Krishnamurti Subtitles home


SA79D2 - Uitzoeken wat liefde is
Tweede openbare discussie
Saanen, Zwitserland
26 juli 1979



1:02 Voordat we met onze dialoog beginnen zouden we helderheid moeten scheppen in enkele kwesties die gisteren tijdens de bijeenkomst naar boven kwamen.
1:24 Het lijkt erop dat we onszelf blokkeren. Sommigen zeggen: "Dit is onmogelijk, wat u zegt kan nooit in het dagelijks leven worden gerealiseerd. Ik luister al 20, 30, 40, 50 jaar naar u en er is niets gebeurd. Ik ben precies dezelfde die ik altijd was". Dat is een blokkade die iedereen, of degene die zulke dingen zegt, ervan weerhoudt zichzelf te onderzoeken. Hij heeft zichzelf geblokkeerd door te zeggen: "Dit is onmogelijk". Dat is duidelijk.
2:27 En ook zijn er mensen die zeggen: "Ik begrijp het gedeeltelijk, maar ik wil het helemaal begrijpen voor ik iets kan ondernemen". Ook dat is een blokkade. Ook dat weerhoudt je ervan jezelf te onderzoeken, je blokkeert jezelf.
2:58 En dan zijn er die zeggen: "Wat u zegt is volslagen onpraktisch, waarom stopt u niet met praten en gaat u niet weg? Zulke mensen, en ik heb dit al heel vaak gehoord, staan niet alleen hun eigen onderzoek in de weg, maar omdat het die ene persoon niet lukt, veroordeelt hij de rest van de wereld - omdat het mij niet lukt, zal het jou ook niet lukken. En dat gaat dan zo door.
3:49 We zullen met de discussie starten. Zoals ik al zei, laat mij alstublieft eerst even praten, dan zullen we daarna een dialoog voeren. Laten we beseffen, deze en de volgende vier ochtenden, als ik het zo mag zeggen, dat we niet al die 1000 of 2000 mensen in deze tent zijn, maar dat we met elkaar praten als enkelingen. Begrijpt u? U en de spreker praten samen met elkaar. Als we met z'n tweeën praten is iedereen daarbij inbegrepen - dat moet wel. En ik wil er ook op wijzen, als het mag, belemmer jezelf alstublieft niet door jezelf te blokkeren, door te zeggen: "Het lukt me niet, het is onmogelijk. U bent een biologische uitzondering en dit is niet toepasbaar op gewone mensen". Of: "Je moet over bijzondere genen beschikken om dit allemaal te begrijpen". Je verzint talloze uitvluchten, je vindt allerlei manieren om te vermijden dat je naar je eigen beperkingen kijkt, ze nauwkeurig gadeslaat, begrijpt, en ze aan de kant zet. Als we dat zouden kunnen doen, dan zouden we misschien beter met elkaar kunnen communiceren. Alstublieft.
5:53 En wil ook nog zeggen: ik denk dat we niet luisteren, we doen te weinig moeite om erachter te komen wat de ander probeert te zeggen. Luisteren verlangt een bepaalde aandacht, zorgvuldigheid, genegenheid. Als ik wil begrijpen wat u zegt moet ik naar u luisteren, moet ik mezelf niet de hele tijd volledig blokkeren. Ik vind het belangrijk wat u zegt, ik heb er respect voor, ik luister met genegenheid, liefde, anders kunnen we bepaalde zaken die echt heel serieus zijn en grondig onderzoek vereisen, niet overbrengen. Dus ik stel voor dat we luisteren met genegenheid, zorgvuldigheid. Al deze dialogen, en wat gisteren gebeurde, laten zien dat we weinig liefde voor elkaar hebben. Nietwaar? We willen onze eigen standpunten laten gelden. We willen onze eigen meningen verkondigen en anderen domineren met onze oordelen, onze conclusies, met onze bewering dat we al zo lang naar u hebben geluisterd, waarom we niet zijn veranderd. Dat alles duidt erop, lijkt mij, en ik kan het mis hebben, dat er geen sprake is van echte liefde. Ik neem het niemand kwalijk, ik stel dit alleen maar vast. En ik denk dat we ons serieus moeten afvragen waarom we niet luisteren.
8:34 Of we zeggen: "Ja, ik heb wel geluisterd" - klaar. "Ik heb al 20 jaar naar u geluisterd, ik ben er klaar mee". "Ik ben niet van plan om nog langer naar u te luisteren". Dat zeg je toch ook niet tegen een kind van wie je houdt? Hij wil je iets vertellen. Misschien zegt hij wel tien keer hetzelfde, maar de volgende keer luister je toch ook. Je stuurt hem niet weg. Je bent niet ongeduldig. Je houdt van dat kind. Ik denk dat in al deze discussies, dialogen en gesprekken we deze essentiële geur missen. Ik denk dat we niet meer weten wat het is om met liefde te luisteren, wat overigens niet wil zeggen dat we niet kritisch mogen zijn, en ook niet dat we alles wat er wordt gezegd zomaar moeten aannemen. Het betekent ook niet we het ermee eens zijn of niet mee eens zijn. Je luistert, je luistert met volle aandacht, met genegenheid, met een gevoel van onderlinge communicatie. En daar is liefde voor nodig. En daar ontbreekt het waarschijnlijk aan. We zijn allemaal veel te intellectueel, of te romantisch of te sentimenteel. Dat alles sluit liefde uit.
10:23 Misschien kunnen we vanmorgen een dialoog voeren over wat je maar wilt, over welk onderwerp je maar wilt, als je maar in gedachten houdt dat zonder deze kwaliteit van genegenheid, aandacht, liefde en mededogen we slechts met woorden spelen, aan de oppervlakte blijven en vijandig, dominant, dogmatisch, enzovoort, zijn. Het blijft dan bij woorden, het heeft geen diepgang, geen kwaliteit, geen geur. Hou dat dus in gedachte. Welk onderwerp wilt u deze morgen bespreken?
11:22 V: Zouden we door kunnen gaan met onze discussie van gisteren, over handelen, en hoe je omgaat met mentaal onvermogen en fysieke handicap?
11:31 K: Zou u in kunnen gaan op het handelen, zoals we gisteren begonnen, verzoekt de vraagsteller.

V: Is het mogelijk om samen na te denken
11:46 als slechts één persoon dat wil?
11:49 K: Is het mogelijk samen na te denken als de andere persoon weigert om samen na te denken? (gelach)

V: Ik vind het moeilijk te begrijpen wat u bedoelt met registratie.
12:08 We gebruiken dat woord in het Engels in de zin van iets gewaar worden, zoals het registreren van een indruk, het registreren van onbehagen. Maar u lijkt het te gebruiken of onder te brengen als vastleggen.
12:21 Zou u daar op in willen gaan?

K: Wilt u ingaan op het hele vraagstuk van wat u bedoelt met registratie. Iets vastleggen, je iets herinneren, iets herkennen, zoals je iets op een band vastlegt. Nietwaar? Kunnen we daar op ingaan?
12:40 V: Waarom zijn we tevreden met de manier waarop we leven?
12:48 K: Waarom zijn we tevreden met de manier waarop we leven?
12:54 V: Wat is de relatie, of het verschil tussen de aard van het denken en de manier waarop het werkt? De ene gedachte lijkt de andere op te volgen, zelfs zonder aanwijsbare reden en een gedachte kan zich gewelddadig ontwikkelen, zelfs als het onderwerp van de gedachte positief was.
13:19 K: Dat heb ik niet helemaal begrepen, meneer.
13:24 V: Ik ben geïnteresseerd in het mechanisme van het denken, en het verschil of de relatie tussen dit mechanisme en de gedachte zelf.
13:34 K: U zou de hele structuur van het denken willen onderzoeken.
13:41 V: Niet de structuur van het denken zelf, maar ook het mechanisme van het denken.
13:45 K: Het mechanisme , dat is... Wij gebruiken het woord wellicht verschillend. We zullen het vanaf nu het mechanisme van het denken noemen.
13:57 V: Omdat ik heb gemerkt dat het mogelijk is om zowel neutrale als positieve gedachten te hebben, maar het mechanisme van het denken functioneert uitstekend.
14:12 K: Ik weet niet zeker of ik dit wel begrijp, meneer.

V: Ik denk dat hij bedoelt dat er een verschil is, een gedachte zou op zichzelf
14:23 positief kunnen zijn, maar kan bij de uitwerking negatief uitpakken.
14:29 V: Ja. Misschien probeert het denken te overleven, zoals de dieren in de jungle, wat tot ravage leidt, hoewel de inhoud van het denken positief kan zijn.

V: (herhaalt de vraag in het Italiaans)

K: Ah! Is het denken altijd mechanisch,
14:55 of bestaat er een ander soort denken dat niet mechanisch is.
15:01 V: Nee, dat is niet hetzelfde. Mijn denken verloopt niet altijd even soepel. Er zit geweld in de gedachten, in het mechanisme, maar niet in de inhoud van de denken. Positief denken kan gewelddadig zijn.

K: Positief denken is ook geweld.
15:28 Goed, meneer. Die vraag zal ik beantwoorden. Gaat u maar zitten, meneer, ik zal erop ingaan.

V: Waarom is liefde afwezig?
15:46 Waarom hebben we niet lief?

K: Waarom hebben we niet lief?
15:56 Meneer, als u die vraag op die manier stelt, bedoelt u dan niet, waarom heb ik niet lief? Niet: waarom hebben we niet lief? Waarom is er geen liefde in mijn hart, of in mijn wezen? Zou dat zo beter zijn, meneer? Oké. Zijn er andere vragen?
16:29 V: U zei dat het denken beperkt is,
16:32 maar als we om ons heen kijken heeft het denken de hele mensheid veroverd. Ik zou het prettig vinden als u daar iets dieper op ingaat, alstublieft.
16:46 K: U zegt: het denken is beperkt, maar iedere handeling berust op het denken. Alles wat er gebeurt op sociaal, economisch, religieus of persoonlijk gebied, berust op het denken.
17:05 V: En het heeft de hele mensheid in z'n greep gekregen.
17:08 K: En het is een gemeenschappelijke factor voor de hele mensheid.
17:13 V: Het heeft de hele mensheid in z'n greep gekregen.
17:17 K: Het heeft de hele wereld in z'n greep gekregen. Goed, meneer.
17:23 V: Ik ben nog steeds geïnteresseerd in hoe ik mezelf blokkeer.
17:29 K: Ja, meneer. Die meneer zegt dat hij nog steeds geïnteresseerd is in die vraag, dat hij een ongeluk heeft gehad, die zijn hele zenuwstelsel heeft aangetast en daardoor zijn brein en wat hij in zijn leven onderneemt.
17:44 V: Meneer, is het mogelijk iets te weten zonder het aan te hoeven tonen?
18:18 K: Is het mogelijk iets te weten zonder ...
18:24 V: … het aan te hoeven tonen.
18:43 K: Welke van deze vragen zullen we nemen? Handelen, waarom is er geen liefde in mijn hart, wat is de betekenis van registratie, het belang van het registreren en is het denken altijd mechanisch en bestaat er zoiets als niet-mechanisch denken. Dus welke van deze vragen? Als we ze allemaal samen nemen blijft er dan één centrale vraag over?
20:19 V: De vraag over liefde, meneer, deze zou alle andere vragen beantwoorden, denk ik.
20:26 K: Zouden we op deze vraag kunnen ingaan: 'Hoe komt het dat wij mensen geen liefde voelen?' Wellicht als we ons hier grondig in zouden kunnen verdiepen - vooral samen alstublieft, niet ik praat en u luistert, maar samen, dan zijn we misschien tijdens dit onderzoek in staat om erachter te komen wat het denken is, welke plaats het denken heeft, of het nu mechanisch is of niet, en waarom de geest altijd alles vastlegt, zoals gebeurtenissen, ongelukken, kwetsingen, alle ervaringen die de mens verzamelt, en wat het handelen is, dat zo totaal zal zijn dat het geen spoor van ellende of verwarring nalaat. Zullen we deze ene vraag nemen, die luidt: wat is liefde, waarom kennen we geen liefde? Vinden jullie dat goed?

V: Ja.
21:54 K: Kijk, het maakt mij niet uit. Willen jullie hierover praten?

V: Ja.
22:02 K: Ja? Ik vraag me af hoe we deze vraag zullen aanpakken.
22:16 Hou zouden jullie deze aanpakken? Begrijpt u mijn vraag? Hoe kun je erachter komen wat liefde betekent, waarom draag jij als mens deze geur niet bij je, die kwaliteit, die misschien het antwoord is op alle andere levensvragen. Hoe zou u het aanpakken? Hoe kun je dit probleem onderzoeken? Of misschien is het niet mogelijk om het te onderzoeken, maar kun je erachter komen wat het in de weg staat. Begrijpt u? Wat zou dit buitengewone verschijnsel in de weg staan, iets waar de mens naar schijnt te verlangen, maar wat hij niet kan krijgen. Zouden we het zo kunnen doen? Dus hoe pakt u het aan? Begrijpt u mijn vraag? Want hoe je een probleem aanpakt is echt belangrijk. Niet zozeer het probleem zelf, maar hoe je het benadert, hoe je het bekijkt, wat je bedoeling is, enzovoort. Dus probeer er alstublieft achter te komen, als ik vragen mag, wat is je aanpak, hoe je die vraag tot je laat komen, of je geest romantisch is, sentimenteel, of het voorkomt uit verlangen. Je moet je er dus heel voorzichtig in verdiepen als je deze vraag grondig wilt onderzoeken, omdat, als je dat doet, je misschien in staat zult zijn om antwoord te geven op de aard van het denken. Nietwaar? Is het ieder van ons nu duidelijk hoe we dit gaan aanpakken? Of heb je er al bepaalde conclusies over, bepaalde meningen en uw ervaringen. Zullen zij je blokkeren, zullen zij je ervan weerhouden om hier zeer, zeer diep op in te gaan? Nietwaar? Dus alstublieft, we bespreken dit samen, niet met ieder apart, samen. Begrijpt u? De spreker praat tegen u persoonlijk. Dus hoe is uw aanpak? Bent u zich bewust van uw aanpak en hoe u dit gaat benaderen? Bent u zich bewust van uw vooroordelen, uw beelden hierover, uw conclusies hierover, of wat anderen hierover hebben gezegd? Kunt u dat allemaal opzij zetten en proberen hier achter te komen?
26:35 V: Wat is liefde?

K: Wat is liefde?
26:47 Daar proberen we achter te komen, meneer, daar zijn we op dit moment mee bezig.
26:53 V: Meneer, maar wat is de betekenis van het woord?
26:57 K: Weet u, meneer, eerst het woord, - laat het duidelijk zijn dat we dezelfde betekenis geven aan dat woord, niet dat het voor u iets anders betekent dan voor de spreker, of voor de spreker iets anders dan voor u. Begrijpt u? Dus we moeten duidelijk zijn over het woord zelf. Nietwaar? Een goed woordenboek noemt meestal als bron het verlangen. In het Sanskriet is het 'Lumpyati', - ik ga hier niet op in, het is 'hij verlangt'. Snap je? Liefde wordt geassocieerd met verlangen. Bedenk wel, ik leg het woord uit zoals het in het woordenboek staat. Het is niet mijn idee of uw idee, het is het gewone gebruik van het woord. Als het maar duidelijk is dat we beiden erkennen dat het woord niet het ding is. Begrijpt u? Begrijpt u wat ik zeg? Het woord is niet het ding. Het woord 'microfoon' is niet de feitelijke microfoon. Nietwaar? Dus we moeten in al onze discussies die duidelijkheid bewaren, als ik erop mag wijzen, dat het woord niet het werkelijke feit is. Nietwaar? We onderzoeken dus wat liefde is.
29:01 V: Meneer, men zegt dat een kind, een baby van zijn moeder houdt, omdat het eten nodig heeft. (onhoorbaar) In zo'n geval zeggen we dat liefde een kwestie van noodzaak is.
29:25 V: De baby houdt van zijn moeder en die liefde is noodzakelijk.
29:43 K: De moeder houdt van de baby en de baby houdt van de moeder en dat is een noodzaak. Nietwaar? Is dat zo? U poneert een stelling, u onderzoekt het niet. Is dat zo? De dieren houden van hun jongen. De laagste vormen, manifestaties van leven, houden van hun jongen. Dat is een proces dat van het dier overgaat op de mens. En is dat liefde? Ik zeg niet dat het niet zo is, of wel zo is. Of wordt het instinct van het dier doorgegeven aan de mens en - volg dit alstublieft stap voor stap - en gehechtheid, het dier brengt zijn jongen groot tot een zekere leeftijd en vergeet ze dan verder. Nietwaar? Ze hebben het nest verlaten. Bij de mens zien we een enorme zorg tot ze drie, vier, vijf jaar oud zijn, ze koesteren hun kinderen, zorgen voor hen, wassen hen, knuffelen en omarmen hen, als je tenminste van je baby houdt, wat de meeste mensen niet doen - het wordt meer speelgoed. Of ze zijn niet in de gelegenheid, hebben geen tijd. Daarna sturen ze hen naar school, naar een kostschool, enzovoort, en duwen ze hen langzamerhand van zich af. Nietwaar? En wij vragen ons af, we vragen ons echt af, ik zeg niet of het wel of niet zo is, is dat liefde? Ik weet dat moeders zullen roepen: "Hoe kunt u zoiets zeggen!" Maar ik bedoel dat we ons dit afvragen, we onderzoeken het, we zeggen niet ja of nee. Omdat we samen nadenken en waarnemen om er voor onszelf achter te komen wat de aard, schoonheid, kwaliteit is van dit bijzondere iets wat we liefde noemen. Als een moeder en de ouders van hun baby zouden houden, voor hen zouden zorgen - begrijpt u? - dan zouden er geen oorlogen zijn. Nietwaar? Dan zou er sprake zijn van een goede opvoeding. Dan zou er sprake zijn van een goede maatschappij. Ik vraag dus, als een moeder, als de ouders van hun baby houden, is het dan voor een korte periode, of gedurende hun hele leven? Wat betekent dat ze de goede opvoeding moeten krijgen, met het juiste gedrag, zonder geweld, zonder conflict, ze niet leren elkaar te doden in oorlogen, wat als fatsoenlijk en acceptabel wordt gezien. Begrijpt u? Zou een ouder die echt van zijn kinderen houdt dit doen? Vooruit, jullie zijn ouders, denk hier over na.

V: Er komt een moment waarop ze uit elkaar gaan.
34:15 K: Op dit moment is er al sprake van afscheiding.
34:18 De moeder, de vader maken zich los van hun kinderen. Nietwaar? En de kinderen gaan het huis uit. Ze zijn gehecht aan de kinderen. Is gehechtheid liefde? Jullie mensen... ga niet … alstublieft, - verdiep u hierin.
34:51 V: De ouders krijgen iets van hun kinderen, en de kinderen krijgen iets van hun ouders, dus dit is geen liefde.

K: Ja, meneer, dat weet ik allemaal. Een baby heeft veel genegenheid nodig, zorg. Als de ouders die genegenheid niet geven, die zorg, het kind niet liefhebben, kwijnt het kind weg. Dat is een bekend gegeven. Maar meestal hebben ouders hun eigen problemen, hun eigen zorgen, angsten, verdriet en zakelijke beslommeringen - u kent het allemaal. En als ze er de tijd voor hebben geven ze het kind een beetje aandacht. Begrijpen jullie dit allemaal? Zo gebeurt het in de wereld. En is dat dan liefde?
35:42 V: Nee.

K: Zeg niet 'nee', mevrouw. Gaat u er iets mee doen, het onderzoeken?

V: Ik denk dat we het een beetje van de negatieve kant zouden moeten benaderen,
36:04 zoals wat geen liefde is.

K: Daar zijn we mee bezig, meneer.
36:07 Dat hebben we zojuist gedaan!

V: Ja?
36:10 Ik bedoel om naar het geheel te kijken als een van de manieren van aanpak. Tijd, ruimte en de hele menselijke en dierlijke soort...
36:18 K: Ja, meneer, daar komen we aan toe, rustig aan.
36:22 V: Ik denk dat de ouders zich zelfs tegenover het kind verdedigen.
36:28 K: Natuurlijk, dat gebeurt altijd. Begrijpen jullie? De ouders tegenover het kind, en het kind wordt... u weet wel wat er gaande is in de wereld. Kijk er in hemelsnaam naar. Dat leidt dus tot de vraag: is gehechtheid liefde?
36:55 V: Veel ouders denken van wel.
36:59 K: Ik weet het, veel mensen denken dat er zonder jaloersheid geen liefde bestaat. Als je niet worstelt, vecht, als er geen conflict bestaat, als er geen jaloezie is, geen gevoel van voor zichzelf opkomen, is men in de veronderstelling dat er geen liefde is, - of dat dit juist liefde is. Nietwaar? Daarom vraag ik: is gehechtheid liefde? We denken hier samen over na, u en ik. Bent u gehecht aan uw kinderen?

V: Bestaat er zorg en aandacht die je op gemeenschappelijk niveau
38:19 aantrekkelijk maakt voor iemand, in tegenstelling tot gehechtheid, waarbij je dominant bent en vindt dat die ander jouw ideeën moet overnemen? Kun je gehecht zijn en inzicht hebben in die gehechtheid?
38:34 K: Als je je kinderen domineert, of je vrouw of je man, je meisje, je vriend, als je hen als eigendom beschouwt, - is dat dan liefde?

V: Nee.
38:54 K: Meneer, Als ik die vraag stel, is dat liefde, en als u zegt:
38:58 "Nee, dat is het niet", bedoelt u dan dat dat bij u niet zo is - begrijpt u? U bent er echt vrij van, niet zomaar door het uit te spreken: "Ja, zo ben ik niet". Daarom vroeg ik aan het begin, als ik daarop mag wijzen, tenzij we dit actief doen, kijken, ervan bewust dat het zo bij onszelf zit, en terwijl je je er bewust van bent, je ernaar kijkt, je erin verdiept, uitzoekt waarom mensen vasthouden aan deze gehechtheid. Waarom u gehecht bent als man, als vrouw, aan uw meubilair, een boek, een geloof, het maakt niet uit - gehechtheid. En als u aan het ene bent gehecht en een ander aan iets anders, dan is er verdeeldheid. Begrijpt u? En is die verdeeldheid liefde? Onderzoek dit alstublieft.

V: Ik hoop niet dat ik...

K: Vooruit, mevrouw, vooruit.
40:23 V: Ik zei dat ze zich zelfs tegen hun eigen kinderen verdedigen. Waarom is dat?
40:36 K: Mevrouw, als u de kranten en tijdschriften leest,
40:41 en maatschappelijk werkers en anderen hoort zeggen,
40:45 dat na grondig onderzoek is gebleken dat, tenzij ouders echt van hun kinderen houden, hen werkelijk liefhebben, hun tijd en energie aan hen besteden, de kinderen ofwel meestal sterven, vaak nog baby's, of geestelijk, psychologisch beschadigd raken. En deze dame wees erop dat sommige ouders zich tegenover hun kinderen opstellen. Zij slaan hen, zij dwingen hen, ze doen hun allerlei dingen aan. Dat is het enige waar ze op wees.
41:32 V: Meneer, doordat u dat nu zo zegt, denk ik dat we het idee krijgen dat we zouden moeten liefhebben. Volgens mij hebben de meesten hier sterk het idee dat we zouden moeten liefhebben. En de meesten van ons zijn bang dat we dat niet doen. Wellicht is dat een struikelblok.

K: Ja, meneer. De spreker zegt niet dat u moet liefhebben. Dat zou onzinnig zijn, want dat heeft niets te betekenen. Maar omdat we het idee hebben dat we moeten liefhebben, voelen we ons schuldig. En vanuit die schuld forceren we onszelf. Nietwaar? Dus, alstublieft. Ik hoor dat u tegen mij zegt: liefde is geen gehechtheid. Ik hoor het. En omdat ik serieus ben en het me ernst is, wil ik daar achter komen. Ik wil het echt uitzoeken. Dus ik ben vol aandacht voor wat u zegt. En wanneer u vraagt: "Is gehechtheid liefde?", zeg ik: "Ben ik gehecht aan mijn dochter, mijn vrouw?" Ik onderzoek dat bij mezelf. Begrijpt u? Ik vraag: "Ben ik dat?" En als ik geen gehechtheid voel, leidt dat dan tot onverantwoordelijkheid? Begrijpt u? Tot nu toe heb ik gezegd, zolang ik aan deze persoon gehecht ben, ben ik verantwoordelijk, ik moet voor haar zorgen, om haar geven, ik moet geld verdienen, u weet wel, samen, omdat ik aan haar gehecht ben, zij is van mij, ik moet haar beschermen. En u vertelt mij, vraagt aan mij: "Is dat liefde?" En ik begin te onderzoeken, en zeg: "Als ik me los maak, zal ik dan mijn verantwoordelijkheid verwaarlozen?" Begrijpt u? Word ik dan onverschillig, raak ik dan verveeld en ga achter een ander aan? Begrijpt u? Dus ik kijk naar beide, of gehechtheid liefde is, of gehechtheid met angst gepaard gaat, - ik weet dat, ik voel dat. Bij gehechtheid is het onvermijdelijk dat ik de bezitter ben, ik kan haar niet loslaten, omdat ik in die gehechtheid ook zekerheid vind. En u komt me hier vertellen, of vragen, omdat ik naar u luister, het belangrijk vindt wat u zegt, u heeft zich erin verdiept en het uitgezocht, misschien zit u fout, misschien niet, maar ik wil erachter komen. Dus ik doe onderzoek, en vraag: "Wat gebeurt er als ik niet gehecht ben?" Ik word bang - is het niet zo? Ik word bang, en juist door die angst raak ik nog meer gehecht. Ik moet die angst dus onder ogen zien, proberen te onderzoeken en kijken wat die inhoudt, dan kan ik zeggen: "Goed, ik zie het gevaar van gehechtheid, maar wat dan?" Begrijpt u? Ik ben niet gehecht. Leef ik in een vacuüm, als alle mensen om mij heen gehecht zijn? Ben ik asociaal? Begrijpt u? Verdiept u zich hierin, zoals ik dat nu doe. Dus terwijl ik naar u luister, wil ik erachter komen wat liefde is.
46:16 Voor mij is het erg belangrijk om dit uit te zoeken, want als ik weet hoe ik moet liefhebben, lost dat misschien al mijn problemen op. Nietwaar? Dat zou kunnen. Alles is mislukt: Ik heb goeroes bezocht, ik heb alles geprobeerd, maar niets is gelukt, er is niets opgelost, er is niets nieuws in mijn leven ontstaan. Dus luister ik heel oprecht naar u, serieus, zorgvuldig, met genegenheid. Ik zie dus, ik begrijp dat liefde geen gehechtheid is. Begrijpen in de zin van dat ik het besef, niet het woord, maar feitelijk. Ik zeg: "Goed, beste meid of jongen, ik ben niet aan je gehecht". Ik kijk ernaar - begrijpt u? Ik zie het gevaar, daarom houd ik het vast. Begrijpt u? Waakzaam gadeslaan. Doet u dit allemaal?
47:25 V: De enige manier om een probleem aan te pakken is na te gaan wat liefde niet is.
47:33 K: Dat doe ik ook, meneer, alstublieft. U bent aan het ontdekken wat liefde niet is. Gehechtheid is geen liefde. Dat heb ik net ontdekt. Dat is een geweldige ontdekking voor mij. Want tot nu heb ik gehechtheid aangezien voor liefde en u komt langs en zegt: "Zoek het uit, kijk ernaar." Ik kijk ernaar en vind het ook, u hebt helemaal gelijk, omdat angst deel uitmaakt van gehechtheid, en angst kan niet samengaan met liefde. Dat heb ik dus ontdekt. Het is me niet door u aangepraat, het zit nu in m'n bloed. Nietwaar? Doet u dit samen met mij? Of speelt u maar wat met de woorden?
48:38 V: Meneer, ik vind dit een diep treurige zaak. U behandelt een zeer ernstig probleem met deze mensen. Is het ooit bij u opgekomen dat er een heel eenvoudige verklaring is, die u alles vertelt over de liefde en dat die te vinden is in de Bijbel? De eenvoudige verklaring is, dat God liefde is.
49:12 K: Mevrouw, alstublieft.
49:14 V: En in de mens zelf is geen liefde te vinden. God houdt van de mens. En de mens kan naar God opkijken, in zijn innerlijk vindt hij geen liefde.
49:36 K: Mevrouw, luister. Als u uw vraag kort houdt, zal het mogelijk zijn deze te beantwoorden. Maar een lange toespraak is onmogelijk te begrijpen, zelfs niet via woorden.
49:57 Door te kijken naar wat liefde niet is, komen we erachter wat het wel is. Begrijpt u? Wat het niet is, gehechtheid is het niet. Maar door de gehechtheid heb ik me verantwoordelijk gevoeld, maar ben ik dan ook onverantwoordelijk als ik niet gehecht ben? Begrijpt u? Dus ik moet er door het doen achter komen, niet slechts via woorden. Ik zeg tegen mezelf, ik zie dat ik gehecht ben, ik zie de gevaren van gehechtheid, angst, en ik begrijp de aard van van angst, en ik zeg, oké. Ben ik verantwoordelijk nu ik vrij ben van gehechtheid? Is er, vraag ik, verantwoordelijkheid nodig om lief te hebben? Begrijpt u? Door de gehechtheid achter me te laten, gehechtheid af te wijzen, ben ik bij verantwoordelijkheid uitgekomen, maar is verantwoordelijkheid wel een deel van dit vreemde verschijnsel liefde? Begrijpt u? Verantwoordelijk zijn, niet alleen voor mijn vrouw of kinderen, maar het voelen van verantwoordelijkheid. Begrijpt u waar ik het over heb?
51:41 V: Is verantwoordelijkheid hetzelfde als een verplichting?
51:47 K: Verantwoordelijkheid is geen verplichting. Verplichting is niets. Als ik me verplicht voel tegenover u, kan ik u niet liefhebben. Ik ben u iets verplicht als u mij geld geeft, seks geeft, troost geeft - weet u - waar is de liefde dan? Het is handel. Niet? Dus...
52:17 V: Meneer, ik denk dat er een ander gevaar is. Namelijk dat we onverschilligheid bevorderen, achteloos worden. Als je je gehechtheid ziet, kan er zich onverschilligheid ontwikkelen. En dat is de volgende valkuil.

K: Oh ja, meneer. Om die reden onderzoek ik alle valkuilen. Ik heb me dus gerealiseerd dat in liefde verantwoordelijkheid schuilt. Ga nu nog wat verder.
53:02 V: Dat betekent dat je kunt antwoorden.

K: Verantwoordelijkheid betekent
53:10 het woord 'verantwoordelijkheid' komt van 'antwoorden'. Is in die verantwoordelijkheid, het 'antwoord' geven iets zinnelijks, zintuiglijks, begrijpt u? Omvat die verantwoordelijkheid verlangen, volgt u dit allemaal? Alstublieft, ik ben aan het woord. Ik praat echter niet tegen mezelf. We doen dit samen, u en ik. U en ik kunnen jullie allemaal zijn. Dus ik vraag me af, is die verantwoordelijkheid beperkt tot mijn meisje, vrouw, man, of is het een gevoel van verantwoordelijkheid - snapt u?

V: Er is een centrum van waaruit deze verantwoordelijkheid ontstaat.
54:23 K: Dat heb ik onderzocht, meneer. Ik ben gehecht.
54:32 In die gehechtheid heb ik mij verantwoordelijk gevoeld. Ik ga erop uit om mijn brood te verdienen, geld te verdienen, kom thuis en voel me verantwoordelijk voor de vrouw of de man. En in die verantwoordelijkheid bevindt zich gehechtheid, angst. En u heeft uitgelegd dat angst en liefde niet kunnen samengaan. U ziet dit in, het is u heel helder. En ik zeg, helemaal goed. Dus ik zeg, is die verantwoordelijkheid slechts voor die paar mensen of ben je verantwoordelijk voor de hele mensheid - begrijp je? Is liefde - let nu goed op - is liefde dit totale gevoel van verantwoordelijkheid?

V: Ik begrijp dat als je aan iemand gehecht bent...
55:42 K: Meneer, tenzij u dit bij jezelf onderzoekt, het uitwerkt, het uitprobeert.
55:51 V: Ik probeer het dagelijks uit, soms denk ik dat ik het te veel uitprobeer.
55:59 Ik denk dat gehechtheid, zolang ik gehechtheid ervaar, ik niet in staat ben om me verantwoordelijk te voelen voor de rest van de mensheid in de wereld.
56:11 K: Ja, meneer. Ik ben dus veel verder gekomen met het onderzoek bij mezelf. Ik hoop dat u hetzelfde doet. Dat wil zeggen, voel ik me alleen verantwoordelijk voor die paar mensen met wie ik een band heb, of bestaat er een gevoel van totale verantwoordelijkheid voor de aarde, voor de bomen, de bergen, het water, voor mijn medemens. Begrijpt u? Het totale gevoel. En is dat liefde? Zeg niet ja of nee, tenzij je het doet.
56:57 Ook kom ik in mijn onderzoek tegen dat ik het fijn vind om iets te bezitten. Ik wil graag bij iemand horen. Weet u dit allemaal niet al? Oh, in hemelsnaam... Ergens bij horen, wat betekent dat ik me met iets identificeer - begrijpt u? Ik identificeer me met een land, met een groep, met een persoon, met een idee. Als elke vorm van identificatie wegvalt, voel ik dat ik identificatie nodig heb. Kent u dit niet? En in die identificatie moet ik wel bezitten. Ik kan mezelf niet identificeren met de wind!

V: We zijn op deze manier grootgebracht, opgevoed.
58:10 K: Dat weet ik, meneer, u bent op die manier grootgebracht.
58:13 Omdat ik zo ben grootgebracht, doorbreek ik mijn conditionering.

V: Ja.
58:20 K: Ik doorbreek waartoe ik ben grootgebracht.
58:24 V: Soms is je conditionering, als je ernaar kunt kijken, je ernaar kunt luisteren, soms is je conditionering erg sterk. Je kunt er dus wel naar kijken, je kunt je er bewust van zijn, maar de conditionering is uitermate sterk.
58:43 K: Ja. Dat ben ik me bewust. Ik ben me bewust dat ik wil bezitten. En in dat willen bezitten schuilt dominantie. Maar bezit en dominantie, zit daar liefde in - begrijpt u? Ik ontdek dus dat het niet zo is. Dus zal ik niet bezitten. Begrijpt u? Ik kan niet bezitten omdat mijn interesse, mijn gedrevenheid, intensiteit zich richt op uitzoeken wat liefde is. Ik heb dus ontdekt dat gehechtheid geen liefde is, bezit geen liefde is, noch het instinct dat de mens tot dusver van het dier heeft overgenomen. De moeder of de ouders, die zeggen: "Ik hou van mijn baby", en deze dan voor de rest van hun leven verwaarlozen. Nietwaar? Dat is geen liefde. Ik heb dus voor mezelf ontdekt dat deze dingen geen liefde zijn.
59:56 Verder wil ik ook onderzoeken - ik hoop dat we dit samen doen, ik praat niet tegen mezelf, als dat zo is, hou er dan maar mee op.
1:00:13 V: Hoe zit het met gehechtheid aan het idee van onafhankelijkheid, wat de andere kant van de medaille is? Hechten we vaak ook niet aan het idee dat we onafhankelijk zouden moeten zijn, niet gehecht. Dit veroorzaakt ook een probleem.

K: Ja, meneer. Dat betekent gehecht zijn aan jouw beeld over onafhankelijkheid. Kom op, mensen, dit is echt eenvoudig, nietwaar? Dus is jaloersheid liefde? Begrijpt u? Of je zegt: "Nee, dat is het niet! Maar ik ben wel jaloers". Dus als ik zeg: "Nee, dat is het niet", betekent dat niets. Ik moet dus vragen: "Waarom, waarom ben ik jaloers?" Verdiep je erin, kijk ernaar. Waarom ben ik jaloers?
1:01:09 V: Omdat ik bang ben.
1:01:14 K: Omdat ik wil bezitten. Waarom wil ik hem of haar bezitten, waarom volhard ik daarin? Komt het doordat ik eenzaam ben? Begrijpt u? Wanhopig, uiterst eenzaam, afgezonderd?

V: Ik denk dat liefde een soort intens waarnemen van het leven is.
1:01:44 Bijvoorbeeld, nu op dit moment samen, de zon die schijnt, de vliegtuigen in de lucht, het water op de weg, het dak, het hele leven, dat is liefde, denk ik.
1:02:00 K: U heeft omschreven wat liefde is, nietwaar?
1:02:06 V: Een intens waarnemen van het leven. Bijvoorbeeld... ik denk dat liefde een intense waarneming is van het leven.
1:02:30 K: Maar ik heb die intense waarneming van het leven niet.
1:02:35 V: Zoals bijvoorbeeld, dit moment nu...
1:02:37 K: Ja, mevrouw, ik begrijp het, maar ik heb het niet. Jullie beelden je dat alleen maar in, doen een uitspraak en laten het daarbij. Ik weet niet wat u bedoelt met een 'intense waarneming van het leven'. Ik zit hierin gevangen. U geeft een omschrijving van wat het leven zou moeten zijn. Ik trap niet in de valkuil van omschrijvingen. Dus is jaloersheid liefde?
1:03:15 Want ik ben jaloers, dus ik word mij ervan bewust. Begrijpt u? Ik verdiep me erin, ik zeg niet zomaar: "Wat moet ik nu doen, zeg het me". Ik zie dat jaloersheid geen liefde is, maar ik ben jaloers, dus ik verdiep me erin, ik werk het uit, denk erover na. Wat betekent dat ik gehecht ben aan haar of hem. Ik ben niet weggevlucht van gehechtheid, ik heb het niet echt opgelost. Dus ik moet me erin verdiepen, er zorgvuldig naar kijken, omdat het mijn bedoeling is, mijn zoektocht, om achter deze geur te komen. Ik heb dat dus aan de kant gezet.
1:04:08 Dan zie ik dat ik ambities heb, mijn geloof, mijn dogmatisme, ik eerst, dan pas zij. Nietwaar? Of zij eerst, dan pas ik. Maar ik vraag, is dat liefde? Dat wil zeggen, als er een scheidslijn is tussen deze en die, is dat liefde? Meneer, zeg niet 'nee'. Verdiep u erin, kijk ernaar. Want als u dat niet doet, zult u over 20 jaar zeggen: "Ik heb niets gedaan". Na tien jaar zult u zeggen: "U hebt nu wel genoeg gesproken, ga maar weg. Hou op met praten". Omdat u zich er niet op toelegt.
1:05:13 V: Dat is het enige probleem: we leggen ons er niet op toe.
1:05:17 K: Leg je er op toe, ik doe dat nu voor jullie.
1:05:20 V: Ik wil me er wel op toeleggen, maar iets onbekends weerhoudt me ervan om al die dingen grondig te zien en niet alleen verstandelijk.
1:05:31 K: Zie er dan achter te komen wat u tegenhoudt. Verdiep u erin. Zeg niet: "Ik weet het niet", en geef het dan op. Zoek uit wat de blokkade is. Is het luiheid, alles accepteren zoals het is om niet gestoord te worden? Meneer, verdiep u erin, probeer het uit. Verlies uw zelfbeheersing, huil, doe iets om erachter te komen. Zeg niet straks: "Ik heb 20 jaar naar u geluisterd, of 52 jaar, maar ben niet veranderd". Dat is dan niet mijn fout, het is uw fout. Geef mij niet de schuld.
1:06:25 V: Meneer.

K: Een ogenblik, meneer. Ik weet het, meneer, ik zal uw vraag beantwoorden. Ik heb dus ontdekt dat geen enkele vorm van gehechtheid liefde is. Jaloersheid is geen liefde. Bezit is geen liefde, ik en haar, mijn verlangens via haar waarmaken, of zij de hare via mij. Verlangen dus - kijk hier zorgvuldig naar - verlangen is geen liefde. Nietwaar? U aanvaardt dat niet, u wilt dit niet inzien. Verlangen, seksuele verlangens, verlangen naar troost, verlangen naar allerlei vormen van bemoediging, u weet wel - verlangen. Is verlangen liefde? Zeg niet nee. Want ik verlang naar die vrouw of die man; ik verlang ernaar om een groot politicus te worden, of een goeroe, of ik verlang naar verlichting. Ik verlang ernaar om mezelf te verbeteren. Ik verlang ernaar om dit te overwinnen, om aan iets anders te beginnen. Dit hele proces van verlangen, iets worden, vervullen, is dat liefde?
1:08:20 V: Dus wat zullen we hiermee doen?

K: Dat zal ik u zeggen, meneer. Kijk ernaar, onderzoek verlangen. Verlangen. Waarom is de geest, die het gevolg is van de zintuigen - snapt u? begrijpt u dit? - de zintuigen, de reactie van de zintuigen met hun verlangens, is dat liefde?
1:09:00 Snapt u? Volg dit allemaal alstublieft. Ik onderzoek dit allemaal, zodat ik uiteindelijk begin te begrijpen dat alles wat het denken heeft gevormd of verlangd rond dit woord, geen liefde is. Nietwaar? En als je dit waarneemt doet intelligentie zijn werk. Nietwaar? Nietwaar, meneer?
1:09:33 V: Is liefde hetzelfde als begrijpen?

K: Nee, meneer.
1:09:38 Liefde is niet hetzelfde als begrijpen. Liefde is totaal iets anders. Ziet u, ik omschrijf het en u... Ik kan een Grieks woord gebruiken 'agape', of een Frans woord, of een Sanskriet woord, maar daarmee wordt het niet overgebracht. Ik kan je de omschrijving in het Sanskriet vertellen, maar dat werkt niet. Of in het Italiaans, het Frans, daar gaat het niet om. Dus alstublieft, breng het in de praktijk.
1:10:17 V: Meneer, u spreekt over liefde.

K: Ik spreek niet over liefde.
1:10:26 Ik spreek over de struikelblokken, de zaken die verhinderen dat er liefde is.

V: Nou ja, bij mij blokkeert het.

K: Dat heeft u me verteld, meneer.
1:10:43 V: Wat moet ik doen? Ik bedoel, ik wil liefhebben.
1:10:49 K: Ik wil liefhebben.
1:10:53 Juist het verlangen om lief te hebben is de ontkenning van liefde.
1:10:58 V: Hoe kom ik dan van dat verlangen af?
1:11:00 K: Ik zeg niet dat u ergens van af moet komen. Ik laat je zien hoe je verlangen onderzoekt, ernaar kijkt. Goed, ik zal het u laten zien, meneer. Ik heb verlangen. Ik verlang naar die vrouw, of die man, ik verlang ernaar om iets te worden, ik verlang naar gezondheid, een beter leven, meer geld - ik verlang. En wat is deze constante drang - nietwaar? naar het hiernamaals, verlichting, een beter leven, wat is dit verlangen? Alstublieft, ik praat niet tegen mezelf, dat kan ik overal doen.
1:12:00 V: Meneer, er moet iets gebeuren wil het verlangen zover komen dat het zich transformeert in hartstocht om het onderzoek aan te gaan.
1:12:12 K: Ja, meneer, verlangen naar iets. Verlangen kan niet worden getransformeerd naar iets anders, je moet het begrijpen. Je moet het tegen het licht houden van je onderzoek.
1:12:35 V: Hoe hou je dat tegen het licht?
1:12:37 K: Dat doe ik nu, meneer, daar ben ik mee bezig. Ik ben daar onlangs nog zorgvuldig op ingegaan, het proces van het verlangen. De reactie van de zintuigen. Nietwaar? De reactie, ik zie iets, een blauw overhemd, ik wil dat blauwe overhemd. De reactie van het zien, de reactie, het contact, de sensatie, dan komt het denken erbij en zegt: "Ik zou dat overhemd willen hebben". Dus wanneer het denken de reactie van de zintuigen overneemt, ontstaat verlangen. Kijk ernaar. Probeer het uit.
1:13:42 V: Ik zou de aandacht willen hebben die u heeft, meneer. Ik zie dat verlangen.

K: Dan blijft het volgende over, meneer: ik zie in dat liefde geen verlangen is.
1:13:59 Het is heel wat om daar voor jezelf achter te komen, en als liefde geen verlangen is, wat is liefde dan? Begrijpt u? Liefde is niet slechts gehechtheid aan de baby, liefde is geen gehechtheid aan wat dan ook, liefde is geen jaloezie, liefde is niet 'mij' en mijn ambitie, mezelf waarmaken, mijn streven en u, die ook iets wilt worden, deze constante verdeeldheid, dat is geen liefde, noch verlangen, noch genot. Nietwaar? Het waarmaken van verlangen, wat genot is, dat is geen liefde. Ik ben er dus achter gekomen wat liefde is. Het is geen van deze dingen. En heb ik deze elementen begrepen en ben ik er nu vrij van? Of zegt u alleen maar: "Nou ja, ik begrijp het verstandelijk, ik begrijp de woorden, maar help me om er dieper op in te gaan, het lukt mij niet". Dat is iets wat u zelf moet doen.

V: Hoe doe ik dat dan, meneer?
1:15:21 K: Ik ben er mee bezig, meneer. Ga zitten, meneer, alstublieft.
1:15:27 V: Ik ben bereid te blijven staan.
1:15:29 K: Ga daar zitten, meneer.

V: Dank u.

K: Dus tijdens het onderzoeken
1:15:39 van al deze dingen op een onpersoonlijke manier, objectief, zoals ze zijn, heb ik nu deze grote intelligentie verworven. Begrijpt u? Die is ontstaan door dit onderzoek, die is ontstaan door het inzicht in de waarheid van elk aspect. Nietwaar? Daardoor ontstaat intelligentie.
1:16:02 Vervolgens vraag ik me af: is deze intelligentie een voorwaarde voor liefde? Ik gebruik het woord 'intelligentie', niet 'intellect', het gaat niet om sluwe, kronkelige spitsvondigheden, het spelen met woorden, maar om totaal iets anders. Het inzicht en het handelen; het inzicht dat gehechtheid gevaarlijk is en het handelen dat daar een eind aan maakt, dat is intelligentie. Dan is er sprake van intelligentie en daarom is dat liefde, die kwaliteit van liefde, die mededogen is. Niet mededogen als denkbeeld. Iets dat je in je hart voelt, dat daar brandt, dat daar leeft. En mededogen, liefde en intelligentie gaan samen. Zonder intelligentie kun je geen mededogen voelen, de intelligentie waar ik het over heb.
1:17:16 We zijn nu een uur en 27 minuten verder, heeft u het uitgeprobeerd? Heeft u uzelf bevrijd van deze gehechtheid, en heeft u daardoor dat totale gevoel van immense verantwoordelijkheid gekregen? Of zult u overmorgen zeggen: "Ik heb wel geluisterd, maar er is niets veranderd"? Zo'n uitspraak toont meteen aan dat u zichzelf niet heeft onderzocht, dat u niet bent afgedaald in uzelf. U verwacht dat iemand anders iets bij u teweeg zal brengen.
1:18:22 V: Krishnaji, dat is misschien niet helemaal eerlijk. Ik heb geluisterd naar wat u heeft gezegd, en sta nu op het punt om het uit te proberen.
1:18:32 K: Probeer het dan uit. Doe dit terwijl we het erover hebben, wacht niet tot overmorgen.
1:18:39 V: Meneer, wanneer ik elke gehechtheid of elk verlangen afwijs, voel ik een grote leegte in mezelf, waardoor ik geen intelligentie zie.
1:18:49 K: Meneer, leegheid, wat betekent dat? Eenzaam, afgezonderd, geïsoleerd, een gevoel van afgescheiden zijn, geen enkele relatie met iemand te hebben, is dat het gevolg van drugs, is dat het gevolg van allerlei soorten marihuana, wiet, speed, en dat soort zaken? Of kan het ook het gevolg zijn van je geloften, je meditatie, je acceptatie van autoriteit? Die je het gevoel hebben gegeven dat je volkomen waardeloos, leeg, eenzaam bent? Dus heb je na bijna anderhalf uur deze kwaliteit van liefde en mededogen? Zo niet, laten we er dan morgen over praten, het onderzoeken, er nog een stuk dieper op ingaan. Maar zeg nooit: "Ik heb er al zo lang naar geluisterd, maar ik voel het niet". U kunt eindeloos naar die rivier luisteren, maar het is niet het water waar u naar luistert.