Krishnamurti Subtitles home


SA79T2 - Kunnen we samen een goede samenleving tot stand brengen?
Tweede openbare toespraak
Saanen, Zwitserland
10 juli 1979



0:57 Kunnen we verdergaan met waar we zondagochtend over hebben gesproken? Is dat een goed idee?
1:17 Ik vraag me af of u er verder nog over heeft nagedacht, over waar we het zondagochtend over hebben gehad. Of u er zelf nog dieper op bent ingegaan en tot een bepaald punt bent gekomen, tot waar u wellicht niet verder kon komen, en zo ja, dan kunnen we er veel verder op in gaan. Wat we zondagochtend hebben gezegd is dat we het vermogen nodig hebben om samen na te denken. Dat vermogen ontstaat vanzelf als je het belang en de noodzaak ziet in een wereld die corrupter wordt, dat samen nadenken geen instemming of afwijzing inhoudt, maar het opzij zetten van je eigen specifieke zienswijze, je eigen specifieke vooroordelen, meningen, afwegingen, en zo in staat bent om samen na te denken. Omdat als we samen nadenken er geen verdeeldheid is, u denkt niet na apart van de spreker. Sorry, ik heb lichte hooikoorts. Geef me geen medicijnen. Als we in staat zijn om samen na te denken komt de verdeeldheid tussen u en de ander tot een eind. Er is alleen het denken, niet uw manier van denken of een andere manier van denken, alleen het vermogen om samen te denken. Maar dat is onmogelijk als u geen afstand neemt van uw persoonlijke conclusies, uw eigen arrogantie, uw eigen persoonlijke behoeften, anders kunnen we niet samenkomen.
4:46 Het woord 'samen' betekent samen lopen, de hele tijd samen, niet u loopt voorop en de ander komt erachter aan, maar samen lopen betekent dat we samen dezelfde weg afleggen, niet aan verschillende zaken denken, maar naar hetzelfde kijken, zonder wat u heeft bekeken te vertalen naar uw eigen bijzondere voorkeur of vooroordelen, maar samen kijken, luisteren, samen lopen.
5:30 Ik vraag me af of u zich realiseert wat er dan plaatsvindt, wat er gebeurt tussen twee mensen? Er is een grote behoefte, er wordt in deze maatschappij waarin alles mag, grote druk uitgeoefend om je waar te maken, seksueel, emotioneel - de wens om jezelf waar te maken. En daar gaat natuurlijk het hele probleem van frustratie mee gepaard. Luister alstublieft zorgvuldig naar wat ik duidelijk probeer te maken. Aanvaard of ontken niet waar we het over hebben, maar we denken samen, en ik bedoel samen nadenken.
6:33 Als je je waar wilt maken via de ander of iets wil zijn of worden en daarnaar handelt, wat een vorm van waarmaken is, dan is er in die activiteit frustratie, allerlei soorten neurotische ideeën, neuroses enzovoort. Maar als we samen nadenken, dat wil zeggen u hebt uw bijzondere meningen laten varen, uw oordelen, enzovoort, en de ander heeft de zijne laten varen, dan is er geen verdeeldheid en daarom is er geen gevoel van 'waarmaken', ik vraag me of u dit snapt - en daarom is er geen gevoel van frustratie. Alstublieft, dit is geen verbale conclusie, geen idealistisch concept, niet iets om te bereiken, maar het besef van het gegeven feit dat zolang we niet over alles samen nadenken, over politiek, religie, economie, persoonlijke relaties, enzovoort, samen nadenken, moet er verdeeldheid zijn, en vandaaruit ontstaat het verlangen om je waar te maken met als onvermijdelijk gevolg: frustratie, met alle neuroses en onvermijdelijke reacties. Als we samen nadenken komt daar allemaal een einde aan. Ik vraag me af of u dit allemaal volgt.
8:54 Als ik mag vragen, heeft u, of hebben misschien sommigen van u geluisterd naar de toespraak van zondagochtend en heeft u innerlijk uw persoonlijke meningen laten varen, uw conclusies, uw ervaringen? Of houdt u eraan vast, bewust of onbewust en doet geen poging om samen na te denken? Wat natuurlijk tamelijk kinderachtig is, wat dan slechts neerkomt op een soort communicatie met woorden, maar in werkelijkheid is er sprake van verdeeldheid en daarom is er conflict. Als we samen nadenken komt het conflict tot een einde. Ik vraag me af of u dit begrijpt? Alstublieft, u moet dit snappen. Omdat wij mensen al millennia na millennia geleefd hebben met allerlei soorten conflict, strijd, onenigheid, fysiek, psychologisch, emotioneel, elkaar uitbuitend, alle menselijke relaties zijn hierop gebaseerd. En in het samen nadenken ondergaat de relatie een fundamentele verandering omdat er geen verdeeldheid is. Als u ambitieus bent en de ander is niet ambitieus, is er verdeeldheid. Als u in God, Jezus of Krishna gelooft, of waarin dan ook en de ander doet dat niet, dan is er verdeeldheid en daarom is er conflict. U kunt elkaar tolereren, dat is wat er nu gebeurt, maar de verdeeldheid blijft - nationalisme, enzovoort. Dus als het mogelijk is gedurende deze toespraken, ik weet niet hoeveel er zijn, ik geloof tien of zo - als een aantal van ons, iedereen als dat kan of tenminste een paar van ons onze geest gebruiken om erachter te komen of we volkomen samen kunnen denken. Als we dat doen ondergaat de relatie tussen ons een volledige verandering. Nietwaar? Ik vraag me af of u dit begrijpt?
12:09 Zoals we zondag hebben gezegd, heeft het denken psychologisch het voortgaande evolutionaire proces aanvaard en daarom zal het altijd proberen iets te worden, of iets te zijn. En we spraken over tijd, of er - luister alstublieft, speel ermee - of er überhaupt psychologische tijd is morgen, of er psychologisch een toekomst is. Als dat niet zo is, wat is dan de relatie tussen twee mensen die geen toekomst hebben? Begrijpt u? Snapt u mijn vraag? Niet mijn vraag, het is uw vraag. U heeft hem wellicht niet zelf gesteld, maar hij is opgeworpen. Dus moet u ernaar kijken.
13:39 We hebben eeuwenlang religieus, politiek en op andere manieren, het idee van geleidelijkheid aanvaard. Nietwaar? Dat is duidelijk. Geleidelijk zal ik perfect worden, word ik minder dit en meer dat. Bij deze conclusie van geleidelijkheid en evolutie is het afmeten erg belangrijk geworden. Dat spreekt voor zich. Volgt u dit allemaal? Dat wil zeggen, afmeten wat je was, wat je bent en wat je gaat worden - wat meting betekent. Meting is tijd en we vragen ons af, vragen ons samen af, of er überhaupt psychologische tijd bestaat. Er is chronologische tijd, vanzelf, omdat we elkaar gaan ontmoeten, als u wilt, overmorgen, dat is logisch. Als u wilt gaan golfen of u wilt naar de bioscoop of wat dan ook, dan is er een overmorgen. Maar bestaat er, psychologisch, innerlijk, wel tijd? Of heeft het denken de tijd uitgevonden, psychologisch, omdat het te lui is, te laks en ook omdat het niet weet hoe het om moet gaan met wat er werkelijk gebeurt. Daarom zegt het, geef me de tijd. Je weet niet hoe je vrij kunt zijn van afgunst, maar ik zal erover nadenken, ik werk eraan en zal er geleidelijk van af komen - als je dat wilt. Als je dat echter zo wilt houden is dat ook goed.
16:09 Dit is dus onze conditionering geweest. Nietwaar? Begrijpt u dit? Niet alleen de woorden, alstublieft, kijk ernaar in uzelf. Dat is uw conditionering geweest en iemand als de spreker komt langs en zegt: "Is dat zo?" U heeft het aangenomen, dat is de traditie geweest, aangeleerde traditie, geen bijgeloof, omdat iedereen - wetenschappers en anderen - het heeft over de ontwikkeling van de mens via het verzamelen van kennis, wat tijd betekent, enzovoort - u heeft dat aangenomen. En de spreker komt langs en zegt: "Kijk, u heeft het misschien allemaal mis, twijfel eraan". Hij zegt dus dat er misschien psychologisch geen morgen is. Begrijpt u dat? Nee, begrijp het belang van deze vraag. Wat gebeurt er met u als u deze vraag heel serieus stelt, niet als een idee maar als werkelijkheid? Werkelijkheid betekent datgene wat er nu gebeurt. Nietwaar? Als u uzelf die vraag stelt wat is dan de kwaliteit van de geest die psychologisch niet denkt aan morgen? Begrijpt u? Snapt u mijn vraag? Oké? Wat gebeurt er als er psychologisch geen toekomst is - er is een toekomst: u gaat straks weg en gaat lunchen, u moet gaan slapen, u moet nog van alles doen - maar als er psychologisch geen toekomst is, hoe is dan uw relatie met de ander? Snapt u dit? Heeft u dit begrepen? Heeft u deze vraag opgelost die gisteren naar voren is gebracht? Wat is uw relatie met uw vrouw of vriendin, of met uw... enzovoort, als er geen morgen is? Als er een morgen is, psychologisch, dan schept u een beeld, u borduurt door op dat beeld over haar of hem, u heeft uw herinneringen met betrekking tot die persoon gekoesterd en u handelt op grond van die herinnering, van die ervaring. U gaat daarop door. Nietwaar? Dus als er psychologisch een toekomst is, dan wordt het mechanisch. Begrijpt u wat ik bedoel met mechanisch, routine, herhaling, handelen op basis van herinnering. Welnu, als er psychologisch geen morgen is, wat heeft er zich dan voorgedaan in uw relatie? In uw relatie, niet als een idee, in uw feitelijke relatie met uw vrouw, met uw echtgenoot, met uw vriend, met uw zoon, uw dochter, wat is er feitelijk gebeurd? Begrijpt u dit? Bent u hierin geïnteresseerd? Wat betekent dat u niet alleen het idee heeft onderzocht, de conditionering van een psychologische toekomst en de volledige betekenis ervan hebt begrepen, rationeel, verstandelijk, logisch en heeft gezegd: "Het kon wel eens niet waar zijn". Dus heeft u aarzelend afstand genomen van uw conditionering. En wanneer u zich deze vraag stelt, is uw geest vrij om waar te nemen, zit deze niet langer vast aan uw conditionering dat er een toekomst is. Snapt u dit? Hoe is dan uw relatie met de ander als er psychologisch geen morgen is?
21:58 Misschien kunnen we een begin maken - ik wil deze vraag niet beantwoorden - laten we het voor onszelf ontdekken terwijl we verder gaan. Ik weet dat u wacht op mijn antwoord, wat zinloos zou zijn het zouden maar woorden zijn, tamelijk onzinnig. Maar als u er in een andere richting op kunt doorgaan, misschien krijgt u dan de innerlijke betekenis, de schoonheid en waarheid ervan te pakken.
22:42 De oude hindoes en Grieken hebben het idee van een goede samenleving geformuleerd. Laat u hier niet door vervelen. Ze zeiden, een goede samenleving is dit en dat. De Grieken zeiden, een goede samenleving is rechtvaardigheid, enzovoort. Volgens de oude hindoes is een goede samenleving alleen mogelijk als er een groep mensen is die de wereld verloochent - let op, ik vraag u niet om dit ook, te doen, of zoiets, ik wijs er alleen op - mensen die niets bezitten, buiten de maatschappij staan, en terwijl ze erbuiten staan, zijn ze verantwoordelijk voor wat er gebeurt in de maatschappij. Begrijpt u? Niet dat zij zich eruit terugtrokken, maar omdat ze buiten de maatschappij stonden waren ze moreel onkreukbaar, omdat zij geen enkel eigendom bezaten. En ze waren moreel, ethisch en religieus zuiver. Zij zouden niet doden, enzovoort, enzovoort. En gedurende een bepaalde tijd, is dat waarschijnlijk ook zo geweest. Toen, zoals alles tenslotte, ontaardde dit in wat de wereld kent als brahmaan.
25:24 De Grieken hadden hetzelfde idee: de goede maatschappij moet bestaan in de wereld. Dat was een idealistische, ontworpen, ideologische maatschappij. Idealen, en op grond daarvan formuleerden ze heel zorgvuldig de samenleving van Aristoteles enzovoort, maar die heeft nooit bestaan.
26:10 We zeggen nu - luister alstublieft - kunnen we een goede maatschappij vormen, niet ideologisch, niet als een utopie, als iets om aan te werken, te bereiken, maar een maatschappij, dat wil zeggen een relatie tussen twee mensen is een maatschappij. Begrijpt u dit allemaal? Kunnen wij als groep zo'n goede maatschappij creëren? Welnu, wacht even. De Grieken formuleerden iets, de hindoes en waarschijnlijk de Chinezen, maar wij formuleren niets. Wij zeggen niet: de ideale maatschappij moet dit of dat zijn. We zeggen dat niet, omdat dat dan een utopie wordt, een ideaal om na te streven - begrijpt u dit allemaal? - iets om aan te werken. We hebben het over een goede maatschappij die alleen tot stand kan komen wanneer u als mens, representatief voor de hele mensheid - ik kom daar op terug, hou dat vast - verantwoordelijk bent voor een ander mens. Als we zeggen dat u de gehele mensheid bent, bent u dat psychologisch. Nietwaar? U hoofd kan er anders uitzien, uw huid lichter of donkerder zijn, u kunt beter eten en daarom langer zijn, in een gematigd klimaat, u kunt een andere naam hebben, maar psychologisch leven we op hetzelfde niveau - verdriet, pijn, angst, frustratie, een hopeloos eenzaam gevoel, groot verdriet. Begrijpt u? Dit komt over de hele wereld voor. Dit is een feit, het is geen idee dat u aanneemt. Als u naar India gaat ziet u daar dezelfde verschijnselen als hier. De mensen zijn donkerder, er heerst overbevolking, armoede, maar psychologisch zijn zij angstig, onzeker, verward, ellendig, aanbidden zij iets wat zij zich inbeelden, net als hier. E is dus een grote overeenkomst. Psychologisch is het dezelfde beweging, verschillend, veranderd, maar de kern van deze beweging is voor de hele mensheid hetzelfde - nietwaar? Begrijpt u dit? Niet als een idee, maar als werkelijkheid, dit is wat er gebeurt. Nietwaar? U bent dus de rest van de mensheid. Als u dat begrijpt zult u zich een stuk minder belangrijk vinden, uw persoonlijke angsten, uw eigen vervulling, u weet wel, alle egocentrische, egoïstische problemen, omdat u bent zoals iedereen. Maar u moet het oplossen. Nietwaar?
30:59 Dus zeggen we - ik begin moe te worden, u ook? - we zeggen dat een goede maatschappij onmiddellijk kan ontstaan, niet iets dat in de toekomst moet worden bereikt. Die goede maatschappij kan alleen ontstaan als we samen nadenken, wat betekent: geen verdeeldheid tussen u en een ander. Dan verandert ons hele gedrag. Nietwaar, begrijpt u dat? Dan gebruikt u de ander niet, noch seksueel noch op verschillende subtiele psychologische manieren. Nietwaar? Volg dit tenminste woordelijk. Maar woordelijk heeft het geen enkele betekenis, het is als het luchtledige achternagaan, een hoopje as in lege handen.
32:31 We zeggen dus dat een goede maatschappij, die er moet zijn in deze verschrikkelijke, moorddadige wereld, immorele wereld, als een aantal van ons samen kan nadenken, daarom vraag ik: wat is uw relatie tot elkaar als er psychologisch geen toekomst is? Begrijpt u wat er dan gebeurt? Wat is er gebeurd met een geest - luister alstublieft - met een geest die gewend is geraakt, getraind, opgevoed, geconditioneerd om het hele patroon van het leven dat is gebaseerd op de toekomst te aanvaarden? Dat is uw manier van leven geweest. Met inbegrip van de voortdurende poging om iets te worden, iets te bereiken, te wedijveren, te vergelijken, te imiteren - de strijd. Maar als u vanuit uw intelligentie die manier van leven niet accepteert, wat betekent dat u in uw relatie met een ander niet de toekomst accepteert, wat vindt er dan plaats in uw geest, wat is er gebeurd met uw geest?
35:09 Dit is een belangrijke vraag, als u deze voor uzelf kunt oplossen - niet oplossen. Als uw geest zodanig is dat die niet handelt vanuit een ideologisch standpunt, geen ideaal heeft en handelt op grond van dat ideaal, wat verdeeldheid betekent, daarom helemaal geen idealen heeft en daarom niet probeert iets te bereiken, behalve dan te begrijpen wat er werkelijk gebeurt. Heeft u dit begrepen? Bent u allemaal in slaap gevallen?
36:38 V: Nee.
36:46 K: U komt en vertelt me dat er geen morgen is. Ik luister zeer zorgvuldig naar wat u zegt omdat u misschien iets heeft, een manier van leven waarin geen conflict is. U komt en vertelt me dat. Allereerst vraag ik mezelf af: luister ik naar u? Neem ik eigenlijk op wat u zegt? Of ben ik wat u zegt aan het vertalen naar een idee en neem ik het idee over, volg het zorgvuldig - en verwerp het of neem het idee over en zeg dan: hoe moet ik leven volgens dat idee? Begrijpt u? Dit is wat u allemaal doet. Terwijl de man zegt: doe dat niet, maar luister alleen. Luister naar het feit dat u op deze manier heeft geleefd, kijk naar alle gevolgen van die levenswijze, wat zit eraan vast, logischerwijze, stap voor stap. U heeft op die manier geleefd en daarom bent u, is uw geest compleet mechanisch geworden - routine, herhaling, volgzaam. Als u dat zorgvuldig bekijkt, zegt hij tot mij, ontdek voor jezelf wat er gebeurt als je niet denkt in termen van de toekomst. Wat gebeurt er met u in uw relatie tot die ander? Terwijl die ander net zo meedenkt met u. Begrijpt u? Hij zegt ook: "Ja, ik begrijp het." Dus laten we allebei samen denken. Ik laat mijn meningen, mijn vooroordelen, enzovoort varen, zodat we samen nadenken. Begrijpt u? Wat gebeurt er dan? Want we verlangen allemaal naar een goede maatschappij, waar we elkaar geen pijn doen, niet vermoorden, verminken, ten strijde trekken tegen elkaar, leven in voortdurende onzekerheid, in angst. We willen allemaal een ander soort samenleving. Sommigen zeggen - luister alstublieft - je kunt zo'n goede maatschappij krijgen als je de omstandigheden verandert, de omgeving. De communisten, de socialisten, de hele wereld, ze zeggen: verander alles via de wet, democratisch als dat kan, zo niet, dan op een totalitaire manier - onderdruk, pas aan, dwing, maar verander de omgeving. Ze hebben het op wel tien verschillende manieren geprobeerd - het is nooit gelukt. De mens is niet veranderd. Noch als christen, noch als hindoe, hij is niet radicaal veranderd. Waarom? Is er een economische reden? Is het een kwestie van geloof? U gelooft in Jezus, een ander niet. Waarom? Waarom heerst er in de wereld al duizenden jaren lang deze constante verdeeldheid? De Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen, de Perzen, u weet wel, al die verdeeldheid, waarom? Komt het doordat nooit is ontdekt hoe twee mensen samen kunnen denken? Begrijpt u mijn punt? U en ik kunnen samen nadenken. Dat wil ik. De spreker zegt: "Laten we dat in hemelsnaam doen, omdat we dan absoluut een andere wereld creëren". Maar u zegt: "Sorry, ik ben gesteld op mijn meningen, ik hou van mijn meningen, ik kan mijn ervaringen niet loslaten, mijn genoegens". Zo blijft de verdeeldheid in stand.
42:46 We zeggen nu: kunt u afstand nemen van al uw stomme, u weet wel, waardeloze zaken - meningen, ervaringen, ze zijn dood, vergaan, afgelopen, en zeggen: "Laten we samen nadenken." Dus onze geest, niet dat uw geest verschilt van de mijne, er is slechts één geest als we samenzijn - begrijpt u? Wat is dan de relatie van die geest met een andere geest in het dagelijks leven? Ga verder, heren.
43:35 V: Is dat een retorische vraag, meneer? Zo niet, dan wil ik graag antwoorden, maar ik wil uw toespraak niet onderbreken.
43:49 K: Ik kan u niet verstaan, meneer - heeft iemand het gehoord?

V: Hij zegt, is het een retorische vraag?
43:55 K:: Nee, het is geen retorische vraag.
43:58 V: Kunt u zeggen of u een antwoord van het publiek wilt hebben,
44:02 niet van uzelf?
44:04 K: Daar wacht ik op meneer.

V: Ik ga u er nu één geven meneer.
44:07 K: O nee, niet één antwoord.

V: Ik kan u alleen mijn antwoord geven.
44:11 Ik kan niet voor iedereen spreken...
44:14 K: Ah! Dan denken we niet samen. Nee, nee, dat is het hele punt meneer. Neem me niet kwalijk. Er is geen sprake van uw standpunt of mijn standpunt.
44:27 V: Ik had het niet over standpunt, meneer.

K: Wel op de manier zoals u het zei.
44:35 V: Nee meneer, wat ik wilde zeggen was juist dit: u zei als er geen
44:40 psychologische tijd was, wat is uw relatie met elkaar? Mijn antwoord daarop is: wacht tot donderdag, dan kan ik het u vertellen, omdat ik het nu niet meteen kan zeggen. Ik maak al twintig jaar ruzie met mijn vrouw...
44:54 K: Dus zegt u, meneer, ik kan u er op dit moment niets over zeggen. Ik heb dit al twintig jaar gedaan, ik kan het nu niet zeggen, maar misschien later, in de toekomst?
45:09 V: Donderdag, meneer. In het verleden heb ik u gehoord zonder echt naar u te luisteren. Op dit moment heb ik het gevoel dat ik op uw golflengte zit, maar ik heb iets meer tijd nodig om hiermee te experimenteren. Ik kan u niet onmiddellijk het antwoord geven en u vertellen wat mijn relatie met een ander is zolang ik niet de mogelijkheid heb gehad te observeren wat er in het dagelijks leven gebeurt. Terwijl ik hier zit ...

K: Dat bedoel ik nu. Ja meneer, ik heb uw vraag begrepen. U zegt: ik heb geen gelegenheid gehad om mezelf deze vraag te stellen, ik heb tijd nodig en dan zal ik u antwoorden. Maar Ik zeg dat u er naast zit. Ik zeg dat wij elkaar dan niet ontmoeten. Ik hou van u. En wat gebeurt er met zo'n geest die zegt, bij mij is geen verdeeldheid? Niet: ik denk er over na, ik zal eraan werken - dan bent u...

V: Het kan nog alle kanten uit.

K: Nee, u begrijpt mij niet, meneer.
46:26 V: Nou ja, je kunt onmogelijk weten wat er gebeurt.
46:30 K: Pardon, mevrouw?
46:31 V: Ik denk dat wanneer je samen nadenkt, je niet kunt weten wat er gebeurt.
46:41 K: Weet u wat nu uw relatie met een ander is?
46:46 V: Nee.
46:51 K: U weet niet wat uw relatie met een ander nu is,
46:55 met uw vrouw, uw vriend, uw meisje of jongen, weet u wat die nu is?
47:00 V: Nee.

K: Weet u dat niet?
47:06 V: We weten het wel maar.... (onhoorbaar)

K: Ik vraag het u. Dus u weet het?
47:12 V: Natuurlijk.
47:14 V: Ik weet het niet.
47:19 K: Mevrouw zegt dat ze het niet weet.
47:24 Zal uw vriend en echtgenoot dat accepteren? (Gelach)
47:36 U speelt spelletjes.
47:44 Laten we de vraag anders stellen.
47:50 Wat zullen we samen doen om de wereld te veranderen? We zeggen allemaal dat verandering noodzakelijk is. We zien de dingen aftakelen, u weet wel wat er gaande is in de wereld, er gebeuren vreselijke dingen in de wereld. En wat zullen we samen doen - luister alstublieft - om dit te veranderen?
48:21 V: We moeten onszelf veranderen.

K: Nee, wacht. Daar kom ik nog op. Zeg niet: laten we onszelf veranderen. U heeft 50 jaar de tijd gehad.
48:29 V: 52.

K: 52! (Gelach) U heeft 52 jaar de tijd gehad, waarom bent u in hemelsnaam niet veranderd? Dat betekent dus dat u de toekomst heeft geaccepteerd. Er zal iets gebeuren waardoor u gaat veranderen. Daarom vraag ik u, meneer: wat zullen we samen doen? - luister alstublieft. Hoewel u 52 jaar of 10 jaar naar de spreker heeft geluisterd, of 5 jaar, wat zullen we samen doen om een nieuwe maatschappij voort te brengen?
49:28 De katholieken waren op een bepaald moment in de geschiedenis uiterst eensgezind. Iedere afvallige werd gemarteld, vervolgd, verbrand. Dat hielden ze een tijd vol, omdat ze hetzelfde geloof hadden, hetzelfde... u kent het hele verhaal. Dat is nu allemaal verdwenen - niemand gelooft nog ergens in. En we zien de maatschappij zoals die is. Wat zullen we samen doen? Wanneer je voor deze vraag wordt gesteld, heeft iedereen andere plannen - nietwaar? andere ideeën, andere concepten: doe dit, doe dat niet, we moeten allemaal samen een nieuwe president kiezen, een nieuwe politicus - begrijpt u?
50:41 Dus ik vraag: zal een geloof ons samenbrengen? Nietwaar?
50:49 V: Nee.

K: Het kan niet. Wacht. Zal een autoriteit ons samenbrengen?

V: Nee.
51:03 K: Ik beloof u een beloning.

V: Nee.
51:09 K: U bereikt het nirvana als u dit doet.

V: Nee.
51:16 K: Of als u dit niet doet zult u naar de hel gaan.
51:21 Straffen en beloningen, daar is ons leven op gebaseerd.
51:27 Dus wat brengt ons samen? Geloof zal dat niet doen, autoriteit van welke soort ook, wordt verworpen, de beloning van een ander als middel om te veranderen, wordt ook verworpen. En als iemand zegt dat u in de hemel gestraft zult worden voor uw ongeloof zegt u: "Ga toch weg, doe niet zo dwaas", en loopt u verder. Dus wat gaat ervoor zorgen dat we samenkomen?
52:04 V: Proberen te luisteren.
52:12 K: Maar u zult niet luisteren als u bevooroordeeld bent. Nietwaar? Dus kunt u uw vooroordeel laten varen? We komen terug op hetzelfde. Kunt u uw persoonlijk verlangen laten varen naar een of andere buitengewone evolutionaire utopie, verlichting? Uw idee laten varen over hoe meditatie moet zijn? Kunt u daar allemaal afstand van nemen? En zal het nog eens 52 jaar duren voor u zegt: "Ja, uiteindelijk ga ik dood, maar ik hoop dat ik het zal opgeven". Begrijpt u? Dus wat zal ons samenbrengen? Stelt u zich die vraag.
53:10 V: We hebben dat nog niet gedaan, ik weet niet waarom.
53:14 K: Dat kan alleen als we in staat zijn om samen te denken. Nietwaar meneer? Als u en ik hetzelfde zien. Niet dat u iets op een andere manier ziet en ik zie het op een andere manier. Als we allebei iets werkelijk zien gebeuren zoals het is, dan kunnen we er allebei naar kijken. Maar als u zegt dat dat eigenlijk niet kan, dat het slechts verbeelding is, of het is dit, dat of nog iets anders - begrijpt u wat ik zeg? Dus wat zorgt ervoor dat wij samenkomen? Ik heb het niet over seksualiteit, in deze vrijgevochten wereld is dat het meest opvallende dwaze verschijnsel, en we denken dat dat samenzijn is.
54:22 Laten we de vraag anders stellen: als er geen morgen is, psychologisch, geen toekomst, hoe benader ik dan een ander? Met de toekomst bedoel ik geen idealen, en evenmin een verleden. Begrijpt u dit? Als u de toekomst psychologisch afwijst, dan moet u ook het verleden afwijzen. Ik vraag me af of u dit begrijpt? Tjonge! Kunt u afstand nemen van uw verleden? Uw gekwetstheden, de wonden die u heeft opgelopen, de onvervulde wensen, de angsten - wat het verleden is. Als er psychologisch geen toekomst is, houdt dat psychologisch in dat er geen verleden is. Ik vraag me af of u dit begrijpt! U kunt niet het een behouden en het ander afwijzen, het is dezelfde beweging. En dat is onze moeilijkheid. Onze moeilijkheid is om dit los te laten, zowel het verleden als de toekomst, omdat we bang zijn. Ik zal daar nu niet op ingaan, maar kijk ernaar, wat we aan het doen zijn. We willen de wereld veranderen. Het is noodzakelijk voor onze kleinkinderen. Weet u meneer, als u met hart en ziel van iemand houdt, met uw hele wezen iemand liefheeft, en u heeft een klein kind van wie u van houdt, wilt u dat hij deze wereld betreedt? Dus wat zullen we doen? Maar u bent hierin niet geïnteresseerd.
57:02 V: Maar denkt u dat het werkelijk mogelijk is dit geheel en al te doen? Kent u iemand die dat heeft gedaan?
57:12 K: Is het mogelijk om dit geheel en al te doen. vraagt de heer die mij 52 jaar heeft gehoord. En kent u iemand die dit heeft gedaan? Het zou van mij onfatsoenlijk zijn - luister alstublieft - onfatsoenlijk, onbeleefd, niet juist om te zeggen dat ik iemand ken. Wat belangrijk is: doet u het nu? Niet weet u iemand. Dat is wegvluchten van jezelf als je zegt: "Nou, laat me iemand zien, een resultaat." De spreker is niet geïnteresseerd in resultaten. Als hij dat zou zijn, wordt hij teleurgesteld, gebruikt, hij komt dan in een heel andere wereld terecht.
58:17 Dus wat zullen we samen doen? Weet u, als u het woord 'samen' maar zou begrijpen. Weet u, als u hand in hand gaat met iemand die u graag mag, kunt u elkaars hand vasthouden terwijl elk van u verschillend denkt. Nietwaar? Maar ze zijn dan niet samen. Samen zijn betekent over dezelfde kwaliteit van geest beschikken. Als ze van elkaar houden is dat van dezelfde kwaliteit. Begrijpt u? Om zo volledig van iemand te houden - o, dat doet u niet - daarin is geen toekomst, nietwaar? U zegt niet: "Ik zal morgen van je houden".
59:32 Dus wat zullen we doen om te zorgen voor een gevoel dat we niet apart zijn, samen zijn, het gevoel, de kwaliteit, de beleving ervan - begrijpt u?
1:00:06 Het is tamelijk buitengewoon dat deze heer mij 52 jaar heeft gehoord, een andere meneer verderop al 20 jaar en sommigen van u luisteren al 10, 5 jaar of voor het eerst - waardoor gaat u veranderen? Door een klap op uw hoofd? Door een beloning? Waardoor zult u veranderen zodat u zult zeggen: "Kijk, het is van het grootste belang in het leven om samen te zijn"?
1:01:23 V: De angst laten varen.

K: Geen angst. Is dat het?
1:01:33 Of is het - luister alstublieft - of is het omdat we denken dat we veilig zijn in onze afzondering?

V: Ja, meneer.
1:01:52 V: Het moet beginnen... (onhoorbaar)
1:01:54 K: Luister slechts, mevrouw, naar wat ik heb gezegd.
1:02:01 Elk van ons denkt, omdat we een afzonderlijke naam hebben, een eigen uiterlijk, baan, een bankrekening, tot een bepaalde natie horen, een afzonderlijke groep, dat we veilig zijn. En ik zeg: bent u veilig? Klaarblijkelijk bent u dat niet. Dus begrijpt u? U wilt volledig veilig zijn in uw isolement, maar als u eenmaal geïsoleerd bent, kunt u niet veilig zijn. Dat is wat elke natie zegt. We moeten veilig zijn, we moeten ons bewapenen, we moeten onszelf tegen u beschermen. Dus elk mens wil veilig zijn in zijn isolement. O, goeie genade! Maar wanneer u geïsoleerd bent kunt u nooit veilig zijn.
1:03:34 Is dat niet een feit?

V: Ja.
1:03:37 K: Daarom, als dat een feit is, wees dan niet geïsoleerd. Ziet u, u wilt dat feit niet aanvaarden en zeggen: zo is het, en bij het feit blijven, u eraan houden. Het is een hopeloze generatie, is dat het? Nee, meneer.
1:04:05 Dus wat we duidelijk willen maken is dat er volledige, totale veiligheid is wanneer we samen zijn. Begrijpt u? Wanneer we samen nadenken. En alleen daaruit kan een goede samenleving ontstaan die rechtvaardig is, deugdzaam, waar vrede zal zijn - u weet wel. Dat geeft veiligheid, niet wat u nu heeft.
1:04:57 Basta. Ik denk dat we elkaar overmorgen terug zien, nietwaar?