je realiseert, niet emotioneel, maar op een gezonde logische manier, dat het denken een fragment is en het daarom onmogelijk alle problemen van de mens kan oplossen, dan moet je je afvragen wat de problemen van de mens wel zal oplossen. Begrijpt u mijn vraag? Heeft u.... Komen we dichter bij elkaar? Hebben we contact met elkaar? Alstublieft ...
37:56 Ik bedoel, zie je de waarheid hiervan, niet de bewering in woorden - maar de waarheid ervan? Kijk, ik zal het nader toelichten. Het is erg warm, nietwaar? De spreker doet deze uitspraak, dat het denken, fragmentarisch als het is, de zaken die het heeft gecreëerd onmogelijk kan oplossen, nietwaar? Welnu, ik heb die uitspraak gedaan. Hoe komt die uitspraak bij u over? Begrijpt u? Ziet u deze uitspraak als de waarheid zelf? Of maakt u er een abstractie van in de vorm van een idee en neemt u het idee aan maar niet het feit? Begrijpt u? Welnu, wat doet u? Is het een idee geworden of een feit? Begrijpt u? Begrijpt u dit? Wat heeft u gedaan? Hoe is deze uitspraak bij u overgekomen, dat het denken, wat het ook heeft voortgebracht, fragmentarisch moet zijn, en dat het denken de zaken probeert op te lossen die het heeft voortgebracht, maar deze nooit kan oplossen? Hoe is deze uitspraak bij u overgekomen? Is het een idee? Of ziet u dat het zo is? Begrijpt u mijn vraag? Als het een idee is - in het Grieks betekent het woord 'idee' waarnemen, waarnemen, niet wat wij ervan hebben gemaakt. Dus is het een idee of een feit, waardoor u zegt: 'Ja, zo is het'? Begrijpt u mijn vraag? Welke is het? Het is erg belangrijk om dit te begrijpen. Als het een idee is, is het nog steeds fragmentarisch. Maar als je het feit ziet is het niet fragmentarisch. Nietwaar? Kunnen we vanaf hier verder gaan? Nee? Maar het is erg belangrijk.
41:08 Dus als je een conclusie trekt op basis van wat er is gezegd, dat het denken een fragment is, dan is die conclusie de beweging van het denken. Nietwaar? Maar als je begrijpt dat het denken een fragment is, is het een feit. Dan kun je omgaan met feiten, niet met ideeën. Begrijpt u? We leven met ideeën en conclusies, concepten, wat geen feiten zijn, daarom raken we volledig de weg kwijt. Als we daarentegen alleen met feiten zouden omgaan, dan hebben we... een instrument om te communiceren. Snapt u dit?
42:04 Dus wat doe je, terwijl je naar dit feit luistert: trek je een conclusie of leef je met het feit? Tjonge! Ik kan dit niet blijven herhalen. Wat doe je? Als het een conclusie is, waarom heb je dan een conclusie getrokken? Waarom zie je het feit niet onder ogen? Je kunt het feit alleen onder ogen zien als je er echt naar luistert. Begrijpt u? Ik zeg als een feit dat het een prachtige dag is. Dat is een feit, u neemt dat aan. Nietwaar? Het is een prachtige dag. Dus u blijft bij het feit. Maar als je een conclusie trekt op basis van een uitspraak wordt het een niet-feit. Maar als we over niet-feiten discussiëren hebben we onderling geen relatie. Snapt u het? Dus trekt u, als u naar een feit luistert, een conclusie of blijft u bij het feit? En als je een conclusie trekt, waarom doe je dat dan? Hoe werkt dat dan precies? Doen we dat uit gewoonte? Begrijpt u? Want we leven continu met ideeën en conclusies, met 'wat zou moeten zijn', dat wil zeggen - we zijn zo geconditioneerd en daarom vinden we het ontzettend moeilijk om daarvan los te komen. Maar om daar los van te komen moet je waarnemen dat je altijd op dat niveau bezig bent, je er bewust van zijn. Nietwaar? Kunnen we verder gaan?
44:45 Dus je los maken van deze conditionering. Het is de geconditioneerde geest, deze ideeën van de Grieken, de hele mensheid heeft het zo gedaan: nooit naar de feiten kijken, maar conclusies trekken over de feiten. Onze filosofieën, jullie goeroes, alles is daarop gebaseerd. Maar ik zeg: waarom is er deze onmiddellijke reactie? Omdat het deel uitmaakt van onze training en opvoeding, deel van ons gebrek aan energie om ons er los van te maken. Dus we houden ons nu alleen bezig met het feit dat het denken een fragment is en dat het daarom, wat het ook doet, alleen maar meer fragmenten voortbrengt, meer ellende, meer verwarring, nietwaar? Ziet u dit als een feit?
46:03 De volgende vraag is dan: als het denken onze problemen niet kan oplossen, psychologische problemen, geen technologische problemen, niet hoe je naar de maan of Venus gaat of hoe je allerlei oorlogen start, wapens maakt, maar menselijke, innerlijke psychologische problemen, als het denken dat niet kan oplossen, wat dan wel? Heeft u de vraag begrepen? Dan zegt de mens: 'Het denken kan het niet oplossen, God zal het oplossen'. Begrijpt u? Een macht van buiten, of het nu de macht is van een God daarbuiten of van een betere maatschappij. Begrijpt u? Alstublieft, kijk hier allemaal naar. Dus het denken zegt bij zichzelf: 'Ik kan het niet oplossen, daarom moet er een gids van buiten komen, een vader, een macht van buiten, God, het hoogste beginsel of het hoogste ideaal, of verander de omstandigheden, begrijpt u, de omgeving, wat de communisten willen doen, dan zullen mensen veranderen', wat precies hetzelfde is: het denken creëerde een God, de macht van buiten, en het denken heeft het idee gevormd dat de omgeving de mens zal veranderen. Dus het denken is nog steeds een fragmentarische activiteit, nietwaar? Ik vraag me af of u dit begrijpt.
48:02 Het denken kan het probleem dus niet oplossen. Wat dan wel? Nietwaar? Welnu, als je die vraag stelt, aan wie stel je die dan? Begrijpt u mijn vraag? Vraagt u het aan iemand anders? Vraagt u de spreker om het u te vertellen? Of zegt u tegen uzelf: 'Het denken kan dit niet oplossen, het is een feit'. Wat doe je daarna, begrijpt u? Als u het een ander vraagt, is zo'n vraag nog steeds fragmentarisch. Begrijpt u? Ik vraag me af of u dit begrijpt. Als u het een ander vraagt en die ander geeft antwoord, dan stelt u hem aan als een autoriteit, nietwaar? Maar die autoriteit is nog steeds een fragment. Jullie goeroes zijn fragmenten, of het nu een priester om de hoek is of van ver weg. Dus u stelt deze vraag aan uzelf - nietwaar? - wat heel iets anders is. Want als u deze vraag stelt is er geen autoriteit om het u te vertellen. Nietwaar? Dan bent u dus vrij van een van de basisprincipes, dat er geen autoriteit bestaat in spirituele zaken. Dat betekent geen goeroe, met het hele circus er omheen. Dus u stelt zichzelf deze vraag: mijn denken, dat 'mij' geschapen heeft, mijn problemen, zorgen, angsten, moedeloze wanhoop, verdriet, kwellingen, als het denken dit niet kan oplossen, wat dan wel. Nietwaar? Dus ik zoek het niet buiten mezelf, want ik begrijp dat wat ik innerlijk ben het wint van het uiterlijke. Nietwaar? Historisch is dit zo gebleken, je ziet het nog elke dag - wat je van binnen bent wint het van het uiterlijke. De communisten zijn begonnen zonder regering, de regering schrompelde ineen, individuen die helemaal - u kent het vervolg zelf wel - maar het tegenovergestelde vond plaats, namelijk dat het innerlijke het altijd wint van het uiterlijke.
51:28 U stelt zich dus de vraag: als het denken mij niet kan veranderen, wat dan wel? Dus ik begin mezelf te onderzoeken, nietwaar? Begrijpt u? Want ik ben de wereld en de wereld ben ik. Dat is een feit. Je kunt verschillende gewoontes hebben, andere kleren, andere eetgewoontes, kledij, noem het allemaal maar op, maar in de grond zijn we hetzelfde: we hebben verdriet, ellende, we zijn verward, chaotisch. Dus waar je ook bent, het zijn dezelfde menselijke problemen, als mensen zijn we allemaal hetzelfde. Je kunt jezelf een Zwitser, een Amerikaan, een hindoe of een boeddhist noemen, wat je ook wilt, maar haal het etiket eraf en je ziet de kwellingen, het lijden, de ellende en de spaarzame vreugde. Dus de wereld ben ik en ik ben de wereld. Dit is geen intellectueel idee, dit is een feit. Dus als ik mezelf onderzoek, onderzoek ik de mensheid, begrijpt u? Ik vraag me af of u dit begrijpt. Niet 'mezelf', ik ben de mensheid. Het is geen egoïstische beweging. Als ik zodoende naar mezelf kijk en mezelf onderzoek, onderzoek ik alle menselijke kwellingen en pijn. Het is dus geen zelfzuchtige beweging, nietwaar?
53:48 Dus wat zal mij als mens, die de wereld is, veranderen? Ik zie duidelijk in dat een uiterlijke macht dit niet gaat oplossen, nietwaar? Noch een transformatie van de omgeving, want ik heb die omgeving zelf geschapen, met mijn angst, mijn zorgen, door mijn verlangen naar zekerheid, en al die andere dingen. Dus wat gaat deze hele beweging van het denken veranderen? Krijgt u het door? Dus ik zie dat het denken zijn eigen energie heeft, nietwaar? De energie van conflict, van concurrentiestrijd, de energie om te willen slagen en nog meer - die energie, dat het denken in zijn fragmentarisch handelen een buitengewone energie heeft, de energie die deze hele technologische wereld heeft geschapen. En de energie die het denken in relaties heeft gecreërd - nietwaar? - de relatie tussen twee mensen, twee mensen die - die het denken heeft verdeeld in jou en mij, nietwaar? Dus waar er verdeeldheid is moet er conflict bestaan, en dat conflict geeft een enorme energie - nietwaar? - zowel uiterlijk als innerlijk. Uiterlijk zie je de Arabier en de Jood en wat daar speelt, de energie die daarmee wordt verspild. En de energie die het denken heeft geschapen tussen u en mij als man en vrouw, u kent al die zaken wel van relaties. Nietwaar? De buitengewone energie die het heeft geschapen. En wij denken dat energie het probleem gaat oplossen. Snapt u? Ik zie dus in dat energie het probleem onmogelijk kan oplossen, daarom moet er een heel andere soort energie bestaan, nietwaar? Ik ben aan het onderzoeken. Ik zeg niet dat die bestaat of niet. Ik zie het denken als energie. Energie die deze buitengewone technologische wereld heeft geschapen en bijzonder veel ellende heeft veroorzaakt tussen de ene en ander man - mensen. - ik had beter ook vrouwen kunnen zeggen, anders zullen vrouwen zeggen: 'Waarom heeft hij ons niet genoemd' - dus tussen mensen onderling. Je moet er dus achter komen of er een heel ander soort energie bestaat, die niet voortkomt uit conflict - nietwaar? - die in de kern zonder conflict is. Hebben we contact?
57:47 Dus wat is de hoedanigheid van de geest die dit kan onderzoeken? Begrijpt u? Heeft de geest dit vermogen? Laten we hier wat verder op ingaan. De spreker kijkt naar de energie van conflict in relaties tussen mensen. En die energie, die een beweging is van het denken, die energie - het denken zegt: 'Ik zal veranderen door die energie'. Nietwaar? Dat zie ik, het is een duidelijke observatie, het is een feit. Als die energie vervolgens niet al mijn persoonlijke problemen kan oplossen, wat dan wel? Welnu, is mijn menselijke geest in staat om dit uit te zoeken? Begrijpt u? Want de menselijke geest is angstig, ongerust, probeert altijd iets te bereiken, is in gevecht, in conflict. Nietwaar? Kan zo'n geest dit onderzoeken? Of moet die geest eerst stil zijn voordat het kan ... Begrijpt u de vraag? Kom op!
59:48 Als mijn geest altijd maar kakelt, bezorgd is, bang, op zoek naar veiligheid, geluk, zijn beperkte behoeften - zo'n geest kan onmogelijk ontdekken wat niet het product is van het denken. Nietwaar? Snapt u dit? Is dit duidelijk? Dus om die energie te vinden, als die er is, moet er vrijheid zijn. Nietwaar? U heeft deze vraag gesteld, om over vrijheid te praten. Er moet sprake zijn van vrijheid. Vrijheid van bezorgdheid, angst, verdriet. Begrijpt u? Anders kunt u onmogelijk bij dat andere komen. Dat is logisch, nietwaar?
1:00:59 Nee? Dus is het voor de geest, voor een mens mogelijk om helemaal vrij te zijn van alles wat door het denken is samengesteld, psychologisch gezien? Begrijpt u mijn vraag? Dat wil zeggen, het menselijk bewustzijn - (geluid van een passerende trein) het menselijk bewustzijn bestaat uit al deze inhoud, nietwaar? Uw bewustzijn - nietwaar? - het uwe, dat bestaat uit uw behoefte aan geld, uw behoefte aan seks, macht, status, aanzien, geluk, gehechtheid aan uw meubilair, aan mensen, plaatsen, dingen, het bestaat uit al uw overtuigingen, nietwaar? Dat alles is uw bewustzijn. Nee? Nietwaar? O, in hemelsnaam! Dat is het bewustzijn van de mens met zijn inhoud. Zolang die inhoud zich in het bewustzijn bevindt, namelijk angst, genot, verdriet, met alle gevolgen van dien, dat is uw bewustzijn, samengesteld door het denken. Nietwaar? Zolang die inhoud in dat bewustzijn blijft zitten - en dat bewustzijn is zijn inhoud, nietwaar? - kunt u onmogelijk ontdekken of er een ander soort energie bestaat. Daarom moet je vrij zijn van zijn inhoud.
1:03:39 Natuurlijk, als ik iets wil vinden buiten mijn verbeelding, illusies en verlangens, moet ik eerst vrij zijn van die zaken, nietwaar? Het is logisch dat ik vrij moet zijn van gehechtheid - nietwaar? - of het nu gehechtheid is aan iemand, een geloof, een meubelstuk of een huis. Ik moet daar vrij van zijn voor ik ook maar verder kan kijken. Is het dus mogelijk om vrij te zijn van alle psychologische autoriteit, zodat ik niet naar een ander kijk om me te laten vertellen wat ik moet doen. Natuurlijk zal de dokter je vertellen wat je moet doen, of een technicus zal zeggen wat ik moet doen - dat is heel iets anders. Maar ik bedoel psychologisch, innerlijk, je te laten vertellen wat je moet doen. Die ander ben ik - begrijpt u? - want hij heeft verdriet, is ellendig, in verwarring en hij is mijn goeroe of mijn priester, mijn God of verlosser, hij is precies als de rest van de mensheid.
1:05:12 Dus een deel van dit bewustzijn staat open voor een innerlijke autoriteit in de wereld van de psyche, wat doorgaans de spirituele wereld wordt genoemd. Dus kunt u - kan de geest daar vrij van zijn? U heeft een uiterlijke autoriteit gemaakt, want van binnen is er wanorde. Als er geen wanorde is heeft u geen autoriteit. Begrijpt u? Er was eens - als de Italianen me het willen vergeven - ooit was Italië in verwarring en Mussolini kwam de orde herstellen. Dat gebeurt in India, het gebeurt over de hele wereld. Als er sprake is van uiterlijke wanorde creëert diezelfde wanorde de autoriteit. Nietwaar? Dat is een wetmatigheid. Dus als er wanorde in jezelf heerst, zoek je onherroepelijk een autoriteit. De goeroes schieten als paddenstoelen uit de grond, met hun systemen - u kent dat weerzinwekkende gedoe wel.
1:06:45 Kunt u vrij zijn van deze zoektocht naar een autoriteit om u zekerheid te geven? Dat maakt deel uit van uw bewustzijn dat op angst is gebaseerd. Zo zijn we op het zeer complexe probleem van de angst uitgekomen. Nietwaar? Zoals ik zei is ons bewustzijn gevuld met de volgende drie basisfactoren: angst, met al zijn complicaties en vertakkingen, genot, dat zeer complex is, en verdriet. Ons bewustzijn zit daar vol van. Dus kan de geest, dit bewustzijn, zich ontdoen van zichzelf om er achter te komen of er een heel ander soort energie bestaat? Tenzij hij daar vrij van is zul je het nooit vinden. Nietwaar? Logisch. Je kunt over vrijheid praten of over autoriteit en nog meer van deze zaken, maar het heeft geen betekenis voor iemand die zeer serieus is. Maar we moeten wel serieus zijn in een wereld die in ontreddering verkeert.
1:08:44 Ik kan hier maar beter stoppen, misschien wilt u enkele vragen stellen met betrekking tot waar we het over hebben gehad. Na morgen gaan we verder, dan pakken we dit allemaal weer op. We zullen nog zes - zeven toespraken en vijf discussies hebben. Dus u heeft nog genoeg tijd om me flink aan de tand te voelen of liever kritisch te zijn over wat u wel of niet heeft gehoord. Dus wilt u een paar vragen stellen over wat we hebben besproken? Voordat u vragen stelt vergeet dan niet dat u deze vragen hardop aan uzelf stelt, want ik ben niet uw autoriteit, ik ben niet uw goeroe. U moet de waarheid voor uzelf vinden, wat betekent dat je een licht voor jezelf moet zijn. Er is geen ander licht behalve het licht dat je voor jezelf bent. Pas als je dat licht vindt, dan is dat het licht van de wereld. Begrijpt u?
1:10:22 Vraagsteller: Ik ervaar in mezelf dat, zoals u zegt, het denken het probleem is, ik ervaar heel veel angst in mezelf, ook bij haar en vele anderen, ziet u, het is er veel eerder dan het denken, bijvoorbeeld toen ik klein was.
1:10:48 K: Mag ik die vraag beantwoorden, meneer? De vraagsteller zegt: het denken bestond al voor de angst - angst bestond al voor het denken, sorry.
1:11:04 V: Voor mij is het denken niet het probleem, maar een symptoom.
1:11:10 K: O, het symptoom is het probleem maar niet de oorzaak?
1:11:16 V: Angst bestond voor het denken.
1:11:19 K: Laten we duidelijk zijn over uw vraag, meneer.
1:11:22 V: Nou ja, wat ik zeg is dat het denken niet het probleem is. Ik ervaar een heleboel pijn in mezelf, veel eerder dan het denken.
1:11:33 K: De vraagsteller zegt - als ik hem goed weergeef - de vraagsteller zegt: het denken is niet het probleem, maar angst en pijn. En hij voegt er ook aan toe: dat zijn symptomen.
1:11:57 V: Nee, dat zijn geen symptomen.
1:11:58 K: O, dat zijn geen symptomen.
1:12:01 V: Het denken is het symptoom.
1:12:05 K: Laten we nu duidelijk zijn.
1:12:06 V: Ik zal het nog een keer zeggen: angst - toen ik klein was, was ik heel erg bang.
1:12:15 K: Toen ik klein was, was ik erg bang.
1:12:18 V: Maar ik had er geen gedachten bij.
1:12:22 K: Toen hij klein was, was hij erg bang, maar hij had geen gedachten.
1:12:29 V: Een baby heeft geen gedachten in zijn geest.
1:12:32 K: Nee, maar laten we het niet over baby's hebben, maar laten we onderzoeken of angst onafhankelijk is van het denken of dat denken angst heeft voortgebracht. Nietwaar, meneer? Of angst het resultaat is van het denken of angst bestaat apart van het denken. Dat is de vraag, nietwaar?
1:13:17 Zijn het tegenpolen, onafhankelijk van elkaar? Begrijpt u mijn vraag? Tegenpolen, tegenstellingen, zijn zij onafhankelijk van elkaar? Of zijn zij in essentie verbonden met elkaar? Wacht, ik laat het u zien, niet te snel. Je hebt tegengestelde verlangens - nietwaar? - ik wil dat, ik wil dat niet. Het zijn tegengestelde verlangens. Zijn zij onafhankelijk van elkaar? Of hebben ze dezelfde beweging? Begrijpt u? Ze zijn dus niet onafhankelijk van elkaar.
1:14:14 Neem nou - is pijn het tegenovergestelde van - wat? - geen pijn? Of zijn ze allebei hetzelfde? Zoals twee zijden van dezelfde munt. Daarom is het niet de vraag of ze onafhankelijk zijn. Dat is wat ik eerst duidelijk wil maken. Wij gaan ervan uit dat tegenpolen onafhankelijk zijn, nietwaar? Tegengestelde verlangens, we denken dat zij onafhankelijk van elkaar bestaan. Is dat zo? Verlangen heeft met allebei iets gemeen, nietwaar? Ik wil dit en dat niet. Dus verlangen is de gemeenschappelijke factor. Nietwaar? Dus tegenstellingen zijn nooit onafhankelijk. Is dat duidelijk, meneer? Als je dat begrijpt, dan is angst denken. We zullen er morgenochtend op ingaan. Laten we dit eerst duidelijk hebben, dat elke tegenstelling, moed en lafheid, iets met elkaar te maken hebben, nietwaar? Dat is eenvoudig, nietwaar? Moed en lafheid hebben iets met elkaar te maken. Daarom zijn zij niet onafhankelijk van elkaar. Dus er zijn helemaal geen tegenstellingen, behalve man en vrouw, donker en licht - dat is iets anders. Psychologisch zijn er geen tegenstellingen. Snap dit tenminste. Als er een tegenstelling is, is er een conflict. Nietwaar?
1:16:38 Kijk...
1:16:39 V: (onhoorbaar)
1:16:40 K: Wacht, laat me uitpraten - een momentje alstublieft - (onhoorbaar) (gelach) We gaan ernaar kijken. Ik ben jaloers - als je jaloers bent - je bent jaloers, het tegenovergestelde is niet-jaloers. Wat is het tegenovergestelde? Hoe is niet-jaloers ontstaan? Omdat ik jaloers ben geweest. Daarom zeg ik in mijn jaloersheid: 'Het geeft veel problemen, ik zal niet-jaloers worden'. Maar ik ben jaloers geweest, daarom is het niet-jaloers verbonden met jaloezie. Op dezelfde manier: geweld en geweldloosheid. We zeggen dat het tegenstellingen zijn. Dat zijn ze niet. Er is er maar een, dat is geweld. Maar omdat mensen niet weten hoe ze met geweld moeten omgaan, vinden ze geweldloosheid uit in de hoop dat te bereiken, dat als middel te gebruiken om van geweld af te komen. Begrijpt u dit? Kom op, doe mee! Psychologisch is er dus maar een factor: dat wat niet de tegenstelling is, maar de jaloezie. Als mijn geest in staat is om met die jaloezie om te gaan, waarom heb ik dan niet-jaloezie nodig? Omdat het mij niet lukt - daarom vind ik dat andere uit, wat een uitvlucht is van het feit. Nietwaar?
1:18:40 Dus het denken en angst. Hij zei: angst is onafhankelijk van denken. Is dat zo? Als je helemaal geen gedachten zou hebben, zou je dan bang zijn? Voor morgen? Voor het verleden? Voor de dood? Voor je buurman? Je vrouw? Dus het denken is angst. We zullen daar morgen op ingaan.
1:19:16 V: Ik wil stellen dat angst in het lichaam zit. Het zit niet alleen in je hoofd.
1:19:29 K: Nee, angst van het lichaam...
1:19:31 V: Ik bedoel dat je het voelt trillen.
1:19:33 K: Ik weet het, je raakt bijna verlamd, je trilt. We zullen daar allemaal overmorgen op ingaan.
1:19:43 Misschien een andere vraag? We zullen het behandelen, meneer.
1:19:48 V: (in het Frans)
1:19:51 K: Wat zegt u, mevrouw?
1:19:52 V: (in het Frans)
1:20:19 K: Goed, mevrouw...
1:20:20 V: (in het Frans)
1:20:42 K: Goed, mevrouw, ik begrijp het. De vraag is deze: het is een vraag over de dood en de persoon die is achtergelaten, nietwaar? De eenzaamheid, de afzondering, het gebrek aan gezelschap, het gevoel van diepe eenzaamheid, achtergelaten.
1:21:14 Is het nu de gelegenheid om dat vraagstuk over de dood te bespreken? O, mijn God. Weet u, het is een van de meest ingewikkelde problemen van de mens sinds zijn ontstaan. Dit vraagstuk van de dood, overleving, na de dood, en dit diepe gevoel van eenzaamheid. Om deze vraag zeer grondig te beantwoorden moeten we daar veel tijd aan besteden. Niet slechts de laatste twee minuten, want de dood is iets wat iedereen probeert te vermijden. Of als ze hem accepteerden, dan zetten de oude Egyptenaren het dagelijks leven eeuwig voort. Of het hele probleem van reïncarnatie, enzovoort, enzovoort. Dus als u het na een uur en ongeveer twintig minuten niet erg vindt, als u het me niet kwalijk neemt, mevrouw, bespreken we deze vraag een andere keer. Is dat goed?
1:22:52 Kijk, u stelt een vraag, maar u gaat er niet verder op door. U vraagt wat de geest is, wat angst is, wat het denken is - u neemt niet de tijd daarvoor, u geeft de ander niet de tijd om het uit te leggen en er op in te gaan. U zegt: 'Geef snel antwoord'. Deze vragen kunnen niet snel worden beantwoord. Want het zijn enorme vragen, die mensen duizenden jaren hebben beziggehouden en u wilt dat het allemaal in een paar woorden wordt verteld. We moeten uitzoeken wat de dood is, of onsterfelijkheid bestaat, en wat het is dat onsterfelijk is, waar dat diepe gevoel van eenzaamheid vandaan komt, helemaal alleen achtergelaten. Dat betekent - alstublieft, ik wil niet onbeleefd zijn of zo, maar u moet er tijd voor uittrekken, u moet terugkomen om het te onderzoeken. Maar als u zegt: 'Sorry, dat gaat niet, ik moet weg morgen, ik moet naar mijn oude vriend in Genève of ergens anders - sorry, maar vertel het me snel, neem me niet kwalijk'. Deze zaken kunnen onmogelijk in een paar seconden worden verteld. U moet me dus excuseren.